BOEKBESPREKING
VAN HIER EN DAAR
n GOEDE WENKEN H
IsS KERK-AGENDA PW
BURGERLIJKE STAND
VOOR DE KINDEREN
BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN
WETENSWAARDIGHEDEN
NAGEKOMEN BERICHTEN
VAN DEN GEZONDHEIDSRAAD
ONS KINDERHOEKJE
xxxxxxxxx
A. Af. de Jong, Merijntje Gijzen's Jeugd,
hl de Draaikolk. Em. Querido's Uit
gevers-Mij., Amsterdam.
Merijntje is onze kleine vriend geworden. Dik
wijls met ontroering, dikwijls ook met vermaak
hebben wij meegeleeid zijn felle, soms radelooze
verdriet, zijn stille verrukkingen, zijn stralende
vreugd, zijn guitige eigenwijsheden.
Zoo ontvingen wij dit nieuwe deel van zijn ge
schiedenis met de blijdschap, waarmee wij na vele
maanden afwezigheid een welkomen gast begroe
ten, verlangend te luisteren naar het relaas, van
wat hij ondervonden heeft, sinds wij den laatsten
keer hem zagen. Dn wat hij vertelt, heelt onze har
telijke belangstelling niet alleen om de merkwaar
dige gebeurtenissen, om den ons zoo vertrouwden
verteltrant, maar natuurlijk ook om den persoon,
dien het betreft.
Wij luisteren naar Marijntje met vooringenomen
heid. De schrijver heeft zelfs een zeker recht daar
op, door het genot, dat hij de vorige malen ons
heeft geschonken. Hiertegenover staat, dat wij on
willekeurig gaan vergelijken. En het verhaal van
verschillende levensphases kan niet steeds in de
zelfde mate en op dezelfde wijs ons treffen.
Ook dit boek is een goed geschreven verhaal
hoe zou het anders kunnen van dezen knappen
schrijver! met karakteristieke beschrijvingen, ty-
peerendedialogen, met sprekende persoonsuitbeel
dingen.
De personen, die hier verschijnen in Merijntjes
leven, zijn niet zoo tragisch, zoo kleurig of zoo ge
voelig en geestig als de Kruik, Flierefluiter of het
fijne, wijze, goede Pastoorke, en de gebeurtenissen
moeten dus wel minder uitzonderlijk, minder avon
tuurlijk zijn en de geestigheden van anderen aard.
Daar zijn behalve vader, moeder en kinderen
Qijzen, de ruime, goedhartige bootwerker met zijn
uitbundige, ai even goedhartige vrouw, het gemoe
delijke, ingetogen gezin van den Joodschen groen-
tenkoopman, het verwaarloosde stadsschooiertje
met zijn streken en zijn onbetrouwbare vriendschap.
Merijntje is hetzelfde beminlijk eigenwijze, bezon
nen, sterk- en fijngevoelige, schrandere jongetje,
maar in vereenstemming met de geheele com
positie is in de uitbeelding van zijn bekend per
soontje het accent verlegd.
Het gezin Qijzen, nu in de groote stad, Rotter
dam, waar de vader en zijn oudste jongen in een
fabriek werken, beleeft eerst met voldaanheid het
genot van wat stadschen welstand het bezit van
glimmende meubeltjes, op afbetaling zich verschaft;
een glas bier in een café; een schouwburgbezoek
dan de ellende van werkloosheid met de schande
van de bijna leeg gehaalde woning. Bij deze en de
er mee samenhangende ervaringen veruiterlijkt het
leven van Merijntje. En zijn zin voor het practische
treedt meer in het licht. Wat is hij een handig
straatventertje! Maar hij is de naïeve fantast ge
bleven, in wiens verbeelding ook het heel alledaag-
sche iets groots en moois is. Zijn vader is sneeuw
schepper: met trots loopt hij nu naast de kar. Zijn
vader zal bootwerker worden, zooals hun sterke
vriend: als een glorie vertelt hij het aan zijn
kameraadjes.
