russische voorstel tot slechting van het geschil met Bulgarije, in te gaan. Amerika. Het amerikaansche buis van afgevaardigden heeft het wetsvoorstel, waarbij de territoria Arizona en Nieuw-Mexico tot staten verheven worden, aangenomen. Arizona heeft een oppervlakte van 293,000 vierkante K.M. en een bevolking van 122,921 zielen. Nieuw-Mexico beslaat 319,000 vierkante kilometers en telt 195,310 in- De hoofdstad van Arizona is Phoenix, van Nieuw- Uc Santa Fé. ,\lel de verheffing van de twee territoria tot staten is br geheele continentale gebied op het district Columbia -r.gton) en Alaska na in staten ingedeeld. Van de 'i esche bezittingen heeft Hawaï de rechten van een Rrr or'um. ij de overeenkomst, die de gevolmachtigden van Vene- nl;'de Ver. Staten van N.-Amerika te Caracas hebben ekend wordt bepaald, dat de amerikaansche journa- Jaurett, die door Castro werd uitgezet, een schadeloos- lêli; r van 3000 dollars zal ontvangen. De Bermudez- - naatschappij ontvangt al haar eigendommen in de .-1i k terug, en verbindt zich daartegenover, aan de -g jaarlijks ten minste 20,000 doll, te betalen, in .au n, bij wijze van minnelijke schikking in de vervol de tegen haar ingesteld is wegens haar deelnemen i opstand van generaal Matos. President Castro had schappij uit dien hoofde evenals de Fransche Kabel- ippij doen veroordeelen tot betaling van 12,500,000 ■te. idere eischen der Ver. Staten zullen aan het Haag- f van Arbitrage worden voorgelegd, n ambtelijke statistiek meldt, dat eï in de laatste twaalf 7,720 landverhuizers uit Engeland in Canada zijn i; in 1908 kwamen er 120,182 Volgens het ambte- .crslag voorziet dat aantal voldoende in den veel ge- wensch van Canadeezen, dat er om begrijpelijke (als tegenwicht nl. tegen den grooten stroom land- ors uit de Vereenigde Staten) een behoorlijk aantal eland zou komen. -Afrika. Dr. Jameson heeft te Grahamstown de :en grondwet van Zuid-Afrika aangeprezen. De ver lig nam ten slotte met geestdrift en zonder tegen- i een besluit aan, waarin de grondwet werd aanvaard, neson bracht, volgens Reuter, een gloeiende hulde i esident Steyn's hoog gestemde en onbaatzuchtige hou- teze lof, komende van dien kant de kaapsche ndent van de Times sprak onlangs in gelijken geest opmerkelijker, aangezien president Steyn niet het voor- an andere Afrikaanders neeft gevolgd en zijn volk reekt van het buitengewone voorrecht nu tot het :e Rijk te mogen behooren. Er wordt dikwijls over geklaagd, dat den Hak onze tegenwoordige schooljeugd zoo veel den Tak. te leeren heeft, in de school en in huis, vaak ten koste van de nachtrust, met ig zelfs van den eenigen vrijen dag, den Zondag, voudiging van onderwijs," is daarom de lenze van iie het wèl meenen met onze jongens en meisjes. En vrienden van onze spes patriae moet allereerst ge worden Nap. de la Mar, als Nappie algemeen bekend, ïer daadwerkelijk zijn goede bedoeling en gezindheid le vaderlandsche jeugd heeft getoond, door een proeve knopte vaderlandsche geschiedenis samen te stellen, •ngetwijfeld bij al de leerlingen in den smaak zal vallen, ij de heele historie behandelt in nog geen 25 dicht en bovendien vrij vermakelijk mag heeten. Wij laten appie's handleiding volgen en geven stellig namens olieren, heeren leeraren en onderwijzers eerbiediglijk weging ze in hun leerplan op te nemen s blijkt uit oude familiepapieren, n wij at van de Batavieren, domeinen beschouwden ons als slaven; apten wij ze er uit en namen graven. 'dirken vooral waren kranige heeren, •yn de uitvinders van de Dirkjesperen. 'ioen een graaf z'n naam komt er minder op aan van 't Hollandsche huis niet op 't nachtslot had gedaan, Duvelen ze 's nachts aan den buitenkant n vielen de Noormannen in ons land. üa:i na kregen we ruzie met Spanje leiding van den Prins van Oranje zongen Wilhelmus van Nassauwen, k'n he ben dat tachtig jaar volgehouden. >mdat we na dien tijd zijn gaan suffen, •Dt we daarop nog altijd te bluffen. ééne hoofdstraat met huizen aan weerszijden. In het m der straat was een stuk weide, waarop tallooze ga rondwaggelden en kwaakten, en vlak voor de ,r een vijvertje met vrij helder water. Wij zetten er d de paarden tegen den