NIEUWE KINDERBOEKEN SP0RTPRAATJE INGEZONDEN Vrede en Wijsbegeerte PLAATSELIJK NIEUWS Boekaankondiging Samenwerking van Gemeenten Jeremiaden "I e g s e I vans van Zaterdag 26 November 1927 3e Jaargang No. 12 „Stormvogeltje", door J. P. Zoomers Vermeer. Prijs ingenaaid 1.75, gebon den ƒ2.50. Uitgave: Van Holkema Warendorf's Uitg. Mij., Amsterdam. Dit goed geschreven boek is voor meisjes van 9—12 jaar, enkele illustraties van Freddie Lan- geler verduidelijken het verhaal. De persoon waar het in dit boek over gaat, is een meisje, Dolfientje geheeten, door haar moeder ook wel „Stormvogeltje" genoemd om haar drukke, wilde natuur; meer jongen als meisje, ge niet ze volop van het vrije buitenleven, doch wordt daarin later belemmerd, omdat ze naar een tante werd gezonden in een groote stad, waar ze dan een meisjesschool gaat bezoeken. Wanneer dit plaats vindt, ondergaat Dolfientje een groot ver anderingsproces, dat de schrijfster op pakkende wijze vertolkt, waarom we de jeugdige lezeressen dit aardige boek als St. Nicolaas-cadeau toewen- schen; ze zullen er mee in hun schik zijn. „De Zeeroover van Oostzaan", door C. Joh. Kievit. Illustraties van E. ten Harm- sen van der Beek. Prijs ingenaaid 1.10, geb. 1.75. Uitgave: Van Holkema Warensdorf's Uitg. Mij., Amsterdam. Voor de jongelui, voorzoover ze gaarne boeken lezen, is C. Joh. Kievit geen onbekende. Als er een werk van zijn hand verschijnt, dan is het al tijd goed, zoo ook „De Zeeroover van Oostzaan". Een pittig jongensboek (leeftijd 1116 jaar), waarin het ruwe zeerooversleven op een wijze wordt beschreven, dat de jongens geen lust krij gen om de sporen van de zeeroovers te drukken. Het boek verhaalt de lotgevallen van een 16- jarigen Zaanschen jongen, wiens broer door Alge- rijnsche zeeroovers als slaaf is weggevoerd, die met een Hollandsch kaperschip er op uitgaat om zijn broer weer te bevrijden, hetgeen hem ten langen leste gelukt. Het boek is geïllustreerd met enkele duidelijke afbeeldingen door E. ten Harm- sen v. d. Beek, hetwelk niet weinig bijdraagt om het voor den lezer interessant te maken. „De Schat van den Rooirand", door John Buchan. Nederl. bew. A. B. v. Tien hoven. Illustraties E. ten Harmsen van der Beek. Ing. ƒ2.15, geb. ƒ2.90. Uitg. Van Holkema Warendorf's Uitg. Mij., Amsterdam. Welke Hollandsche jongen houdt er nu niet van avonturen? Dit is een echt avonturenboek en daar om is het voor jongens van 1216 jaar en ouder bijzonder geschikt, zoo zelfs, dat men het niet bij één keer lezen op zal bergen. Op spannende wijze verhaalt de schrijver een opstand in Transvaal, die door verschillende kaf ferstammen was voorbereid tegen het Engelsche bestuur. Deze opstand mislukt in hoofdzaak door een ongeveer 20-jarigen jongeman, den held van dit verhaal, door zijn volharding, slimheid en moed. De spannende, bijna bovenmenschelijke avonturen van David Crawford, zoo heet de held, zullen de harten van de jonge lezers sneller doen kloppen, en ze zullen niet tevreê zijn voor ze den afloop van de geschiedenis geheel weten. Vóór in het boek is een kaartje ingelegd ter verduidelijking, welke tochten dat David heeft af gelegd en waarop ook de opmarsch van het kaf- ferleger staat aangegeven. Een mooi boek! „Gerrit van Doorn", door M. Kramer. Illustraties van E. ten Harmsen v. d. Beek. Prijs ing. 1.10, geb. 1.75. Uitg. Van Holkema Warendorf's Uitg. Mij., Amsterdam. „Gerrit van Doorn" of De avonturen van een jongen botanist, is de eigenlijke titel van dit aar dige leesboek voor jongens van 1116 jaar. Met den titel wordt de naam van den hoofd persoon in dit boek vertolkt, die op een kost school door den invloed van een beminden leeraar een