H. B.W.WEIJLAND
1929.
Geeft ons Uw Villa tot Verkoop
of tot Verhuur in opdracht*
COGNAC
ALGEMEEN NIEUWS- EN
ADVERTENTIEBLAD VOOR
BLOEMENDAAL, OVERVEEN,
AERDENHOUT, BENTVELD,
VOGELENZANG, SANTPOORT
STATION EN 'T KLEVERPARK
GEVESTIGD
Het succes kan niet uitblijven.
Gebr. Corns. L.en Hendrik Kwak Hzn.
VAX DE WONDERE WERELD
EX VAX HET WONDERE
LEVEN.
E. H. BROKMEIER
1 P. VAN DER STAD
POELIER
HAARLEM
C. J. Gude - Cuisinier
A. H. van der Steur Jr.
Zaterdag 5 Januari 1929.
UITGAVE: FIRMA GRAMME EIKELENBOOM
TELEFOON 22045 POSTGIRO 128476
BUREAU VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE
BLOEMENDAALSCHEWEG 78, BLOEMENDAAL
ABONNEMENTEN
Abonnementsprijs: f 3.— per jaar,
f 1.60 per halfj., f 0.85 per 3 mnd.
bij vooruitbetaling vóór 1 Januari
of 1 Juli. Na dien datum verhoo
ging van 15 ct. voor incassokosten.
Abonnementen kunnen op ieder
tijdstip aanvangen. Losse nummers
verkrijgbaar a 5 cent bij den boek
handel en aan ons bureau,
BL'DAALSCHEWEG 78.
Vierde Jaargang
ADVERTENTIËN20 cent per regel. Bij contract speciale tarieven. Kleine Annonces
Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en verkoop, enz. enz., van 1 5 regels 50 cent.
uitsluitend bij vooruitbetaling. Ingezonden mededeelingen voorpagina 45 ct. per regel,
volgende pagina 40 ct. per regel.
Lid Ncd. Unie v. Accountants
KLEVERLAAN 75 - Tel. 22498
Wéér is een jaar-periode afgesloten en
wéér zijn wij een zelfde nieuw tijdVak in
getreden. 1928 ging, met al de gebeurlijk
heden, om te worden bijgezet in des eeuwen
grafkelder. Wij staan nog op den drempel
van het nieuwe jaar, bewust van het komen
de, het verborgene, maar onbewust wat Va
der Tijd in dit nieuwe jaar voor ons zijn zal.
Veel, machtig veel heeft 1928 onafgedaan,
of zelfs zonder het in behandeling te heb
ben genomen, achtergelaten. Wat zal 1929
doen? Evenmin als zijn voorgangers zal dit
jaar allerhande vraagstukken oplossen. Veel
zal ook 1929 op zijn stervenssponde straks
aan zijn opvolgers moeten over- en achter
laten. Dat is de kringloop van den Tijd.
En het is goed, dat wij ons dat bewust zijn.
Het leven toch is één schakel van komen
en gaan, opbouwen en afbreken. ,,Tijd" im
mers is één reeks van gebeurlijkheden.
Maar wij, die ook gedragen worden op de
vleugelen van Vader ,,Tijd", hebben ons bij
den aanvang van het nieuwe jaar ander
maal, en met nieuwen moed en energie, te
werpen in den strijd van 's werelds gebeu
ren.
Inderdaad heeft 1928 veel onafgedaan
achtergelaten. Op internationaal-politiek
terrein is in 1928 niet die zuivering geko
men. welke stellig gewenscht, ware en is.