Aan het eind stapt hij als leerjongen de fabrieks-
poort binnen. „Hij straalde van vreugde trots".
Met het dichtslaan van die poort is Merijntjes
jeugd afgesloten.
SARAH C. VAN ALPHEN.
„Onze Aarde", Mei-aflevering 1928. Uit
gave: Van Holkema Warendorf's Uit
gevers Mij., Amsterdam.
Wij ontvingen heden de Mei-aflevering van het
populaire maandschrift Onze Aarde.
De inhoud vermeldt:
Karavaanreizen door Jenny Visser-Hooft; Prauw
vaart van Pasar Ikan via Poeloe Tidoeng naar
Bantam in een 25 Pikol-prauwtje door Q. Q van
der Kop; De Redwoodbosschen van Californië door
F. E. Blaauw; De Soffioni van Toscane door Dr. Ir.
S. W. van Bemmelen; Aan 't Qeldersche Kanaal
door Dr. A. J. M Qarjeanne; Sprokkelingen; Vra-
genbus; Leestafel.
Herinneringsvermogen bij slakken.
Een der methoden om bij dieren te onderzoeken
of zij het vermogen bezitten om ervaringen op te
doen en zich dien ten nutte te maken, bestaat daar
in, dat men hun op den weg, dien zij moeten afleg
gen om hun voedsel of schuilplaats te bereiken, tus-
schen twee mogelijkheden de keus laat. Kiezen ze
de eene, dan bereiken ze hun doel; volgen ze daar
entegen de andere, dan krijgen ze een lichten elec-
trischen schok. Bij de meeste proefdieren neemt
men waar, dat zij na langeren of korteren tijd
alléén den juisten weg kiezen, en dit ook een tijd
lang blijven doen. Dr. Th. R. Qarth en mej. Denver,
hebben dergelijke proeven met slakken genomen en
deelen daarover in het „Journal of comparative
Psychology" het volgende mede:
De dieren worden in het lange deel van een
T-vormigen weg gezet. Aan de vork gekomen,
konden ze links of rechts gaan. Rechts gaande be
reikten ze een donker schuilhoekje, gingen ze links,
dan kregen ze een schok. Bij een der slakken liepen
de proeven over 43 dagen. Vijf maal per week
moest de slak dagelijks twee tot zes keer den weg
afleggen; in het begin deed ze daar wel een uur
over. Na den 13den dag kroop ze dadelijk zonder
ophouden door. Na de 56ste proef vergiste ze zich
nog slechts een enkele maal. Bij dit proefdier nam
het aantal vergissingen zéér geleidelijk af en viel
waar te nemen, dat het den juisten weg hoe langer
hoe vaster in zich opgenomen had. B.
Begrafenissen in vroeger eeuwen.
Een begrafenis in de 17e en in de 18de eeuw was
zeer duur. De nagelaten betrekkingen moesten niet
zelden hooge rekeningen betalen aan wijnkoopers
en verhuurders van glazen voor den gebruikten
wijn en het gebroken glaswerk. Hoe meer wijn er
gedronken werd, hoe meer glaswerk er sneuvelde
op de begafenis, die soms ontaardde in luidruchtige
vroolijkheid.
Begrafenissen waren duur ondanks een bepaling
in het begin der 15de eeuw, dat er niet meer dan
25 personen in het sterfhuis mochten worden toe
gelaten, en een van 1638, waarbij het schenken van
wijn en bier verboden was. Men hield er zich een
voudig niet aan en zelfs overheidspersonen gaven
het slechte voorbeeld door de verordeningen te ont
duiken.
