WEEK-AGENDA
HENNY MULLER
PLAATSELIJK NIEUWS
MUZIEK
J. P. KENZEN
Waar moet het heen?
WflPDT ONOVrKTROFFEPl OEREPAEEEPD
Den Haag bereidt een nieuwen
aanval op zijn buren!
Smoking-Costuums
Plein 35
Het overweldigende succes
S CADILLAC - STUDEBAKLR 1
8 AUTOMOBIELEN 8
FRAGMENTEN
Hedenavond.
Schouwburg Jansweg: Allerzielen, 8 uur.
Stadsschouwburg: Wat zijn mannen, 8 uur.
Zondag 15 Januari.
Stadsschouwburg: Blackie, 8 uur.
Gem. Concertgebouw: H.O.V.-matinee, 2.3U uur.
Vijf dagen naar Parijs (Jac. Smit), 8 uur.
Schouwburg Jansweg: Faust, 8 uur.
Rusthoek: Dancing, 811 uur.
Maandag 16 Januari.
Gom. Concertgebouw: Mannenkoor Caeoilia (Con
cert), 8 uur.
Stadsschouwburg: Wereldrevue Hallo Parijs, 8 u.
Dinsdag 17 Januari.
Stadsschouwburg: Volksvoorsteling Het Geheim,
8 uur.
Gem. Concertgebouw: Bachconcert, 8 uur.
Woensdag 18 Januari.
Gem. Concertgebouw: Jeugdconcert H.O.V., 8 uur.
Donderdag 19 Januari.
Stadsschouwburg: De Olympiade-candidaat, 8 uur.
Gem. Concertgebouw: Kamer van Koophandel,
Fokker-avond, film, 8 uur.
Vrijdag 20 Januari.
Gem. Concertgebouw: Gein. Orgelconcert, solist
Ph. Vanivez, cellist.
Concertgebouw „Modern", optreden van verschil
lende artisten.
Bioscoopvoorstellingen.
De „Telegraaf" van 4 Januari, bevat een statis
tische opgave van het aantal verkeersongelukken
in 1926 te Londen. Alleen in die stad werden 233
kinderen gedood en niet minder dan 9528 gewond.
En dlit ondanks het feit, aldus dat blad, dat „Safety
Ffrst"-lessen in de schoolprograms zijn opgenomen.
Het totaal van het aantal verkeersongelukken over
1926 in Londen bedroeg 48.233;. voor het overige
deel van Groot-Brittannië was het 90.541. Inder
daad, cijfers om van te duizelen. Het blijkt, dat de
gevarenkansen van het Londensche schoolkind
driemaal grooter zijn dan voor een volwassene en
de Londensche correspondent van dat blad deelt
mede, dat ouders en opvoeders zich angstig af
vragen, waar dat heen moet. De onderwijs-inspec-
teur meent, dat een meer intensieve verkeersop-
voeding van de komende generatie noodzakelijk is
en van voorzichtiger en meer verantwoordelijk
rijden door de weggebruikers.
Deze cijfers en mededeelingen zijn inderdaad on
rustbarend, ook voor onze schooljeugd. Zeker, wij
hebben het „voorrecht niet", ofwel „wij zijn zoo
gelukkig" n i e t in een wereldstad te wonen, maar
toch is het een ontegenzeggelijk feit, dat de onrust
onder ouders en opvoeders ook in onze omgeving
in veel grootere mate bestaat, dan men in den
regél bekennen wil.
Waar moet het heen met de veiligheid of
neen, de toenemende o n veliligheid op straat?
Waar Rijks-, Provinciale- of Gemeentelijke voor
schriften den auto- en motorrijder nog eenigszins
aan banden leggen al worden deze bepalingen
met de grootste onverschilligheid overtreden!
tracht de moderne motormensch die bepalingen
bespottelijk te maken, mitsgaders de overheid, die
zulke staaltjes van „achterlijkheid" laat ziien. Men
schreeuwt moord en brand over beperkingen van
maximumsnelheden binnen bebouwde kommen der
gemeenten en men hekelt de overheid, die ver
biedt verblindende lichten te voeren, waardoor de
autorijder verplicht is, kalmer te rijden, omdat hij
zelf niet voldoende vooruit kan zien. Weg met al
die bepalingen. Laat de moderne motormensch
toch raak rijden en gun hem z'n alles verblindende
vuuroogen aan zijn wagen! Wij leven nu eenmaal
in een jachttijd, en de weggebruiker, die de roeke-
Korte Kleverlaan 26
Telefoon 22861
Bloemenabonnementen vanaf f 1p. w.
