en koopman te OverveenC. J. Roozen, kweeker en koopman te Overveen; Mr. P. Tideman, advocaat en procureur te Bloeinendaal. Secretaris: niet vervuld. ^Vnd.C. J. de Groot. Gemeente-Ontvanger: Jhr. B. de Jonge van Campens Nieuwland. Ambtenaren ter secretarie: C. J. de Groot, le ambte naar; Jhr. S. P. F. Meijer, 2e id.; 3e id. Bode raadhuis: Hendrik Heitlager, onbezoldigd rijks veldwachter. Ambtenaren van den burgelijken stand: C. J. de Groot; Jhr. S. P. F. Meijer; Mr. P. Tideman, W. F. van Hooff en Johs. ter Hoffsteede. Waterleiding: C. W. de Jong, directeur. Brandweer; C. W. de Jong, commandantBloemendaal J. A. van 't Riet, brandmeester; C. van Willigenburg, opzichter; L. Rouwens, id.; M. Poldermans, id. Overveen: N. H. Braakenburg, brandmeester; G. J. Koelen, opzichter; A. Haaks, id.J. H. Bonarius, id. Houtvaart P. A. Nelissen, brandmeester. Vogelenzang; R. Verdegaal, brandmeester; IJ. J. de Jong, opzichter; P. Verdegaal, id.; A. de Wilde, id. Reinigingsdienst: C. W. de Jong, opzichter; H. Bolsen- broek, werkman. Bouwpolitie: C. L M. Robbers, gemeente-architectC. W. de Jong, opzichter. Gemeentewerken: C. W. de Jong, opzichter; P. van Nobelen, werkman; G. H. de Rooij, id.; W. Heuverkamp id.; J. Broek, id. (Aerdenhout)A. Bellis, id. (Vogelenzang). De agenda voor de raadsvergadering van a.s. Donder dag luidt als volgt 1. Gratificatie aan Louisse en Van Nobelen. 2. Besproeiing wegen in den Aerdenhout. 3. Afschaffing sproeigeldbelasting. 4. Verzoek restitutie schoolgeld. 5. Voorstel van B. en W. tot het vaststellen eener toelage voor een ambtenaar belast met het geld- ophalen van de gemeente. 0. Voordracht voor een lid van het College van Zetters. 7. Subsidie te verleenen aan de Commissie ter be strijding van de febris-typhoïdea aan deLeidsche vaart. 8. Benoeming lid plaatselijke schoolcommissie. 9. Adres Zilkerpolder. 10. Adres Bloemendaal-Commando. 11. Vaststelling Kohier Hoofdei. Omslag. 12. Benoeming van een Secretaris. Over punt 1 zie men onze rubriekPolitie. Wat punt 3 betreft, vele ingezetenen zullen met genoegen ver nemen, dat B. en W. voorstellen de afzonderlijke sproei- belasting af te schaffen. Deze belasting werd geheven in evenredigheid van het aantal M2 weg vóór iemands woning. Het gevolg was, dat de bewoners van een hoek huis, al was dat huis op zich zelf ook klein, vooral als de daar in elkander loopcnde wegen breed waren, te veel, anderen naar billijkheid te weinig betaalden. Het beginsel: te doen betalen door degenen die genieten, kwam door dit stelsel niet tot zijn recht; in onze gemeente met heerschende westen wind zou men in dit stelsel degenen die oostelijk van de wegen woonden, het zwaarst moeten belasten. Voor punt 5 zie men onze rubriekPolitie. Wat betreft punt 12.-de benoeming van een Secretaris deze zaak is inderdaad urgent, de Gemeente-Secretaris is het vliegwiel der Gemeente-Administratiedat door de drijfkracht des Burgemeesters zoodanig moet wentelen, dat het geheel in gestadige harmonische beweging ver keert. Zonder vliegwiel geen behoorlijke beweging van het raderwerk. Te wenschen is dat de Raad een candidaat benoemt, die met de Bloemendaalsehe aangelegenheden vertrouwd is. De gelegenheid daartoe bestaat naar wij ver nemen. Immers een der sollicitanten de heer A. J. van der Flier thans Gemeente-Secretaris te Rhenen bezit niet alleen een bewijs van de meeste theoretische ont wikkeling in het diploma middelbaar staatswetenschappen, maar heeft alvorens elders tot secretaris te zijn benoemd 7 jaren te Bloemendaal als ijverig