MET PENSION- EN WONINGGIDS
Nieuwsblad
voor a
AERDENHOUT -
BLOEMENDAAL
- OVERVEEN -
VOGELENZANG
en omliggende
gemeenten
II
2® jaargang
ZATERDAG, 30 MEI 1908
No. 22
Het Bloemendoobch (deekblad
Prijs per
halfjaar f 1.25
bij vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer f 0.10
Dit nieuwsblad verschijnt wekelijks ondor redactie van Mr. P. TIDEMAN te Bloemendaal
bij den uitgever J. A. BOOM te Haarlem. -:-
Advertentiën
10 cents per
regel
bij herhaalde
plaatsing
korting.
Mededeelingen van allerlei aard aan de redactie schriftelijk:
Bloemendaalsche weg 227.
n
ll
w
Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende
Klein Heiligland 5, Haarlem. Telefoon 457.
Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht.
y dit nummer behoort een Bijvoegsel.
0 u d-J apansche en Uhineesche kunst.
Na de nuttigheidsperiode in de sociale praktijk en de
narmede verbandhoudende effenheid van onzen huizen- en
jeubelbouw is overal een streven merkbaar, de schoonheid
veder ingang te doen vinden in de samenleving. Wat willen
ij daarmede? Wat is de schoonheid Zij is de directe
mraking met het goddelijke door de zinnen. Schoon immers
alles wat onzen geest betoovert, dus in aanraking brengt
net den al-geest en de al-geest is God. Het is niet waar
vat Frans Brens zegt dat de katholieke kerk daarom de kunst
liet voeden kan, omdat de kunst de menschelijke hartstochten
uitbeeldt, en de kerk de hartstochtelooze deugdzaamheid wil,
neen, de kunst, dat is het handwerk der schoonheid, is overal,
waar de zinnen, verrukt door de gelijktijdige aanraking van
geest en van werkelijkheid zoo krachtig gevoelen, dat het aan
hen verbonden dadenzwangere lichaam de geestelijke ontroering
der zinnen vastlegt in een blijvenden vorm, opdat ook
anderen zouden worden ontroerd, opdat alom als uit
de poriën der stof de krachten des geestes naar buiten zouden
werken tot allen die gelijk aan de kunstenaars zeiven èn
geest èn stof zjjn, tot al hunne medemenscben, tijdgenooten
of nakomelingen, die zich voor versteening of verdierlijking
hebben weten te bewaren, tot allen die hunne zinnen heb
ben weten te houden als open deuren en vensters gekeerd
naar de oneindigheid, De drang naar schoonheid is een drang
tot geestelijk leven, het is eene uiting van het leven van
den Algeest zeiven die zich verwezenlijken wil in de stof. Zoo
is een volk, dat een eigen kunst heeft een heilig volkieder
volk met eigen kunst toont zijne heiligheid op eigenaardige
wijze, en in zijn meest volmaakte kunst toont het zijne
beste karaktertrekken het volledigst, en ook in de soort van
kunst die het volledigst is en de beste is welke een volk
of beter gezegd een ras voortbrengt toont dat volk, dat
ras welke deugden het heeft als geheel. Het meest ont
wikkeld zal dan het volk zijn welks kunst het meest
tot allen komt, doordat die kunst alle voorwerpen van het
dagelijksch leven met zijne schoonheidscheppende macht maakt
tot openbaringen des geestes. Voor wie met aandacht de ten
toonstelling beziet van de heeren Geissler en Kleemann uit
Hamburg schijnen er geen volken en geen ras te zijn
geweest die het hierin verder hebben gebracht dan de
Japanners en Ohineezen. Welk een adel, welk een aristocratie
in den meest vreugdevollen en verheven zin van het woord 1
Hoe plat, hoe geesteloos, hoe leeg en leelijk is ons dagelijksch
leven, hoe weinig teer, hoe weinig nobel schijnen de pogin
gen onzer westersche gebruikskunst tot vulling dier leegte,
bij vergelijking met den rijkdom der voorwerpen van dage
lijksch gebruik van kleeding en wandversiering die ons hier
wordt getoond.Waarlijk,wij moeten onze westersche beschaving
nog pas beginnen, zij kent de ontwikkeling van kracht,
van snelheid, van veelheid, van schijn rijkdom, maar zij
mist de dagelijksche aanraking met de schoonheid. Dat ge
mis reeds door zoovele fijngevoelige naturen zoo smar
telijk gevoeld, laten wij het aanvullen, ieder naar zijn
vermogen, ieder ook tot verheffing van zijne omgeving
door uit deze unieke verzameling (voor de echtheid
van welker herkomst en oudheid een deskundige als de
directeur van Leiden's ethnografiscb museum, dr. Schmeltz,
dien wij het genoegen hadden er te ontmoeten, u instaat)
al is het maar één voorwerp aan te koopen, ook opdat
zooveel mogelijk van deze soort schoonheid blijve in ons
daaraan zoo arme land.
