•voordiger. sultan Abdul Hamid, en dien op te ruimen is haar doel. Van inmenging der mogendheden willen de jong- arken niet weten; de christenen zullen toch nooit begrijpen welke kracht er in den Islam schuilt, en wat Turkije kan z'ln en worden onder een eerlijk, goed bestuur. De politie met hare ontelbare spionnen is nu druk in de weer de lie jï'den der partij op te sporen en onschadelijk te maken. Mr zal dus nu wel een groote opruiming gehouden worden onder de verdachten. Menschenlevens tellen in Turkije niet vtl Zij die wat meer van den sultan Abdul Hamid en y.ijno omgeving willen weten, raden wij aan het artikel te lezen over Yildiz Kiosk in de Wetenschappelijke Bladen van Der. 1907. Niettegenstaande de sultan steeds last heeft var de europeesche mogendheden, vindt hij nog tijd om >ijn mohamedaanschen collega, den shah van Perzië het leven zoo onaangenaam mogelijk te makenturksche i epen trekken voortdurend in Perzië over de grenzen en plunderen en brandschatten de inwoners. De sbah erkent den sultan niet als hoofd der moslems, maar beschouwt zich zelf als het hoofdde toestand in Perzië wordt met den dag bedenkelijker. Het parlement benoemt en ontslaat ministers om de nietigste redenen. De geestelijkheid is de drijvende racht en stelt allerlei wetten, waaraan de shah zich noode znderwerpt. Wat de perzen eigenlijk willen kan men moei- iyk uit de berichten opmaken. Een feit is het dat voor vreem- iingen aldaar gevaar dreigt. De engelsche commd. generaal o. a. door het gepeupel mishandeld. De sultan van Turkije t in het begin zijner regeering ook eens een parlementaire bevlieging gehad, maar zag reeds spoedig dat de mohaine- da.ien voor dat speciaal westersche stelsel niet deugen en zond de heeren maar spoedig naar huis; de shah schijnt nut meer de macht en de kracht te hebben om het voor in old van vriend sultan te volgen. Marokko geeft de franschen steeds handen vol werk. :>s dagblad-correspondenten worden nu door de militaire administratie geweerd, men is bang dat de journalisten te veel door hun berichten in de kaart der marokkanen spelen. Clemeneeau zal van zijne oude collega's over dezen ma .tregel, die met zijn goedvinden is genomen wel het een en ander moeten hooren. Of de pretendent of de sultan ucees heeft is niet uit de berichten op te maken. Beider krijgskas schijnt vrij wel uitgeput te zijn. In Frankrijk heeft de minister van financiën Cailloux ijne begrooting zien aannemen, zij is vrij snel afgehamerd ev orden. De oppositie zal nu nog trachten den senaat er oc te bewegen, de begrooting aan een scherpe critiek te ..rtïerwerpen De inkomstenbelasting komt nader aan de orde. minister is optimistisch gestemd over het succes dat hij mede zal hebben. In sommige departementen is er een rt proef mede genomen, die schijnt mede te vallen, zegt ie; Excellentie. Over de scheiding van kerk en staat aordt niet veel meer gesproken Het fransche volk kan /.'oh niet zoo lang voor hetzelfde onderwerp warm maken. Mijn aanpassingsvermogen is groot. De franschen kennen de kunst hard te werken en veel te sparen, en behouden bij alle wederwaardigheden hun goed humeür, en hun goede har' De franschen worden te veel beoordeeld naar de on- inding van de menschen die zich in Parijs en dan nog wel 'alleen op de boulevards vermaakten. Hoe weinig indelingen nemen de inueile andere plaatsen, in 1'raiiK- en in Parijs de arbeiders wij kén te bezoeken. Nog vee! te veel wordt de zwaarmoedigheid der duitschers oo ernst en degelijkheid aangezien; onder een vroolij- k. o kwinkslag kan soms meer ernst schuilen dan onder ellenlange betoogen van te veel bier drinkende duit- rs. Beide volken kunnen voor de ontwikkeling der schheid veel bijdragen, Zij vullen elkaar aan. De beste spijzen zijn zonder zout niet te genieten en het attiseh zout ••v.