Zuinige huisvaders zagen alleen al om de duurte
geweldig op tegen een begrafenis en tegen den
dood. Ook de tijd, waarop de begrafenis mocht
plaats hebben, was bij verordening vastgesteld,
maar door betaling van een boete kon men zich
daaraan onttrekken. En hoe verder van het voor
geschreven uur de plechtigheid plaats vond, hoe
deftiger, totdat in het laatst der 17e eeuw de def
tigheid meebracht ze des avonds of des nachts bij
fakkellicht te laten verrichten. Dan liepen de onkos
ten zeer op, zooals uit een voorbeeld van 1694 moge
blijken:
De „aelmoesseniers" 155.kerkbestek ƒ50.
huur van 14 lantaarns 14.20; den officier 2.80;
lantaarndragers a 3.42.lijkdragers
42.tien jongmans, die de slippen van het kleed
droegen, iedere een resonobel 1Ï8.tot een cel-
latien 60.twee aansprekers om mede te gaan
voor hét lijk uit 6.
Wanneer men nu dit alles te zamen telt en er
dan nog rekening mede houdt, dat men in dien tijd
zeker vier maal zooveel deed als nu met dat be
drag, dan krijgt men eenigszins een indruk van
de feiten, waarvoor men vroeger bij sterfgevallen
kwam te staan. B.
Doktersraad. Leeftijd en matigheid.
„Wat voor den een goed is, is vergif voor den
ander" heeft meer betrekking op den leeftijd des
menschen als wel op chemische middelen. De leef
tijd heeft capaciteits-grenzen; verder gaan dan de
grens, levert groote gevaren op voor den ouderen
mensch.
Bijna iederen dag kan men lezen van den dood
van iemand tusschen de vijf en vijftig en zestig,
die, naar allen schijn, den avond te voren nog ge
zond was. In het algemeen krijgt men te hooren,
dat hij aan den laatsten maaltijd, die aan de bloed
uitstorting in de.hersenen voorafging, nog flink ge
geten had; de conclusie, welke ik trek is, dat hij
nog best had kunnen leven, als hij niet meer voed
sel genomen had, dan noodig was om zijn lichaam
behoorlijk in stand te houden. Qeen ouder wordend
mensch heeft in den regel meer dan een derde
noodig van het voedsel, dat hij tot zich neemt.
De jonge, actieve mensch, die constant druk bezig
is, kan quantiteiten èn.... kwaliteitenvoedsel
tot zich nemen, waarover men zich verwondert,
zonder daarvan eenigen hinder te ondervinden; zijn
spijsverterings-capaciteiten zijn welhaast onbe
perkt; zijn spijsverterings-organen zijn nog nieuw;
hij bezit de krachten om elementen, welke niet ge-
wenscht zijn uit zijn lichaam te weren, en werken;
maar met den ouden man en de oude vrouw is het
anders gesteld.
Ik heb eens een dame, van 52 jaar, schijnbaar
-volkomen gezond, aan tafel in zwijm zien vallen;
zij had te veel gegeten. Eerst verscheidene dagen
later kwam zij weer bij uit haar onmacht. Het was
een beroerte, waarna zij verlamd bleef, acht jaar
lang, toen stierf zij aan een tweede attaque.
Had zij toen maar niet meer zooveel gegeten na
die eerste waarschuwing. Niets gebeurt „toevallig",
alles heeft een oorzaak en dusook een gevolg.
Laten we daarom zorgen de oorzaken goed te doen
zijn, dan zijn de gevolgen vanzelf ook in orde.
BLOEMENDAAL.
Aanrijding. Zaterdagmiddag werd een jeug
dige wielrijdster op de Ign. Bispincklaan, rijdende
in de richting Vy ver weg, aangereden, door een luxe
auto, bestuurd door de heer R., welke van tegen
overgestelde richting kwam. B. reed links van den
weg; de wielrijdster, meenende dat de auto wilde
stoppen, stak den weg over en werd aangereden.
Het rijwiel werd beschadigd, de berijdster bekwam
eenige ontvellingen aan het linkerbeen.
De aangebrachte schade wordt door den heer B
vergoed.
Een prestatie van „Sursum".