In het bijzonder zij aan de inwoners onzer gemeente
waaronder immers zoovelen zijn, die tot veredeling van
hun leven meer kunnen doen dan anderen, een bezoek warm
aanbevolen.
Deze tentoonstelling is nog eenigen tijd, vermoedelijk tot
15 Juni e.k geopend in de rotonde van het museum van
Kunstniiverheid te Haarlem. De prijzen der voorwerpen,
waarv aan elk ernstig bezoeker een volledige catalogus
erschaft, loopen van 6 tot 3000 mark (behoudens
errecht).
loudfc het er altijd voor, dat de geaffecteerde de voortrette-
1 M die hij vertoont, niet bezit.
Ambtelijke
mededeelingen.
b.
d.
f-
9
h
burgemeester en Wethouders der gemeente
Bloemendaal maken bekend, dat het onder
zoek van de in deze gemeente gevestigde
verlofgangers der militie te land zal worden
gehouden te Haarlem op den Doelen op
Donderdag, den 4en Juni aanstaande, des voormiddags te 9 uren.
Aan het onderzoek behoeft niet te worden deelgenomen door
lien, die in het genot zijn van tijdelijk verlof en voorts niet door
a. de verlofgangers, aan wie vergunning is verleend tot uit
oefening van de zeevaart of de zeevisscherij buitenslands
of toestemming tot verblijf in het buitenland, en aan wie
hetzij gelijktijdig met die vergunning of toestemming, hetzij
in verband daarmede later afzonderlijk, vrijstelling van het
onderzoek is verleend, dan wel is toegestaan dat onderzoek
in de maand November of December van het loopende
jaar te ondergaan;
de verlofgangers, aan wie ter zake van de uitoefening van
hun beroep of bedrijf dan Wel wegens andere bijzondere
omstandigheden vergunning is verleend het onderzoek in
een der hiervoren onder a genoemde maanden te ondergaan
de verlofgangers, die in het loopende jaar, vóór den dag hier
boven als dag van onderzoek aangegeven, uit anderen hoofde
dan voor straf onder de wapénen zijn geweest;
de verlofgangers, die bestemd zijn om in het loopende jaar
voor herhalingsoefeningen onder de wapenen te komen
de verlofgangers, die bestemd zijn om met 1 Augustus van het
loopende jaar eenen verlengden militiedienst bij de landweer
te volbrengen
de verlofgangers, die in het genot zijn van ontheffing van
den werkelijken dienst, of van uitstel van eersteoefening;
de adspirant-militie-officieren j en
de verlofgangers van de exploitatie-compagnie der spoorweg-
afdeeling van het regiment genietroepen.
Voorts wordt de aandacht gevestigd op de volgende
w e ts b e p r 1 i vrge n.
