SIERADEN „ANDRÉA" „ANDRÉA VAN DEN GEMEENTERAAD Geeft ons IIw Villa tot Verkoop of tot Verhuur in opdracht* Het Wereldgebeuren en houtsneden Voor St* Nicolaas Ruimte» Het succes kan niet uitblijven. Gebr. Corns. L.en Hendrik Kwak Hzn. A» HL van der Steur Jr» P. VAN DER STAD POELIER HAARLEM C» J» Gude - Cuisinier j UITGAVE) FIRMA GRAMMÉ 6 EIKELENBOOM TELEFOON 22045 POSTGIRO 128476 BUREAU VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE BLOEMENDAALSCHEWEG 78, BLOEMENDAAL Zaterdag 17 November 1928. ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR BLOEMENDAAL, OVERVEEN, AERDENHOUT, BENTVELD, VOGELENZANG, SANTPOORT STATION EN 'T KLEVERPARK ABONNEMENTEN Abonnementsprijs) f3.per jaar, f I.61O per halfj., f0.85 per 3 mnd. bij vooruitbetaling vóór 1 Januari of 1 Juli. Na dien datum verhoo ging van 15 ct. voor incassokosten. Abonnementen kunnen op ieder tijdstip aanvangen. Losse nummers verkrijgbaar a 5 cent bij den boek handel en aan ons bureau, BL'DAALSCHEWEG 78. ADVERTENTIËN20 cent per regel. Bij contract speciale tarieven. Kleine Annonces) Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en verkoop, enz. enz., van 1 5 regels 50 cent, uitsluitend bij vooruitbetaling. Ingezonden mededeelingen voorpagina 45 ct. pér regel, volgende pagina 40 ct. per regel. Vierde Jaargang m ZILVEREN BROCHES mangers Bi KUH5T NIJVER HEID5HUI5 QR.HOUTSRAAT 163 TELEF. 12393 VREDE. Vrede sprei'd gij uw zachte vleugels Over de donkere aarde heen Over de moeden en de gewonden, Over de duizenden die verzwonden, Over al de snikkende mon'den, Die verblikt zijn van geween! Vrede daal gij uit de lichte sfeeren, Waarheen gij vluchtet voor deze wereld smart, Daal over hen, die u hebben verraden, En over de dwazen, die op u smaadden, En over de blinden, die om u baden, Daal daal gij weder in ons hart. Opdat uw liefde daar weder wone, Opdat uw liefde ons weer genas Liefde bove' onze ij dele wensehen, Liefde over alle ijdele grenzen, Liefde alleen, van mensch tot menschen, Die eindelijk leerden wat liefde was- Uit: C. S. Adama v. Scheltema. Zingende Stemmen, Ruimte. Wie begeert, wie eischt 'haar niet in alles? Wie toch zal zich in eenigerlei opzicht kleine afmetingen, bekrompenheid, benepenheid, of welken kleinen besteks- vorm dan ook wensehen? Voorzeker nie mand. Iedere mensch verlangt ruimte van lichaamsbeweging, ruimte van uitzicht voor het stoffelijk oog en gezichtsruimte voor het geestesoog. Kortom, hij wenscht zich in velerlei opzichten ruimte waarvan hij vooral ook zijn bestaansmiddelen en ver der stoffelijk bezit niet uitsluit. Ook ten aanzien vari geestelijke ruimte hebben zeer velen behoeften of althans verlangens, die veelal moeilijk te bevredigen zijn. Het kan evenwel niet worden ontkenid, dat, ten aan zien van de ruimte, die het geestelijk per spectief den mensch te aanschouwen geeft, een groot deel der ruimte-zoekenden, aan pHe'invrees schijnen te lijden, en tocih maar 'liever een omweg maken, om tot het doel te komen. Die geestelijke pleinvrees is een jammerlijke ziekte ja, naar 't schijnt, een ongeneeselijke kwaal, die het uitgroeien •van den geest en de volmaking van 's men schen zieleleven zeer in den weg staat, zoo niet onmogelijk maakt. De ruimte ingaan, het zich vrij maken van bekrompenheid in elk opzicht, is 'n allereerste levensvoorwaar de voor den geestelijken mensch, Doch er is veel, zeer veel, dat den mensch, ook zelfs wanneer hij naar ruimte voor zijn geest hunkert, terughoudt om zich in die ruimte te wagen. In de eerste plaa'ts