avond in, daar hunne beenen bi di oefeningen het meest geleden hadden. Jij-.e kamer was 't pronkvertrek van den boer en lag m hoek met het gezicht op de dorpstraat aan de jde en op den tuin der herberg naar de andere zijde. V' j waren heel laat ingerukt, de oefening had bijzonder lang geduurd. Daar wij den nacht te voren onder den i/i jte.i hemel hadden doorgebracht en ik des morgens een .spannende officiers-patrouille gehad had, gevoelde ik me etje vermoeid. Ik trok dus mijne laarzen uit en ging de oude, harde canapé liggen, de binnenplaats beneden klonk het regelmatig ge- ui'-'S der roskammen naar omhoog, die Martin bij het i poetsen op de steenen sloeg, om het stof en vuil te verwijderen. 'rs was er volkomen stilte, geen windje zelfs, en men alle geluiden van het boerenerf: het doffe geloei uit estal en het ratelen met den ketting van den wacht- io Nu en dan kraakte er een traptrede als er iemand oote voeten opkwam. Toen was 't in mijn gehoor, Jartin op 't erf sprak. Altijd door hoorde ik zijne Hurende stem. Eerst dacht ik, dat hij een praatje hield yn rosmerrie Gorgette, daar hij zooveel van hield e vrouwelijke wezen, dat hij zelfs menigmaal kuste oorzooveel ik wist poetste hij Wallach, en met dozen Martin nooit een enkel woord. Het dier was niet heel 'lijk, een beetje grillig kortom, Martin mocht hem drie paarden het allerminst lijden. Plotseling scheen Verder leefden we in pais en vreê, Onder Willem Een en Willem Twee, Hadden onder Willem Drie Op z'n tijd overstrooming en epidemie, Handelden in kaas en margarine, En leven thans onder Koningin Wilhelmine. Dit is, mijne hoorders, in al haar glorie, De waarachtige vaderlandsche historie. Als de heer De la Mar zich nu ook eens zetten wil tot een bewerking in gelijken geest van de andere leervakken, dan maakt hij zich daardoor gewis verdienstelijker dan ooit iemand voor hem en wordt er zeker nog bij zijn leven een standbeeld voor hem opgericht door onderwijzers en leerlingen. Misschien zou het den heer Nappie dan gaan als inder tijd Rossini, den beroemden italiaanschen componist, toen men hem kwam mededeelen het plan om in zijn vaderstad een standbeeld voor hem op te richten. Hoeveel zal dat kosten?" vroeg hij. «12000 francs," luidde het antwoord. Vergenoegd zei hij toen: «Nu goed, geef mij die som maai en bij alle plechtige gelegenheden zal ik over komen en op het voetstuk gaan staan. Dan zult u in de plaats van de kopie het origineel hebben en ik ben 12000 francs rijker." Die mijnheer Rossini was dus, behalve een goed com ponist, ook een echt zakenman. Of bij zijn zin gekregen beeft, weet ik heusch niet. Misschien is het hem gegaan als dezer dagen een barbier te Amsterdam, die blootshoofds 's mans bol was zoo glad als een bikkeltje een luchtje stond te scheppen. Een boertje, voorbijkomende, sprak hem aan: «Mienheer, verkoopte gij ook van da goedje, woar de hoare weer van oan 't groeie goan Des barbiers oogen begonnen te glinsteren er was wat te verdienen. «O ja, vriend, kom maar binnen, kijk eens, hier heb ik een middel, dat ik elkeen kan aanbevelen. Zie, daar hangen de getuig schriften van alle professoren, die het gebruikt hebben. Vier en twintig uur na het gebruik is de haargroei duidelijk zichtbaar." «Wel, vrind," zei het boertje, »wat zeg-ie doar! Ik heb, zoo je ziet. nog al mien hoar, Maar oe kan ik 't rikkemandeeren. Neem ie van dat goedje eens een halve flesch Ik dank oe intusschen wel voor de les, Een mense kan toch altied wat leeren." Dat barbiertje kwam dus te pas. Welverdiend! kan men zeggen. En dat geldt ook voor een Amerikaansche dame, die in Engeland woont, en van een uitstapje naar Zwitser land kostbare kanten meebracht Om geen invoerrechten te betalen, wond zij de kant, ondanks de bezwaren, die dit bij de heerschende mode oplevert, om haar middel, 't Was een zware reis, vooral tijdens de overtocht over 't Kanaal, en vaak was zij op het punt om flauw te vallen. Evenwel, zij doorstond moedig de visitatie en de bezwaren der reis en verheugde zich, dat haar list gelukt was. Maar ook, toen zij zich eindelijk van haar overmatige onderkleeding kon ontlasten. Fn toen verhaalde zij verrukt aan haar