enthousiast botanist wordt. Hij legt het er op toe om een volledige herbarium te maken voorver giftplanten, doch daar deze planten sporadisch voorkwamen, kostte het Gerrit zeer veel moeite om de gewenschte planten te bemachtigen. En hij trekt er op uit, steeds maar zoekende op mesthopen, kerkhoven, op wegen en heggen, langs dijken en tusschen rails, en wat hij daarbij onder vindt is wèl vermakelijk. Enkele aardige plaatjes maken het leesboekje aantrekkelijk. „De kleine Meiclub", door Tine Brink- greveWicherink. Illustraties van Netty Heyligers. Pagekop-serie; ingen. ƒ2.15, geb. ƒ2.90. Uitgave: Van Holkema Warendorf's Uitg. Mij., Amsterdam. Voor meisjes van 1116 jaar. Dit nieuwe boek van mevrouw Brinkgreve—Wicherink is een ver volg op de beide vorige Meiclubverhalen. Zij, die de voorafgaande boeken hebben gelezen en de daarin optredende meisjes tot hunne vriendinnen rekenen, zullen met heel veel belangstelling ook kennis nemen van het verdere leven der club leden, wier aantal nu tot zes geslonken was. Zoo dat ook de naam der club veranderd in „De kleine Meiclub". In dit verhaal treden vooral op den voorgrond een der bekende leden en een meisje, ook bekend uit het vorige boek, wier onsympa thiek karakter oorzaak was, dat er altijd zoo'n soort gewapende vrede was tusschen haar en de clubleden. De clou van het verhaal is de ontdek king van de leugens van dat opschepperige juf fertje en de wijze, waarop de clubleden hierop reageeren. Een nieuwe persoon is een leeraar, die een belangrijke rol speelt. In een 4e boek zal het slot dezer Meiclubserie de verdere lotgevallen der leden behandelen. Wij komen bij verschijning van dit 4e boek nog nader op deze uitgave terug. Bij denzelfden uitgever verscheen „Bob en Ina", door Nanda. Illustraties van Netty Heyligers. Pagekop-serie ingen. 2.15, geb. 2.90. Voor meisjes van 1116 jaar. Bob, het vroolijke, drukke, beweeglijke buiten kind, maar een echt „kind" nog, komt bij haar tante in Amsterdam in huis, om in de hoofdstad verder onderwijs te genieten. Haar nichtje Ina, van gelijken leeftijd en met haar in dezelfde klas, meent, hoewel ten onrechte, dat zij èn thuis èn op school reden heeft, jaloersch op Bob te zijn. Die jaloezie vergalt haar menige levensvreugde en ook Bob komt er vaak door in onaangenaam heden, vooral dien keer, toen ze haar drift niet meester bleek te zijn. Tante doorziet haar kind en met haar goede hulp weet Ina die jaloezie te over winnen, waarbij ook de houding van Bob tegen over haar veel goeds uitwerkt. Bij den uitgever A. G. Schoonderbeek te Laren verschijnt binnenkort „De Roep der Velden" (Kruistochten naar de bronnen van vreugde en schoonheid), door J. B. Bernink, Ds. A. L. Broer, J. Drijver, J. J. Hof, Herman de Man, Maurits H. A. Staring, Ds. R. J. de Stoppelaar, Jan P. Strijbos, Jac. P. Thijsse, Rinke Tolman, Prof. Dr. A. van Veldhuizen, J. Vijverberg, A. B. Wigman en Kerst Zwart. Met de portretten en levensschetsen der auteurs. Geïllustreerd met meer dan 100 fraaie en zeld zame foto's, 14 penteekeningen en een titelprent in kleuren naar een schilderij van Johan Meijer. Omvang oirca 400 pagina's, formaat 19 X 25 c.M. Prijs 6.