Het Christ. Fanfarecorps „Sursum" behaalde on
der leiding van haar directeur, den heer Meng, op
het op Hemelvaatsdag gehouden concours van den
Noord-Holl. Bond van Christelijke Harmonie- en
Fanfaregezelschappen te Schagen in de afdeeling
marschwedstrijd een len prijs en in de 2e afdeeling
concertwedstrijd eveneens een len prijs.
Onze hulde voor „Sursum"!
DORPSBEGRAFENIS.
Bim, bam,
Bim, bam,
Zoo dreunt er de klok
En beiert met kracht
Het leed, dat de dood
Over 't dorp,'weer bracht.
Bim, bam,
Bim, bam.
Op 't geurige stroo,
Gespreid op een wagen,
Heeft een vriendenschaar,
De lijkkist gedragen.
Bim, bam,
Bim, bam,
Verbroederd door leed
Volgt langzaam de schaar,
Geleid door de klok,
In weemoed de baar.
Bim, bam,
Bim, bam,
Waar wuivende boomen
Den akker omgeven.
Wacht sombere groeve,
Dien scheidde van 't leven.
Bim, bam,
Bim, bam,
Zoo dreunt er de klok
En beiert: Volbracht,
Volbracht is 't leven
Dat ruste nu wacht.
A. J. V.
Toilatgeheimpjes.
tiet lipje van moheres heeft vaak een georek.
net wil nooit netjes in het mitluen Olijven zitten, iets
wat erg leelijx, staat, net is ecliter gemakkelijk te
vernelpen door twee gaatjes in net npje aan den
Dovenkant te maken en mei door de veters mee te
rijgen.
indien uw zijden veters al te spoedig rafelen, kijk
dan eens de vetergaaijes in uw sctioenen na. In den
regel zijn ze dan aan uen onuerkant los en daar
door scnerp geworden. Met een hamertje kunnen ze
worden plat geslagen.
Schoenen met nouten hakken, bekleed met peau-
de-suede, lak of leer, moeten direct worden nage
zien, zoodra het stukje leder, dat ouder den hak
zit, wat uun begint te worden, daar anders het
oekleedsel gaat rafelen en omkrullen, wat buiten
gewoon slordig staat.
Wordt ge door een regenbui overvallen, zoodat
uw schoentjes drijfnat worden, zet ze dan na thuis
komst niet bij het vuur of in de zon te drogen, maar
stop ze vol met proppen krantenpapier die ge tel
kens verwisselt, wanneer ze beginnen vochtig te
worden.
Om een kaars goed in een kandelaar te zetten,
moet men het onderste eindje een tijdje in kokend
water houden; het wordt dan zoo week, dat gij het
gemakkelijk in den kandelaar kunt vastzetten.
Indien gij een sinaasappel, alvorens hem open
te snijden, even met den palm van uw hand op het
tafellaken een draaiende beweging laat maken, zult
U tot de ervaring komen, dat de schil veel gemak
kelijker loslaat, dan anders wel eens het geval kan
zijn.
Lijnolievlekken kan men uit wit linnengoed ver
wijderen, door het in een mengsel van terpentijn,
spiritus en geest van salmiak een nacht te laten
weeken, 't flink uit te wasschen en vervolgens met
salmiak-terpentijnzeep (die men ook nog dik op de
vlek wrijft) te laten koken. Daarna behandelt men
het als het andere waschgoed. Mocht de vlek dan
nog niet geheel verdwenen zijn, dan herhaalt men
de behandeling.
Bak spiegeleieren niet te lang en haal ze uit de
pan, voordat het eiwit te hard is geworden. Als het
eiwit zoo hoornachtig is, heeft het alle voedsel ver
loren, en is onverteerbaar geworden.
Als men schotels wil versieren met schijfjes harde
eieren, is het noodig, dat deze zeer zuiver gesneden
zijn. Om dat te verkrijgen, moet men eerst het mes
in koud water nat maken.