familie van haar succes Maar wat zij toen vernam, bezorgde haar inderdaad een flauwte, waaruit zjj eerst na een geruimen poos bijkwammen vertelde haar, dat Engeland sinds een halve eeuw reeds geen invoerrecht van kanten meer heft 't Was een zware straf! Maar, wie wat verdient, moet wat hebben Zoo denkt ook iemand te Schopfheim er over, die voorstelt ter bescherming der zangvogels een vereeniging op te richten, welker leden geen dame meer zullen groeten die een vogel op haar hoed draagt. Hij eindigt zijn op roeping aldus: Een edele vrouw kiest bloemen, Ook strikjes doen haar goed, Een trotsche worgt wat vogels En siert daarmee haar hoed Groet dus de vrouw der bloemen, Haar keus verdient uw lof; Maak nimmer reverenties Tegen een vogelkerkhof." Dat is zeker een origineel en een kras voorstel. Of het helpen zou Ik betwijfel het sterk, of die goeie vent De meeste van onze dames wel kent, Of ze zich aldus lieten dwingen Overtuigen is 't beste, bij ied're zaak, Negeeren en dwingen verergert vaak, Dat ziet men bij vele dingen. En of ook de heeren der schepping den moed Durfden toonen, aan dames de groet Der beleefdheid te onthouden het me echter toe, alsof hem een vrouwelijke stem ant woordde. Martin en eene vrouw? Dat scheen me toch al te vreemd, al te onmogelijk toe. Ik sprong op en liep naar 't raam. Martin stond precies zooals ik vermoed had, bij Wal lach aan 't lage muurtje en was druk aan poetsen. Af en toe hield hij op, keek over 't muurtje heen en sprak met een vrouwelijk wezen. Het was een slank, naar 't scheen groot meisje met blond haar, hetwelk, naar den trant der dorpslui, door water tegen het hoofd geplakt zat. Dat verrieden de donkere en natte plekken aan schedel en slapen. Zjj was iets meer steedsch gekleed dan de dorpsmeisjes gewoonlijk zijn. Nauwelijks had ik haar in 't oog, of uit de herberg hoorde men iemand roepen Marie, waar zit-je dan weer?" En met eenIk kom aldrukte zij Martin de hand en verdween in den tuin der herberg. Martin keek haar aandachtig na, en begon toen weder druk te poetsen. Een uur later bracht hij 't avondeten binnen. Hij was net als altijd. Ik kon echter niet nalaten hem te vragen, toen hij 't op de tafel gereed zette Wel, Martin, ik dacht dat je niets om meisjes gaf?" Hij werd zoo rood als vuur en keek me verbaasd aan. Toen vroeg ikWie was dat toch aan dien muur »'t Meisje uit de herberg, luit'nant En ik ging voort, om hem in verlegenheid te brengen «Maar, Martin, ben je dan bij de manoeuvres geheel anders geworden Toen gooide Martin er kloek uit: «We zijn uit hetzelfde dorp, luit'nant!" Toen hij dit gezegd had, verdween hij in een oogwenk. Och menschen, wat kwam er een huichelarij En stellig dat velen geloof me vrij Een boete betalen zouden Keuvelaar. Schietoefeningen tot verhooging Weerbaarheid. van 's Lands Weerkracht. Naar aanleiding der aanschrijving van het Departement van Oorlog van 25 Maart 1907 II Afd. No. 127, zullen even als vorige jaren ook in 1909 weder schietoefeningen tot verhooging van 's lands weerkri ;bt worden gehouden van 1 Mei tot 1 September en wel 'en minste éénmaal per week. De commandeerende officier van het 10de regiment infanterie voorziet in het materieel en zoonoodig in onderwijspersoneel. Op nader te bepalen dagen en uren wellicht ook op Zondag zal. zooveel mogelijk rekening houdende met te belangen der deelnemers, gelegenheid tot schieten bestaan, op de schietbanen te Overveen, alwaar geschoten kan worden met scherpe patronen. No. 1 en op de particuliere schietbaan der schietvereeniging «Uitgeest" te Uitgeest, daartoe welwillend door genoemde vereeniging ter beschik king gesteld op deze baan wordt uitsluitend geschoten m«f scherpe patronen No. 7 (z.g. Margapatronen). Aan de schietoefeningen kunnen deelnemen: le. miliciens en landweerplichtigen met groot verlof. 