i Terrein Verkooping Ie Ovi GOEDER W. van den nederlanders die in zieh gevoelen de macht om iets te worden van beteekenis voor het vaderland maar die nog nederig zijn van positie! Wil iets goeds, wil iets wat in den geest des tijds ligt, werkt dan door als een paard, neen als een nooit rustende geest en gij zult uw doel be reiken Behalve aldus opwekkende gedachten, die van dit boekje uitgaan, bevat het tal van in het verhaal gevlochten bij zonderheden omtrent land en volk van Atjeh, waarvan er eene het is eene uitspraak van Van Heutsz niet genoeg kan worden herhaald„dat de Atjehers zich nooit anders dan gedwongen zullen onderwerpen, en dat slechts hij, die toont de macht te bezitten om zijn wil te doen eerbiedigen, de meester zal zijn, aan wiens bevelen zij zullen gehoorzamen." Er is geen andere keuze dan tusschen deze twee: of uit Atjeh terug en dan allengs uit heel Indië terug, of van Atjeh gemaakt den gehoorzamen vazal, wiens welzijn men beoogt en zoo goed en trouwhartig mogelijk behartigt, tot hij in verre, verre toekomst rijp zal zijn om met het overig Indië onzen bondgenoot te zijn in den strijd om beschaving en welvaart. Indië moet óns blijven. In den strijd in Indië sterken wij onsaan de toenemende welvaart in Indië heffen wij ons op de rechtmatige kritiek op onze fouten in Indië is ook hier een spoorslag om van moedig niet overmoedig, van krachtdadig niet baldadig te worden. Aan een onzer fouten in Indië, halfslachtigheid, heeft Van Heutsz een einde gemaakt. Hoe van 1889 af Van Heutsz in allerlei rang en functie, hoewel telkens achter- uitgeduwd, onverzettelijk om een nieuwen koers gestreden heeft, en eerst negen jaar later door de toenmalige regee ring in de gelegenheid is gesteld zijn volle energie in de goede richting van rustelooze werkzaamheid, gepaard aan waakzaam beleid, te ontplooien, wordt in het boekje kort en zakelijk beschreven. Duidelijk komt daarbij uil hoe in den krijg (en is de strijd om het dagelijksch brood, om burgerlijke vrijheid, om verwezenlijking van de idealen der beschaving en menschelijkheid, niet als een zware krijg tegen natuurmachten en zonde de persoonlijkheid, die weet wat hij wil, van overwegenden invloed is. Leest de beschrijving van de tocht naar den Tangsévallei (blz. 6270), daar geen beschouwingen, geen kritiseeren, geen wijfelen, maar een doortastend aanvoerder die zijne verantwoordelijkheid gevoelt, en de troep hem volgend welgemoed en opgeruimd in blind vertrouwen, omdat zij gevoelt dat het geen eigenzinnigheid is van een warhoofd, die den weg aangeeft, maar de geest van een terreinkenner bij uitnemendheid, tevens rustig en onbezorgd denker. Wij moeten het hierbij laten. De geschiedenis van oor logen wekt bij velen een rechtmatig afgrijzen, omdat zij slechts letten op het naastbijzijnd gevolg, het geweldadig dooden van den medemensch. Wie niet zoo optimistisch is om te meenen dat het maar beter is voor onzen doods vijand uit den weg te gaan opdat hij gelegenheid hebbe desgewenscht óns neer te leggen, zal door lezing der ge schiedenis van menigen krijg zijn geestkracht opgewekt gevoelen en nieuwe ontdekkingen doen op het gebied der vraagstukken van het menschelijk doorzettings- en uithou dingsvermogen. Niet in het aantal dooden dat in een oorlog wordt gemaakt maar in de overwinningen van tak- tiek en strategie ligt de opvoedende beteekenis der krijgs geschiedenis. Wij Nederlanders zijn, het wordt in den laatsten tijd weder erkend en is door alle tijden gebleken, als wij eenmaal iets zijn, d.w.z. niet slapen, krijgszuchtig. Dit boekje zal daarom zijn weg wel vinden, en is stellig voor onze krijgsgeschiedenis van belang. Prof. Fruin noemt werkzaamheid en weldadigheid karak tertrekken van het nederlandsche volkonwillekeurig "denken wij in dit verband aan een geheel andere figuur dan van generaal Van Heutsz doch die op hetzelfde oor logsterrein lang werkzaam is geweest: pastoor Verbraak. Deze missionnaire priester, in 1905 70 jaren oud gewor