Bloemenmagazijn „DE DAHLIA"!
„DE BRUG"
BOEKBESPREKING
Het adres voor alle Bloemwerk
C o mp lete
Radio-Installatie
ZATERDAG 1 OCTOBER 1927
AD VERTENTIEN
Ingezonden Mededeelingen
Weekblad voor Bloemendaal,
Overveen, Aerdenhout, Bent*
veld, Vogelenzang, Kleverpark
(Haarl.) en Santpoort-Station
DERDE JAARGANG
No. 4
ABONNEMENTEN
Bloemendaalscheweg 42
Telefoon 22324
Post-Cheque- en Gironummer 73407
De Zomertijd eindigt
hedennacht 3 uur.
Denk eraan Uw klok te verzetten.
DE MAAN
o Verbindingsweg - Bloemendaal - Tele joon 22338 a
speciaal voor Bruidswerk en Kransen
Opigineele Ontwerpen voor Tuinaanleg B
DE NIEUWE MOTOR- EN RIJWIELWET
Nogmaals: Aanvrage Rijbewijs en
Rijvaardigheidsbewijs.
Inschrijving van zware Motor
rijtuigen en aanhangwagens
OP VELER VERZOEK WORDT
DE TENTOONSTELLING VAN
IN DE TOONZALEN DER FIRMA
J. A.BOSK AMP ZONEN- O VER VEEN
VERLENGD TOT EN MET 9 OCTOBER
DAGELIJKS GEOPEND VAN 9-5 UUR
ZONDAGS VAN 2-5 U. TOEGANG VRIJ
De Annexatie
RUSTHOEK BLOEMENDAAL
Vrijdag 7 October
's avonds 8'/2 uur
Biljardmatch
DROST - VAN DER LAAN
Uitzending van Diners aan huis
ju ouüe - ouioiuicT
Iordensstraat 74 - Haarlem - Telef13132
FOTO AMERICAN
A. HL van der Steur Jr.
ïW Kleverparkweg 154 "3G!
lste klas Heeren- en Dameskleermakerij
Nieuwe stoffen en modellen voorhanden
De lange Winteravonden komen!!
GOEDE RADIO
J. P. Kenzen - Verbindingsweg
lm
Per regel0.20
Kleine annonces „vraag
en aanbod" 1 tot en
met 5 regels 0.50
elke regel meer „0.10
(le pagina) per regel 0.45
(volgende pagina's) 0.40
Bij contract speciale tarieven.
UitgeverG. Eikelenboom - Bloemendaal
Per jaar3.
Per half jaar 1.60
Per drie maanden0.85
(Bij vooruitbetaling te voldoen).
Abonnementen kunnen op ieder tijdstip
aanvangen.
Losse nummers a 5 cent ver
krijgbaar bij den boekhandel en
aan het bureau van dit blad
Bureau voor Redactie en Administratief
O Maan, wier sikkel dood beduidt,
wier klank verganen goden luidt,
kil is uw blinke' als van een lijk,
gij ligt als de verworpen dijk
in 't starre land, dat 't schip verliet,
't welk over levend water schiet.
Uw wezen is de bleeke schil
waar Leven's wentelende wil
uit heengegaan is, toen 't ons schiep
en bezige aarde in aanzijn riep.
O Maan, waaruit de wereld week,
strakke verlatenheid en bleek.
Maar wie het bleeke als weemoed kent,
werd, door veel leed gedwee gewend
uw beeld te aanschouwe' als stille troost,
waarbij znij zachte peizen póóst:
In witte starheid komt tot staan
al wereldsch leed; heb dank o Maan.
J. L. WALCH.
Uit „de Nieuwe Gids",
jaargang 1915.
door
SARAH C. v. ALPHEN.
Schoon Lier, door Felix Timmer
mans. Uitg. P. N. van Kampen
en Zoon, Amsterdam.