2e. kaderreservisten met onbepaald verlof en 3e. alle mannelijke ingezetenen van 1635 jarigen leeftijd. Voor laatstbedoelde categorie van personen kan, indien omstandigheden dit noodzakelijk maken, door den officier ter plaatse met de leiding belast voldoende bedrevenheid n het voorbereidend schietonderricht worden geëiseht. De oefeningen worden gehouden in den geest van bet bepaalde in de punten 75 en 83 van het schietvoorschr ft der infanterie (ontwerp) 1908 Rekening houdende met het aantal deelnemers en den be schikbaren tijd mag door ieder schutter van 13 oefenin» gen op een oefeningsdag worden geschoten. De schoten wor den aangeteekend in een schietregister en bovendien in een schietboekje, dat aan den schutter wordt uitgereikt en in diens bezit blijft. Ten behoeve van de deelnemers der schietoefeningen tot verhooging van 's Lands Weerkracht, die daarbij minstens 60 patronen verschoten en aan de gestelde eischen van schietvaardigheid voldeden, kunnen schietbewijzen worden afgegeven, die de houders daarvan bij het na den daturn van afgifte van het bewijs eerstvolgend onderzoek naai de geoefendheid van lotelingen (examen voor viermaanders enz.) vrijstellen van het afleggen van bewijzen van schiet vaardigheid. De aandacht van belanghebbenden zij er op gevestigd, dat bij de uitreiking van de bewijzen van militaire bekwaam heid in het bijzonder op de geoefendheid in het schieten wordt gelet. Jongelieden, die te geschikter plaatse aan voren bedoelde schietoefeningen hadden kunnen deelnemen, doch die zulks nalieten, zal tekort koming in het voldoen aan de voor schietvaardigheid gestelde eischen van het eventueel ver krijgen van de hiervoren bedoelde bewijzen kunnen uitsluiten Aan hen die zonder kennisgeving of zonder bepaalde rede nen meer dan driemaal achtereen zijn weggebleven of di zich misdragen, kan het verder deelnemen aan de oefeningen worden ontzegd. In den regel wordt aan het einde van het oefeningsjaar een schietwedstrijd gehouden door hen, die aan 3/i van het aantal gehouden oefeningen hebben deelgenomen, waarbi: prijzen worden uitgeloofd tot een totaal bedrag van f 1. per deelnemer aan den wedstrijd. De aangifte tot deelneming moet geschieden voor 1 Me a.s. bij de gemeentebesturen of den commandeerenden offi cier van het 10e regiment infanteiiekazerne Koudenhorn te Haarlem. Ten slotte zij vermeld dat den 2den Maart a.s. des na middags te half acht uur door den kapitein baron van Ittersum in een der zalen te Uitgeest een korte voordracht zal worden gehouden, waarin da liefhebbers in het schieten zal worden uiteengezet het doel, de regeling enz. van deze oefeningen. Wij sporen een ieder aan deze bespreking, welke stellig een groote deelname aan de oefeningen tengevolge zal heb ben, bij te wonen. Het hoogere geestelijke heeft met tallooze andere geesteselemen- ten verbindingen en kan altijd wikkekeurig weer te voorechiji worden geroepen. De volgende dag was het rustdag. Als kommandant van den troep maakte ik het ieder dien dag zoo makkelijk als 't kon, zoodat zij een leventje hadden als een viscbje in 't water. Martin had mijne drie paarden gepoetst en was met alles klaar. Hij kwam bij mij in mijne kamer en vroeg me «Heeft de luit'nant nog wat vóór den avondstal?" «Neen, Martin waarom?" vroeg ik. Hij wreef verlegen met zijne vingertoppen langs zijne broekspijpen: «Ik zou ook graag vrij af hebben luit'nant." Toen kwam mij »'t meisje uit het zelfde dorp" van de herberg in de herinnering: «Ga je eens naar de herberg?" Martin was altijd eerlijk Hij werd weder vuurrood en zei: «Ja luit'nant?" «Nu voor mijn part best!" Ik had met een officier van mijn escadron, die op eene hoeve ongeveer tien minuten ver, ingekwartierd was, afgesproken dat we elkaar in de herberg vinden zouden. Daar er in de achterkamer zelfs een biljart was, speelden wij eeni partij Het meisje met wie Martin gesproken had, brach ons het bier. Ik kon me niet bedwingen haar te vragen «Bei je uit Hennersdorf?" Zij draaide zich heelemaal om en lachte«Ja, luit'nant. uit Hennersdorf! Waarom vraagt u dat?" Daarbij had zij iets uitvorschends, iets brutaals, dal me niet beviel. Ik antwoordde: «Ik vraag het, omdat mijn oppasser ook uit Hennersdorf is." Heel onverschillig zei ze daarop: «Dat is wel mogelijk!" Daarop kon ik niet nalaten te zeggen: «Je kent hem toch, Martin." Listig keek ze me van ter zijde aan: Martin, wel zeker, wat een knappe jongen!" Toen dribbelde ze weg. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1909 | | pagina 5