den, heeft bijna 33 jaren achtereen in Atjeh en onder- hoorigheden nagenoeg ongemoeid door den vijand mogen wonen en werken. „Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde bezitten. Gelukkig ook de buigzamen, „want zij zullen niet breken", was pastoor Verbraak's lijfspreuk, en hij heeft zelf steeds naar dien regel ge handeld. Hoe tragisch dat na zijn voorbeeldig leven een donkere levensavond hem dreigt; reeds is zijn rechteroog blind en ook het linker wordt bedenkelijk zwak. De voortreffelijke grijsaard, aan wiens raad en steun zoo menig ruw soldaat, zoo menig inlander zedelijke verlichting te danken heeft, is te Padang gaan wonen. Moge hij het iog beieven, dat Atjeh, zijn Atjeh zij het ook door wapen geweld tot tucht en rust komt om de onschatbare ge- neuchten van vrede en welvaart te genieten België. Werd verleden week alge- lluiteillaudsch meen verwacht, dat de staking weldra Overzicht. in Antwerpen'? veste zoude eindigen, aan die verwachting is helaas den bodem ingeslagen, en dc strijd is verwoeder dan ooit voort gezet. Voor onnoemelijke sommen is er verbrand en ver nield, terwijl politie, burgerwacht en brandweer onmachtig leken om den toestand te beheerschen. Op het laatste logenblik, toen de groote schade reeds was toegebracht, is het leger te hulp geroepen. Vrijheid van arbeid bestaat .feitelijk in Antwerpen niet meer, terwijl de geheele handel gedesorganiseerd is. Buitenlanders even als arbeidswilligen vorden gemolesteerd. De Assurantie-Mij en. zullen het Ge meentebestuur aansprakelijk stellen voor de schade, ver oorzaakt door de weifelende slappe houding van het emeentebestuur. Nog langen tijd zal Antwerpen den terug- ag ondervinden van deze treurige dagen; Engelsche en 'uitsche werklieden worden nu aangenomen om de stakers te vervangen. Rusland. De gewone opsomming van allerlei gruwel daden moet weder hier volgen. In Odessa zijn de joden- ervolgingen in vollen gang. De Czar is, nadat hij onder sterk geleide de Cathedraal t eere van Alexander II heeft ingewijd, van Petersburg veder naar Peterhof gegaan, om vandaar tochtjes te maken in de Finsche Scheren, evenwel begeleid door torpedo- aartuigen. Ons dunkt een minder aangename manier om icli te vermeien. De Standaard waarop de Czar reist is op een rif geloopen. 1 f, De Czar heeft het niet aangenaam in de wereld, hij kan evenwel met Tijl Uilenspiegel uitroepen, ik heb het slecht in de wereld, maar ik heb het er ook naar gemaakt. In de jongste aflevering der Wetenschappelijke Bladen trof ons eeu zeer interessant artikel over Rusland's finan ciën. Dit artikel raadde wij ten zeerste aan te lezen en te herlezen. Enkele cijfers en beschouwingen aan dit artikel ont leend mogen hier een plaats vinden. De schuld van Rusland is 12 duizend millioen gul den. De jaarlijksche uitgaven 2400 millioen, die uitgaven bestaan hoofdzakelijk in de rente der staatsschuld, en in de uitgaven voor leger en vloot. De ambtenaren worden zeer slecht betaald en voorzien dan ook op de algemeen bekende wijze, in hun onderhoud. 85% der 150 millioen Russen zijn landbouwers, waar van 70% niet genoeg eten krijgen. Vandaar bijna chro nische hongersnood en hongertyphus. De Oostzeeprovinciën en Polen verkeeren in betere positie. In geen land dei- wereld wordt de landbouw op zoo primitieve wijze uit geoefend dan in Rusland. Houten ploegen in plaats van ijzeren. Maximum van zaadzaaid gebruikt voor minimum van opbrengt der grond. De grondopbrengst gemiddeld van diein Duitschland. De veestapel per 1000 hoeven in 30 jaar van 9329 gedaald op 6474 stuks. 