voorzichtig en onpar tijdig ambtenaar ter Secretarie gewerkt tot genoegen van allen die met hem in aanraking kwamen; hij was alhier ook ambtenaar van den Burgelijken Stand. Onzen burgemeester, die de groote werkkracht van Jhr. de Jonge van Campens Nieuwland als secretarie-ambtenaar moet missen, zou hij in den waren zin dadelijk een rechterhand zijn. Mog" de benoeming tot heil der gemeente uitvallen Wij laten hier verder volgen den aanhef van een artikel over een zeer moeilijk maar zeer belangrijk onderwerp, waarvoor ook wordt verwezen naar de rubriek ingezonden stukken aan het slot van het redactioneel gedeelte van dit nummer. Om ons tegen evenfueele opmerkingen te vrijwaren deelen wij mede, dat dit ingezonden stuk ons ongevraagd werd toegezonden, zoodra bekend werd dat ons blad zou verschijnen. Het is van de hand van een zeer gezien ingezetene, die het ook in verband met de aperte juistheid zijner opmerkingen, voorloopig niet nood zakelijk acht zich nader bekend te maken. Wij voegen er alleen aan toe, dat wij opmerkingen als de zijne monde ling ook van andere zijden vernamen. Het liefste zagen velen, dat deze aangelegenheid werd opgelost op eene wijze die aanstuurde op behoud der onafhankelijkheid van Bloemendaal in zake de elec- triciteitslevering, onafhankelijkheid in dien zin, dat de gemeente niet aan den leiband kome van eene particuliere maatschappij, onafhankelijkheid ook van Haarlem. De commissie uit den Raad, die tot taak had nieuwe voorwaarden te ontwerpen waaronder de gemeente eene nieuwe concessie kon verleenen aan de Kennemer Electriciteit Maatschappij tot het leveren van eleetrische energie, heeft, wij hebben het van ter zijde vernomen, een moeilijke taak gehad. Zij heeft de vruchten van haren arbeid neergelegd in °rp dat aan de leden van den gemeenteraad is toe- dat in het inter-burgemeesterlijke tijdperk van 'en geleden bijna door den Raad zonder her- '.oek zou zijn aangenomen. De inhoud van aan de belanghebbenden, de ingezetenen onbekend. De moeite die de commissie 1 om met de Directie tot overeenstem ming te komen, de wens h die men heeft geuit, dat de Raad dit ontwerp (als ee.i compromis tusschen commissie en maatschappij) zonder slag of stoot zou aanvaarden, wijst op de noodzakelijkheid om nu het nog tijd is, de //openbare meening" in deze zaak te betrekken. Ons gemeentewezen eischt trouwens geregelde openbaarheid. Het ontwerp beoogt het verleenen eener concessie tot 31 December 1937. Wel is waar blijft de gemeente ten allen tijde bevoegd om zelf eleetrische stroom te leveren en ook aan anderen tot dat doel concessie te verleenen, maar zij is daarbij gehouden om, wanneer de concessionaris' „meent" dat de verplichtingen door eene nieuwe concessie aan derden opgelegd minder drukkend zijn dan die van de aan haar verleende, de laatste te wijzigen „in overeen stemming" met de eerste. Natuurlijk zal de concessionaris zoodra zij haar bedrijf bedreigd ziet door concurrenten steeds „meenen" dat de aan dezen opgelegde voorwaarden minder drukkend zijn. Laten wij eens onderstellen dat iemand in deze omstan digheden naast die der K. E. M. nog eenige concessie vroeg, tot welk een eindeloos gehaspel zou die meening" van de concessionaris aanleiding geven. Trouwens hoe is ooit uit te maken, dat de voorwaarden, b.v. over 10 jaar opgelegd aan anderen minder drukkend zijn, dan die welke thans worden opgelegd aan de K. E. M. Hoe wil men die twee ongelijksoortige grootheden meten? Het slot van zoodanig gehaspel zou (wij zeggen opzet telijk niet