Wel is waar bleet de vrede gelukkig ge
handhaafd, maar meerdere malen pakken
donkere wolken samen aan den politieken
hemel en dreigden opnieuw de horizont van
den vrede te verduisteren. Dank zij de aan
wezigheid van den Volkenbond hoe on
volledig en hoe zeer te verbeteren dit inter
nationale instituut des vredes ook zij -
kon ook het oorlogsrumoer in de laatste we
ken van 1928 getemperd en onderdrukt
worden. Maar vooral dat laatste gebeuren
bewijst weer, hoe geheel onverwachts een
nieuwe wereldbrand kan uitslaan en dat ge
beuren heft waarschuwend den vinger op
om de volken er aan te herinneren, dat
met onversaagden, en nieuwen moed voort
gegaan behoort te worden aan den uitbouw
van de ontwapeningsgedachte. Moge 1929
ons alle paraat vinden om te strijden voor
den vrede en het vrede-ideaal. Niet de Re
geeringen der ondersheidene landen, maar
het Volk zélf beslist in hoeverre daadwer
kelijk wordt opgetreden ter bereiking van
het Vrede-ideaal. Toch was 1928 te dien
opzichte niet onvruchtbaar. Het teere plant
je van den Vrede, staande tusschen en om
ringd door hoog opgaand onkruid van oor
logzucht, werd ook in 1928 gekoesterd en
beveiligd.
Ook op nationaal gebied, voor ons eigen
land, was 1928 van niet geringe beteekenis
Wij bleven verre, gelukkig, van buitenland-
sche verwikkelingen. De Olympische Spe
len, 'met zooveel kennis van zaken en op
zoo voorbeeldige wijze georganiseerd in en
rond Holland's Hoofdstad, hebben wel zeer
sterk bevorderd, dat tot in de uithoeken der
wereld, met een zekere bewondering voor,
en over Nederland wordt gesproken en ge
dacht, terwijl ook de indrukken van dat
■kaaslan.d sterk in 't voordeel van den Hol
lander zijn gewijzigd.
Dat de Hollander zelve niet die goede
indrukken poge uit te wisschen door spot
tend, of laatdunkend over Patria en des-
zelfs zeden en gewoonten te schrijven of
te spreken. Daaraan maakten nog te veel
Nederlanders zich schuldig in het afgeloo-
pen Olympiade-jaar. Wij hebben Holland
hoog te houden tegenover vreemdelingen,
óók al zijn er vele zaken, welke wij in ons
kleine landje gaarne anders en beter zou
den wenschen. Bedenken wij toch, dat ook
in het buitenland niet alles goud is wat
daar blinkt, en vreemdelingen brengen
heusch geen verbetering in toestanden in
ons land, welke hen spottend worden me
degedeeld, of waarover de „Groote Pers"
zoo gaarne „interviews" opneemt.
Ons „Intermezzo'-Kabinet" De Geer
Kan kon zich in het afeloopen jaar handha
ven en zal dat ook stellig wel doen tot na
de Kamerverkiezing in den zomer van 1929
De Nationale-politieke hemel is geenszins
helder. De splijtzwam van politieke en of
religieuze opvattingen is ook in 1928 ster
ker uitgedijd en heeft haar giftige wortels
Alle perceelen worden vermeld in ort£« Woninggids,
die naar het koopkrachtigste publiek; in Nederland
verzonden wordt.
Geheel gratis adverteeren wij voor U in dag- en
weekbladen.
Wendt U tot
„HEEMSTEDE's WONINGBUREAU''
Kantoor: AERDENHOUT.
Oosterduinweg, Telef. 26226, Tramh. Aerdenhout.
Vraagt onze geïllustreerde Woninggids, gratis verkrijgbaar.
verder en dieper ingevreten in de nog res
ten de aardlaag van verdraagzaamheid. En
al wenschten wij, dat daarin in 1929 een
gunstige wijziging moge komen, eenig ver
trouwen daarin, of zelfs eenigen hoop daar
op, is er stellig niet.
Wat zullen de verkiezingen voor een
nieuw Lagerhuis dit jaar brengen? Herstel
van een Coalitie-Regeering, steunend op
een zeer kleine meerderheid van rechtsche
partijen met evenveel kans op een lang le
ven als een pasgeboren kind, dat lijdende
is aan een hevige ingewandsziekte?