—, in prachtband 7.50. Dit kloeke, feestelijk uitziende, schitterend ver zorgde boek is, naar het uiterlijk, een lust voor het oog. En dan de inhoud! Een uitgelezen schaar van schrijvers vertelt op markante wijze en in dich terlijk bewogen taal van de velerlei schoonheid die daar is „onder Holland's hemelen". Van de verre oneindigheid der vlakke weiden, de roman tiek van duin en heuvelland, van donkere bosschen en droomstille wateren, van dieren- en vogelleven in elk getij. AI bladerende in dit rijke boek met zijn meer dan zeventig bijdragen en zijn overvloed van tee- keningen en foto's, meerendeels nooit tevoren ge- publiceerd, zegt men 't Herman de Man na: „Dit land berst van de ware schilderachtigheid van kleur en lijn en sfeer." Het is „een nationaal standaardwerk" in de nobelste beteekenis van het woord, een boek voor allen die van Holland hou'en! Men kan het nu reeds bij den boekhandel be stellen. Bij verschijning komen we nog op dit pracht-standaar-dwerk terug. Onze wekelijksche causerie vangt ditmaal aan met een gelukwensch aan de B.V.C. „Bloemen- daal", die de vorige week (15 November) den datum herdacht, waarop zij vóór 25 jaar werd op gericht. Inderdaad, dat is een felicitatie waard. Hoe moeilijk immers was het, en is het nog steeds, te Bloemendaal een vereeniging in stand te houden. Men heeft meermalen naar de oplossing van dit raadsel gezocht, terwijl zij oi-, voor de hand ligt. In de eerste plaats is de onmiddellijke nabijheid van Haarlem een fnuikende factor, en in de tweede plaats de merkwaardige zelf-rangschikking der bevolking in klassen en standen van het overigens zoo vriendelijke en welvarende dorp, een kwaad, dat organisatie zoo al niet tegenwerkt, dan toch uiterst moeilijk maakt! Hoeveel aantrekkelijks moet er dan niet zijn in een voetbalclub, die er op kan bogen, zich een kwart eeuw niet alleen staande wist te houden, maar tegen alle verdrukking in tot grooten groei en bloei te komen. Natuurlijk 'is de innerlijke kracht nummer één. En de innerlijke kracht wordt alleen bepaald, ver sterkt en naar buiten gebracht door het juiste be heer der vereenigingszaken; m.a.w. de samenstel ling en de werkwijze van het bestuur beïnvloedt het voortbestaan ten zeerste. Daarom moet de vereeniging Bloemendaal in den loop der tijden in het gelukkige geval ver keerd hebben, dat er menschen aan het roer ston den, volkomen voor hun taak berekend. En dit mogen de leden nooit vergeten, ze moeten het integendeel waardeeren en ziich geluk kig prijzen, dat zij in tegenstelling met tal van zustercorporaties, de rechte menschen op de rechte plaats, i.e. de bestuurszetels konden bren gen. Als wij dus de vereeniging complimenteeren, houdt het in, dat onze gelukwensch in de eerste plaats den bestuursleden geldt, die vroeger en nu „Bloemendaal" brachten tot een alleszins te beju belen feit: het 25-jariig bestaan. Het moge de sym pathieke en sportieve Bloemendalers gegeven zijn, nog vele jaren te werken in het belang der voet balsport, niet ten onrechte genoemd: een machtige schalm in de keten der volksontwikkeling! We zijn met onze prognose de vorige week wel heel gelukkig geweest. Alles kwam uit, zooals we veronderstelden, alleen V.V.A., dat we met hard werken een kansje gaven, benutte dit niet, en zag zich door B.F.C. geslagen. En Haarlem knapte haar doelgemiddelde lang niet op, zooals wij voor zagen. Maar de wedstrijd was er dok naar! Het was treurig, te treurig om er ook maar eenige regels aan te wijden. Neen, de roodbroeken zijn wel in verval! Dat ze Zondag tegen A.F.C. kans op succes hebben, betwijfelen we sterk, tenzij de geest vaardig over hen wordt! Velox zal zich de mooie kans door H.V.C. niet laten ontnemen, zelfs al zullen de Amersfoorters, gesterkt door hun succesje tegen A.F.C., met zwaar geschut in Utrecht verschijnen. Bloemen daal moet in Amsterdam van V.V.A. kunnen win nen, terwijl Zeeburgia met 't bezoekende D.O.N.A.R korte metten zal maken. Zandvoort zal zich tegen B.F.C. trachten te herstellen van de groote neder laag tegen Velox, de Bussummers daarentegen, na de overwinning op V.V.A., zullen zich niet zonder meer gewonnen geven. Het zal er dus