32 der hoeven zonder paarden enz. enz. De jaarlijksche uitgaven in Rusland kunnen alleen be streden worden als er jaarlijks geleend wordt. De boeren die de belastingen moeten opbrengen, dus de rente moeten betalen, zijn geheel uitgeput en verdoofd door het gebrek aan eten, en het overmatige gebruik van wodka (slecht soort jenever). Volgens vele Russen bestaat er maar een middel om uit dezen jammerlijken toestand te geraken: door de rente der staatsschuld te verminderen of nog liever door de geheele schuld te repudieren en een staatsbankroet te maken. De Russische boer zal hiervan alleen voordeel en geen nadeel ondervindenalleen de adel en de bureaucratie zal er een weinig onder lijden, een weinig, daar de meeste Russische schuld en wel in het Buitenland is geplaatst. De reden dat in 1896, Rusland de Vredesconferentie wilde samenroepen, is volgens den schrijver dat het hoopte op algemeene ontwapening, niet uit gevoel van humaniteit, maar om zoodoende van de hooge oorlog- en marinekosten af te komen. Op een vraag door een vreemdeling gedaan in hooge kringen te St. Petersburg of de Russische adel wel Rus sische fondsen had, werd zeer cynisch geantwoord, wel neen, zoo dom zijn wij niet, wij hebben daarvoor Engel- schen, Franschen, Duitschers, Belgen en Hollanders. Iedere Rus wantrouwt den vreemdeling, dien hij alleen goed vindt om hem aan geld te helpen. Men kan er zeker van zijn dat veel Staatsschuld in de laatste drie jaren door de bemiddelde Russsen is ver kocht geworden, even als zij nu allo moeite doen om hun landerijen te verkoopen, terwijl zij in hun bosschen meer en meer roofbouw plegen. De bosschen zijn er zonder menschenhulp gekomen, waarom zouden wij ze bij planten. Dit is een echt Russisch geloof, een soort van fatalisme, dat veel in het Russische volksleven verklaart. N. - A m e r i c a zendt toch zijn vloot van de Atlantische „naar den Indische" Oceaan, meer als eene oefentocht beweert Roosevelt. Wanneer de Californiërs hierin nu maar geen aanleiding vinden om de Japanners weer te beleedigeu. In Britsch Vancouver gelegen ten noorden van Californië, is een strijd uitgebroken tusschen de inwoners en de Chineezen, gesteund door de Japanners. Een lastig geval voor Engeland. Marocco. In dit laud is alles nog zoo wat het zelfde. De wettige Sultan schijnt niet dood, hij werd namelijk door de geestelijke hoofden gecomplimenteerd, welke hoofden hem evenwel geen geld aanboden, hetwelk hij zeer noodig heeft om zijn leger bij elkaar te houden. Zijn andere broeder heeft aan geld geen gebrek en dus soldaten en volgelingen. Razoeli beweert, dat hij de on- geloovige honden wel uit Marocco zal verdrijven, maar onderhandelt toch met dt engelsche regeering over zijn toekomstige positie. Marocco kan dus nog heel wat verrassingen opleveren, vooral nu het meer en meer bekend wordt dat het land onmetelijke rijkdommen aan mineralen bevat, die slechts op exploitatie wachten. Frankrijk zal moeite genoeg hebben om de mede onderteekenaars van de akte van Algeciras van het be- geerige kluifje: Marocco al' te houden, terwijl het daaren boven te strijden heeft met een volk van 10 millioen fanatische Moslems, die een zeer moeilijk te bezetten land bewonen en een doodsverachting toonen, waarvoor de Franschen zelve niets dan lof hebben. Clemencau laat zich zeer gemoedelijk door zijn oud-collega's interviewen, vertelt evenwel als een oude rot niet meer dan hij kwijt wil zijn. Gelukkig voor de regiering zijn de kamers nog met vacantie. Jaures de leider f.er socialisten in Frankrijk had gaarne de vacantie wat bekort, maar de regeering is op dat punt Oost-Indisch doof. In Duitschland had een vreeslijk spoorwegongeluk plaats, veroorzaakt door kwaadwilligen die gehoopt hadden hooge russissche regeeringspersonen in den trein te treffen. Het is te hopen dat de duitsche politie de misdadigers zal weten te vinden. In Portugal gaat de minister-president in overleg met den koning voort om zonder parlement te regeeren. Hij is bezig om den Augiasstal schoon te vegen. Is hij er mede gereed zoo zullen de kamtrs wel bijeengeroepen worden. Vóór dien tijd niet. Bij de groote menigte vindt nu zijne handeling bijval, bij de bureaucraten, en bij de meer ge avanceerde elementen ontmoet Franco veel tegenstand, erg schijnt deze zich evenwel dien tegenstand niet aan te trekken. Een feit is het dat reeds groote bezuinigingen zijn ingevoerd. t», e* i Van Woensdag 4 September Burgerlijke Stand. r, b10 a tot Donderdag 12 September. Bevallen: M. L. Beekl'ypops, D.P. C. Reeuwijk I van der Burg, I).M. LodeweegsDrommel, Z. C. Ch. LohinanKnuwenhoven, Z. Getrouwd: F. Westendorp en C. F. SchoorlTh. Hoeks en A. van den Berg. Overleden: H. F. Stijgers, 39 j.; F. W. Lampert, 51 j. Ned. Herv. Gemeente, Zondag 15 Sept., Kerknieuws. voorm. 