Of zal de stembus straks een andere mo
gelijkheid openen tot het vormen maar
vooral kunnen handhaven van een Re-
geeringscombinatie? Wij zullen ons aan
voorspellingen niet wagen en rustig afwach
ten. Wel wordt de gedachte gespannen ge
houden over de kansen van het Wetsont
werp, regelende de financieele verhouding
tusschen Rijk en gemeenten", hetwelk, Mi
nister De Geer nog in deze parlementaire
zitting wil afgehandeld zien. De beslissing
nopens dat Wetsontwerp lijkt ons voor
Bloemendaal niet zonder beteekenis. (Wij
hopen daarop weldra terug te komen).
En wat zal 1929 tenslotte voor onze ge
meente brengen? Het jaar dat van ons ging
heeft ook in gemeentezaken veel onafge
daan voor zijn opvolger achtergelaten, ai is
niet te ontkennen, dat het besturen der ge
meente aan intensiviteit op 1927 iets had
gewonnen. De vaste hand, in bestuurzaken
zoo hoog noodig, ontbrak ook echter in het
afgeloopen jaar.- Hopen wij, dat 1929 te
dien opzichte groote verbetering moge bren
gen. De opmerkingen, bij het behandelen
der Begrooting voor dit jaar, door eenige
leden van de Vroedschap gemaakt, kunnen
voor het Dag. Bestuur leiddraad genoeg zijn
voor 1929. Men toone voor alles in dit jaar
een krachtigen wil in bestuurszaken; men
bewijze, dat het roer van ons gemeentelijk
scheepje in stevige handen is en men streve
opwaarts. De sleurgang van wij-komen-er
wel, maar vooral-niet-te-vlug, late men va
ren. „Blomendaal vooruit", zij het devies
óók in ons Raadhuis!
Ons Raadhuis. Natuurlijk denken wij ook
nu, aan hetgeen in 1928 nopens de „Nieu
we Raadhuis"-plannen werd gedaan. Jam
mer is het, dat die kwestie nóg niet van de
baan is; dat in stede van met den bouw te
kunnen beginnen, eerlang de heele rol voor
Ged. Staten moet worden afgedraaid. Wat
zal 't uiteindelijke resultaat zijn? Het is al
of niet bouwen van een Raadhuis op de
thans aangeduide plek aan den Zeeweg zal
voor onze gemeente een feit van groote be
teekenis zijn en blijken. Moge 1929 en op
lossing brengen en ons aan het einde van
dit jaar druk in de weer vinden om ons
nieuwe Gemeentehuis te bouwen en in te
richten. Veel blijft er nog over, dat een
herinneren aan 1928 waardig zou zijn; veel
ook is er nog te wenschen voor 1929.
Geve alle, die geroepen zijn voor de
openbare zaak, hun beste krachten; willen
en weten.
Onze lezerskring moge ook dit jaar groeie
zoo mogelijk in overtreffende trap van 1928.
Wij zullen trachten te geven van het beste,
dat wij kunnen voorzetten. Dé publieke
zaak zal ook in 1929 een verdediger vinden
in ons blad en te dien opzichte hopen wij
in 1929 te kunnen verbeteren wat in het
afgeloopen jaar niet volledig of minder
goed werd gedaan.
Onze lezerskring: heil in het pas begon
nen jaar!!!
is*
Men behoeft waarlijk niet oud van jaren,
niet overrijk aan levenservaringen en even
min een hoogst wijsgerige diepdenker te
zijn, om tot het besluit te komen, dat de
wereld, waarin wij leven, inderdaad een
wondere wereld, vol vraagstukken en my
steriën is Het is dar^ ook zeer begrijpelijk,
dat de menecb.. die den ten rachte
of ten onrechte, die wondere wereld als voor
hem gesdhapen beschouwt, zich niet kalim
en bevredigd kan neerleggen 'bij al die
vraagstukken en onopgeloste geheimenissen
der Schepping.