-rdt ons door de franschen geleverd. uitschland en Amerika ruilen thans reeds hun professoren, chien is de tijd niet verre dat wij hetzelfde zullen zien ge en met fransche en duitsche professoren. Iedere toenadering ;hen deze groote volken komt ten bate der gemeenschap. F iland's koning kan in deze nog veel goeds stichten en beide v en tot elkaar brengen. Het militairisme heeft door de in- v ing van den algemeenen dienstplicht in Frankrijk een ge- ite knak gekregen. Het gevaar voor oorlogszuchtige neigin- van de franschen wordt dan ook door niemand meer ge- sd. Wanneer Duitschland had gewild ware op de laatste esconferentie langzame ontwapening gevolgd, terwijl thans leder land bang is bij een ander achter te blijven en eifs in Engeland o.a. door de bekende Stead wordt aan- len voor ieder schip dat de duitschers bouwen in Enge land er twee op stapel te zetten. Burgerlijke Stand. Xan D°nde/Qdng 12 tot J Donderdag 19 December. Bevallen: J. van KeulenScheijen d. Overleden: Johs. ter Hoffsteede 65 j. In de Ned. Herv. Kerk zijn Zondag a.s. iterknieuws. en met het Kerstfeest de diensten: 22 Dec. voorin. 10 uur en 's avonds half r'. s. J. A. van Leeuwen. 25 Dec. voorm. 10 uur en 's avonds half 7, ds. J. A. van Leeuwen. 23 Dec. voorm. 10 uur, ds. Gerth van Wijk, van Bennebroek. 27 Dec. 's avonds 7 uur Kerstfeestviering der Zondags- ;h ol, met een kerstboom, onder leiding van ds. J. A van Leeuwen. Dit feest is voor ieder toegankelijk. U.K. Kerk te Overveen. Zondag 22 Dec. voorn. 7 en 8 uur Gelezen H. Missen; 10 uur Hoogmis3 uur Vespers. K. Kerk te Vogelenzang. Zondag 22 Dee. Kerkelijke dierst te 7^ en 10 uur. 4de Séance voor kamermuziek van Muziek. Joh. Steenman. J.l. Woensdagavond kwam dan eindelijk >t 2 maal toe uitgestelde séance van den heer Joh. Steenman. 1 medewerkenden waren niemand minder dan de heeren Job Messchaert en Jul. Röntgen. De heer Steenman ving dez séance aan met de Sonate in 1). maj. van G. F. H&n- !ei en sloot haar met drie kleinere stukjes o. a. Adagio n E' maj. van W. A. Mozart, Gavotte van J. Ph Rameau :i Hongaarsche Dans No. 1 van Brahms-Joachim. Hij sp 1de deze nummers op uitstekende wijze, zooals wij dat van gewoon zijn. Wat betreft het samenspel in de sonate van del, dit liet hier en daar wel wat te wenschen over. j heer Messchaert zong 5 liederen: Am Sonntagmorgen, Die Schnur, die Perl' an Perle, Ach, wende diesen Bliek, iade, O liebliche Wangen van Brahms en 5 liederen: Aus ahrt, Wiegenlied, Morgen than, Die junge Birke en Herbststurm i Griog. lend kunstenaar is Messchaert toch. zijn „eri mag met meer zoo vol zijn als voc en. het blijft toch een heerlijk geluid. Zooals hij Ausfahrt en Herbststurm van Grieg zingt, dat kan alleen Messchaert zoo. De heer Röntgen begeleidde hem op een manier boven allen lof verheven. Hij speelde zelf de zeer zware sonate op. Ill van Beethoven hier kon men van zijn heerlijke opvatting van dit interessante werk recht genieten. Laten wij wenschen, dat het den heer Steen man nog vele malen mag gelukken, dit kunstenaarspaar in zijne séances te doen hooren. De heer Gerard Zalsman gaf gisteren zijn tweede kwartet liederen avond in de Veieeniging". Wij komen in ons volgend nummer op deze uitvoering terug. Plaatselijk Nieuws. IN MEMORIAM. Bloemendaal heeft Woensdag zijn eersten burger ten grave gebracht. Notaris Ter Hoffsteede was dit, door de omstandigheden en door zijn persoonlijkheid. Niet dat hij de man was d;e alom in de gemeente het meest bemind was, maar populariteit is ook niet noodig om vooraan te staan en in het eerste gelid te strijden voor het algemeen belangdaarvoor is voldoende de onafhankelijke positie van vrij man met eigen meeningen en eigen inzicht, voorts een helder hoofd, warme belangstelling voor de algemeene zaak, en bovenal echte betrouwbaarheid. Die eigenschappen bezat deze man alle in ruime matezijne veeljai-ige ervaring op allerlei gebied, zijn onafgebroken bezig heid in het midden van ohze gemeente, zijn lust om een gedeelte van zijn verpiogen aan zijne onmiddellijke omgeving ten goede te doen komen deden het overige, en maakten hem vooral in den gemeenteraad niet- vervangbaar. Wie hem maar oppervlakkig kende en eenigszins gevoelig van aard was werd door hem afgestooten. Johs. ter Hojfsteede behoorde niet tot de lieden, die op het eerste gezicht en met iedereen gemoedelijk zijn en hij was te echt om onder vor melijkheid zijn eigen atmvankelijken