D
Nieuwsblad
- - voor - -
AERDENHOUT -
BLOEMENDAAL
- OVERVEEN -
VOGELENZANG
en omliggende
- gemeenten -
jaargang
.v .«as.v-.-t.j
ZATERDAG, 11 JANUARI 1908
No. 2
Het Bloemen
UeeMHad
Prijs per
halfjaar fl.25
bij vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer fO.lO
Dit nieuwsblad verschijnt wekelijks onder redactie van Mr. P. TIDEMAN te Bloemendaal
bij den uitgever J. A. BOOM te Haarlem. -:-
Advertentiën
10 cents per
regel;
bij herhaalde
plaatsing
korting.
Mededeelingen van allerlei aard aan de redactie schriftelijk:
Bloeniendaalselie weg 227.
Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende:
Klein Heiligland 5, Haarlem. Telefoon 457.
Bloemendaal.
Agenda. Zondag 12 Jan. 2 uur. Voetbalwedstrijd,
op het terrein achter Groot-Zomerzorg.
I!. V V. tegen Z. V. V.
Kerk Broedergemeente Parklaan. Lezing van dr. A. H.
ile Hartog over Fichte.
Haarlem.
Schouwburg »De Kroon". Zondag 12 Januari. Ned.
Operette ensemble: »De klokken van Cornevi le". Aanvang
8 uur.
Maandag 13 Januari. Lezing van Mr. Foscbou Ferguson.
Aanvang 8 uur.
Sociëteit V e r e e n i g i n g". Dinsdag 14 JanuariBack-
concert. Aanvang 8 uur.
Donderdag 16 Januari'. Wognummers. Aanvang 8 uur.
Schouwburg Jansweg. Donderdag 16 Januari 1908.
Koninklijke Vereeniging Het Ned. Tooneel: „Twee gelukkige
dagen". Aanvang 8 uur.
Brongebouw. Zondag 12 Januari 1908. Concert
Haarlemsclie Muziekkorps. Aanvang 8 uur.
Tooneel zaal Café Gebr. Brink man n. Zaterdag 11
Januari 1908, Feestelijke Bijeenkomst Technische Vriendenr
kring. Aanvang 8 uur.
B. en W. der gemeente Bloemendaal,
Ambtelijke maken bekend, dat een afschrift van het
mededeelillgeil. aanvu'lingskohier van den hoofdelijken
omslag voor het dienstjaar 1907, gedu
rende vijf maanden, van den 3 Januari 1908 tot en met
den 3 Juni 1908, ter gemeentesecretarie voor een ieder
ter lezing ligt.
Bloemendaal, 3 Januari 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd:
De Secretaris, De Burgemeester,
A. J. van der Flikr. A. Bas Backer.
Dr. Bakker, Bloemendaalscheweg, van
..L-11 .<11 2 uur behalve Zon- en Feestdagen,
spiCC'111eil. H.L. van Beusekom, Zomerzorgerlaan.
Dagelijks van 89 uur en 12 uur!
J. Th. Bomwater, Overveenscheweg, van 12 uur, be
halve 's Zondags.
S. H. Brongersma, Kieverlaan boek Korte Kleverlaan,
van 1 2 uur, behalve Zon- en Feestdagen.
VV. C. J. Verbuist, Noorderstationsweg, dagelijks van
12—1 uur.
Meenden wij reeds de vorige week
Biimenlaildscll tijdens het afdrukken van het laatste
overzicht. nummer, dat de kabinets-crisis was
opgelost en mr. Heeemskerk met een
nieuw ministerie zoude komen, die verwachting is evenwel
nog niet vervuld geworden, en zien wij het 4de ministerie
Heemskerk (zooals het reeds genoemd wordt) nog niet in
de Staatscourant. Men beweert nu dat mr. Heemskerk
andere ambitiën heeft om namelijk als mr. van Leeuwen
het bijltje er bij neerlegt, diens opvolger te worden. Tijdens
het verlof van mr. van Leeuwen toonde mr. H. de geschikte
man te zijn om den Amsterdamschen raad met vaste hand
te leiden.
De regeling der gemeente-finantiën blijft voor vele groote
gemeenten het' groote struikelblok, daar deze wel hun
inwonertal zien vermeerderen maar de meervermogenden
zien vertrekken.