Hebben naar de oplossing dier geheimen,
en vooral naar de bedoeling van het be
staan van den mensch, wellicht duizenden
wijsgeeren, door alle eeuwen heen, ge
tracht. de Tijdgeest in deze eeuw slaat
vooral alle denkbare wegen in, om de op
lossing van al die groote levensvragen' en
het Scheppingsbedoelen ten aanzien van den
zoo fijn bewer'ktuigden en met zulke heer
lijke zintuigen toegerusten mensch te vin
den, of althans nader te komen.
Deze tijdgeest vooral toont zich onbe
vredigd'; getuige de zoo talrijke meenings-
versc'hillen in het godsdienstig leven der
menschen, dat zulk een nauw verband houdt
met het doel van 's menschen bestaan. Daar
zijn er velen, die zich te dien aanzien reeds
volkomen ingelicht en tegelijk bevoorrecht
achten en die het zich niet kunnen inden
ken, dat anderen het hoofd schudden om
de door eerstgenoemde voorgestane be
grippen, en met hen geheel van meenin'g
velschillen. Wij weten allen hoedanig uitin
gen en gevolgen het verschillend denken en
gelooven, vooral waar het de godsdienstige
gevoelens betrof, in vroegere eeuwen heb
ben gehad. En 'het menschdom mag zich
gelukkig prijzen, dat de onverdraagzaam
heid van heden ten dage, zoo deze alsnog
niet geheel de gevoelens en denkwijizen van
anderen mocht eerbiedigen, zich toch door
verstand en menscheliijr rechtsgevoel laat
beheerschen, en zich niet tot dwang en tot
gewelduitoefening verlaagt. Eerbiediging van
de denkwijzen en gevoelens van den mede-
mensch, ten aanzien van wat het ook moge
zijn, zal voorzeker wel een der kenmerken
zijn van rechtsgevoel, geestesontwikkeling
en geestesbeschaving. De gewetensvrijheid
heeft ruimte gekregen.
Doch niettemin en juist daarom, staat de
mensch in het wondere leven voor zoo tal-
looze vragen en raadselen,, dat hij zich wel
mag beheerschen daar, waar hij te dien aan
zien als leider en wegwijzer gelooft te mo
gen optreden. Onze zienswijzen behooren,
althans ten aanzien van niet absoluut be
wijsbare dingen, wel onder voorbehoud te
zijn; vooral ook daar, waar wij zeker mee-
nen te weten waar wij zelve niet twijfe
len en niet aarzelen. Want het is juist het
„wonder" van het leven, dat paalvaste over
tuigingen en uitspraken zoo menigmaal heeft
'beschaamd gemaakt en te niet gedaan.
Onize moderne levensopvattingen,, die
hare voormalige, gemoedelijke zusteren ge
heel hebben verdrongen, laten voor een
goed deel de naaktheid zien van der men
schen „wetenschap", maar doen daarente
gen de groote rijkdommen en de lang ver
borgen gebleven wonderen van het leven,
hoe langer hoe meer uitkomen en vermoe
den. Daardoor mag eensdeels een ruimer
AERDENHOUT-HEEMSTEDE
ZANDVÜORTSCHELAAN 167. TEL. 26440
DUP0NT - HENNESSY - MARTELL
MARNIER LA P0ST0LLE
Bisquit Dubouche XXX -V.0.C.B.
uitzicht zijn ontstaan op de dingen van het
wondere leven, voor een ander groot
deel i!s er twijfel gerezen betreffende veel
wat door menschelijke wijsheid en mensche-
iij'k inzicht als ontwijfelbare waarheid was
vastgesteld. Zoo o.a. ondervindt het realis
me, dat steeds meer veld gewonnen had
en de levenspoëzie geheel dreigde te doo-
den, thans grooten tegenstand, omdat door
den tegenwoordigen tijdgeest in de reeds
zoo talrijk gebleken levenswonderen weer
meer poëzie en de tot nog toe weinig begre
pen levens-schoonheid wordt herkend.