misschien zal hij vreezen, daarin te verdwalen; maar ook de onzekerheid houdt hem terug. Daar toch zijn geen grenspalen en geen wegwijzers alsook, naar hij meent, te weinig licht, te weinig bakens, die den weg aanduiden. En dan ook denkt de mensch 'zich een eeuwig heid', die hij zich we1! niet kan voorstellen, doch die hij zich als een onbegrensde ruim te moet denken. Onbegrensd? Maar wat is dat?.Zelfs de meest heldere geest plaatst hier een vraagteeken en blijft angstig staan voor die 'onmetelijkheid. En schuw treedt hij terug, binnen de enge grenzen van het voel- en tastbare, dat hem niet bevredigen kan. Hij blijft teleurgesteld 'en toch verlan gend terug, binnen de nauwe kluis van zijn stoffelijk leven, dat met brood te voeden is, doch dat aan lichamelijke pijn en aan den angst voor den dood niet kan omkomen het zoo nauw begrensd is, en geen ruim te biedt voor de huisvesting van een groo- ten, sterken geest, die op gespierde vleu gels de eeuwige ruimte durft ingaan en deze doorklieven kan. Wij haken in alles naar ruimte voor Alle perceelen worden vermeld n onze Woninggids, die naar het koopkrachtigste publiek in Nederland verzonden wordt. Geheel gratis adverteeren wij voor U in dag- en weekbladen. Wendt U tot) „HEEMSTEDE's WONINGBUREAU" Kantoor: AERDENHOUT. Oosterduinweg, Teief. 26226, Tramh. Aerdenhout. Vraagt onze geïllustreerde Woninggids, gratis verkrijgbaar. ons bezit, voor ons beg'eeren en voor ons streven; doch wij kunnen ons geen denk beeld vormen van een oneindigheid; alléén slechts van een einde althans van 'n stof felijk einde- Wij haken naar ruimte, en toch, als wij geen grenzen zien, worden wij bang; want, zoo vreezen wij, waar wij geen strand bespeuren, daar kunnen wij ook niet lan den. En een cirkelgang, een ,,Perpetuüm mobile?" Wel, wij duizelen als wij daaraan denken. De menschengeest kan voor alsnog zich een eeuwigdurende circulatie niet in denken. De geestelijke dingen toch, berus ten méér op geloof dan op begrip. Dan toch, de ruimte trekt, ook waar onze geest 'daarnaar vraagt, ons machtig aan;' doch steeds met voorwaarden, steeds met „willen weten" steeds toch, met een angstig zoeken naar een rustpunt voor ons geestesoog en naar een vasten wal voor onzen voet. En dat zoeken van den menschengeest naar ruimte, is een erkenning van zijn af hankelijkheid en een, meerendeels onbe wuste, behoefte naar iets hoogers, naar iets oneindigs, naar iets wat vast wat zeker is. En die drang naar vastheid, naar zekerheid is oorzaak van onze duizeling, als wij ons een eeuwigheid willen denken een ruim te zonder grenzen. Het is de volledige be kentenis van onize afhankelijkheid en van ons te kort schieten. Daarom trekt onze geest zich telkens opnieuw terug van de geestelijke ruimte, van het verre, van het onbegrensde, en treedt weer terug in zijn enge cel, waarvan hij de wanden kan zien en betasten. De toekomstmensch zal waar schijnlijk, méér nog dan wij, naar de ruimte uitzien en er zich mogelijk verder in wagen; doch, als de menscih van vleesch en bloed, zal ook hij zich niet van de materie kunnen losmaken, en zal hij voor het raadsel der oneindigheid blijven staan. Zal de d'ood, die het lichaam doet veranderen, den geest on voorwaardelijk vrij maken van het stof, of zal hij, zich uitbreidende in den m'ensch, zich tot verderen uitgroei overplanten in de geesten der opvolgende geslachten, en zóó worden medegevoerd naar een ruimte, waarin het groote licht zal blinken, dat aan den geboeiden menschengeest het geheim