jaargang ZATERDAG, 19 JUNI 1908 No. 25 Het Bjocmendagbdi BeeMM Tweede Blad. Rede van m r. Tydeman uit Breda, ingste staatkundige partij van beteekenis in ons land, d van vrije liberalen, heeft de vorige week Zaterdag er belangrijke bijeenkomst te Utrecht gehouden. Men nder Pers een hoofdartikel door de Nieuwe Courant vergadering gewijd. Daarin wordt hulde gebracht oud-minister mr. de Beaufort voor de door hem zond en ongezond conservatisme in de politiek ge rede. Wat in die rede gezegd is, geeft naar onze de denkbeelden weer van de gematigden van tijen en alle richtingen. Wij kunnen de lezing van e, in haar geheel opgenomen in het Handelsblad, flad van 14 Juni II. Ie blad, aan al onze lezers dan zeerste aanbevelen. Om hun een denkbeeld te geven beteekenis der nieuwe partij, een ontwikkeld lezer 5 hij deze richting niet toegedaan, daarvan toch op te moeten zijn, laten wij hieronder de openingsrede van den voorzitter, mr. M. Tydeman, lid van de Kamer voor Tiel, wonende te Breda. De cursiveeringen ons. t u welkom op de algemeene vergadering van onzen vierde bijeenkomst in de rij, is zij de eerste alge gadering, nadat onze statutaire organisatie, de van den bond, is voltooid. Met de vaststelling van •de gedeelte van ons beginselprogram, op 14 Sept. irige jaar, het program waarnaar art 1 onzer verwijst, een organisch doel derhalve zijn de :ende handelingen afgeloopen Heden mag ik u eerst begroeten in het door ons opgerichte, nu !t gebrachte huis. straks uit het verslag zal blijken, zijn wij aanstonds eweest op de versterking en de uitbreiding onzer a. Ik zal daarop niet vooruit loopen maar wil toch en, dat zooals wij steeds voorzien hebben instemming bij velen, zeer velen, niet ontbreekt, appen die wij deden en wij zijn daarmede pas begin bleek ons dat zeer velen van liberale bevredigd zijn door de in den laatsten tijd onder lag gevoerde politiek. 'getreden ministerie-De Meester gaf, vooral in de manden van zijn bestaan, blijkens zijne voorstellen wetsherziening, zijne gedragingen bij de voorbereiding stellen, reden tot de vrees dat het sterk onder den Ier vrijzinnig-democratische fractie was gekomen. el onze partij geenszins het kiesrechtvraagstuk tot bolleth maakt, of ooit heeft gemaakt, zoo moesten voorstellen, waarbij o.i. het geheele vertegenwoor- stelsel uit zijn verband werd gerukt, aan velen de enen voor het drijven naar eene richting, die men scht in te gaan. meerderen wenden zich af van het staatssocialistisch an den uitersten linkervleugel der vrijzinnigen, terwijl de afstand van dezen tot de sociaal democraten, visionisten meer en ineer in het kader der burgerlijke komen te staan en zich daar wel op hun gemak te voelen, hoe langer hoe kleiner wordt. ïoefte aan organisatie van hen, die gelooven in de an een staatsbeleid, waarin de eerste plaats gegeven n de zelfstandige, vrije ontwikkeling van het individu le bereiding van den daarvoor noodzakelijken cul- in, het liberale staatsbeleid, dat zich met en door .schappelijke evolutie steeds verjongt, die behoefte I toeneming door zeer velen gevoeld, hoon wij uit den aard der zaak, neen. liever aard van onze medestanders, niet zoo snel met isatie vorderen als wij zouden wenschen, schoon .'ij zijds te kampen hebben met den schroom van hen, a oude banden aan bestaande organisatiën zich ge- gevoelen, bij anderen stuiten op een gemis aan n het wezenlijk verschil van beginselen, dat ons li-idt ran de staatssocialistische richting, en die derhalve et oog hebben op de gevaren, die van kerkelijke igen, zoo mogen wij toch geenszins ontevreden X li Ti is een jonge partij, die der oud-liberalen, en elke jonge at moet bescheiden zijn in hare eischen. e:i voorrecht, is het hierbij te mogen wijzen op het feit, w'j in eon aantal hoogstaande, veelgelezen dagbladen rgaan de vertolking mogen terugvinden van de begin- '11 e wij hoog houden. Dit zoo teekenend feit is een us vijs it die beginselen in den boezem van het nederlandsche Ik weerklank vinden. Vanr er ik spreek van «hoogstaande dagbladen" en daaraan net lgemeen hulde breng, dan denk ik daarbjj in het j?