loosheid of domheid begaat, juist vóór de wielen
van een voortjakkerend mechanischen wagen te
komen en aan brokken gereden wordt, welnu, het
is het noodlot, dat hem trof. Ruim de brokken op
en de begrafenisondernemer heeft ook wat te
doen! Wij leven te snel om sentimenteel te zijn of
om over zulke buitennissigheidjes na te denken.
Maar in ernst! Ouders en opvoeders, zelf ook vaak
auto- en motorrijders, waar moet het heen met de
verkeersonveiligheid, nliet in het min.,t voor onze
kinderen?
sten zijn Smmers niet zoo schitterend voor Groot-
Haarlêm gebleken: welnu wat kan er tegen zijn
om een nieuwen greep te doen naar een ander
mans goed?
't Is meer dan noodig, dat spoedig een wette
lijke regeling tot stand kome, opdat onder den
rook van groote steden liggende, vaak zeer wel
varende dorpen, een rustig voortbestaan beter
gewaarborgd zij.
Dat men daarom toch ook in Bloemendaal wat
meer actief worde.
Men zal zich herinneren, dat enkele maanden
geleden de onder den rook van Den Haag liggende,
bloeiende gemeenten, Rijswijk en Voorburg luid
ruchtig hebben gefeest, omdat Ged. Staten van
Zulid-Holland de door Den Haag aanhangig ge
maakte annexatieplannen afwezen en dat Col
lege van een opslokken van deze gemeenten door
de Residentiestad niets wilde weten. Bij de be
handeling van de begrooting 1928 door den Haag-
schen gemeenteraad, is de annexatie opnieuw op
het tapijt gebracht. En in een motie heeft de in
September opgetreden Raad aan B. en W. opge
dragen, het vraagstuk van de grensuitbreiding der
gemeente ten spoedigste weer ter hand te nemen.
Het bestuur van 's-Gravenhage, Voorburg en Rijs
wijk moeten absoluut in een hand komen aldus
Mr. Patijn. En weer zal een aanval op het onge
moeid voortbestaan van de beide bloeiende Zuid-
Holiandsche gemeenten worden ondernomen. On
derwijl zijn een paar commissies bezig de moge
lijkheid van samenwerking tussohen gemeenten te
onderzoeken en een wetsontwerp voor te bereiden.
Maar dat wil niet zeggen deelde Minister Kan
onlangs in de Kamer mede dat gedurende de
werkzaamheden van de staatscommissie geen en
kel annexatieplan de Kamer zal mogen bereiken.
Voorburg en Rijswijk zijn kort geleden aan den
dans ontsprongen, maar den nieuwen aanval zullen
die gemeenten stellig niet kunnen pareeren. Zuid-
Holland krijgt, door het overlijden van den Com
missaris der Koningin in dat gewest, eerlang een
nieuwen Gouverneur. En het is ongetwijfeld van
grooten invloed op gevallen van grenswijziging,
hoe de voorzitter van het College van Ged. Staten
persoonlijk tegenover die gevallen staat. Het 't
vorige jaar afgewezen plan is, volgens den Haag
sehen burgemeester, gestruikeld door de houding
van de Haagsche vertegenwoordigers, destijds in
den dubbelen raad gehoord. Welnu, de nieuwe
raad zal wel voor een meer meegaanden dubbelen
raad zorgen den volgenden keer. 't Is evenwel
funest, dat zoo kort, nadat de aanval werd afge
slagen, andermaal het Damocleszwaard wordt op
geheven boven het nog moede hoofd der beide
gemeenten. Wie weet welke grootsche plannen
door hen, nadat de bedreiging het vorige jaar was
afgewend, zijn gemaakt om die gemeenten in bloei
nog te kunnen doen toenemen. En andermaal gaat
men met de levensbelangen van hen sollen. Het
blijkt telkens weer, dat de groote gemeenten op
mogelijke samenwerking in 't geheel niet gesteld
zijn. Rotterdam wees die mogelijkheid ook reeds
af bij haar record-annexatieplan. Het is immers
ook veel eenvoudiger om op een zeker oogenblik
door geweld te nemen wat door je buren na jaren
van noesten vlijt werd opgebouwd. Meh beroept
er zich maar op, dat de groote gemeente niet
meer kan uitdijen, ziich niet meer kan ontwikkelen
- waarbij steevast wordt gewezen op de groote
behoeften aan voortzetting van den volkswoning
bouw, ook al zou men niets liever doen dan dien
volkswoningbouw keeren, en men vindt Regeering
en Parlement wel bereid om een rooftocht te on
dernemen op des buurmans goed.