Wanneer gij eenig uitslag bij uw kind
waarneemt, laat dit dan direct den dokter
zien. Wat vandaag nog een klein plekje is,
kan zich morgen al uitgebreid hebben. De
kans bestaat, dat het besmettelijk is voor an
deren. Stuur daarom nooit een kind met uit
slag naar school, zonder den dokter om raad
gevraagd te hebben.
Wanneer gij verkouden zijt, neem U dan
in acht, zoodat gij deze lastige kwaal niet op
anderen overbrengt. Bedenk, dat zij gevaar
lijk kan worden en dit altijd is voor jonge
kinderen en ouden van dagen. Hoest en nies
niet in het rond, maar houd den zakdoek
voor neus en mond, en wanneer gij het on
verwacht moet doen, de linkerhand. Wasch
uw handen dikwijls.
Moeder, geef uw kinderen op geregel^
tijden hun maaltijd en geef ze niets tusschen-
door, ook zoetigheid tusschen de maaltijden
niet dan bij hooge uitzondering. Gij zult dan
zelden over slecht eten van uw kinderen te
klagen hebben. Zorg dat het schoolkind na
een stevig ontbijt naar school gaat en let zelf
op, dat het daaraan den noodigen tijd be
steedt. Naast brood, boter, slappe thee met
gekookte melk, is een bord warme pap des
morgens voor uw Kinderen een zeer ge-
jtuukte spijs.
Moeders, zorgt dat de maaltijden van
iederen dag de noodige voedingsscotten be
vatten. ZAJoafs gij weet, zijn de üestanadee-
len onzer voeding: water, eiwitten, koolhy
draten (meel en suiker), vetten, zouten en
stotren die men vitaminen noemt, tiet eiwit
wordt in hoofdzaak geleverd door melk,
vleesch, visch en eieren; de koolhydraten
door meel, brood en aardappelen, de vetten
door boter en vet, de zouten en vitaminen
door groenten en truit.' Zorgt dus, dat elk
bestanddeel op het dageUjksch menu in be
hoorlijke hoeveelheid vertegenwoordigd is.
Behandel ook de kleinste verwonding
zorgvuldig. Verbindt haar direct met een
steriel verband (ingeval van nood een
schoongewasschen zakdoek), zoodat zij voor
verontreiniging bewaard en tegen stootun
beschermd is. Doet gij dit niet, dan zal zij II
door ontsteking wekenlang hinderen, terwijl
in sommige gevallen ernstige verzwering,
bloedvergiftiging en de dood kan volgen.
Roep tijdig geneeskundige hulp in.
Men is verplicht in geval van ziekte alles
te doen om te genezen en zoo spoedig moge
lijk zijn arbeidsgeschiktheid te herkrijgen.
Daartoe behoort het tijdig inroepen van ge
neeskundige hulp. In plaats daarvan zich
door ondeskundigen te laten behandelen, is
ten zeerste af te keuren, want daardoor
wordt niet alleen het leven van den behan
delde in gevaar gebracht, maar kunnen ook
besmettelijke ziekten, die niet tijdig worden
herkend, verspreid worden.
Bloemendaal.
NED. HERVORMDE GEMEENTE, v.m. 10 uur: Ds.
J. D. J. Idenburg, em. pred. te Heemstede.
Bidstond: Zaterdag 19 Mei, 's av. 9 uur in de
Consistoriekamer.
JONQELIEDENSAMENKOMST in gebouw „Mara-
natlia", v.m. 10 uur: de heer D. J. Spaling te
Amsterdam.
GEREFORMEERDE KERK, v.m. 10 en n.m. 5 uur:
Ds. Joh. C. Brussaard.
VRIJE KATHOLIEKE KERK, v.m. 10 uur: H. Mis.
's av. 8 uur: Vesper en Lof.
Zaterdag 19 Mei, v.m. 7.30 uur: Stille Mis.
Woensdagavond 8 uur: Vesper en Lof.