< de aan één van die door mij bedoelde organen, dat dezer en aan een zoo smadelijken aanval van een fel ion tegenstander heeft blootgestaan. Het wil mij voor kfi. i ne heeren, dat de Nieuwe Courant, gedurende haar ;arig bestaan, de bewijzen heeft geleveid Van hare taak opene, onafhankelijke voorlichtster van de open- rnr.eaing, ten volle te begrijpen en dat zij daarbjj, v ha beginselen onverbloemd, met kracht en zeldzaam i'idedigende haar recht! nimmer van den door n weg is afgeweken. Het wapen van verdacht- nn.i, i. tegenover zoodanig orgaan te hanteeren, deert ten !e gesmade, maar wel hem die dit wapen gebruikt. no. -o. applaus). Heeft onze bond, als orgaan eener politieke partij, de taak te zorgen, dat aan die beginselen der partij den invloed op het practische staatsleven verzekerd blij ve, wij staan bij de vervulling van die taak voor niet geringe moeilijkheden. Die moeilijkheden zijn grooter dan voor andere politieke groepen of partijen. Immers onze politiek is er niet eene, die de harten wint, de gemoederen opent, door het vooruitzicht van eene snelle genezing van alle of vele maatschappelijke kwalen met spoedcertificaat. Wij mogen naar ons begingel van zelfwerkzaamheid van het individu, slechts langzamer, zij het grondiger, herstel beoogengrooter inspanning van den staatsburger wordt daarbij vereischt, waar minder steun van de wet en uit de staatskas wordt toegereikt. Men werpt ons voor de voeten, dat wij slechts «schoor voetend" den wetgever in beweging willen brengen, om het maatschappelijk leven te kneden en te vormenwij rekenen dit schoorvoetend" ons als een eeretitel Prediken anderen de gelijkheid Van alle mensehen of de naderende gelijkheid als een recht, wij achten de ongelijkheid (een onvermijdelijkheid) geen kwaad, voor zoover niet uit onrecht voortgekomen, maar onafscheidelijk van de door ons bovenal hooggehouden vrijheid. Waar wij den staat willen werkzaam zien tot verzekering van het recht, de onpartijdige behartiging van aller belan gen, niet als specialen beschermer van een groep van be- zittenden, evenmin willen zien worden een arbeidersst.aat, daar moeten wij op de bres staan, wanneer het evenwicht dreigt verbroken te worden, en waar anderen niet schroomen drommen van ambtenaren en beambten te kweeken, «spoor wegkiezers" en anderen, die de goede werking onzer staats instellingen in gevaar brengen, dan zijn wij verplicht de eischen eener democratie in de vlegeljaren af te wijzen. Willen wij eindelijk geen invloed van eenig kerkgezag of van kerkelijke overheid zich beroepende op kerkelijke leerstellingen op staatsbestuur of wetgeving dulden, dan stelt men het voor alsof wij den godsdienst bestrijden 1 Moeilijkheden genoeg! Inderdaad wij kunnen onze propa ganda niet laten drijven op stroomingen van het instinct wij moeten wel een beroep doen op de reflectie, slechts op het verstand der menschen 1 (Excusez du peul zou men kunnen zeggen.) En van deze, uit propagandistisch oogpunt beziene on gunstige positie wordt door onze tegenstanders een ijverig gebruik gemaakt. Geene middelen worden ontzien verdacht making wordt niet versmaadwij strijden immers vóór de bezitters en tegen den godsdienst Nog dezer dagen las ik in een orgaan der radicale par tijen, waar aangedrongen werd op eene nieuwe partij-groe peering, van progressieven tegenover conservatieven, dat die rechtergroep van zoogenaamde conservatieven dan zoude om vatten «alle schakeeringen van hen die vreezen voor den ontwikkelingsgang onzer maatschappelijke verhoudingen, voor het verlies van geld en gezag, van wie dit nu nog vast houden". Zóó worden wij te boek gesteld Ware dit juist M. H. men zou recht hebben onze partij als ten doode opgeschreven te beschouwen. En mocht ik kunnen vermoeden, dat in werkelijkheid onze Bond bestond uit mannen en vrouwen die den ontwikkelingsgang onzer maatschappelijke verhoudingen vreezen gij zoudt mij niet lang meer bereid vinden een plaats in het Bestuur van den Bond in te nemen. Neen onze Bond heeft tot opgave alle vrijzinnigen die zich niet met het radicale drijven naar re- glementeeriug der maatschappelijke verhoudingen kunnen ver eenigen, waarvan velen zich uit louter vrees aansluiten bij gematigde kerkelijke fracties, zonder zich rekenschap te geven van de consequenties daarvan te overtuigen, dat wij den gewenschten ontwikkelingsgang langs andere wegen, en met geneesmiddelen, die onze maag niet van streek brengen, willen trachten te bevorderen. Daarvoor hebben wij in 