Dit boekje geeft, wat wij er van verwach
ten: een kleurrijk beeld van een naïef oud
stadje. Het houdt in de jolige, toch ook fijne
schildering van het behaaglijke oude Lier,
gelegen „waar de drie kronkelende Nethen
een zilveren knoop leggen; maar plots het
spekbuikige, overvloedhoornige Brabant
zich scheidt van 't mijmerend, magere Kern-
penland." Van het feestende Lier, dat ook
het vrome Lier is: „Het wemelt van wereld-
sche en geestelijke feesten en gebruiken, die
tezamen gekeperd in een frissche guirlande,
rond het Liersche jaar gehangen zijn.
Dit onderwerp past wel bizonder aan den
schrijver, zoozeer geneigd zich te vermeien
in goedmoedige landelijke pret en over
daad, maar evenzeer aangetrokken tot de
kinderlijke vroomheid der eenvoudigen.
Bovendien Lier is zijn uitverkorene onder
de aardige oude stadjes van het Vlamingen-
land. Zoo moest het hem, met zijn vlotte,
gevoelige, expressieve taal en de echtheid,
oorspronkelijkheid, vaak ook de innigheid
van zijn uitbeelding wel gelukken zijn
stadje voor ons te doen opleven.
Wij zien het zooals hij: „de oude huizen
hebben een ziel. Zij zijn warm doorolied
van den tijd; de poëziebalsem geurt er uit
lijk lentevioletten. Ze zijn van binnen naar
buiten gebouwd, gelijk de menschen wier
gelaat geboetseerd is naar hun innerlijkheid
en karakter." Wij genieten er met hem de
glundere genoeglijkheid: „Ze zijn niet stil
de straten; er is altijd iemand; als er geen
menschen zijn, wandelen er toch de kie
kens"; ook de gulle levensblijheid, de goed
moedige vroomheid der bewoners; „De
processie gaat niet uit omdat het kermis is,
maar het is kermis omdat de processie uit-
gaat."
Het boek is ontspanningslectuur van zui
ver allooi.
De Derde, door P. H. Ritter Jr.
Uitg. A. G. Schoonderbeek,
Laren.
Dit boek is in opvallende wijs tegenge
steld aan het bovenbesprokene. Het is niet
simpel, niet naïef en het is geen ontspan
ningslectuur. Het is niet een klare, eenvou
dige wedergave van klaar, eenvoudig men-
schenbestaan, het is een verfijnde uitbeel
ding van zeer samengestelde menschelijke
belevingen.
Met dit te constateeren wordt geen
waardebepaling bedoeld. Ook is het niet
voor velen toegankelijk, zooals Timmer
mans' boek, maar alleen voor de zeker niet
□□□DacianaaciDaaciaciaaDaaaDaaooaciDDaDaciDDCiaaDDatiDaBaocioDciDaDDaaciacia
d Bekroond met hoogste onderscheiding R
□□□□nncannnBaDaDDDDnooanannnnnDDonDoaomonnDDDODaDDDcionciDDancinna
zoo talrijken, die er blijdschap in vinden,
in contact te zijn met het droomerig-
beschouwende en het weemoedig-tragische
van Ritter's kunst. Met deze bewering
wordt al evenmin het eene werk boven het
andere gesteld. Het sterk onderscheidene
kan gelijk in waarde zijn. Deze „kleine
roman" is een droomspel en als zoodanig te
lezen en te waardeeren. Dit verbeeldings
spel heeft van den droom het pakkend
noodwendige der verwonderlijke aaneen
schakelingen, het vreemd beangstigende der
alledaagsche dingen, het uiterlijk fragmen
tarische van het toch innerlijk samenhan
gende.
De tafereelen zijn zinrijk en suggestief;
de dialogen treffend en gespannen.
A. M. de Jong. Merijntje Gijzen's
Jeugd. Onnoozele Kinderen.
Uitg. Em. Querido, te A'dam.