zal) dus altijd zijn, dat aan de K. E. M. die dan de oudste rechten heeft juist zooveel zal worden tegemoet gekomen tot zij meent op gelijken voet te worden behan deld met den nieuwen concessionaris. Het gezond versland zegt, dat in die omstandigheden zelden of nooit iemand eenige concessie naast die der K. E M. zal komen vragen. Met deze bepaling in de voorwaarden zou de K. E. M. zich dus een zeker monopolie hebben verzekerd. Wie nog iets gevoelt voor de opwekkende en opvoedende kracht van de vrije mededinging moet zich hiertegen verzetten. Waar de gemeente op het punt staat tot 1937 een feitelijk monopolie te geven is het van groot belang te weten of de bepalingen der ontworpen nieuwe concessie de nadeelen dier uitsluiting van mededinging temperen. Dit komt ons voor geenzins het geval te zijn. Deze gedachte nader uiteen te zetten en met bewijzen te staven is het doel van dit schrijven Het ontwerp dat als gezegd moet worden opgevat als een compromis tusschen de raadscommissie en het bestuur der K. E. M. geeft een levendigen indruk van de wel over wegende koopmansgeest der K. E. M. Het is een knap stuk koopmanswerk wat hare directie heeft geleverd en wanneer dit ontwerp mocht worden aangeno men zou de K. E. M. zonder t wijfel eene belangrijke overwin ning t.c boeken hebben. Men moet zich de zaak duidelijk voorstellenhet is de K. E. M. niet om het gemeente belang maar om haar eigen belang te doen, dit is trouwens in den koophandel noch opgebruikelijk noch ongepast; de K. E. M. die gedurende de eerste 30 jaren plaatselijk eene hoeveelheid eleetrische energie te koop heeft tracht deze hoeveelheid zoo langzaam,, zoo duur mogelijk en zoo onge stoord mogelijk aan den man te brengen. Hoe grooter en hoe dringender haar belaj'L is om dit te doen des te meer scherpt zich het in haren dienst zijnd versland om met alle gebruikelijke, gepaste ja beleefde middelen te trachten het gemeentebestuur naar /.ijn zin te stellen. Staan de vele gemeentebesturen wanneer zij zich niet door vakmannen laten voorlichten tegenover concessiona rissen veelal bij voorbaat als geslagen, in kleinere gemeenten, waar men zoo spoedig zich voorstelt van anderen afhankelijk te zijn, is dit in bijzondere mate het gevalanderzijds brengen aldaar bij de uitvoering van scherpe voorschriften de gemoedelijker dorpsverhoudingen een correctief aan dat in de stad ontbreekt. Is het een en het ander waar dan moeten de stellingen juist zijn: dat geen dorpsbestuur er tegen behoeft op te zien aan te verleenen concessiën scherpe voorwaarden te verbinden en geen concessionaris er tegen behoeft op zien om zoodanige voorwaarden in een dorp te aanvaarden. Dit is dan een beginsel en wat tegen dat beginsel indruischt uit den booze, met name is dan alles veroordeeld wat vaag omlijnt, veel in het midden- of a: n de omstandigheden overlaat; want de omstandigheden zijn in eene dorpsgemeente altijd zoo gelegen, dat een eenigermate bij de hand concessionaris met een staf van ambtenaren staande tegenover weinig controle, in de betrokken tak van maatschappelijk bedrijf heel licht de leiding geheel op zich neemt en het ge meentebestuur, wanneer dit eenmaal is gebeurd en het de dorpsvrede wil bewaren voor het vervolg zich tot bloot toezien bepaalt. Men kan een groot tegenstander van sterke staatsinmen ging zijn en toch gevoelen dat dit „toezien" neerkomt op een overgeven van de belangen der ingezetenen aan de wille keur van hen wier geldelijke belangen met die der zelfde ingezetenen in strijd zijn. In hoever de