afkeer van al wat hem nog vreemd was te verbergen. Wie Ter Hoffsteede van meer nabij'leerde kennen, en dit leerde men eerst na jarenlanger) omgang, want hij was een gecompliceerde natuur, gevoelde zich allengs meer getroffen door de gezondheid van zijne opmeikingen en door dat eigenaardige, waaraan men nobele karak ters en menschen met -ruimen blik kan herkennen de wijze van zijn combineeren van uiteenliggende feiten en van schijnbaar uiteenloopende gedragingen van anderen. Hij combineerde feiten optimistisch. Hij begon met in andere personen goede trouw te veronderstellen. Hij deed dit totdat hij het tegendeel scherp voor oogen zag| maar hij zelf was zoozeer te goeder trouw (ook 'op zulke mensehen is het spreekwoord van den waard toepasselijk) dat hij be wijzen van het tegendeel onwillekeurig spoedig, misschien al te spoedig weer vergat. Het is niet goed om dadelijk na het verscheiden van een bij zijn leven diep gelneiikleii dóüdc up te Lu.lcxi IiêL umct/Ll dat hem is aangedaan. Het is gebeurd; trouwens zijn lieden die het leed toebrengen, wanneer dit betrekking heeft op het openbare leven, niet vaak als spelende kinderen met eene voor hunne handen en krachten te zware verantwoordelijkheid Laat ons daarom liever den blik wenden naar de andere zijde, naar hem zeiven, die in tal van aangelegenheden heeft getoond te zijn een man. die wjst wat hij deed en die aan een groote mate van voorzichtigheid en bezonnen beleid den moed paarde om ronduit te zeggen wat men van hem moest verwachten, en die daarom wel velen vaak teleurstelde, maar nooit hen die hem hadden gevraagd: wat hebben wij eigenlijk aan u. In het bestuur onzer gemeente, waaraan deel te nemen is een steeds terugkeerend genot voor hoofd en voor hart, heeft Johs.'ter Hoffsteede ongeveer 30 jaren een groot aandeel gehadook hij heeft daarbij genoten, maar hetgeen hij aldus in hun vertrouwen ontving van de zijde der gemeentenaren, hun met woeker teruggeven. Als notaris was Ter Hoffsteede het type van den notaris -van buiten met eene groote praktijk en de echte vertrouwensman zijner omgeving. Zijn assche ruste in vrede. Wanneer zijn tijd- genooten hem iets te verwijten hadden, zou het zijn dat hij te veel toonde zichzelf te zijn. Maar is deze fout eene van den man, die dit aandurft of van onze traagheid, voor welke hef gemakkelijker is om te gaan met lieden zonder eigen karakter Omtrent het kleine ongeval den vrachtrijder Alders Don derdag overkomen, meldt hij ons We reden bij Saksenburg, waar de spoorstok van den wagen afging, hierdoor kwam het paard los en liep tusschen het lemoen uit; het paard schrikte, liep daardoor achteruit en het water in. Zonder verdere ongelukken is het paard op het droge gebracht. 9PL Als ernstig in aanmerking komend candidaat voor notaris alhier, noemt men Jhr. Roëll te Haarlem, in vroeger jaren geruimen tijd ingezetene onzer gemeente. Een der kennissen van den jongen Van den Berg ver zocht ons opname van het navolgende, aan welk verzoek wij in dit geval gaarne voldoen. Ter gedachtenis aan Albert v. d. Berg. Wij hebben hem dan weggebracht Den veelgeliefden doode. En stonden hem den grafkuil af Wat deden wij dit noode. 01 jongeling van achttien jaar Wie werd er niet bewogen, Wien bracht die droeve smartebaar Geen tranen in de oogen. Dat hier de overleed'ne zich Op vriendschap mocht beroemen Getuigt wel ieders aangezicht En heel die schat van bloemen. OAlbert, zoo alombemind Neen, 'k kan mij niet bedwingen Ik moet voor u ,,mijn jongen vrind" Een uitvaartsliedje zingen. 