Met spanning hadden wij ons afgevraagd,
of dit derde boek over Merijntje Gijzen op
gelijke hoogte zou wezen met de twee voor
afgaande. Het antwoord mocht bevestigend
zijn. De auteur heeft zich gehandhaafd in de
hoedanigheid, waarin hij zich heeft geopen
baard in Het Verraad en in Flierefluiter's
Oponthoud. Ook in dit nieuwe werk toont
hij zich een mensch, die met fijn en warm
gevoel, met begrip en inzicht het leven der
eenvoudigen beschouwt, voor wien de
diepte van het kinderleven, waar zoo ver
wonderlijke gedachten, vreezen en ver
wachtingen geboren wórden, niet is gesloten
en die in de volwassenen de ziel verstaat,
al gaat zij schuil onder verwildering, vaga
bondage en idiotisme; bovendien een schrij
ver, die ons vat en gevangen houdt in den
doordat hij zijn
en wereld vol kleur
ban zijner verbeelding,
gegevens verwerkt tot t
en gloed, innigheid en hartstocht, tragiek en
zotternij.
In deze derde phase zien wij Merijntje
gesteld tegenover weer andere raadsels.
Daar is ten eerste Foni de idioot. Hoe be
droevend die onnoozelheid en die bangheid
in de kinderoogen van den groot- en sterk-
gebouwden man, hoe beangstigend zijn
vreemde driften, hoe ontstellend zijn mis
drijf en ook hoe wreed, dat hij boeten moet
voor wat hij misdeed zonder besef. En zoo
veel anders nog in het lot en in de gedra
gingen der fjroote menschen, dat verontrust
en onverklaarbaar is. Airdat raadselachtige
maakt klemmender de groote vraag, waar
om de God van Liefde, die toch alles ver
mag, het vreeselijke en onbegrijpelijke
gedoogt.
Het antwoord der ebbenden stoot
het wijze manneke nog dieper in het duister
Te verwachten is, dat hij eenmaal zich
zelf den weg tot het inzicht zal gaan zoeken
en dat hij dien vinden zal.
Er zal in dit boek hier of daar wel iets
meer of min belangrijks znij aan te merken;
zeker. Maar dit neemt niet weg, dat het een
levenswarm werkstuk is met groote en bi
zondere kwaliteiten.
Er is reeds een begin gemaakt met het opnemen
van examens ter verkrijging van rijvaardigheids
bewijzen door hen die ol na 1 Mei 1924 in het bezit
kwamen van een rijbewijs, of die nog nimmer zoo
danig bewijs hadden bekomen. Men heeft echter
reeds ingezien, dat het onmogelijk is nog vóór
1 November a.s. alle tegenwoordige houders van
rijbewijzen plus degenen die er juist aan toe zijn
óók zoo'n bewijs aan te vragen, in het bezit te
stellen van het bij de nieuwe wet vereischte rij
bewijs. Daarom heeft de Minister bepaald, dat de
bestaande rijbewijzen geldig blijven tot en met
30 Juni 1928. Maar op 1 Juli 1928 zal elke automo
bilist en motorrijder in het bezit moeten zijn van
een nieuw rijbewijs, dat wij merkten het reeds
eerder op gedurende twee jaren geldig blijft,
behoudens de mogelijkheid van intrekken, verval
len of ongeldig verklaren. Het is dus duidelijk, dat
men eigenlijk tot 1 Juli 1928 den tijd heeft, maar
even duidelijk is het, dat men dan ook klaar moet
zijn. Men zij er daarom nogmaals aan herinnerd,
dat het doelmatig is nu reeds de aanvrage om een
rijbewijs te richten tot de Provinciale Griffie zijner
inwoning, natuurlijk onder overlegging van de be
scheiden, door ons in het vorige nummer opge
somd. Er is beweerd, dat men verstandiger doet
met te wachten tot het doen van een aanvrage
om een rijbewijs, vooral door hen, die een genees
kundige verklaring moeten overleggen, omdat,
door de overstelpende drukte aan de Provinciale
Griffie, men dan genoodzaakt zou kunnen worden,
andermaal een geneeskundige verklaring te moeten
inzenden, wijl de vroegere verklaring ongeldig
zou zijn geworden. Deze lezing is absoluut onjuist
en wij raden iederen motor- of auto-bestuurder
aan: „Zendt uw aanvrage gerust In." Immers, de
gevorderde verklaring van een hier te lande tot
de uitoefening der geneeskunde toegelaten persoon,
behelzende, dat door dien geneeskundige bij een
niet vroeger dan 14 dagen vóór de aanvrage ge
houden onderzoek bij den aanvrager geen lichaams-
of zielsgebreken zijn waargenomen, welke dezen
zouden kunnen beletten een motorrijtuig naar
behooren te besturen, kan niet ongeldig worden
doordat men op de Provinciale Griffie geen tijd
heeft het rijbewijs klaar te maken en af te geven!