NED. PROTESTANTENBOND, afd. Bloemendaal,
v.m. 10.30 uur: Ds. H. H. Dorgelo te Naarden.
Overveen.
NED. HERV. GEMEENTE, v.m. 10 uur: de heer
K. Koopman.
Aerdenhout.
RELIGIEUZEN-KRING, v.m. 10.30 uur: Ds. J. C.
van Dijk te Bloemendaal.
Bevallen: A. J. ter BeestDe Geus, z. J.
M. van der ValkDam, d. K. van LaarBakker, z.
Ondertrouwd: D. Ch. M. Hetterschij en G.
J. van Kleffens. P. S. Ruijgrok en M. M. Esswein.
A. R. J. de Bruin en C. E. Kroner.
Getrouwd: D. Kroon en J. de Kort. W. Lan-
gereis en G. Koster. P. J. Braspenning en J. G. W.
van den Bunt.
Overleden: H. H. Felderhof, 28 j., overleden
te Haarlem. C. J. G. Bol tenbal, 14 j. H. B. van
Egmond, 56 j.
INLEIDING.
Onder bovenstaanden titel hebben wij het ge
noegen een nieuwe rubriek te openen, die naar
wij vertrouwen wel in den smaak onzer leze
ressen en lezers zal vallen. Daadwerkelijk ge
toonde belangstelling van deze zijde in den vorm
van inzendingen in den geest der behandelde stof
zal ons daarom zeer aangenaam zijn en ons in
staat stellen de rubriek werkelijk te doen „leven".
Van haar kant is de redactie ook steeds gaarne
bereid tot het geheel gratis en belangeloos ver
strekken van alle gewenschte inlichtingen over
de in deze rubriek behandelde onderwerpen of
wat daarmede in verband staat, mits postzegel
voor antwoord wordt bijgevoegd.
Alle brieven s.v.p. te adresseeren aan het Bu
reau van dit blad.
Lieve Nichtjes en Neefjes,
Zooals jullie zien is er thans ook een apart
„Hoekje" voor jullie gekomen, waarin ik van alles
en nog wat zal behandelen, zooals leuke raadsels,
spelletjes, kunstjes, huisvlijt voor de jongens en
handwerkjes voor de meisjes.
Als jullie ijverig en trouw de raadsels oplossen
en door het zenden van briefjes aan: Tante Fredy,
„Ons Kinderhoekje", bureau van dit blad, blijk
geeft van belangstelling, dan zal ik er misschien
al heel gauw toe overgaan, ook eens wedstrijden
te gaan houden met mooie prijzen.
Ieder van jullie kan echter nu al reeds een begin
maken met het verdienen van een prijs. Elk kind
kan mij namelijk geregeld raadsels toezenden,
maar liefst die je zelf bedacht hebt. Je moet
echter netjes en zooveel mogelijk zonder fouten
schrijven. Ik zal dan beoordeelen of ze geschikt
zijn en zoodra er nu van hetzelfde kind in totaal
25 raadsels zijn geplaatst (je naam of schuilnaam
vermeld ik er bij), krijgt dat nichtje of neefje een
mooi boek.
Jullie moet er echter goed aan denken, op je
enveloppen steeds duidelijk mijn adres te schrij
ven, zooals dat hierboven staat, en je briefjes te
onderteekenen met je voornaam, achternaam,
schuilnaam en leeftijd.
En nu maar allen flink aan den slag. Veel succes
en plezier toegewenscht door jullie
TANTE FREDY.
RAADSELS.
Voor grooteren.
1. Mijn geheel wordt met 11 letters geschreven
en noemt een water in Zuid-Hollafld.
Een 7. 8, 9, 10, 6 is een insect.
Een 6, 3, 2, 2, 11 is iets wat visSchen hebben.
Een 7, 8, 4, 10, 3 is een bloeiende struik.
Een 7, 8, 10, 11 is een plat vaartuig.