Wie garandeert ons, dat Haarlem niet spoedig
een nieuw plan wenscht te gaan overwegen? Er
zijn weer have.nplannen; en de financieele uitkom-
BLOEMENDAAL.
Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde,
Afd. Bloemendaaal-Velsen.
Bovengenoemde vereeniging houdt een Leden
vergadering op Dinsdag 17 Januari 1928, 's avonds
8 uur, in Hotel „Vreeburg".
De agenda luidt:
1. Notulen en Ingekomen stukken.
2. Jaarverslag 1927 en fcekening 1927.
3. Verslag der Verificatiecommissie over Reke
ning 1927.
4. Resultaat Puntcns.tejsel 1927 en uitreiking
Wisselbeker.
5. Vragenbus.
6. Rondvraag.
Chr. Nationale Werkmansbond, Afd. Bloemendaal.
De Chr. Nat. Werkmansbond houdt zijn 26e
Feestelijke Jaarvergadering op Woensdag 18 Jan.
a.s., 's avonds 7% uur in Hotel Vreeburg.
Het Programma luidt, als volgt::
1. Opening door den Voorzitter. 2. Jaarverslag
van den Secretaris. r 3. Jaarverslag van den
Penningmeester. 4. Jaarverslag Brandstoffen-
fonds. - 5. Groeten afgevaardigden. 6. a. Fuga
in A.K.L.-Terts, Dr. W. Boyce (17101779); b.
Adagio uit de Orgelsonate op. 65, F. Merdelssohn
Bartholdy (18091847). Pauze. (Gedurende de
pauze cenige attracties). - 7. Adesta Fideles, Fan
tasia, Thomas Merritt. 8. Oorspronkelijk klucht
spel. 9. Gezang 96. 10. Sluiting.
Leden met hunne Dames hebben vrijen toegang
en voor de verdere huisgenooten is nog een be
perkt aantal entrée's verkrijgbaar bij den Secre
taris: Kennemerweg 13.
AERDENHOUT.
Auto-ongeval. Dinsdagmiddag omstreeks 4 uur,
is een auto van de fa. Gerzon te*.Haarlem, op den
Zandvoorterweg over den kop geslagen doordat
uit een achterwiel depspaken losraakten, waar
door het wiel van cV' auto liep. De auto werd
zwaar beschadigd. L}<fllhauffeur, die aan het on
geval geen schuld luw, bezeerde zich aan een
der handen.
VOGELENZANG.
Rijwiel ontvreemd. J.l. Zondag is er ten na-
dcele van-den heer v. K„ alhier, aan de Bekslaan
uit een ongesloten schuur achter zijn perceel een
rijwiel ontvreemd. De poliitie doet onderzoek.
HAARLEM.
Hcerenmodemagazijn A. I. Ophuijsen, Santpoorter
straat 55.
Wij willen de Klevèrparkkwartierbewoners
nog eens opmerkzaam maken, dat de Santpoorter
straat weer een flinke zaak rijker is geworden. De
heer Ophuijsen heeft hier namelijk een le klas
zaak geopend iin Heeren-modeartikelen. De winkel
ziot er keurig verzorgd uit, en men vindt er ruime
keuze.
EER3TE PIED VlLCAPIIiEEP IMRICHTinG
firma j. letjchert o
T0L11A4AT 02 04 AMJIMMM
maOTMAT 2 HAARLEM
LTAWUPim 20 - it HILVQOIFl
TELEFOOfl 25167
TELLfOCn 10402
TELETOOn 65»
Met nadruk willen wij er nog even op wij
zen, dat aan deze zaak een speciale inrichting is
verbonden voor kleeding naar maat.