1905 positie genomen Wij heb ben toen ons zelfstandig standpunt ingenomen, onze gedrags lijn aanvankelijk bepaald. Ons «manifest" was daarvan de openbaring. Spreekt bet nu wel van zelf, dat er bijna geen vraagpunt van het praetisch Staatsbeleid is, waarvan de oplossing niet door die algemeene beginselen onzer partij beheerscht of beïnvloed wordt, inzonderheid is dit het geval met-het groote vraagstuk waarvoor deze tijd ons plaatst. Het groote probleem waarvoor de Staatsman van dezen tijd zich geplaatst ziet, is de voorziening in de sociale nooden. Onze tijd kenmerkt zich door het alom levendig geworden besef, dat er veel aan den socialen toestand ontbreekt. Het gevoel van die misstanden, de behoefte daarin verbetering te brengen, is doorgedrongen. Wat mag, wat moet de staat, de overheid daarvoor doen Dat het een moeilijk probleem is, wordt wel bewezen door de moeizame pogingen die in de verschillende landen ter ver betering worden aangewend, of eigenlijk veelal nog slechts voorgeslagen, door de weinige eenstemmigheid daarbij, of eindelijk de nasleep van bedenkelijke gevolgen waar er maatre gelen genomen zijn. Zoo ook ten onzent Sedert een twintigtal jaren staat «sociale wetgeving" op het program der politieke partijen. Ik zal niet beweren, dat er nog niets is tot standgekomenhet zou zijn een misken ning der feiten. Maar evenzeer ware het eene miskenning der feiten, indien men op de vraag óf men er is, neen, of men weet hoe en waar men komen zal, een bevestigend ant woord gaf. Het is vooral op dit gebied, dat wij onze aandacht heb ben te vestigen, onze krachten hebben in te spannen. Is het onze roeping daarbij eenerzijds critiek uit te oefenen op pogingen, stappen in eene verkeerde richting, voort spruitende uit een o. i. verkeerd begrepen beleid, het be leid dat gebruik maakt van geneesmiddelen, die erger zijn dan de kwaal, óf, dat om het ei, de kip gaat slachten, niet bedenkende, dat indien men de onderneming doodt er in het geheel geen werkloon meer wordt uitbetaald een beleid dat hoogstens als wegbereider voor de socialistische dwangpro ductie kan aanbevolen wordencritiek op een te ver gedreven staatsinmenging, die het gevoel van verantwoorde lijkheid en den natuurlijken wensch naar zelfbepaling van ieder vrij mensch verstikt anderzijds: wij mogen het daarbij niet laten, maar wij moeten mede helpen opbouwen. Wij zullen daarbij misschien een afwijkend standpunt in nemen; wij zullen daarbij het «festina lente" in het oog Nieuwste richting van dr. Kuyper. (Red. Bi. W.) willen houden. indachtig aan het vele kwaad dat de spoed- methode der radicalen op bijna elk gebied reeds heeft gebrouwen, men zal ons daarbij op de bekende wijzen verdacht trach ten te maken, van onwil beschuldigen, toch zullen wij ons van den naar beste weten gekozen weg niet mogen laten afdringen. Noodig is dat aan het vraagstuk gearbeid worde, geen arbeid met bestelwerk, maar door zelfstandig onderzoek. Wie zou b v. niet wenschen, dat wij ons van h<jt dwang verzekeringsstelsel konden losmaken en dat wij een stelsel van voorzieningen konden scheppen, waarin de staat steunend, opheffend, prikkelend zou ingrijpen, vrijwillige voorzieningen zouden stimuleeren, van de duurzame en gezonde verbetering van den socialen toestand uit een vrij en krachtig vereenigingsleven der arbeiders te zien opbloeien. (Applaus). Hoe veel verkieslijker zou het zijn, indien men ook van Nederland zou kunnen getuigen, zooals dezer dagen in een referaat over de wettelijke regeling van den 10-urigen werkdag van Engeland werd gezegd, dat daar veel door de vakorgani satie is bereikt en men kan steunen op de kracht der vak beweging. De spreker scheen dit echter te betreuren, alleen hij voegde er aan toe, dat de drang naar wettelijke regeling in andere landen, waar de werkliedenvereenigingen niet zooveel kracht ontwikkelen, veel geringer is! En hij scheen daaraan de voorkeur te geven. Wij zullen u straks een voorstel doen, voortgekomen uit den wensch, het pad voor de sociale voorzieningen te effenen. Wij bepalen ons tot datgene wat het naaste ligt, het groote struikelblok, voor voortgezetten arbeid, de ongevallenverzeke ring en de organisatie der rijksverzekeringsbank. Wil men voor on= land praetisch mede doen op dit gebied, dan zal men zich allereerst