Eenmaal ingezonden blijft de geneeskundige ver
klaring en daarmede ook de aanvrage vol
komen geldig. Een andere lezing kan aan art. 17,
le lid onder a. der wet niet worden gegeven. Een
krachtens dit artikel ingezonden aanvrage, blijft
van kracht, ook al zou men pas op den laatsten
Junidag 1928 het rijbewijs ontvangen.
Artikel 10, 3e lid der wet bevat een bepaling,
waarmede vele aanvragers van een rijbewijs mee
verrast worden, vooral zij die tot de door gevorm
de groep 2 behooren, dus zij, die bij het inzenden
van de aanvrage een rijvaardigheidsbewijs moeten
overleggen. Of deze bepaling van art. 10 de be
doeling van den wetgever weergeeft, of dat het
een „slipping the pen" is geweest, waarbij niemand
eerder heeft stilgestaan is niet duidelijk. Maar dat
de lastige en kostbare bepaling, zooals zij thans
luidt, nutteloos is, schijnt onbetwistbaar. Wat is
n.l. het geval. De oude wet kent slechts twee
soorten van rijbewijzen, n.l. één voor het besturen
van motorrijtuigen in het algemeen, verkrijgbaar
voor personen boven de 18 jaar, en één voor het
besturen van motortweewielers, o.a. óók verkrijg
baar voor personen tusschen 1618 jaar. De
nieuwe wet kent er drie. Eén voor het besturen
van motorrijtuigen op meer dan twee wielen
(waaronder ook valt men onthoude dat een
motor met zijnspan!); één voor het besturen van
motor-tweewielers en één voor het besturen van
motortweewielers, waarmede geen grootere snel
heid kan worden bereikt dan door den Minister
Wi.rdt bepaald. Deze snelheid heeft de Minister
bereids gesteld op 30 K.M. per uur. Dat laatste
rijbewijs kan verkregen worden door personen
tusschen 16 en 18 jaar. Deze jongelieden zullen dus
in den vervolge niet meer duiveltje mogen spelen
op een „Indian" of „Harley" etc. Intusschen: zou
den er nog tweewielers zijn, die niet harder kun
nen rijden dan 30 K.M.? 't Wordt een wassen
neus in de practijk! Maar nu de eerste twee rij
bewijzen. Talloos velen die autorijden, rijden ook
met een tweewieler. Gekker nog! Iemand die een
tweewieier regejmatig berijdt en om een toertje
met een of meer huisgenooten te maken er een
zijspan aan bevestigt moet twee rijbewijzen heb
ben.
Dat kan natuurlijk niet de bedoeling van den
Wetgever zijn geweest, maar des niettegenstaande
de Wet eischt het nu!
Het gevolg is, dat zij, die én autorijden (of met
een zijspan) èn motorrijden, opk twee aanvragen
moeten inzenden; de tot groep 2 behoorenden
moeten twee proeven doen voor een rijvaardig-
heids bewijs. Zij moeten twêv gencèsfctóiEiX v o,
klaringen inzenden etc.: kortom zij worden juist
op dubbele kosten gejaagd, terwijl niemand het nut
van deze bepalingen kan inzien. Want ook personen
die den leeftijd van 18 jaren bereikt hebben kunnen
deze twee rijbewijzen bekomen.
Voor houders van zware motorrijtuigen, zooals
vele vrachtauto's, verhuiswagens èn aanhangwa
gens, zijn van belang de bepalingen van art. 37 en
volgenden van het nieuwe Reglement. Genoemd
artikel laat den eigenaar of houder vrij in het al-
of niet inschrijven in daartoe door den minister
bestemde registers. Maarmotorrijtuigen waar
van de grootste wielbelasting bij normale volle
belasting meer bedraagt dan 3600 K.G. en voor
wat betreft aanhangwagens 2400 K.G. zullen n a
1 November 1927 niet meer over de wegen mogen
rijden, tenzij zij zijn ingeschreven.