Men kan dit verder lezen in de advertentie, voor
komend in dit nummer. Wij bevelen deze onder-
nerrfing gaarne in de belangstelling van onze lezers
aan.
POSTZEGELTENTOONSTELLING
in den Postzegelhandel „Philadelphia",
Jansstraat 30.
Uitsluitend'op Zondag 15 Jan. a.s. van 125 uur.
Wij raden liefhebbers op dit gebied ten zeerste
aan van deze gelegenheid nu eens gebruik te
maken. De tentoonstelling lis zeer breed opgevat.
De ge'heele zaak is voor d i t doel speciaal inge
richt. Winkel, zoowel als kantoor en ook een
bovengedeelte zijn voor deze merkwaardige ten
toonstelling bestemd.
Het overzicht is uiterst belangrijk, en wij zijn
overtuigd, dat zij, die hier een kijkje komen nemen,
zeer voldaan zullen zijn over de wijze waarop de
eigenaar, die een zeer kundig vakman is, U een
en ander zal laten zien, en vertellen hoe uitge
breid de handel is op dit terrein.
De toegang is geheel kosteloos. Zooals uit de
annonce blijkt, wordt op dezen dag niet ver
kocht.
Concert der Kon. Liedertafel „Zang en
Vriendschap", 10 Januari.
De avond was vóór de pauze geheel aan Schu
bert gewijd, den grooten romantischen liedercom
ponist, wiens 100e sterfdag aan het einde van dit
jaar te herdenken valt. Een piëteit van „Z. en Vr."
dus, om niet minder dan vijf werken van Schubert
uit te voeren, twee koren met klavierbegeleiding
en twee a capella.
Het „Gott meiine Zuversicht" is een prachtig
melodieus werk, dat door 't koor zuiver en vol
kleur gezongen werd. „Nachthelle" voor koor en
tenorsolo kwam er ook goed uit. De Heer J. Hen-
sen, een lid van het koor, zong de tekst, die dan
door de andere stemmen herhaald werd. Jammer,
dat het hem vaak te hoog lag, waardoor 'het geluid
geknepen en onzuiver klonk: door het achter in
de keel zingen was hij vaak ver in de zaal niet
goed te verstaan. De kwaliteit van de stem is lang
niet leelijk, is lyrisch en de ulitspraak beschaafd.
„Wehmut" en „Die Nacht" werden zonder kla
vier, dus a capella gezongen en 't was opmerke
lijk, hoe goed men over 't geheel op toon bleef.
Tusschen de zangwerken in droegen Mevr. Betsy
van BreemenSchrik, de bekende Amsterdamsche
violiste en Mej. Emmy van Eden, de Haarlemsche
pianiste, het duo Op. 162 en de derde sonatine
van Op. 137 voor, evenals alle werken vóór de
pauze van Schubert. Het duo in A-dur klonk direct
technisch en zuiver: het tempo is over 't alge
meen snel en leent zlich dus tot gehaast spelen,
wat terwille van de uitdrukking niet mag. De
sonatine in g-moll is menigeen bekend. Emmy van
Eden begeleidde op haar eigen correcte en rustige
wijze. Later op den avond gaven beide musicien
nes nog „Pastourelle" van Maurice Ravel, „Noctur
ne" van Lili Boulanger en „Le Déluge" van Saint-
Saëns, het laatste ook als orkestzetting menigeen
bekend. Alle drie aardig effectvolle stukjes; Betsy
Speciale aanbieding
Zijde gevoerd £CC
f 80.-, f 60.-en I
Een proeve van
Eerste klas Engelsch
Kleermakerswerk
tegenover de Tempeliersstraat
Telefoon 11265 Haarlem
ooooolxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxj
O O
van Erres' ontvangapparaten
vindt zijn oorzaak in de onver
gelijkelijk zuivere reproductie van
muziek en menschelijke stem.
Vraajt gratis demonstratie bij
den plaatselijken agent
VERBINDINGSWEG
RADIO- EN RIJWIELHANDEL
x
6..-
O Agent voor BLOEMENDAAL: X
8 vx j. G. VERBEEK 8
X
v. BreemenSchrik speelde deze mooi van toon
en expressie. De dames oogstten een langdurig
applaus en kregen beiden mooie bloemen.