spannen! Zooals wij voorzagen, verloor Bloemendaal 2 van Ripperda, hoewel de nederlaag zeer klein gehouden werd. Met dit al zakken de reserves na een goed begin danig af, en moeten Zondagmorgen op eigen terrein van Schoten 2 winnen om in „the running" te blijven. Het derde elftal sloeg met bescheiden cijfers (20) T.H.B. 3. Het vierde elftal deed het beter: met 160 werd O.V.A. 3 gekraakt. Ook het vijfde nam geen halve maatregelen, en hakte Damiate 2 met liefst 11in de pan. Van de juniores speelde alleen A„ dat Zand voort A. met 32 sloeg. Zondag speelt het vierde tegen Zandvoort 4. We onthouden ons van een voorspelling. Makkelijker is diit ten opzichte van Ripperda 2Bloemendaal 5, waar de witte haan victorie kraait. De juniores gaan een nederlaag tegemoet tegen Zandvoort. Adspiranten B. heeft vrij, het A.-elftal ontvangt E.D.O. A., dat aan -de Kieverlaan al met 15—1 de meerderheid der jeugdige Bloemendalers moest erkennen. Het moet daarom al vreemd gaan, als Pigge's kinderen ook nu weer niet van Beijk's leerlingen een dik pak voor hun voetbalpantalon netje incasseeren! H. BUITEN VERANTWOORDELIJKHEID DER REDACTlEi Nederlanders zeer na staan in den bloede wil wijs maken dat geen wetenschappelijke werken in 't Nederlandsch verschijnen, meer indruk dan wanneer Nederlanders het zeggen. Wij bevelen het Duitsche blad echter aan, zijn tusschen aanha- lingsteekens geplaatste opmerking te willen her zien. De schimmen van Erasmus en Spinoza om de grootsten te noemen zullen anders vrij spoedig te Schönwalde komen spoken. Nationale onderscheidingen voor de Hollandsche Luchtvaart, In „Neerlandia", maandblad van het Algemeen Nederlandsch Verbond (A.N.V.), lezen we het vol gende: Een huldeblijk aan onze vliegofficieren. Een Wetsontwerp in voorbereiding. Geachte Redactie, Mag ik een kleine plaatsruimte voor onder staand in uw blad? Bij voorbaat mijn dank, Uw abonné P. Sfjteplein. Het zal deze maand 'Vier jaren geleden zijn, dat de heeren Mr. J. H. Monnik, Mr. P. Tideman en C. W. de Visser zich bij adres tot den Raad heb ben gewend om het stuk weiland tegenover Huize „Noorduin", waarop zich een tennisveld en bloe misterij met broeikassen en bergplaatsen bevon den, tegen exploitatie door bouwspeculanten te vrijwaren. Het vierkante oppervlak tusschen Dr. Dirk Bakkerlaan en Vijverweg is, om een uitdrukking uit bedoeld adres over te nemen: „een doorn in het oog van eiken Bloemendaler"; vooral aan den Oostkant langs den weg tusschen Kinheimpark en Vijverweg is het een rommel. Sedert November 1923 is er op dat terrein wei nig veranderd, alleen is er op den hoek Bloemen- daalscheweg en Bakkerlaan een gebouw verrezen, waaruit men zou kunnen afleiden, dat dit het begin is van een totale bebouwing met winkel- of woon huizen van dien Westkant, en dat is te betreuren. Door zoodanige bebouwing zou de Bloemen- daalsche dorpsweg het karakter krijgen van een stadsstraat en het ruime uitzicht, dat men thans in Oostelijke richting geniet, zal verloren gaan. Het hiervoren bedoelde gebouw, „Plein-Vrees" genaamd, staat er en daaraan is niets meer te veranderen, doch aan den anderen hoek Bloemen- daalscheweg—Vijverweg, zou een dergelijk pand kunnen komen en daartusschen het uitzicht blijven. „Plein-Vrees", de naam is goed gekozen, want het groote asphaltvlak daar tegenover, verwekt bij voetgangers die moeten oversteken, vrees voor auto's, die van drie kanten kunnen opdagen. In het bij bovengenoemd adres gevoegde platte- grond-teekening is dan ook ter plaatse een vlucht heuvel aangegeven. Mbge het gemeente-bestuur spoedig dien wenk opvolgen. In opdracht van het Hoofdbestuur van het A.N.V. heeft Lt. kol. K. E. Oudendijk op 