ontworpen concessie-voorwaarden voet geven aan de hier en daar verkondigde meening dat de Raad wel zal doen ze ongewijzigd aan te nemen zullen wij uit gaande van bovenstaande beginselen in de volgorde dei- artikelen sine ira et studio nagaan. (Wordt vervolgd Beethoven-Huis. Een brochure over het Beethoven-Huis van de hand van Willem Hutseheuruyter wordt in het najaar uitgegeven. Deze brochure zal ook in Duitsehe, En- gelsche en Fransche uitgaaf verschijnen. Wij laten hieronder volgen een staat van hoofden en verder personeel, ver bonden- aan de verschillende lagere se' olen in de gemeente, die der Bloe mendaalsehe Schoolvereeniging en der R. K. pieisjesschool te Overveen, welke wij voor een volgend nummer bewaren, uitgezonderd. Personeel a. d. O. L. S. tF Vogelenzang: W. J. de Wild, hoofd; J. van Snippenberg; Mej. E. Korsten. Te Overveen O. J. Th. Leistikow, hoofd; M. J. Doemen; J. Berkhout Gzn.; Mej. Sluljter; Mej. Ahlers. Te Bloemendaal: A. IJzerman, hoofd; G. Kok; D. L. Daalder; Mej. M. Schouten; Mej. A. W. Abbing. Diaconieschool der Ned. Herv. Kerk: G. van den Berg, hoofd Wildschut (inmiddels benoemd bij het Chr. Ond. te Groningen); Mej. Trompetter. Borski Sillem Stichting, a. Voor handwerkonderricht Mej. Lamblel, directrice, b. Bewaarschool: Mej. A. C. Vonk, hoofd. Herhalingsschool te Vogelenzang: W. J. de Wild, hoofd; Mej. Korsten. Id. te Overveen: C. J. Th. Leistikow, hoofd, ld. te Bloemendaal: A. IJzerman, hoofdMej. M. Schouten. Van 1 November tot 1 Mei: Maandags i Dinsdags avond 68 voor jongens. Vrijdags Voor Meisjes: Woensdagmiddag 14 uur, 't geheele jaar. De vacantiën van de openbare scholen zijn als volgt: Paaschvacantievan Donderdag vóór Paschen tot den 2en Dinsdag na Paschen. Pinkstervs.ca.nlieVan Zaterdag vóór tot Dinsdag na Pinksteren. Zomei-vacantieVan den laat- slen Zaterdag vóór 25 Juli tot den 4en Dinsdag daaiaan- volgende. AerstvacantieVan 24 December tot 3 Januari. De Commissie tot Wering van Schoolverzuim is thans samengesteld als volgt: C. J. Th. Leistikow, voorzitter; A. IJzerman, secretaris; W. J. de Wild, G. van den Berg, A. L. de Sturler, J. Visser, A. J. de Waal Malefijt, J. Berkhout, J. van Snippenberg, leden. De namen der leden van de plaatselijke commissie van toezicht op het lager onderwijs volgen later. Vooral in de wijk Bloemendaal wordt bij de enorme uitbreiding der bevolking levendig de behoefte gevoeld aan meer uitgebreid lager onderwijs, terwijl ook een der ge breken der lagere school aldaar, dat namelijk meer dan eene klas in één lokaal is gehuisvest, dringend voorziening eischt. Naar wij meenen, bestaat bij eene commissie van eenige gegoede ingezetenen, wier kinderen op die school zijn of zouden kunnen komen, het voornemen binnenkort te trachten zich hieromtrent allereerst met den Burgemeester te verstaan. Op 3 September a. s. eindigt zoowel de vacant.ie van de school der Bloemendaalsehe Schoolvereeniging als die der Middelbare Meisjesschool „'t Kopje". In onze volgende nummers hopen wij onze lezers korte overzichten van het belangrijkste binnen- en buitenlandsche nieuws te kunnen aanbieden. Door tijdelijke ongesteldheid van onzen medewerker bleven ze ditmaal achterwege. Ons persoverzicht zal zich evenmin als ons blad op politiek gebied be- T) wegen. Mogen de gemeentebelangen 1S' en de politiek in Bloemendaal ge scheiden grootheden blijven Slechts zal hier worden weergegeven of besproken uit de Pers wat onze gemeente raakt en voor weergave of bespreking belangrijk genoeg schijnt, terwijl bij uitzondering