Een 1, 2, 3, 9, 5, 6 is een visch, die veel in
de Noordzee voorkomt.
2. Kruisraadsel.
Op de beide kruisjeslijnen komt de naam van
een groente.
X
X
X
X
X
X
X
X
lste rij een medeklinker.
2de rij een getal.
3de rij een houten schoeisel.
4de rij een kinderziekte, die soms bij groote
menschen ook voorkomt.
5de rij 't gevraagde woord.
6de rij een groote mug, die in Indië veel voor
komt.
7de rij een kleur.
8ste rij een mannelijk viervoetig dier.
9de rij een medeklinker.
3. Verborgen landen.
Wij hadden het bosch in alle richtingen door-
kruisd.
Heeft Piet Spit al iets van zich laten hooren?
De boot dreef tegen half vier landwaarts.
Is Jaap er ziek van geworden?
4. Mijn eerste is een bundel, mijn tweede een
rond voorwerp en mijn geheel een stad in Amerika.
X
X
Voor kleineren-
1. Ladderraadsel.
Op de kruisjeslijn komt, van boven naar bene
den gelezen, de naam van een stad in Overijssel.
Elke sport moet vijf letters bevatten.
Op de lste (bovenste) sport een
zoetwatervisch.
Op de 2e sport een groene struik met
roode besjes.
Op de 3e sport een jaargetijde.
Op de 4de sport een stad in Noord-
Brabant.
Op de 5de sport een ander woord
voor eerbewijs.
Op de 6de rij een hevige wind.
2. Met b kan ik heel nuttig zijn en met k lek
ker zijn, met L ben ik een afgekorte meisjesnaam
en met sn een visch.
3. Ik word dagelijks gegeten en met 5 letters
geschreven. Onthoofdt men mij, dan word ik een
kleur en geeft men mij nu een anderen staart,
dan word ik een lekkernij, die zoowel zoet als
zuur kan zijn.
4. Ik ben een voorzetsel, dat met 2 letters
geschreven wordt. Plaats één letter vóór mij en
ik word een ijzeren nagel. Plaats nu nog 1 letter
vóór mij en ik word 'n insect.
In ons volgend nummer geven éen oplossing
van bovenstaande raadsels.
Tenslotte nog een kleine raadgeving:
Kinderen die belangstellen in de raadselrubriek
en soms óns blad niet ontvangen, (hoewel er we-
kelijksch een groote oplaag verspreid wordt),
doen het best hun ouders te vragen om een abon
nement te nemen op ons blad; de prijs ds 1.60
per half jaar, dan is men verzekerd dat men het
iedere week per post thuis ontvangt.
Een inteekenbiljet kunt ge telkens in een der
advertentiepagina's vinden.
EVENTJES DENKEN.
VRAAGSTUK No. 1.
De slechte weegschaal.
Een kaas, die op één der schalen van een slecht
werkende weegschaal werd gelegd, woog vol
gens deze weegschaal 16 pond. Toen de kaas op
de andere schaal werd gelegd, woog zij slechts
9 pond. Hoeveel woog de kaas nu inderdaad?
VRAAGSTUK No. 2.
De politieagent.
Een nachtbraker, die de klok hoorde slaan, maar
te verward was in zijn hoofd om het aantal slagen
te tellen, stapte op een politie-agent af om dezen
te vragen hoe laat het was. De politie-agent, die
niet van humor ontbloot was, antwoordde: „Neem
de helft, één derde en een vierde van het uur, dat
geslagen heeft en het zal één te veel zijn".
De boemelbaron was daarmede nog niets wijzer
en weet nog steeds niet hoe laat het toen was.
Daarom komt hij nu tot ons met verzoek eens
aan deze scherpzinnige puzzlaarsters en puzz-
laars te vragen om dit voor hem uit te zoeken,
waarbij hij als tegenprestatie belooft om voortaan
altijd te zorgen, dat hij nuchter zal zijn.