Als „Pièce du milieu" werd na de pauze eerst
het groote koorwerk „Le Reveil du Printemps"
van Francois Riga uitgevoerd, dat door de bij
zonder mooie uitvoering voor koor en toehoorders
als 't hoogtepunt van den avond gold. Na de hierop
volgende reeds genoemde viool-klaviernummers,
kwam „Les Marins de Hermor" van S. Saëns, dat
met, zijn wei eenigszins on-zeemanaohtige tekst
ook mooi verklankt tot ons kwam. De dirigent.
Lieven Duvosel, leidde het koor den heelen avond
np zijn bijzonder kundige wijze, waardoor ,,Z. en
Vr." dan ook op een artistiek peil staat.
Ernmy van Eden begeleidde de 3 koren met kla
vierbegeleiding en gaf vaak een mooien toon;
vooral ook haar bakant verleende een goeden
steun en gaf een donkeren achtergrond.
Het was dus een avond vol zang en vriend
schap, waarbij men weder tot de gevolgtrekking
kon kojgen, dat zelfs de Hollander, al is 't dan
eenigszins in zijn binnenkamer, zanglustiger is dan
men zou denken.
ELSA VAN DEN BOSCH.
Waardeering!
Waai deering heeft elk mensch van noode. Maar,
ais ieder in z'n eigen volbracht werk, van welke
strekking ook, in het volbrengen zélf, de waar-
deerling van hem zelf zag, zou dan niet veel boos
heid en verwatenheid verdwijnen?
„De verloving van Matthias Senf" door
Alice Berend, geautoriseerde verta
ling van Christine Oudemans, uitgave
A. G. Schoonderbeek, Laren.
Een geestig geschreven boek dat ons bij het
lezen van neerslachtigheid vrijwaart, vandaar een
aangename tijdspasseering.
Op elke bladzijde ontdekt men den fijnen zach-
ten humor, we laten hieronder een fragment uit
dit boek volgen.
Het is een groote belemmering in den omgang
tusschen de menschen, dat men de goede eigen
schappen altijd" van anderen verlangt.
Daarom is het familieleven ook lang niet zoo
gemakkelijk als het er uitziet, wanneer men over
dag langs de netjes opgenomen gordijnen, of "s
avonds langs de gezellig verlichte vensters voorbij
gaat.
Hélène kwam erg uit haar humeur thuis van de
verjaarsvisite bij tante Martine.
Zij was vijftig en Matthias dertig, en voor beiden
was het niet meer noodig,, dat de familie den baas
over hen speelde. Maar men voelt zich toch altijd
verantwoordelijk voor de daden van zijn kinderen.
Op dat punt zijn er geen leeftijdsgrenzen. Trots
alle wetten. En hoewel Hélène's moederliefde ook
hier graag een verontschuldiging zou hebben ge
vonden, moest ze toegeven, dat 't het toppunt van
domheid was, aan tante Martine dezen kronings
mantel als ochtendjapon ten geschenke te geven.
Het naarste was, dat ze niemand had, die sym
pathie toonde voor haar verdrietelijkheden. Want
sinds haar man, die wel de naaste daarvoor had
moeten zijn, aan ischias leed, had hij zich, naar
mate het leven en zijn kwaal voortschreden, meer
en meer afgewend het aangename zinnetje uit te
spreken: „Dat vind ik ook, Hélène."
De ouderdom en de jeugd hebben veel met elkaar
gemeen.
De oude heer Senf hield er weer een eigen opinie
op na. En die week meest af van de hare.
Ook nu, terwijl het echtpaar aan den avond-
disch tegenover elkaar zat en mevrouw Hélène
onder het gebruik van gerookten zalm en roer
eieren bezig was, aan haar jongste ergernis lucht
te geven, hoopte ze tevergeefs op meegevoel.
Terwijl ze alles vertelde en goed liet uitkomen,
dat ze Matthias' brokaatgeschenk ter bemanteling
van een kropgezwel, dat een familiekwaal was,
geschikt achtte voor een museum, liet haar echt
genoot, zorgvuldig tellend, twintig druppels van
Lehmanns levenselixer in een glas mineraalwater
vallen. Op zijn gezicht stond enkel de angst uit
gedrukt, dat men ten slotte zelfs met een rente
van eetiige honderdduizenden niet eeuwig kan le
ven. j
„Twintig!" zei hij triomfantelijk en dronk het
elixer op.