van zijn ontstaan en de reden van zijn be staan zal ontdekken? Of is de vrijmaking van het stoffelijk kleed door den dood van het lichaam, reeds de eerste instantie voor den geest, en is deze dan reeds vrijgeko men? In dat geval zou voor den menschen geest, zou v-oor de menschenziel deze aar de de eenlge leerschool zijn, Hoe kort is dan voor velen de leertijd. En hoe zal het dan met de achterlijken zijn, en verder met die genen, die de leerschool hebben verzuimd en het reiskleed vroeg of laat toch ook moe ten afleggen? Zijn dan zij, die als kind door den grooten maaier worden geveld, die dus deze Aardsche leerschool niet doorloo- pen, in 'hunne onwetendheid, misschien door hunne onschuld, reeds rijp en waardig ge worden, om het geheim van de „eeuwige ruimte" te zien onthullen, en deze in te gaan zonder vreeze en geheel losgemaakt van de ze wereld, in volkomen smetteloosheid? Zijn zij de engelen? O rijk der gpdachten. O menschelijk we ten.... wat zijt gij nog nauw begrensd. Wat zijt gij nog ver van de ruimte, waarin de hoogste kracht, waarin het goddelijk ideaal zetelt. Hoezeer houdt onze geest zich nog 'bezig met het kleine, met het nietige. Hoe laat hij zich nog boeien en verblinden door de hartstocht-demonen van het lichaam en hoe nauw laat hij zich nog insluiten bin nen zijn aardsche cel- Maar toch. Gelukkig zijn wij in onze kleine, echt menschelijke behoefte aan geluk zoo wij het gemis aan „eeuwige ruimte" in ons ontwaren. Gelukkig reeds zijn wij, als wij de knellende banden voelen, die ons aan het aardsche binden. Gelukkig zijn wij ook reeds, als onze handen zich uit strekken om een poging te doen, de wanden van onze nauwe Tevens-cel te verbreken, Want reeds de behoefte naar ruimte vooral naar „de ruimte" is voedsel en groeikracht voor onzen geest voor onze uit de hoogste kracht geboren en opwaarts strevende ziel. -■ De geest van onzen nog m vele opzichten benarden en kortzinnigen tijd, vraagt reeds met méér klem en aardrang naar ruimte, ten behoeve van vele dingen, die mede ons stoffelijk bestaan betreffen. Die tijdgeest acht ruimte noodig voor denken en gevoe len, voor zien en oordeelen doch ook voor ontwikkeling van gedachten en over tuigingen. Hij vraagt en eischt ook ruimte van spreken. Dit laatste ook is zijn recht doch aan de de hand van levenservaring en menschenkennis, en onder hoofdredactie van een scherp verstand. Het nieuwe kabinet van Poincaré, Kellogg's rede op den wapenstil standsdag. Hoover's plan, zoodra hij president is. Heengaan van Dr. J, Th, de Visser, De onge steldheid van Jhr. Mr, Ch, J, M. Ruys de Beerenbrouck, Zondagavond is Poincaré met de vorming van zijn nieuwe ministerie gereed gekomen, zonder er zelf een portefeuille in Te heb ben. In het nieuwe ministerie zitten geen kopstukken van links, zoodat de verande ring uiteraard een verschuiving naar rechts beteekent. Over de vooruitzichten van het kabinet zijn de meeningen verdeeld. De rechtsche Avenir acht de nieuwe regeering levensvat baar, zoowel om haar samenstelling als om haar oriënteering. De Victoire juicht in het bijzonder toe, dat Briand het ministerie van buitenland- sche zaken houdt. Sinds Loearna is Briand niet te vervangen en zeker de geschikste diplomaat die Poincaré het bes't kan steu nen. Dé Figaro verklaart, dat het lot Poin caré voor de tweede maal in de gelegen heid stelt de orde in Frankrijk te herstel len. In de 'bladen wordt bijzondere nadruk gelegd op het feit, dat Poncaré besloten heeft zelf niet meer 'het ministerie van