Want juist het wondere trekt den mensch
immers tot de erkenning van een alles re
gelende macht, die het weten en gelooven
der menschen op een zware proef stelt,
doordat zij de wonderen der Schepping,
vooral ook ten aanzien van het doel van
des menschen 'bestaan, tot nog toe, als 'haar
geheim bewaart. Al' het zoeken van den
mensch stelde tot nu toe nog steeds de op
lossingen, die men ten aanzien van de groo
te levens- en wereldvraagstukken gevonden
waande, vrijwel' ter zijde. Maar toch rijst
in het vragend menscherihart steeds méér
het verifc-i:wen, dat een ernstig zoeken den
mensch hoe langer hoe nader zal brengen
tot het goede, het schoone en: verhevene, dat
de geheele Schepping om ons heen en een
geheimzinnige diepe stem in ons, prediken;
wanneer wij slechts willen aanschouwen en
luisteren,.
Het grove zingenot, dat inderdaad zoo
menigmaal in den mensch een hoogen gees-
tesaanleg en mooie zielshoedanig'heid om
ver haalt en doodt, zal zooals vele blijde
verschijnselen in den tegenwoordigen tijd
geest doen hopen eenmaal plaats maken
voor de mooie en fijne genietingen van een
bij de opvolgende geslachten groeiend ziels
leven. Dit alles, aangevuld^ door nog rij
kere levenservaringen, nog diepere wereld
en menschenikennis, zal ongetwijfeld leiden
tot een vruchtbare cultuur van mooie le
vemsbegrippen, en mede tot een volstandige
erkenning en eerbiediging van de groote
„wereldwonderen en de ondoorgrondelijke
levensraadselen.
Niemand onzer zal zich o.a. een juist
denkbeeld kunnen vormen van een Euwig
heidvan een Oneindigheid, van iets, dat
begin noch einde heeft. En toch. van die
Eeuwigheid geeft de steeds aanrollende en
steeds wegzinkende tijd, aan den mensch
zoo niet het bewijs dan toch een zóó sterk
vermoeden neen, een zóó sterke overtui
ging, dat hij het'bestaan van de Eeuwigheid,
die hij zich niet kan indenken, onvoorwaar
delijk aanneemt zij het dan ook als het
grootste wereldwonder, als het meest on
oplosbare levensraadsel, Is n,iet de tijd het
meest aanneembare perpetuum mobile? Is
hij niet, als 't ware, de krachtige, eindeloo-
ze en onverstlijtbare veer der Eeuwigheid?
De tijd is immers de eindelooze film, waar,
op de geschiedenis der wereld, de geschie
denis van den mensch is afgebeeld en neer
geschreven.
Alle gebeurtenissen, de strijd van den
menisc'h, de groei, de 'bloei, de opkomst en
de ondergang van tallooze volken, alles is
door deze eindelooze en onfeilbare film ten
a'-len tijde opgenomen en met „den mensch-
verbazende-snelheid" weggevoerd naar de
onpeilbare diepte van het verleden. En deze
film wordt zonder verpoozen afgewonden.
Liefde, haat en noodlot, beschilderep en
beschrijven haar in het voorbij snellen.
Neen, dat eindelooze kan de mensch niet
verklaren, niet ontraadselen. Het moet voor
hem wel het grootste van de ontelbare
wonderen blijven, waarvoor zijn denkver
mogen machteloos staat. En hijzelf de
zoo fijn bewerktuigde, de zoo rijk toege
ruste, naar lichaam en geest bevoorrechte
mensch? Ziet hij in zichzelf niet „het won-
dér" belichaamd? En vraagt hij niet telkens
weer in twijfel: „waarom er naast al het
goede, naast al het schoone in het leven en
in de eindelooze Schepping, ook zooveel
wanstaltigs, zooveel afzichtelijks, zooveel
wat walging wékt is waar te nemen? Waar
om toch duldt het goddelijke, dat zich in
HAZEN,
FAISANTEN. Z
PATRIJZEN. Z
WILDE EENDVOGELS, Z
TALINGEN. Z
WATERSNIPPEN. Z
POULARDES, S
BRAADKIPPEN, S
SOEPKIPPEN, S
JONGE DUIVEN, Z
DUINKONIJNEN,
REERUGGEN,
REEBOUTEN.