Welke vernuftige regeling men ook zal bedenken, hoe veel
commissiën zich ook met die oplossing zullen bezighouden, j
steeds zal een deel van het publiek ontevreden zijn, daar,
als men de last van het eene gedeelte afneemt, een ander
er mede bezwaard zal worden, terwijl iedere nieuwe belas-
ting uit den aard der zaak met wantrouwen wordt bejegend.
Het, publiek geeft er de voorkeur aan een slechte belasting
waarmede men vertrouwd is geraakt te behouden dan een 1
nieuwe te krijgen die voor sommige klassen verrassingen
kan opleveren.
Een oplossing die misschien wel eens de overweging
zoude verdienen is o. i. de volgende
Gaat de wetgevende macht er toe over, de bedrijfs- en 1
vermogenbelasting te doen vervallen en die te vervangen
door een algemeene inkomstenbelasting, dan heffe zij ten
behoeve der gemeenten eenige opcenten op die inkomsten
belasting, keere de opcenten aan de gemeenten uit, naar
verhouding van haar zielental. Hieruit zouden dan de ge
meenten de onkosten kunnen betalen, waartoe het Rijk meer
en meer de gemeenten dwingt. Verder kan dan iedere ge
meente zijne plaatselijke belasting behouden, maar behoeft die
niet steeds meer en meer te worden opgevoerd. De lust tot
annexeeren zal er dan bij de groote gemeenten van zelf
uitgaan, en zullen de vermogende uitgewekenen, de uit
wonenden, op deze wijze hun deel in de drukkende uitgaven
van hun voormalige woonplaatsen betalen.
In ons parlement hooren wij steeds stemmen opgaan dat
de staat dit en dat moet ondersteunen en dat de staatszorg
meer moet uitgebreid worden op allerlei gebied. Zelden
wordt, met argumenten gestaafd, er op gewezen dat de huis
houding van staat en provincie veel zuiniger kon gedreven
worden, en wij nog te veel de oude paden betreden; wijzen
wij er slechts op dat wij ons de luxe veroorloven drie rijks
universiteiten, een staats-universiteit en een gesubsidieerde
universiteit er op na te houden waarvoor in ons kleine land
geen emplooi is te vinden. Iedere universiteit wil boven
de andere uitsteken, goed onderwijzend personeel is niet te
vinden, en men moet of uit het buitenland de krachten
halen of zich met 2de soort krachten vergenoegen.
Dit alles kost schatten van geld. Verder hebben wij te
veel provinciën, en zouden deze o. i. zonder eenig bezwaar
gerust van elf tot vier kunnen verminderd worden, b.v.
N.Z. Holland, Groningen Friesland Drenthe; Over
ijsselGelderlandUtrechtZeelandBrabantLimburg,
wanneer men eens de moeite wil nemen onze landsindeeling
te vergelijken met die van andere landen, valt het dadelijk
op, dat veel hier te lande nog te grootscheeps is ingericht,
en dat indien er ernstig naar gestreefd werd heel wat kon
bezuinigd woiden zonder dat het algemeen belang er iets
onder zou lijden. Wij weten het weleen en ander zal niet
zonder strijd tot stand komen, maar dan bedenke men dat
er nooit iets goeds van zelf is gekomen, en het leven in
den zelfden sleur voor velen een groote bekoorlijkheid bezit.
Wij vragen ons dikwijls af, waarom nu er nog zoo vele
zaken te regelen zijn op financieel en wetgevend gebied,
niet het goede voorbeeld gevolgd wordt van particuliere
maatschappijen, die als zij een kwestie willen opgelost zien
een prijsvraag uitschrijven.
Met de verpakking van zout en met het leveren van
betere poppen voor diamantslijpers, is door den staat den
eersten stap gezet op dien weg; verder heeft men blijkbaar
dit goede middel om goede ontwerpen en denkbeelden te
verkrijgen links laten liggen.
Van een minister die overkropt is met administratief,
representatief en polemiseerend werk is niet le verwachten
dat hij een of ander onderwerp grondig bestudeert.
Vindt hij verschillende ontwerpen goed toegelicht, in
bekroonde prijsvragen, dan kan hij eene keuze doen en bet
ontwerp waarmede hij zich kan vereenigen, met vrucht in
de kamers verdedigen. Het voorwerk is dan reeds gedaan.