„En verder?" vroeg Hélène gepiqueerd.
„Iedereen heeft zoo zijn eigen zorgen," zei hij
ontwijkend, want hij wist niet precies, wat nu weer
de oorzaak van het dagelijksche klaaglied zou zijn.
Hij voegde er nadenkend bij, dat hij op de beurs
ecu vriend gesproken had, die hem een nog nieuwer
en heilzamer middel dan Lehmanns levenselixer
had aangeraden.
„Kwakzalverij," riep mevrouw Hélène geprik
keld uit en trachtte het gesprek weer op Matthias
terug te brengen.
De heer Senf echter ging met die wending niet
mee. Hij herhaalde het woord: „Kwakzalverij", om
vervolgens te vragen, of Hélène geloofde, dat haar
hooggeroemde maagpillen door onzen lieven Heer
zelf gedraaid waren.
Hélène hield midden in een zin op en vroeg
haastig: „Hoe kom je daarbij? Vindt je, dat ik er
niet goed uitzie?"
„Ik wou, dat ik er zoo goed uitzag als jij," zei
haar echtgenoot en trok zijn gezicht in een pijn
lijke plooi. Hij had in zijn baloorigheid zich niet
ontzien, de streek van zijn ischias onverwachts te
bewegen. Daarop vroeg hij angstig, of zijn uiter
lijk haar op zulke gedachten had gebracht en be
zwoer haar, liet hem ronduit te zeggen, als ze vond,
dat hij er ziek en lijdend uitzag.
Hélène's aandacht was nu gericht op een schaal
tje met yoghurt, waarop zij met attentie suiker en
kaneel strooide. Zonder op te kijken zei ze, dat
haar man er kerngezond uitzag. Als zij niet zoo
precies wist, dat hij tien jaar ouder was dan zij,
zou zij het niet gelooven.
Senf keek eenigen tijd met afgunst toe, terwijl
zijn betere helft dit bacteriën doodendc melkgereclit
in het aangename bewustzijn, iets goeds te doen,
langzaam begon uit te lepelen. Niet omdat hij het
ook niet zou kunnen nemen, maar omdat hij niet
in staat was, die bedorven brij door zijn keel te
krijgen. Hoe jammer hij het ook vond, dat van
kleine eigenaardigheden op het punt van smaak,
de duur -van een aangenaam leven moest afhan
gen.
Pas na eenigen tijd zei hij dus: „Ik weet niet,
waarom je mij bij iederen maaltijd mijn leeftijd
voor de voeten werpt. Als men een zoon van der
tig jaar heeft, behoeft men geen kind meer te zijn."
Hélène zei, dat ze hem toch gedurende al die
lange jaren van hun huwelijk wel bewezen had, dat
ze niets onmogelijks van hem vergde. Maar (hier
maakte ze niet alleen met haar zilveren lepeltje
een handige wending, maar gaf die ook aan het
heele gesprek), daarom was het toch zeker niet
teveel verlangd, dat hij nog aandacht schonk aan
de daden van zijn eenigen zoon. Het was toch zaak,
eens goed te bedenken, wat er van Matthias met
zijn vreemd karakter eigenlijk moest worden.
De heer Senf was juist bezig, veertig druppels
van een joodkali-oplossing in een glas madera te
doen. Pas nadat hij zich op die manier tegen het
gevaar van verkalking meende gevrijwaard te heb
ben, zei hij, dat de hoofdzaak was, dat Matthias
zelf wist, wat er van hem worden moest. Iemand
van dertig jaar kon men niet meer aan den lei
band laten loopen.
Hélène viel hem in de rede en zei, dat er van
een leiband geen sprake was. Dat ze echter heel
goed wist, waar hij met zijn toespeling op doelde.
Haar echtgenoot dronk met kleine slokjes het
heilbrengend mengsel op en sprak haar met geen
woord tegen. Het was voor hem geen nieuws, dat
Hélène altijd eerder, en ook beter wist, wat hij
zeggen wilde, dan hijzelf.