KLEINE HOUTSTRAAT 136 - TEL. 101S8
OPGERICHT 1870
Uitzending van Diners aan huis
S lordensstraat 74 - Haarlem - Tel. 13132
-
Prijscour. wordt op aanvrage gaarne toegezonden
W Kleverparkweg 14
Tegenover de Middelbaar Technische School
le kl. Heeren- en Dameskleermakerij
Opgericht 1903 Telefoon 10303
Speciaal adres voor
BONT- EN PELSWERK
le KLAS AFWERKING BILLIJKE PRIJZEN
wat goed en schoon is openbaart, het wal-
gingwekkende naast zich? Waarom heelt
de Almacht ook dat geschapen?. In de
Schepping is de pianeet die wij bewonen,
slechts een stipje; en wij, menschen, zijn
naar verhouding van het stipje, microsco
pisch klein; -wij kennen onze vergankelijk
heid en de nietigheid van onze macht. Waar
om zijn wij dan niet overtuigd, niet door
drongen van ons luttel weten wij,
zoekende, tastende, dwalende menschen?
Waarom?
Misschien moet het antwoord luiden:
„Omdat wij gevoelen, dat wij een levend
deel van de groote Schepping uitmaken;
weliswaar een microscopisch klein deel,
maar toegerust met iets wonderlijks dat in
ons is, dat groeien, dat zich verheffen en
zich ontplooien wil". Maar ziet. in de
groote Schepping, in het moeilijke en toch
zoo boeiende menschenileven zijn wonde
ren, raadselen en vragen, die de mensch
niet oplossen en, niet beantwoorden kan, en
die hem tegenhouden in zijn pogen om zich
te verheffen, in de richting van waar licht
en warmte komen.
Er zijn bloemensoorten wij noemen
slechts de Begonia, de Calceolaria en de
Lobelia wier zaden nagenoeg gelijk zijn
aan stof; en toch schuilt in die zoo fijne
zaadjes, de kiem van een plant en van de
schoone bloemen, die deze plant zal voort
brengen. De bloemstengels zullen zich uit
de plant ontwikkelen, omhoog schieten
naar het licht der zon; en in de zonnewarm
te zal de bloem 'zich uit den knop ontplooi
en en bare heerlijke 'kleuren toonen .-
ondanks de distelen en het onkruid om haar
heen ondanks den storm, die haar deed
buigen. Odk de mensch is in- verhouding
tot de groote heerlijke Schepping, slechts
aan een stofje gelijk, maar toch ook in hem
schuilt de kiem van een schoone bloem. Uil
zijne ziel kan, wanneer zij zich opwaarts
heft en het zonnelicht zoékt, zich een heer
lijk schoon en kleurenrijk zieleleven ont
plooien ondanks de talrijke distelen en
doornen van het wondervolle maar oo'k
moeitevolle leven ondanks de wondere
wereld waarin goed en kwaad naast el
kander wonen en beide overgoten worden
door hetzelfde stralende zonnelicht.
Doch laten wij ons over de schijnbare
gelijkstelling en begunstiging van goed en
kwaad niet verwonderen en niet verontrus
ten. Immers, de ware liefde beproeft ook
de uitwerking harer warmte op verkilde
en door zelfzucht versteende harten. De
zon giet ook over steenrotsen, odk over gift
planten: hare warme, koesterende stralen
bundels uit en doet haar heerlijk licht ook
door het venster dringen, waarachter de
misdaad hare plannen smeedtomdat
zij is de levenwekkende de wonder
doende.
Wij kunnen ons het wonder van de
„Hoogste Liefde" niet indenken daarom
blijft voor ons dit leven 'het wondere
leven en deze wereld de Wondere
Wereld.