dat de verlofganger bij dit onderzoek moet verschijnen in uniform
gekleed, en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken, hem
bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje
en van zijn verlofpas;
dat een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in de
naastbij gelegen provoost of hét naastbij zijnde huis van
bewaring, door den militiecominissaris kan worden opgelegd
aan den verlofganger
1°. die zonder geldige reden niet bij het onderzoek verschijnt;
2". die. daarbij verschenen zijnde, zonder geldige reden niet
voorzien is van de hiervoren vermelde voorwerpen;
3\ wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het onderzoek niet
in voldoenden staat worden bevonden
4". dip kleeding- of uitrustingstuk ten, aan een ander behooreude,
als de zijne vertoont;
dat, onverminderd de hiervoren genoemde straf van twee tot
zes dagen arrest, de verlofganger, die zich schuldig maakt
aan een der feiten daarbij onder 1° tot 4°. genoemd, wordt
opgeroepen ou op een nader te bepalen tijd en plaats voor
den militiecommissaris te verschijnen tot het ondergaan van
een nader onderzoek
dat de manschappen der militie te land worden geacht onder
de wapenen te zijn niet alleen gedurende den tijd, dien het
onderzoek duurt, maar in het algemeen, wanneer zij in uniform
zijn gekleed, zoodat zij. die ongeregeldheden plegen of zich aan
strafbare feiten schuldig maken, hetzij bij het gaan naar de
plaats voor het onderzoek bestemd, hetzij gedurende het onderzoek
of bij het naar huis keeren, te dier zake zullen worden gestraft
volgens het Crimineel Wetboek enj het reglement van krijgs
tucht voor het krijgsvolk te lande.
De verlofganger, die bij herhaling kleeding- of uitrustingstukken,
aan een ander behoorende, als de zijne vertoont, wordt in werkelijken
dienst geroepen en daarin gedurende, ten hoogste drie maanden gehouden-
De duur van dezen dienst wordt door den minister va.n oorlog bepaald.
De verlofganger, die niet voldoet aan eene oproeping tot werkelijken
dienst, wordt, na daartoe vereischle lastgeving van den minister van
oorlog, als deserteur afgevoerd en behandeld.
Nog worden de verlofgangers opmerkzaam gemaakt, dat het
niet ontvangen eener bijzondere kennisgeving hen niet ontheft
van hunne verplichting tot deelneming aan het onderzoek, maar
dat deze openbare kennisgeving eenig en alleen als bewijs geldt,
dat de verlofganger behoorlijk is opgeroepen.
Ingeval ziekte of gebreken de opkomst mochten verhinderen,
moet daarvan blijken door overlegging van eene gezegelde en
gelegaliseerde geneeskundige verklaring. Geldt het verlofgangers,
aan wie wegens onvermogen eene ongezegelde verklaring is af
gegeven. dan kan deze aldus, ter verzending aan wien behoort,
ter gemeentesecretarie worden ingeleverd. Betreft het verlof
gangers, aan wie, in verband met een vorig onderzoek als hier
bedoeld, door denzelfden geneeskundige reeds eene verklaring is
uitgereikt, dan kan ook voor niet-onvermogenden met eene
ongezegelde en niet-gelegaliseerde verklaring worden volstaan.
Aan den verlofganger kan op zijn daartoe aan den militiecommis-
saris van zijn district te richten en met redenen omkleed verzoek worden
vergund, liet onderzoek in eene andere gemeente des rijks te ondergaan.
Maakt een verlofganger aan wien eene zoodanige vergunning is ver
leend, daarvan geen gebruik, dan wordt deze geacht niet te zijn verleend
Bloemendaal, den 16 Mei 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
A. J. van der Flier. A. Bas Backer.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Bloemendaal bren
gen belanghebbenden in herinnering, dat alle vorderingen ten
laste van het rijk, de provincie en de gemeente, over het dienstjaar
1907 vóór of op den laatsten Juni aanstaande, bij de besturen en de
ambtenaren, die het aangaat moeten zijn ingediend. Alle op dien
termijn niet-ingediende vorderingen, worden voor verjaard en vernietigd
gehouden.
Voorts worden belanghebbenden verzocht niet den uitersten
termijn af te wachten, maar de indiening der bewijsstukken
zooveel mogelijk te bespoedigen.
Bloemendaal, den 27 Mei 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
A. J van der Flier. N. Rolwens 1. B
Men is gewoonlijk lauw voor aftredenden.
Artsen en
Dr. Bakker, Bloemendaalscheweg, van
1 2 uur behalve Zon- en Feest-
spreekuren. dagen
H. L. van Beusekom, Zomerzorgerlaan. Dagelijks van
89 uur en 12 uur.
J. Th. Born water, Overveenscheweg, van 12 uur, behalve
's Zondags.
S. H. Brongersma, Kleverlaan hoek Korte Kleverlaan,
van 12 uur, behalve Zon- en Feestdagen.