fi nanciën te bezetten om vrij te zij,a voor de onderhandelingen inzake de schadevergoe ding en de schulden. Ook het besluit van Poincaré, om een nieuwe regeermg te vor men op slechts een zwakke meerderheid in de Kamer, wordt druk besproken. Wat de meerderheid van Poincaré betreft, ver wacht men, dat hij ongeveer 350 stemmen zal krijgen tegen 250 stemmen voor de oppositie. Ter gelegenheid van de herdenking van den wapenstilstand heeft staatssecretaris Kellogg Zondagmiddag een rede gehouden, welke in hoofdzaak gewijd was aan het probleem der verzekering van den wereld vrede en aan de idee internationale abi- trage. In zijn rede zeide Kellogg o,a.: De beste weg tot 'het afschaffen van den oorlog als middel tot regeling van internationale ge- séhillen is het verbreiden van de idee der arbitrage. Wanneer de volkeren tot het be sluit zullen komen, dat er geen oorlog meer mag uitbreken, behoeft men niet meer bang te zijn voor oorlog. Met behulp van de arbi trage kan men den wereldvrede verkrij gen- In het verder verloop van zijn rede sprak Kellogg dan nog over de onderhandelingen welke later to't het sluiten van het anti- ooriogsverdrag leidden. Zijn verwachtingen waren overtroffen. Reeds 58 staten had den het verdrag* onderteekend, of hun toe treding bekend gemaakt. Persoonlijk was Kellogg ten slotte van meening, dat de vaak verkondigde opinie, als zou Amerika geen interesse hebben voor Europeesche of andere internationale aan gelegenheden, omdat 'het Verdrag van Ver sailles niet goedgekeurd had, niet juist was. (V, D.) In een door de „World" uit Washington ontvangen telegram wordt gezegd, dat Hoo ver, nadat hij het presidentschap zal héb ben aanvaard, een conferentie voor de be perking der bewapening te land en ter zee zal bijeenroepen, indien hiertoe niet voor dien door de een of andere Europeesche regeering het initiatief zal zijn genomen. (Reuter.) Naast den Vrijheidsbonder Mr. Van Gijn, heeft thans ook de oud-minister, Dr. De Visser besloten, zich in 1929 niet meer her kiesbaar te stellen voor de Tweede Kamer. Aan een medewerker van het „Vad." heeft hij o.m. verklaard: „Mijn besluit is onherroepelijk. Ik neem afscheid van het politieke leven. Ik ga heen als Kamerlid en ik ga heen als hoofdredac teur van „De Nederlander". Ik heb er twee redenen voor, In de eerste plaats: mijn boe ken- Ik ga weer lezen. Ik ga mijn lievelings vakken studeeren, theologie en historie. Te genwoordig moet ik vrijwel alles laten lig gen ter wille van de parlementaire stuk ken. Daarom ga ik weg. Zoo juist heeft een uitgever mij gevraagd om een biografie in Da Cos'ta te schrijven bij een nieuwe uitgaaf van zijn gedichten. En zoo is er meer. .Ik heb nog een reden. Mijn leeftijd. Het is niet goed, als de ouderen te lang blijven. Ik wil den jongeren elementen niet in den weg loopen. Straks worden vermoe delijk De Geer en Slotemaker toch ook weer candidaat. Neen, ik maak plaats. Om mijn studie en 0111 mijn leeftijd en anders ner gens om, want moeilijkheden in mijn partij zijn er gelukkig niet." In aansluiting hieraan 'kan worden mede gedeeld, dat de afdeeling Rotterdam van de Christelijk-Historisclie Unie bij het hoofd bestuur zal aandringen toe te staan, dat te Rotterdam voor de a.s. Kamerverkiezin gen een afzonderlijke Ghristelijk-Histori- sche candidatenlijst wordt ingediend. In dien daartoe wordt overgegaan, zal' de lijst aanvoerder zijn mr. J. A. de Visser, substi tuut-officier van justitie te Rotterdam en lid van den gemeenteraad aldaar- Mr. J. A. de