29 September te Soesterberg aan de Luchtvaartafdeeling der Landmacht de zilveren eerepenning van het Alge meen Nederlandsch Verbond uitgereikt. Dit ge beurde aan den korpsmaaltijd, gehouden ter eere van de de lnemers aan den Zwitserschen wed strijd en aan een groot aantal reserve-officieren, die dien dag* waren beëedigd en in de burger maatschappij terugkeerden. Ongeveer zeventig officieren zaten aan. Overste Oudendijk hield een rede, waarin hij o.m. opmerkte, dat, wanneer een Engelsch Minis ter van het vliegwezen onbewimpeld verklaart, dat de Nederlandsche burgervliegers tot de eer sten van de wereld behooren, dit voor een zeer groot deel te danken is aan de L.V.A,. die al onze burgervliegers heeft opgeleid. Bovendien hebben onze vliegers zoowel eenige jaren geleden te Gothenburg als nu weer in Zwitserland den naam van Nederland in den vreemde hoog gehouden. Van den Lt. kol. van den Generalen Staf, com mandant der Luchtvaartafdeeling, ontving ons Hoofdbestuur een hartelijke dankbetuiging voor dit blijk van waardeering aan het korps. Helden der Lucht. De welgeslaagde luchtreis van Luit. Koppen van Amsterdam naar Batavia, met de „Postduif", af gelegd in 9 dagen, is een nieuwe schitterende overwinning door Nederlandsche vliegers behaald. In de 16de en 17de eeuw waren de Nederlan ders almee de beste zeevaarders; dat ras bleef leven en openbaart zich thans voor de bewonde rende wereld in de lucht. Hoe zeker zijn ook onze luchtvaarders van hun zaak en hoe bescheiden is zulk een prachtige tocht voorbereid en aangekondigd, zonder ophef, in overeenstemming met den geest van eenvoud, die groote daden van Nederlanders pleegt te ken merken. Het deed ons genoegen, dat Mr. A. B. Cohen Stuart bij de huldiging te Batavia, namens het A.N.V., gevoelens van bewondering heeft vertolkt, die ook het A.N.V. bezielen voor zulke dragers van Neerlands beste eigenschappen: durf, moed, uithoudingsvermogen en betrouwbaarheid. De nieuwe overwinning, die een blijvende lucht- verbinding voorspelt, is een prachtig vervolg op den schitterenden tocht in Juni—Juli. Toen heeft het Hoofdbestuur de K.L.M. geluk gewenscht in deze bewoordingen: „De gevolgen van dergelijke uitingen van volks kracht kunnen niet hoog genoeg worden aange slagen. Zij hebben gunstigen invloed op de natio nale gevoelens van het geheele volk, kunnen niet nalaten ook in> Nederlandsch-Indië een diepen in druk te maken en geven het volle recht te ver trouwen, dat de daar werkende ontbindende ele menten zullen worden lamgeslagen. De verbinding door middel van vliegtuigen en radio-uitzendingen zal het middel zijn, om de beide belangrijk te deelen van het Rijk nauw aan elkaar verbonden te houden. De mannen, die Uw vliegtuig op zoo uitnemende wijze naar Indië hebben geleid, verdienen den dank der natie." Een medewerker van het Fransche dagblad „Le Temps" prijst Nederland in dat blad als het „land van den vrede". Hij teekent aan, dat Nederland meer en meer het land van vrede en recht wordt. Het Hof van inter nationale justitie had zijn zetel niet beter kunnen kiezen, want Den Haag schijnt aan verzoening en kalmeering gewend te zijn. Geen atmosfeer was gunstiger voor het werktuig van eendracht, door den Volkenbond gesmeed, en dat meermalen nut tig heeft gewerkt. Nederland kan er trotsch op zijn, souvereine rechters te huisvesten, zonder ge lijken, zonder appèl, die de schitterende taak ver vullen: het recht aan de volken te verkondigen. De „Philosophischer Weltanzeiger" teekent aan, dat „ofschoon Nederland niet tot de klassieke landen der wijsbegeerte behoort", het van alle landen der wereld het grootste aantal wijsgeerige tijdschriften per hoofd