daarmede hebben bezig te houden. Veel werk staat ons te wachten, maar eerste vereischte is, dat wij onze organisatie versterken. Onze positie is een geïsoleerde: het zou dwaas zijn dit te ontkennen. Vriendelijk is men niet voor ons. Noch van rechts, noch van links. De Standaard heeft ons al herhaaldelijk ten doode opgeschreven tegen mogelijke samenwerking met ons wordt gewaarschuwd«als de coalitie met hun hulp de overwinning moet behalen is ze weg." En van links luidt het niet minder onheilspellend. In een orgaan van de ons meest nabijstaande fractie wordt in overweging gegeven, dat het tijd wordt ons «de tanden te laten zien." Ja, M.H zoover gaat men, dat men onlangs in het Kamerdebat den levens redder van het eigen kabinet van die zijde met spot heeft overladen. Het isolement heeft evenwel met nadeelen ook voordeelen, de voordeelen van, als jongste partij, zelfstandig onzen weg te kunnen bepalen. Over de politieke constellatie en over tactiek zal ik nu niet spreken. De tijd is er niet naar. Het ministerie-Heems kerk is gematigd opgetreden, de afgelegde zeer gematigde regeeringsverklaring was geheel in overeenstemming met de situatie. Maar het was ook geen troonrede, zooals dezer dagen is opgemerkt. En dat het overigens gist en kookt in den politieken brouwketel der kerkelijke coalitie, kan men dagelijks ervaren. Wij hebben dus wellicht te eeniger tijd verrassingen te wachten. Des te meer reden, om een afwachtende houding aan te nemen. Veel zal in de naaste toekomst afhangen van de onderwerpen, die ter behandeling worden voorgelegd. Onze positie veroorlooft ons een zakelijk program te steunen en wij kunnen gemakkelijker dan anderen ook uit de hand van deze regeering hervormingen, die in onze lijn liggen, aanvaarden. H. M. Ik eindig met een tweetal wenschen: laten allen, die zich bij ons aansluiten, zich goed rekenschap geven van de beginselen, die ons leiden. Willen wij krachtig zijn, dan moeten onze vrienden en geestverwanten zich doordringen van het ideëele van onze politiek. Ook het gematigd-zijn behoort daartoe maar men kan gloeien voor zijn eigen gematigdheid. En voorts: laat ons elkaar steunen met woord en daad in den strijd tegen zoovelen, vóór het belang zooals wij dat begrijpen van het vaderland en van het nederlandsche volk (Applaus). Het geloof, dat wy burgers zijn van een geestelijk rijk is de prik kel tot al ons onderzoeken en denken, de band tusschen poëzie en werkelijkheid (Goethe). - Een der schoonste oorden van Kenne- Oemen aa merland is het dorp Bloemendaal met a S WOOnp aa S. omst,.eRen. Gelegen aan den voet der hol- landsche duinen bestaat er een afwisseling als elders niet te vinden is. Binnen het uur is men op zijn kantoor te Am sterdam of in de Zaanstreek, in een half uur per electrische tram te Zandvoorttal van korte of 'langere wandelingen heeft men in een streek, waar hoog en laag in elkaar over gaan, woningen en villa's zijn er te kust en te keur, ge bouwd op de hooge binnenduinen en voorzien van alle moderne gemakken. Is het te verwonderen, dat Bloemendaal met zijn omstreken een oord werd, dat in trek is 1 Beklim het Wilhelminaduin, wandel langs het Kopje en gij hebt een panorama voor u, zóó mooi, als gij in het buitenland vergeefs zoekt! Daar een totaalindruk van hooge bergen, doorsneden met meer of minder diepe dalen, be groeid met laag geboomtehier boeit het gezicht der on eindige zee ude dartele, golvende duinen maken u los van uw overpeinzing en, u omwendende, lachen de hollandsche weiden u tegen, slingert het Spaarne zijn zilveren band door het groene tapijt, wuiven de hooge en lage boomen op de binnenduinen u toe, trachten do schoorsteenpijpen van Amsterdam, de molens van de Zaanstreek uw aandacht te trekken en alles brengt u in de stemming van gelukkig mensch, die al dat schoons aanschouwt. De morgen- en middagtreinen en electrische trams kun nen u doen zien het aantal der menschen, die hun kantoren in Haarlem, Amsterdam of de Zaanstreek bezoeken en nog tijd genoeg overhouden om buiten in hun gezin een gezelligen namiddag en avond en een prettigen Zondag door te brengen. Alles werkt er toe mee om Bloemendaal tot een gezocht oord te maken. Huizen en villa's voorzien van electrisch

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1908 | | pagina 7