Visser is een zoon van dr. J. T'h. de Visser, de noud-mirui'ster, thans lid der Tweede Kamer. Mocht dr. De Visser als gevolg van eventueel op hem geoefen der» drang, alsnog in den a.s. zomer een ern stige Kamercandidatuur aanvaarden, dan is de kans niet uitgesloten, dat vader en zoon op het Prinsenhof verschijnen. Als bijzonderheid diene, dat de oud-mi- nister, dr. Jr, Th. de Visser in 1897 door bet voormalige district Rotterdam I voor het eerst in de Kamer werd gebracht, en deze dus eveneens te Rotterdam zijn poli tieke loopbaan begon. Naar wij vernemen zal Jhr. Mr. Ch, J- M. Ruys de Beerenbrouck, voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, die wegens een acute ongesteldheid in het R.K. Ziekenhuis te Den Haag is opgenomen, voorloopig de vergaderingen der Tweede Kamer niet voorzitten. Gedurende de afwezigheid van Jhr. Ruys de Beerenbrouck zal Dr. J. Th. de Visser als voorzittér optreden, terwijl tijdens den verderen duur der algemeene beschouwin g-en over de Rij'ksbegrooting, aan welk alge meen debat dr. De Visser heeft deelgeno men, de heer Schaeper het praesidium za waarnemen. Waarin openbaart zich de grootste hu maniteit? In het een ander besparen van schaamte. O. HARTIM 6 DA N GIE3EM DAN FRANKEN V. D. VEN, I EN ANDEREN KUN5TNIJVERHEI03HUIS BR HOUTSTRAAT 163 TELEF. 12393 E EAU de COLOGNE LUXE DOOZEN ZEEP PARFUMS HOUBIGANT, COTY enz. Drogisterij H. KOOY Apoth. Ads. ZANDV00RTSCHELAAN 173 - AERDENHOUT TEL. 26436 Kleverparkweg 14 W' Tegenover de Middelbaar Technische School le kl. Heeren- en Dameskleermakerij Opgericht 1903 Telefoon 10303 Speciaal adres voor BONT- EN PELSWERK le KLAS AFWERKING BILLIJKE PRIJZEN HAZEN, FAISANTEN, PATRIJZEN. WILDE EENDVOGELS, TALINGEN. WATERSNIPPEN. POULARDES, BRAADKIPPEN, SOEPKIPPEN, JONGE DUIVEN, DUINKONIJNEN, REERUGGEN, REEBOUTEN. KLEINE HOUTSTRAAT 136 - TEL. 10188 OPGERICHT 1870 Uitzending van Diners aan huis lordensstraat 74 - Haarlem - Tel. 13132 j Prijscour. wordt op aanvrage gaarne toegezonden ■■■■an ■■■■BiaiBMIIHBB Donderdagmorgen vergaderde de Raad onzer ge meente onder voorzitterschap van Jhr. A. Bas Backer, burgemeester. Afwezig de heer De Clercq. Punt 1 van de agenda: Behandeling beroepschrift ex. artikel 75 der bouwverordening. Na beantwoording door den heer Laan op een vraag aan den heer Schulz neemt de raad het vol gende besluit: De Raad der gemeente Bloemendaal; Gezien een bezwaarschrift van Klarenaar, Braun en Co.'s Handelmaatschappij, gevestigd alhier, waar bij deze in beroep komt van het besluit van B. en W„ üd. 26 September 1928, houdende eene afwijzende beschikking op haar bouwaanvrage tot het stichten van een gebouw op een terrein aan den Midden Duin en Daalscheweg, zulks uit over weging, dat de diepte van de onbebouwde ruimte op eigen erf vanaf de zijwaartsche scheidingen minder dan 20 meter bedraagt, terwijl 20 Meter wordt voorgeschreven; Overwegende, dat appellante zich beroept op eene privaatrechtelijke overeenkomst; Van meening, dat bouwaanvragen, bij het nemen van eene beschikking daarop, door het Gemeente bestuur niet behooren te worden getoetst aan bepalingen in privaatrechtelijke overeenkomsten, doch aan de bepalingen der Bouwverordening; Van oordeel, dal terecht bij de bestreden be slissing van B, en W. de gevraagde vei gunning niet werd verleend wegens- strijd met artikel 7 der Bouwverordening: BESLUIT: het door adressanten ingestelde beroep te ver werpen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Bloemendaal's Editie | 1928 | | pagina 1