01 jong'ling, zoo vol vuur en geest Hoe tintelden uwe oogen Als was heel 't leven u een feest Nog door geen schijn bedrogen. Gij zijt in 't midden van 't geneugt Den worstelkamp ontvloden De aard had u nog niets dan vreugd Nog niets dan goeds geboden. Wij hebben bij uw graf gestaan Ik was ontroerd met allen, En zelfs den sterksten, aangedaan, Liet zich een traan ontvallen. Het was zoo pijnlijk, roerloos, stil, Het hart sloeg zware slagen, Terwijl het leed om zijnentwil Die thans hier werd begraven. Waarom toch eig'lijk dit verdriet Zoo wilde ik haast vragen, Is dan den jong'ling leed geschied Dat wij hem zoo beklagen? Hij die den aardschen pelgrimstocht Vol rampen en gevaren, Zoo tijdig reeds volbrengen mocht Reeds met zijn achttien jaren, Schoon storm en ontij meegemaakt Nu in behouden haven, Zoo vroeg reeds 's hemelsch ruste smaakt En 's Vaders beste gaven. Geluk dan in uw heerlijk lot Nu voor orkaan en vlagen Beveiligd en zoo vroeg bij God, Van aardschen strijd ontslagen. Ja, kolk en afgrond diep en naar Stond u op aard te wachten, En storm en onweer ijs'lijk zwaar En bange, bange nachten. En holle zeeën, vlaag op vlaag Veel vreezen en veel beven, Dat alles wachtte u hier omlaag Zoo gij er waart gebleven. Goddank 1 nu heeft een veilig strand d'OnveiTge zee vervangen, Nu zijt gij in uw vaderland Hét doel van ons verlangen. Wat staan wij dan zoo stom en droef Met weedom in het harte, Te schreien bij de open groef 'k Geloof, hier voegt geen smarte. Het hemelsch welkom ruischt hem aan Door eng'len aangevangen, Neen, neen Godlof, hier past geen traan Hier passen zegezangen. Ach, dat ook dit hen troosten kou Die 't naast aan 't hait hem lagen, Ofschoon hun Bert er veel bij won Zijn zij zoo diep verslagen. Wij reiken hen ontroerd de hand Hun leed gaat ons ter harte, Het missen van een_ dierbaar pand Dat gaat niet zotider smarte. Getroost, o treurend ouderpaar Sla uwen blik naar boven, Al trof den grooten slag u zwaar Er valt nog veel te loven. Uw zoon stierf sehuld'loos, fier en vrij Zoo sterft niet ied're jongen, Zijn geestdrift voor de zeevaardij Heeft achting afgedwongen. Gegroet dan Albert, goeden nacht Slaap wel geliefde doode, Schoon veel ons snerpend leed verzacht w ij scheidden toch zoo noode. G. J. 1). Natuurhistorische Vereeniging Afdeeling Bloemendaal e. o. In de bijeenkomst der leden in de school der Blm mendaalsche schoolvereeniging op Maandagavond v/eni rnej. P. Moltzer tot lid van het bestuur verkozend voorzitter, de heer Jac. P. Thijsse werd benoemd tot afgevaardigde naar de algemeene vergadering te L op 5 Jan. a.s. en door het bestuur werden de pla.it;.-: voor het volgend jaar meegedeeld. Wordt door de lede/ krachtig meegewerkt, dan zal in het aanstaande jaar krachtig leven in de vereeniging ontwikkeld worden. de wintermaanden zullen voordrachten gehouden w p. over de mimicry in het algemeen, bij de insecten bijzonder, lichtbeelden van vogels in hun intieme 1 ;ve zullen gegeven worden, getracht zal worden een groot) ten toonstelling te organiseeren omstreeks half Juni, waa/oi de flora van de duinen in klein bestek bijeen gebrac! zal worden. Het doel hiervan is bestudeering van de biologie van de duinflora. Door den voorzitter, den heer Jac. P. Thijsse werd ee; zeer interessante voordracht gehouden over de korstmossen waaruit slechts enkele grepen. Als een korst bedekken de/ hoogst merkwaardige planten den bodem of den schors dei boomen. Het rendiermos, dat zooveel duizenden rcudi. i voedsel verschaft en dat ook veel in onze duinen voorkom* is een der vele soorten der korstmossen, die naast de gewon mossen de bladmossen staan, omdat ze een geheel vers- il1 organisme vormen. De bladmossen en bijna alle planten zijn alleen sta koolhydraten en stikstofhoudend voedsel, de factoren - den groei der plant op te nemen. De korstmossen kunnt dat niet. Evenals de lamme en de blinde in vereeniging e. i organisme vormen, in staat zijn een langen weg af ie leg gen, bevatten de korstmossen twee organismen, die Kivl van dienst zijn om een normaal leven te leiden. Sinds ee: 30 jaar weet men pas, dat deze merkwaardige mossei bestaan uit witte draden, zooals we die aantreffen ij paddestoelen en schimmels, die zorgen voor den aanvo der stikstofhoudende stoffen. Tusschen die witte dra» er bevinden zich ontelbaar kleine wieren, die door hun groene kleur de koolhydraten uit de lucht kunnen opneme die twee vereenigd een organisme met een normaal uiten leven vormen. Behalve dat die witte draden en die groei» wieren een consortium tot wederzijdscb. voordeel orn is ook merkwaardig de wijze van voortplanting, wiu ev.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1907 | | pagina 2