In een lang huwelijksleven herliaalt zich dikwijls
hetzelfde.
Ditmaal vermoedde de heer Senf zelfs wat
Hélène wilde zeggen. Hij durfde erom te wedden,
dat zij nu zou beweren, dat haar met dat: „aan
den leiband laten loopen" niets meer of minder
zou worden verweten, dan dat alleen zij de schuld
droeg van Matthias' hardnekkig verlangen naar
schoonheid. Niet door erfelijkheid, maar door haar
opvoeding. Op zijn luiers had zij zelfs al kunstig
geteekende monogrammen laten borduren. De j
zwaan op zijn eersten badhanddoek was door den
directeur van het museum voor kunstnijverheid ont
worpen. Zijn eerste soldaatje had een beeldhou
wer gemaakt, wiens overige werken in de National-
galerie te zien waren.
„Jong geleerd, oud gedaan," had de heer Senf
zijn vrouw na opsomming van die feiten eens voor
de voeten geworpen. Zij had het hem nooit ver
geven.
Met de stiptheid van de eeuwig wederkeerende
natuurverschijnselen zei Hélène, dat haar beste
man zich ditmaal de moeite kon besparen, zijn
mond open te doen. Zij wist beter dan baar lief
was, wat hij wilde zeggen: „De geborduurde luiers
waren aan alles schuld; de zwaan, en het gesti
leerde tinnen soldaatje, en
Toen de heer Senf in 't midden trachtte te bren
gen, dat hij volstrekt niet zoo lang wrok bleef
koesteren als zij, riep Hélène botweg: „Stil! Ik
weet wat ik weet en misschien nog wel wat meer."
En met de volkomen openhartigheid van een
v,ouw, die al jaren getrouwd is, bracht ze den j
heer Senf aan zijn verstand, dat alleen zijn onver
draagzaamheid oorzaak was van Matthias' aanleg
tot wereldhervormer.
De heer Senf was eigenlijk trotsch op zijn zoon.
Hij vatte die uitspraak dus niet als een beleediging
op.
Daar de goede toon echter eischt, dat men even
min laat blijken dat men gevleid, als dat men be-
leedigd is, zweeg hij.
Men kan zwijgen opvatten zooals men wil.
Na een oogenblik van ongeduldige afwachting,
waarin alleen de als goud glanzende slinger van
de statige staande klok de minuten in hun vollen
omvang luid en zelfgenoegzaam had afgetikt, zei
Hélène: „Natuurlijk hen je weer beleedigd. Maar
een bezorgd moederhart kan niet ieder woord op
een goudschaaltje leggen."
Juist op dat moment speelde de ischias-zenuw
van den heer Senf weer danig op, en een halve
seconde later had hij uitgeroepen, dat alle teedere
moederharten voor zijn part gestolen konden wor
den.
Hélène begon te snikken. Zachtjes, want de huis
knecht was in de aangrenzende kamer bezig. Maar
toch smartelijk.
„Dat is "t," fluisterde zij. aangedaan. „Jullie man
nen ontbreekt de achting voor de echte yrouw.
Iederen keer, dat ik bij Matthias kom, staat er een
ander piquant persoontje op zijn schrijftafel. In een
breede lijst en achter geslepen glas. En, wat nog
erger is, secfert kort staat in 't lijstje aldoor de
zelfde persoon. Voor zoover ik heb durven kijken,
meen ik, dat ze in tricot was: en met een poedel.
Dus een soort leeuwentemster. Met zulke vrouwen
gaat hij om. Die vindt je zoon nu mooi. Maar de
gelijkheid en fatsoen, zonder welke ook bij de best
gesitueerden geen levensgeluk mogelijk is, veracht
hij."
„En wie moet hem dat levensgeluk brengen?"
onderbrak de heer Senf haar. Want hij wist wel,
dat Hélène niet zoo praatte, als zij er niet iets
mee bedoelde.
„Ons lieve nichtje Betty," riep Hélène met zulk
een nadruk uit, alsof de heer Senf, reeds vóórdat
zij den naam had genoemd, een tegenwerping ge
maakt had.
De heer Senf echter antwoordde daar niets op.
Hij deed slechts een trekje aan zijn nicotine-vrije
sigaar.