ter sprake zal komen nieuws waar van onze redactie door toevallige omstandigheden beter dan een ander op de hoogte is. Zoo het volgende. De Spaarnebode van 15 Augustus 11. geeft in een hoofdartikel een zeer onbillijke beschouwing over het advies in 1903 door een der meest en best bekende Haarlemsche advocaten gegeven in zake de Noord en Zuidhollandsche Bank daartoe strekkende, dat die Bank zich zou begeven in staat van faillissement. De afbrekende beschouwing van een leeken-orgaati over eene intieme en zakelijk zoo moeilijk te beoordeelen aange legenheid als deze bezit weinig waardeniettemin mag hare voor Jhr. Mr. F. W. van Styrum onnoodig onheusche uitlating niet zonder protest blijven. Onze faillissements- wet (Mr. Levy had het in de Tweede Kamer wel goed toen hij het zoo gaarne anders had gezien) kent niet als de Belgische het daar genoemdeconcordat préventif de la faillite, een gerechtelijk akkoord dat dient om den schul denaar op adem te doen komen, zijne zaak onpartijdig te doen onderzoeken en zoo mogelijk tot tevredenheid zijner schuldeischers zonder executie zijner goederen te regelen. Bij staking van betaling eener bankinstelling voor welke geene dadelijke hulpbronnen van binnen- of buitenaf meer openstaan, en welke terstond na de staking bestormd wordt door de rechthebbenden op zonder onderpand gedepo neerde gelden, staan derhalve slechts twee wegen ter afwik keling openhet aanvragen van surséance van betaling of het zich begeven in staat van faillissement. Omtrent die keuze moet gelijk van zelf spreekt op staanden voet beslist worden, anders wordt door de schuldeischers het faillissement aangevraagd. Een aanvrage tot surséanse nu mag niet worden gedaan tenzij men te goeder trouw meent dat alle schuld na l1/, jaar kan betaald zijn, hetzij nit eigen, hetzij uit vreemde middelen. Het feitelijk ineen gegroeid zijn der zaak van de Bank en die van Westerkappel en Hoofd en de onzekerheid van de waarde van dien laatsten boedel moet het naar onze zienswijze absoluut onmogelijk hebben gemaakt eenige betrouwbare meening omtrent de levenskracht der Bank te vormen, daargelaten nog dat de tinantieele beteekenis der gepleegde verduisteringen in Augustus 1903 nog onmogelijk was te overzien. Een en ander hield onder meer verband met den stand der fondsenmarkt, daar alle effecten in onderpand lagen. In geheel andere omstandigheden verkeerde de Lissesche Bankvereeniging, bij welker instandhouding kapitaal krachtige personen direct belang bezaten, hetgeen zij ook dadelijk toonden. Als proef op de som, dat de advocaat van commissarissen der Noord- en Zuid-Hollandsche Bank die tot faillissement adviseerde, niet onjuist heeft gezien en niet incorrect heeft gehandeld, diene, dat daags na het faillissement (er schijnt nu precies 4 jaren later geen bezwaar te bestaan om dit mede te deelen) eene zeer ernstige Nederlandsche bankiers firma met medewerking van curatoren en hunne accounlants een onderzoek is gaan instellen naar de levensvatbaarheid der zaak. Deze tinna, die de zaak zou hebben overgenomen, wanneer ze eenige levensvatbaarheid zou hebben bezeten, heeft daaraan na het gehouden onderzoek niet meer gedacht. Wil de Spaarnebode meer bewijzen van haar ongelijk, laat zij dan eerst bekennen snel en onnadenkend te hebben geschreven en zich dan aangorden tot datgene, waar mede zij had moeten beginnenzich bij curatoren of andere zaakkundigen van de feiten en hun onderling ver- Muziek. Onderwijs.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1907 | | pagina 2