der bevolking bezit en dat, wie heden grondig Hegel wil bestudeeren, Neder landsch moet kennen. Wij moeten 't waardeeren dat dit in een buiten- landsch blad gezegd wordt.. Dat maakt in zekere kringen in zeker land, waar men met alle geweld elkaar en nog liever- aan anderen, die den De Minister van Binnenlandsche Zaken en Land bouw deelt in de Mem. van Antwoord op hoofd stuk V der Staatsbegrooting 1928 mede, dat voor stellen zijn te verwachten nopens een wettelijke regeling van samenwerking van gemeenten. De Minister heeft het ontwerpen van de regeling op gedragen aan een vijftal burgemeesters en een hoofd-ambtenaar van het departement des minis ters. Ongetwijfeld heeft de krachtige stem in den lande tegen het door annexatie ruw ingrijpen, ver nietigen vaak van bloeiende gemeenten, de inter mezzo-Regeering tot dezen stap gedreven. Reeds in den Troonrede werden „wettelijke maatregelen" nopens deze materie aangekondigd. Men kan nu wel veilig aannemen, dat voorstel len tot wijziging van de Gemeentewet, ter aan vulling met de te ontwerpen bepalingen, in het loopende zittingjaar de Staten-Generaal zullen be reiken. Of het Wetsontwerp aan de vele verlan gens, nopens dit vraagsuk zal beantwoorden, is moeilijk te zeggen. Vijf burgemeesters zullen een ontwerp gereed maken. In dezen maatregel zit op zichzelf reeds veel goeds, maar toch is het niet van belang ontbloot, welke burgemeesters zich voor deze taak zetten. Zijn het de burgemeesters der vijf grootste gemeenten, dan vreezen wij moeten de bedreigde kleinere gemeenten voorals nog maar niet te veel optimist zijn. Ht doel im mers van de wetswijziging is: geen annexaties meer dan in zeer bijzondere gevallen en met volle instemming van te annexeeren gemeenten. Groote gemeenten zullen immer een neiging tot grensuit- breiding blijven toonen, ongetwijfeld. Wil dus het ontwerp aan de verwachtingen beantwoorden, dan zal als uitgangspunt moeten gelden: geen annexa ties meer. Maar dan zullen juist de burgemeesters van groote steden niet de meest objectieve per sonen blijken te zijn. Te dien opzichte zijn de ervaringen der laatste jaren voldoende. Wachten we echter eerst eens af, wat de com missie zal brouwen. Intusschen aldus de Minister Kan in zijn Memorie van Antwoord kan niet worden toe gezegd, dat vóór de totstandkoming van de aan gekondigde Wetswijziging, geen enkel annexatie- ontwerp aan de Kamers zal worden aangeboden! De minister houdt hier den bekenden ambte lijken armslag. Rotterdam's plannen! Het record van alle voorgaande annexatie-plannen? In elk geval geven de pogingen om te komen tot een regeling van Wettelijke samenwerking, hoop voor de toekomst, niet het minst ook voor Bloemendaal. Onder bovenstaanden titel uit een abonné zijn klacht over het onaesthetisch aspect van de bou levard onzer gemeente, als volgt: Als men komt vanaf Sparrenheuvel en Mollaan dan schijnt het wel of men het er op heeft toe gelegd den Bloemendaalscheweg, begin van de eigenlijke dorpsstraat, zoo leelijk mogelijk te maken. De kapel van Bloemoord, die leeg staat, maakt al dadelijk een onaangenamen indruk en dan het onooglijk smalle voetpaadje langs die plaats, nog belemmerd door overhangende takken van de heesters in den tuin. De' eigenaars, rasechte Bloemendalers, moesten wel een strookje aan de gemeente cadeau doen. Opeens staat men aan het groote asphaltvlak. dat men naar den een of anderen kant moet over' steken, links of rechts, beiden even gevaarlijk. Kiest men rechts, dan valt het oog op het nare bouwsel, waarin een drogisterij en een boekwin kel zijn ondergebracht en verder op den drukken gevel van kapper Meeuwig. Zijn weg vervolgende ziet men