De commissie van beoordeeling kon getrokken worden uit
alle afdeelingen der 2e kamer, en een rapport voegen bij
hun oordeel. Een soort voorloopig verslag was er dan reeds.
De kabinets-crisis geeft nog dagelijks aan de bladen van
allerlei kleur stof tot ellenlange artikelen, die evenwel niet
veel tot de oplossing zullen bijdragen. Er schijnt niet veel
animo te zijn, met de thans bestaande kamers als minister
op te treden.
In den 5den staatkundigen brief van mr. S. v. Houten
een geschrift dat wij onzen lezers ten zeerste ter lezing
kunnen aanbevelen, komt deze scherpzinnige staatsman tot
de volgende conclusie
Vraagt men mij nu ten slotte van welke groep herstel
van een regelmatigen toestand kan worden verwacht, dan
is van zelf het antwoordvan de minst door niet voor
vervulling vatbare beloften gecompromitteerde oud-liberale
groep. En wel door terugkeer in daden tot de van ouds
beproefde liberale politiek. Daarvoor behoeft zij zich slechts
krachtdadig te doen gelden, gelijk Tydeman is begonnen
te doen door zijn rede, waarin hij het tafellaken tusschen
hem en het ministerie doorsneed, nu het door zijn voorstel
tot grondwetsherziening genoeg de deksels zijner schotels
had opgelicht om den onsmakelijken inhoud te doen kennen.
Dat woord heeft nog meer beteekenis bij de hangende
crisis, dan de afstemming van de begrooting van oorlog.
In de North-American Review van
Buitenlandscli November 11. komt een zeer belangrijk
overzicht. artikel voor van Hugh H. Lusk, advo-
kaat en lid van de volksvertegenwoor
diging in Australië, over het ware gele gevaar. Zooals wij
reeds in een onzer vorige nummers opmerkten is van Japan
vooreerst niet veel te vreezen, omdat dit land genoeg te
doen heeft in Formosa, Korea en Mandsjoerije, en daarheen
hare overbevolking kan zenden. Dit nu is de schrijver
bovengenoemd geheel met ons eens, hij wijst evenwel op
het groote chineesche gevaar. In China is nu reeds over
bevolking, dringt de beschaving verder door, dan is uit
wijking op groote schaal een noodwendigheid, want thans
leven er in China 500 millioen menschen en 300 millioen
kunnen er maar wonen als zij andere eischen gaan stellen, en
niet zooals thans geschiedt, saamgepakt blijven in de ongun
stigste omstandigheden. Begint die beweging dan is hij niet te
stuiten en zullen na Borneo, Celebes, N. Guinea en het
australische vasteland spoedig aan de beurt komen, alwaar
op gebeime wijze vele chineezen, vooral in het noorden,
zich reeds hebben gevestigd. In het zuiden in Sidney en
Melbourne zijn geheele chineesche wijken en zal het de
arbeiderspartij onmogelijk wezen die intelligente, zuinige en
werkzame menschen buiten het land te houden. Voor onze
koloniën geen aangenaam vooruitzicht, maar deze invasie
tegenhouden zal wel onmogelijk blijken te zijn, China door
zoovele rassen bewoond, die eikaars taal niet verstaan en
geheel andere gewoonten hebben, maar een zijn in hun
haat tegen vreemdelingen, zal niet alleen voor Indië maar
ook voor Europa een groot gevaar opleveren als het denkbeeld
bij de chineezen post vat, dat zij een geregeld gemoderniseerd
leger moeten hebben. Europa met zijn verschillende op elkaar
naijverige staten heeit, vreezen wij, dan niet genoeg kracht
de nieuwe invasie van mongolen tegen te houden, die nu
niet meer halve wilden maar knappe koop- en handwerks
lieden zijn, welke tot nu toe het voeren van oorlog en het
zijn van soldaat met minachting beschouwden. Door den
nood gedwongen en voorgelicht door den japanner zullen
zij hun vooroordeel tegen den militairen stand wel laten
varen, en hun uittocht beginnen. Rusland kan nog zooals
wij vroeger reeds bemerkten, een tijd lang een stootkussen
voor Europa zijn, maar de vulling van dit kussen is er uit,
en China zal Zuid-Siberië en de zuidelijke provinciën als weg
naar Europa kiezen, alles neertrappende wat in den weg staat.