Natuurlijk moeten die zware motorrijtuigen en
de aanhangwagens aan verschillende gestelde
eischen voldoen; o.a. zij moeten in voldoenden
staat van onderhoud verkeeren; niet door bijzon
dere bouw op de wegen niet kunnen worden toe
gelaten; bestemd zijn voor vervoer van minstens
de vrachten tot het zoo even genoemd gewicht;
alle wielen moeten van rubberbanden zijn voor
zien; de rubberlaag moet een bepaalde dikte heb
ben; zij moeten voorzien zijn van goedwerkende
draagveeren; de wagen mag niet langer zijn dan
9 M.; de afstand van de achterzijde der wagens
tot de achteras mag niet te groot zijn; de breedte
niet meer dan 2,35 M.; de hoogte van eenig deel
niet meer dan 3,50 M. De minister kan in som
mige gevallen en van enkelen dier voorwaarden
afwijking toestaan. Zij, die houder of eigenaar zijn
van zoodanigen vrachtauto- of/en aanhangwagen,
hale spoedig een inschrijvingsformulier aan het
Politiebureau te Haarlem (Bureau Verkeerswezen
Amsterdam) en sture dat ingevuld aan het bureau
van het district-Wegentechniek, Mauritskade 47 te
Den Haag. Men hoort er dan wel nader van.
Houders van lichtere vrachtauto's behoeven (kun
nen) deze niet laten inschrijven. Zij zullen alleen
hebben te letten op de klassificatie der wegen en
op bruggen en straten betreffende het toegelaten
gewicht en/of de in acht te nemen maximum snel
heid met vrachtauto's en aanhangwagens.
Wij hebben hiermede een beknopt overzicht
gegeven van de bepalingen in acht te nemen voor
dat de wet in werking treedt. In een volgend num
mer zullen wij het hebben over de verschillende
nieuwe verkeersbepalingen en verkeersregelen,
óók voor rijwielen, voertuigen èn voetgan
gers.
Wat Haarlem zal moeten betalen.
Men schrijft aan „de Telegraaf":
Naar wij vernemen hebben de gemeentebesturen
van Heemstede, Haarlemmerliede en Bloemendaal
aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hun
aanvragen ingediend om toekenning van schade
vergoeding op grond van de annexatiewet.
PROFFBSSORS DB BILLARD
Gt
Prijscourant wordt op aanvrage toegezonden i
Denkt aan Uw foto's voor Rijbewijzen
en Abonnementen
3 stuks 25 cent
Barrevoetestraat 15 bij de Botermarkt
Tegenover de Middelbaar Technische School
Opgericht 1903 - Telefoon 10303
Voor NajaarS' en Winterkleedlng het beste adres
wat is het dan een genot om een
te bezitten. Het kost U niet veel als U een
bestelt bij-
Rijwiel- en Radiohandel
Toestellen uit voorraad leverbaar
In deze wet is opgenomen, dat Haarlem aan de
verkleinde gemeenten in totaal wegens derving
van inkomsten uit belastingen zal uitkeeren ten
hoogste 2 millioen gulden. Heemstede eischt dit
geheele bedrag op, voor zoover niet Bloemendaal
en Haarlemmerliede er in zullen deelen. Bloemen
daal vraagt echter deswege niets, doch Haarlem
merliede heeft wel een aanvraag ingediend.
Groote sommen worden verder door de genoem
de drie gemeenten gevraagd wegens gemis van
inkomsten uit bedrijven en overgang van eigen
dommen op de geannexeerde gebieden naar Haar
lem.
Alles bijeengenomen zullen de verlangde bedra
gen de 10 millioen gulden nabijkomen.
De aanvragen zijn nu volgens de bepalingen der
annexatiewet aan het-gemeentebestuur van Haar
lem gezonden, dat zijn gevoelen over de eischen
moet kenbaar maken. Ten slotte zullen Gedepu
teerde Staten de beslissing hebben te nemen.