de laagvlakte, waarop tennisveld, broei kassen, weiland, hokken en hoopen grint en steen een chaos vormen. Verder oploopende naar de winkelstraat zijn de twee verbouwingen ook al hinderlijk, maar dat is van voorbijgaanden aard, doch onherroepelijk is aan het einde het verknoeide Rustenburg. De def tige, mooie villa ver^mkeremaand achter een modern landhuis en eindelijk ruïnes van het voor malig bosch, waarin de breede weg naar Bosch en Duin. Men kan niet verwachten dat vorenstaande be schouwingen iets ten goede zullen uitwerken, want door de gecompliceerde toestanden van eigen domsrecht, servituten enz., zullen er jaren voorbij gaan alvorens verbeteringen kunnen worden tot stand gebracht, maar dat ze instemming zullen vinden, dat verwachten we stellig. BLOEMENDAAL. Gecombineerde uitvoering „Sursum"C.J.V. Woensdagavond werd er door het Chr. Fan farecorps „Sursum" met medewerking van de t Chr. Jongemannen Vereeniging „Bloemendaal" een uitvoering gegeven ten bate van het te stichten jeugdgebouw in Hotel „Vreeburg" alhier. De goed gespeelde nummers van „Sursum" wer den vlot afgewerkt. Bij de pauze werd het geduld van het publiek op de proef gesteld voor de één- acter „Buren" van Herman Heijermans; het ge reedmaken van een tooneel ds een tijdroovend baantje. Dat neemt niet weg -dat het geduld weer rijkelijk beloond werd met het kluchtige stukje, dat nu werd opgevoerd. We zouden haast schrijven, hier spelen geen dilettanten maar be- roeps-artisten; vooral Piet Brandsma en Johanna, zijn vrouw, speelden zeer goed. 't Was een gezellige avond; 't is te hopen, dat door deze uitvoering weer een aardig bedrag voor het jeugdgebouw is binnengekomen. De B.V.C. gaat jubileeren! De voetbalver- eeniging „Bloemendaal" bestaat deze maand 25 jaar. 15 November 1902 is de datum, dat zij werd opgericht. Het bestuur heeft tot dat doel een feestcom missie benoemd, die zich met de voorbereiding en uitvoering der herdenkingsfeesten zal belasten. Deze commissie bestaat uit de heeren: H. A. Jansen, G. Strik, W. Both, A. Cassee, J. Schreur en J. J. Lansdorp. De feestelijkheden zullen plaats heben op 7 Januari a.s. AERDENHOUT. Faillissementen. Door de Haarlemsche recht bank is o.m. in staat van faillissement verklaard: C. Koker, makelaar, alhier woonachtig Madelieven- laan 9B.; curator Mr. T. A. M. A. van Löben Seis, te Haarlem. HAARLEM. Een internationale zangwedstrijd te Haarlem op komst I Het dubbelmannenkwartet „Inter Nos", Direc teur Nico Hoogerwerf, zal ter gelegenheid van haar tweede lustrum ün October 1928 een Inter nationalen zangwedstrijd uitschrijven voor solo mannenkwartetten, -dubbel mannenkwartetten, ge mengd dubbelkwartetten, kleine mannen- en kleine gemengde koren, waaraan tevens een afdeeling zal worden verbonden voor prima vistazang. Een uit voerend comité is gevormd en heeft de voorbe reiding dn handen genomen. Het is als volgt samengesteld: Voorzitter: J. J. Biestraten, Majoor, Garnizoens-Commandant te Haarlem; Secretaris: K. Zeilmaker; Penningmees ter: J. P. Kok. Leden: kap. K. A. Rövekamp, P. J. M. v. Tetering, Nico Hoogerwerf, Ant. Meijer, J. Dal en W. Alphenaar, allen te Haarlem en J. A. Houtzager, notaris te Amsterdam. Ook een eere-comité zal worden gevormd, waarvan de burgemeester, de heer C. Maarschalk, het eere-voorzitterschap heeft aanvaard. Het uitvoerend comité' zal eerstdaags een be roep doen op de burgerij van Haarlem en om streken om door het vormen van een garantie fonds de uitvoering van de plannen te helpen mogelijk maken; daartoe zullen binnenkort circu laires worden rondgezonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Bloemendaal's Editie | 1927 | | pagina 3