10 uur, Ds. J. A. van Leeuwen. Spreekuur van den predikant Woensdag morgen 9-12 uur. Alle catechisaties zijn weder begonnen op de gewone uren. R.K. Kerk te Overveen. Zondag 15 Sept. voorm. 7 en 8} uur Gelezen H. Missen; 10 uur Hoogmis3 uur Vespers. R.K. Kerk te Vogelenzang. Zondag Kerkelijke dienst te 7% eu 10 uur. Een jaar Natuurleven, door Kunst en Charles A. Witchell, vertaald door Mej. letteren. A. v. Slooten, met een voorrede van Jac. P. Thijsse. Een boek met een voorrede van Thijssedat is wel de beste aanbeveling voor een werk over levende-natuur, dat men nog niet kent. Als Thijsse z'n naam wil geven voor een woord vooraf, is het een bewijs, dat een boek goed is. Wanneer ge dan vol vertrouwen „Een jaar Natuurleven" vertaald door de schrijfster van „Kleine Plantenatlas", ter hand neemt en doorleest, voelt ge onmiddellijk, dat dit boek werkelijk goed is. Er is in den laatsten tijd een feilen strijd merkbaar onder de meest vooraanstaande natuurkundigeneen groep van idealistische natuurmen- schen staat scherp tegenover de „helden van geweer, mes, ijzerdraad en glazen-oogen", die de natuurwetenschap eerst dan mooi vinden, wanneer hun studietafel voorzien i3 van wat doode vogellichamen, die ze naar hartelust kunnen meten, opsnijden en als balg of opgezet kunnen bewaren als herinnering aan hun grootsche natuurtriomphen, een groep van „Dokter Cijfer's" uit Kleine Johannes. Welnu, tot die idealistische natuurdroomers behooren ook Thijsse en Witchell. Voor hen bestaat natuurkunde niet in het juist-kunnen-opgeven van het aantal staartpennen en de lengte van den achterteen van één of anderen ongeluk- kigen vogel, die vallen moest voor hun meet- en verzamel woede voor hen is Natuur een openbaring van Liefde en Levenze bestudeeren de levensgewoonten der dieren en planten, niet de stoffige museumlijken van vogels en de doodgedrukte herbarium plan ten. Witchell treedt krachtig op tegen deze natuurvermiu- kers. Herhaaldelijk komt in z'n boek de echte natuur vriend boven, die de gehuichelde liefde der „verzamel- menschen" niet kan uitstaan. Zie slechts blz. 48,,De ergste der uitroeiers en ver delgers, de verzamelaar, behoorde eerst recht uitgeroeid te worden." Ook de afschuwelijke gewoonte, om de hoeden met veeren te versieren, „het hoofdtooisel van een wilde" (52) vindt in hem een warmen bestrijder. Overal is 't de natuurvriend in den echten zin van 't woord, die u ver haalt over het intieme, dierenleven- Zoo ongemerkt voert hij u mee uit uw studeerkamer naar de zonnige Cötswold- heuvels of de droomerig-geurende vlakten van Canada en toovert u het leven van de dieren en planten dier streken in mooi proza. Er is '<on in dit boek! Laat Sep tember regenen tegen uwe ruiten, ge voelt de weldadige warmte, waarin de Vancouversche sprinkhanen zich koes teren en de leeuwerik z'n vrouwtje achtervolgt, onwille keurig zijt ge buiten in zoet geurende bosschen of aan zonlichte heuvels. Dit is natuurkunde, waaraan we behoefte hebbenbe schrijving die ons meevoert uit ons gewoonteleven naar plekken, waar de dieren hun liefdeleven hebben, dikwijls reiner dan de bezoedelde menschenliefde. Toch voelt ook de schrijver heel goed, hoe weinig zon er is in het leven van plant en dier; hoe onder hen vooral die eeuwig durende strijd gestreden wordt van vernietiging tot behoud van 't bestaandehoe alles verandert en vervormt eu sterft, zonder echter verloren te gaan. Dit komt het meest uit in Hoofdstuk IDe strijd in het heelal, waarin o.a geschil derd wordt het steeds zich openbarende vredegeloof in de menschenziel, in eeuwigdurende tegenstrijdigheid met de