W. C. J. Verhulst, Noorderstationsweg. Dageljjks van
12 1 uur.
Het is een groote overwinning zich meester te maken van de
harten.
De Tweede Kaïner houdt zich sinds
Binnenlaildscll eenigen tijd ijverig bezig met de be-
overziellt. spreking van het al of niet wensehe-
lijke van staatsexploitatie der spoor
wegen. De heeren D. Bos, Mr. Treub c.s. zijn vóór die
exploitatie, de anli-revolutionnaire partij bij monde van den
heer de Waal Malefijt er thans tegen, terwijl de katholieken in
principe er wel voor zijn maar het tijdstip om dien stap te
doen niet gelukkig gekozen achten, omdat nog niet genoeg
gegevens verzameld zijn. De aandacht der Kamer, en vooral
van het volk achter de kiezers is op deze belangrijke kwestie
thans op nieuw gevestigd, en de regeering zal haar nut
uit deze discussies kunnen trekken, te meer daar van de
zaak geen partijkwestie wordt gemaakt, daar er aan de
linkerzijde velen zijn, die wel de noodzakelijkheid om tot
staatsexploitatie te komen inzien, maar, o.a. de heeren Plate,
Tydeman, en anderen, de aanneming der motie-Bos niet
raadzaam achten, omdat ook volgens deze leden er nog
niet genoeg licht over deze zaak heeft geschenen. De
socialisten zijn natuurlijk voorstanders van staatsexploitatie,
en zien daarin het begin van de staatsexploitatie van allerlei
bedrijven. De resultaten in andere landen, bijv. in België
en Duitschland, zijn niet zoo schitterend dat daardoor groote
geestdrift kan gewekt worden, om dezen zoo veelomvattenden
maatregel in te voeren. Dit feit zal velen huiverig maken
om den grooten sprong te wagen.
Ons land is gJukkig bewaard gebleven van ,d,e on
heilen, die hagelslag, sneeuwstormen enz. in België, Duitsch
land, Zwitserland en Frankrijk hebben aangericht Vooral
voor onze tuinbouw en bloembollenstreken ware een hagel-
of liever ijsregen, zooals ïn België heeft gewoed, allernood-
lottigst geweest. Hagelsteenen als kippeneieren hebben in
dit laatste land, vooral in de omstreken van Gent, onnoeme
lijke schade teweeg gebracht.
Alom in ons land laten de vacantiekolonies weder
van zich hooren en wordt hoe langer hoe meer belangstel
ling in deze zoo nuttige zaak betoond. Jammer dat de
gelden niet zoo ruim toestroomen dat aan alle aanvragen
kan worden voldaan. Zij, die de bleeke, arme kinderen uit
onze steden hebben zien vertrekken, en toevallig getuige
waren van hunne terugkomst, zullen moeten toegeven dat
zelden geld beter besteed wordt dan het geld gegeven voor
vacantiekolonies. Deze wijze van philanthropie uitoefenen
(uit het buitenland hierheen overgewaaid) vindt meer en
meer voorstanders, en wij kunnen niet anders dan de
pogingen toejuichen van al diegenen die hun tijd en geld
voor dit nuttige doel beschikbaar stellen. Het vertoeven in
gezonde lucht en het genieten in de natuur kan niet anders
dan heilzaam werken op het gemoed van het kind, een
gemoed dat steeds ontvankelijk is voor alle indrukken zoo
wel goede als slechte.
Het blijft een droevig feit te moeten constateeren dat
het met de criminaliteit in ons land nog steeds treurig
gesteld is en de overheid niet genoeg krachtige middelen
in handen heeft om preventief te werken, en te zorgen dat
er niet steeds recidivisten moesten berecht worden. Moet
in deze niet afschrikwekkend preventief te werk worden ge
gaan, door invoering van lijfstraffen. Andere landen die vroe
ger even als wij lijfstraffen hadden afgeschaft, zijn door den
nood gedwongen op dien weg teruggekeerd, en naar wij
vernemen met goed gevolg.
Onze koningin-weduwe is thans in het buitenland en
wordt vooral in Zweden met veel hartelijkheid en eerbied
ontvangen.
De internationale tentoonstelling van pbotogralische
kunst dezen zomer in Amsterdam te houden, zal, naar wij