MET PENSION- EJ\I WONINGGIDS
Nieuwsblad
Q voor
AERDENHOUT -
BLOEMENDAAL
- OVERVEEN -
VOGELENZANG
en omliggende
gemeenten
ABRAHAM KUYPER
Dit Nieuwsblad verschijnt wekelijks onder Redactie van Mr. P. TIDEMAN
te Bloemen daal. -i-
Advertentiën
10 cents per
regel
bij herhaalde
plaatsing
korting.
3* jaargang. EERSTE BLAD. ZATERDAG, 22 MEI 1909. No. 21
Het Bloemendoolsch Weekblad.
Mededeelingen van allerlei aard aan de redactie schriftelijk:
Bloemendaalsehe weg 227.
Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende:
Ged. Oude Gracht 65, Haarlem. Telefoon 141.
11liet auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht.
Oit nummer bestaat uit twee bladen.
of de levende antUthese in de caricatuur.
(Met een portret door Albert Halm, te bezien met een
papier in de hand, dat men beurtelings op de verschil
lende deelen van het gezicht legt.)
De uitgevers Van Holkema en Warendorf, te Amster
dam, uitgevers ook van „Om de oude Wereldzee",
iben voor 60 cent in den handel gebracht Dr.
K vper in de caricatuur" met platen van Johan
akensiek, Albert Hahn, Louis Raemakers, Orion,
ten einde Neerlands politieke caricatuur haar eere
plaats (wie lacht daar?) te hergeven aan de zij der
Minderheid (let lezer er op dat dit woord mits ge
schreven met een groote M ook is te lezen als minder
waardigheid), in Juni a s. zal trachten wat hem, vol
gens zijn beweren, in 1888 voor de eerste maal en
in 1901 voor de tweede maal gelukte, de stembus
vol te krijgen met biljetten voor zich en zijne mede
standers niet zoozeer omdat dit aangenaam is zoo al
niet voor zijne medestanders dan toch voor hem zei ven,
maar ter wille van de „eere" der politieke caricatuur,
die alleen hoog en edel is (Ivuyper is aan het woord)
indien zij het opneemt voor eene minderheid inworste-
Patrick Kroon, J. Linse, Toon van Tast, Chris Kras
en anderen zij hebben aan Kuyper zeiven een brief
weten te ontlokken, dien deze guitig op 1 April heeft
gedateerd, in welken brief hoewel als voorrede voor
werk van anderen (de teekenaars) bedoeld, Kuyper
begint met over Kuyper te praten, in het midden de
caricatuur bijna hoog-theologisch ophaalt, terwijl
het slot de dichterlijke vrijheid bevat dat Kuyper,
lende tegen de meerderheid.
Deze redeneering is zeer eenvoudig: het zou, met
andere woorden, jammer zijn wanneer aan ons ge
zegend vaderland de hooge en edele politieke Cari
catuur ontbrakalleen Links heeft goede politieke
teekenaars, politieke teekenaars leveren alleen Imog
en edel werk wanneer zij behooren tot de verdrukte
minderheid, derhalveieder die het goed meent met
dit onderdeel der vaderlandsche teekenkunst ergo met
het vaderland moet stemmen op rechts, want rechts
wordt dan de verdrukker en vereenzelvigd met
Abraham de geweldige.
Want dat is ook weer het doel van de voorrede
van dit boekte overbluffen en 's mans eigen persoon
voorop te schuiven. Napoleon deed dit ook, hij kon
niet anders, en toen hij daarmede te ver was gegaan
moest hij naar Elba en toen hij warempel daarmede
weer opnieuw begon, werd hij om er een eind aan te
maken voor goed op St. Helena stopgezet. De lieeren
Van Holkema en Warendorf zijn de leveranciers van
het goudgalon dat gedurende het interregnum van
onzen Journalist-Napoleon schouders en ingewanden
der echte Kuipervereerders moet bedekkenwel be
kome het hunAbraham de geweldige, o levende
anti-these, voortreffelijk weergegeven door den eenigen
teekenaar met genie uit dezen bundelHahn. Hoe
ijselijk gulzig en toch zoetelijk hangen de wangen als
slappe vrouwenbuikjes naar beneden van af het op
zich zelf onbelangrijke krom gewenkbrauwd voorhoofd
met den feilen wil boven den stekenden hatenden blik
en die innerlijk toch zoo lichtlooze oogen; wat staat
tusschen die krachtlooze wangzakken de neus stevig
en verstandig snuffelend vooruit, maar hoe is haar
goedige punt in tegenspraak met de donkere duivel-
sche neuswortel tusschen de oogen en dan weer welk
een de geheele wereld voor het lapje houdende guitig
heid ligt in de naar voren schuivende lange wijze
bovenlip met het lollige benedenpuntje in het midden
o vleesch geworden anti-these, neen vleezen vereeni-
ging van innerlijke tegenstellingen, wat rust me
die leuke bovenlip op een grof zinnelijken collega,
en wat is deze eene tegenstelling van het kokette
kinnetje, waarop de onderlip uitsullend hangt 1 De hals
is gezwollen van bedwongen levensdrift, maar het
oor welgevormd en het geheel aldus niet zonder
waardigheid.
O Abraham en geweldige, dat wil zeggen Abraham
van Hahn, wij groeten u, wij danken u voor uwe
verschijning, gij geeft ons in vergroote trekken weer,
hoog en edel als een kunstenaar doet, die tot een
kleine minderheid behoort, het innerlijk van den man
die in werkelijkheid kleiner is dan uw genie hem
zich voorstelt, maar die een even ingewikkeld samen
stel is van levende anti-thesen als dit beeld het is op het
doode papier. Voor ons zijn met de geboorte onzer
prinses de dagen der groote Kuyper-anti-these voorbij,
deze riekt ons naar den beul, deze heeft slechts levens
vatbaarheid in een sfeer van algemeene benauwdheid,
van levensonzekerheid, en daar komt nu niets meer
van ook al schrijven honderd Kuyper's daarover nog
twee duizend boeken met of zonder platen. Het
liefst riepen wijLeve het ministerie-Heemskerk. De
lust van ons leven kan nu zijn elk ministerie mits
het niet sta onder Troelstra of Kuyper! maar naar
de Caricatuur en naar de Portretgalerij met de gewel
denaars en de quasi-geweldenaars, die zelfs uit de
spot, die men hun aandoet, in ernst tot zelfverheffing
komen, die zich met opgeblazen buik voor de menigte
zetten, inplaats van kalm weg: goeje morgen te zeg
gen en te vragen waarmee kan ik je helpen. Maar
Kuyper is toch een groot man, roept men van onder
scheiden kant. Ja zeker, hij wil dat althans zijn, maar
dat is juist zijn fout. Want het is juist andersom dan
de geëerbiedigde moeder onzer Koningin heeft gezegd.
Wij rnenschen zijn klein en moeten groot zijn in alles
waarin kleine wezens groot kunnen zijn, maar ons
Volk, één geworden door leed en strijd, is groot en
moet groot handelen en denken in alles waarin een
gezond modern Volk tot denken en handelen wordt
geroepen.
Onder den geweldenaar staat de kleine natie, maar
het groote, het vrije Nederlandsche Volk schudt naar
rechts en naar links de Kuyper's en Troelstra's van
zich af mèt de handboeien, waarin het door dezulken
slaperig zijne polsen een wijl liet kreukelen. T.