De ontwikkelde chineezen beginnen meer en meer genoeg
te krijgen van de beschaving der europeanen, die aan hen
hun geloof willen ontnemen, en het opiumgebruik hebben
bevorderd (een der volkskankers van China). De chineezen ver
geten niet den opiumoorlog, waardoor Engeland ten bate van
zijn engelsch-indisch bezit, China dwong om opium te laten
invoeren De boxers-opstand ligt nog versch in het ge
heugen thans is de chineesche regeering weder begonnen
om alle opiumgebruik bij hoog en laagstaanden te verbieden,
en zijn er zelfs geraffineerde straffen bedreigd om onwilligen
en nalatigen te treffen. Vroeger zou Engeland een casus
belli, een reden om oorlog te beginnen in dit verbod
hebben gezocht, thans evenwel valt met China niet meer
te spotten en zou de verbittering der chineezen allicht
tot daden overslaan. Wie thans in China de drijvende kracht
is, valt moeilijk na te gaan. Decreten en bevelen komen
dan eens van de keizerin-moeder (een zeer begaafde schran
dere vrouw), dan weer van haar kleinzoon, de tegenwoordige
keizer, die als men de berichten gelooven mag niet veel
heeft in te brengen.
Of het chineesche gevaar nog een tijd zal bezworen kun
nen worden hangt af van Japan, dat naar de berichten uit
Mandsjoerije luiden, den chineezen in den aanleg van spoor
wegen wel wat veel den voet dwars zet, en ergerlijk den
baas speelt over zijn geele broeders; eerst werd Japan na
tuurlijk met open armen ontvangen omdat het China van
Rusland afhielp, maar thans maakt Japan geen aanstalten
om zooals het beloofd heeft Mandsjoerije te ontruimen,
maar blijft er kalm organiseeren, en denkt niet om heen
te gaan. China zou op deze manier van meester verwis
seld hebben. Dit feit kan dus in het vervolg nog wd tot een
botsing tusschen China en Japan leiden. China heeft 12
maal meer inwoners dan Japandit wordt veelal vergeten.
Verder is er in China een partij die aan de Mandsjoes-
regeering een eind wil maken, en de vroegere oude chineezen-
dynastie wil herstellen. Het dragen van staarten kwam in
zwang te gelijk met het optreden der Mandsjoes-dynastie
de staart gold als t.eeken dat de Mandsjoes bij uitnemend
heid een ruitervolk waren.
Om de oud-chineesche dynastie met het Mandsjoes-regime
te verzoenen heeft de keizerin-weduwe verschillende decreten
uitgevaardigd waarin voor de heerschende klasse der manda
rijnen, het dragen van een staart niet meer is voorgeschreven.
Het volk zal wel spoedig hun voorbeeld volgen. De keizerin
voelt dat zij de bakens moet verzetten.
De Duitsche regeering heeft reeds een harer belasting-
ontwerpen bij den bondsraad ingediend en wel het ontwerp dei-
belasting op sigaren en bewerkte tabak. Uit directe belas
tingen is niets meer te halen, deze brachten dertig jaar
geleden 235 millioen op en nu 1187 millioen mark. De liberale
persorganen in Duitschland hopen dat deze belastingen niet
zullen ingevoerd worden, zij zeggen evenwel niet van waar dan
de gelden moeten komen voor leger, vloot en allerlei sociale
hervormingen, die reeds lang op het regeerings-programma
staan.
Keizer Wilhelm heeft zich in Engeland in een afterdinner
speech uitgelaten ten voordeele van den vrijhandel; hij betreurde
het dat, de omstandigheden in aanmerking genomen, deze niet
in Duitschland kon ingevoerd worden. Zou dit misschien
wijzen op een komende verandering in de handelspolitiek 1
Wij voor ons gelooven het niet, wel he. ft het vernemen van
deze vrijhandelsuitingen onder de agrariërs en conservatieven
groote beweging veroorzaakt, en dezen zullen wel hun
uiterste best doen om aan de regeering te beduiden dat, wordt
in een anderen koers gestuurd, het met den vrede uit is
tusschen agrariërs en de regeering. De groot-industrie is