onrust en verandering der bezielde en onbezielde natuur. Dan wordt de strijd geschetst, die overal valt waar te nemende sterkere den zwakkere vernietigend tot eigen voordeel, verdringend om zelf meer te hebben, heel het grove egoïsme van de biologische wereld. En toch, niettegenstaande al dezen strijd de liefde- tooneeltjes en de uitingen van schoonheid uit de bezielde wereld om ons: „zij zijn alle medewerkers in het einde- looze lied des levens, de zang van de aarde aan de zou, haar eenig antwoord op de levenwekkende zonnetrillingen." In de volgende hoofdstukken (Teekenen der Lente Aprildagen, Meigedachten, Junivreugden, Over Torenzwa luwen, Iets over insecten, Een zomerkoeltje, Onder de Arbeiders, Een Augustuslied, Herfstboden en Wintersche dagen) vertelt Witchell ons in z'n dikwijls fijngedaehte taal allerlei over het intieme leven van vogels, insecten en bloemen. Hierin is een schat van kennis op prettigen toon verhaald. Ook landschapsbeschrijvingen vinden een beurt. Herhaaldelijk komt de schrijver van „Evolution of Bird- song", het ineest bekende werk van Witchell, voor den dag. Aan z'n behandeling van het natuurleven knoopt hij een enkele maal beschouwingen vast over maatschappelijke vraagstukken (b.v. over communisme, blz. 222 e.v.) en crematie (55 e.v.) Meer wil ik niet over dit boek meedeelen wie er meer van wil weten, koope het! De prijs (ƒ2.25) is niet te veelhet is er beter aan besteed dan aan een werk over systematiek of' vogelopzetterijDe uitvoering is zeer te roemenzooals gewoonlijk zijn de 2 gekleurde platen slecht. Doch dit doet niet af aan de innerlijke waarde en de poëtische natuurbeschouwingen, die soms aan Bolsche doen denken. Naast de werken van Thijsse hoort het in de bibliotheek van eiken „waren" natuurvriend aanwezig te zijn. Het is uitgegeven bij Van Kampen eu Zoon en bevat verscheidene photo's en teekeningen. D. L Daalder. No. 16 Zand voort. Uitbri 17 Velsen. Stank 18 Velsen. Waterloc 19 Bloemendaal. K' 20 Heemstede. Kla 21 Heemstede. Kla< 22 Velsen. Water Santpoort. 23 Haarlemmermeer 24 Heemstede. Ork 25 Bennebroek. KI 26 Heemstede. (In 27 Velsen. Klacht 28 Diversen. Midd muizen. 29 Velsen. Klacht 30 Heemstede. W; 31 Bloemendaal. 32 Diversen. Alco 33 Diversen. Ram 34 Diversen. Stofpl 35 Bloemendaal. 'I 36 Ilaarlemmerliede water. Wij nemen deze agen van wat er zooal op commissie voor Bloemei „men" betrekkelijk zoo ligt aan verschillende gaderingen niet open ba beid scorn missie onderzoe en treedt zij zelden han dan voor de coulissen handelingen der gezond! deelen. Zoo kunnen w de Dompvloedslaan en geheel dat eene ontsie Bloemendaal moet heet; en dat reeds deheer B. J. het langste blok alda heeft verklaard de ver aan te brengen. Nu eigenaar der achteraan zelve, zich daaromtrent omliggende sloot zijn de schuld van velen en bij warm weder ee Eene flinke kapitaalkr van de woningtoestande zou hier een ruim arbei aan de Dompvloedslaan raadplege het boekje den Volksbond eenige dingen op dit gebied In afdeeling zal ongetwijfe exemplaar toezenden, geld, nuttig arbeidsvent Bloemendaal nog zoovee vereeniging tot bevorde Het personeel van schappijen, ruim 1800( De Blocme Yoetbalvereeniging v den winter in Kuur Brieven met opgavt adres Kerkbuurt A mendaal. aan de Houtvaart, nal schestraat te Haarlem, te van wijlen den Heer P. NE Donderdag '26 Sopten •des morgens te 10 uur. t< van den Notaris JOH. STEEDE, van meubilair bestaande in: Kabinet, bonheur dt nenkasten, chiflonniè stoelen, pianino, beddt vloerkleed, vloerzeile petten. Aardewerk, porselei per en ijzerwerk, eylin spaaroven en kachels Spiegels, hanglamp* inenten. Voorts: Goud- en zil Eindelijk: Twee sch bootje, broeiramen, reedsehap enzoovoorts. Bezichtiging Woensdi tember 1907, van 'sm 's middags 3 uur. Inlichtingen zijn te kantore van den makelaa Mzn., Botermarkt No. 2E Bloemendaalscli - BLOEMEN! 1 tIJTUIG- eu WAGE! Specialiteit in smeren van Ri i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1907 | | pagina 2