MET PENSION-
WONINGGIDS
II
Nieuwsblad
voor 0
AERDENHOUT
BLOEMENDAAL
OVERVEEN
VOGELENZANG
en omliggende
0 gemeenten
jaargang.
ZATERDAG, 28 AUGUSTUS 1909.
No. 35
Hel Bloemendoobch Ueekblfld.
Prijs per
halfjaar f 1.25
hij vooruitbe
taling.
per
nummer fO.10
Dit Nieuwsblad verschijnt wekelijks onder Redactie van Mr. P. TIDEMAN
te Bloem endaal.
Ad vertentiën
10 cents per
regel
bij herhaalde
plaatsing
korting.
Mededeelingen van allerlei aard aan de redactie schriftelijk:
Bloemendaalsehe weg 227.
II
a
Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende:
Ged. Oude Gracht 65, Haarlem. Telefoon 141. -:-
t auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht.
B 1 o e in e n d a a 1.
Agenda. Dinsdag 31 Augustus. Ver
jaardag van H.M. de Koningin,
oensdag 1 September. Concert in Hotel Duin en
aangeboden door Bloemendaal's Bloei, door Bloemen-
5 Muziekvereeniging «Crescendo". Aanvang 8 uur.
Haarlem.
1 Augustus. Vereeniging Koninginnedag. Verschillende
-elijkbeden. Zie voor programma de advertentie op pag. 4.
Een les in het sturen,
tomobilisme. «Vader, leert u mij vandaag sturen?
U beeft bet beloofd."
kleine Joban, naast zijn vader gezeten, voorop, slaat
bruine smeekende oogen naar hem op.
let is waar; de vader van Johan beeft zicb een belofte
iten dwingen. Die kleine stukjes mensch durven alles
Die zijn tien jaar en niet grooter dan een turf, zoodat
i 't puntje van de bank moeten zitten om bij de pedalen
annen en dat wil al een auto besturen
let is een feit, dat bet weer en de weg allebei uitstekend
Een van die prachtige zomerdagen, waarop de stralen
een gematigde zon iederen avond wat goud schijnen
r te laten over de toppen der hoornen. En de wegen
verlaten, want bet is die rustige tijd tusscben oogsten
uien.
genlijk beeft Joban groot gelijk, dat hij sturen wil leuren,
ijd, dat hij op eigen vleugels zal drijven, in de
olijke beteekenis van bet woord, te oordeelen naar de
i jringen van de luchtvaart zal gauw genoeg daar zijn.
cl is niet zoo'n dwaze leerschool om menseh te worden,
eerst een goed chauffeur te zijn. O, de jongen, die zijn
e door den wereld-oceaan stuurt, zooals hij zijn auto
den weg voert, volgens dezelfde regels, zal zeker
uitkomen.
s je 't goed beschouwt, vormen de beginselen van een
ïeur, toegepast op het leven, een ware, kleine moraal,
ie meer men er over doordenkt, boe meer de overeen-
t treft. En wanneer bij niet bang was te veel te hebben
een zedepreeker, en zoo hij niet vreesde bet jonge mensch
legen jaar gloeiend te vervelen, dan zou de vader van
i ongeveer zijn eerste les beginnen met een kleine rede-
oeiing:
ie je, ventje, bet is eigenlijk een zelfde kunst goed een
wagen te besturen, of je zelf goed in banden te hebben,
k zou willen, dat wat je nu op den weg gaat leeren,
er te pas zal komen in bet leven.
,t eischt men vóór alle dingen van een goeden mecani-
Dat hij zijn machine goed kent, om alle kwaad te
■lorkomen, en zoo noodig, het te ontdekken en het te
vllen. Wat heeft een chauffeur er aan, moedig, vlug
koelbloedig te zijn, als bij onwetend is en domweg
o anne" moet blijven, omdat hij niet weet, wat er aan
"o machine hapert en die dus niet kan repareeren Kennis
s een eerste vereisckte. Zonder haar zijn alle andere
'genschappen ijdel en nutteloos.
■Velnu, onze machine is ons lichaam. Trouwens een auto-
nobk'i is bijna een levend wezen; de benzine is baar bloed,
liet metaal is haar vleescb, de electriciteit is de bron van
hleven.
in. redenen, die ik je later uit zal leggen, beeft men
ns 'ang onwetend gelaten omtrent ons eigen lichaamja,
zelfs heeft men geleerd het te verachten Maar we moeten
hei itegendeel kennen, tot in kleine onderdeelen, weten
J er binnenin is", zooals de mecanicien zijn machine
luiii' lijn kennen moet.
deze kennis zal ook voor ons een eerste vereisckte
Want zij zal ons in staat stellen het kwaad te voor-
i ii, te waken over onze gezondheid, die kostbaarste
r schatten dat kan men nooit genoeg herhalen,
i zonder die kunnen we van niets anders genieten.
1 ,i tweede eischen we van een macanicien «zorg". Niet
"1 '9n zijn machine te kennen, onderhoudt hij haar ook.
weert haar, maakt haar schoon, onderzoekt, verifieert,
ert; kjj spitst zijn oor bij het minste ongewone
Die aandacht, aan ons zelf besteed, heet hygiene en
En dat moet in ons leven ook een voorname plaats
nuemon.
mijn kleine baas, laten we onze machine goed
schoonhouden, onderhouden; en onze gewrichten
kiwi) werken, wanneer wij willen, dat zij lang haar kracht,
r lenigheid, haar «nieuwheid" behoudt. Laten we goed
- o tegen spijkers in de banden en de machine niet te
■"arm laten loopen.
sar zie nu naar onzen mecanicien op den weg. Hij
gedemarreerd. Schiet hij nu maar recht vooruit, als
et .nonskogel
Neen, als het tenminste geen gek is. Hij is een en al
oog. Hij wijkt uit voor glasscherven, voor een hond; hij
let op bij bochten, bij overwegen enz. Hij zal er voor zor
gen zichzelf niet te schaden.
En dat moeten wij ook doen. Wij trachten voor alles
ongelukken te vermijden. Het persoonlijk instinct, het mach
tige instinct van zelfbehoud wordt ons een eerste wet. Men
heeft getracht deze waarheid te maskeeren, omdat men haar
te egoïst vond. Maar zelfs zij, die haar met woorden
loochenden, wettigden haar door hun daden. Laten we dus
den moed hebben haar open in het gelaat te zien. Onze
eerste plicht is een plicht jegens ons zelf. De andere plich
ten zijn daar niet anders dan de uitloopers, dan de bloe
men van.
Want er zijn nog anderen. Onze mecanicien zal de regels
van den weg zorgvuldig nakomen en oppassen voetgangers
en voertuigen niet aan te rijden. Net zoo goed als hij
ongelukken vermijdt voor zichzelf, zoo doet hij dat voor
anderen.
Kortom, hij zal aan anderen niet doen geschieden, wat hij
niet wil, dat zichzelf geschiedt. Dezen stelregel hebben alle
godsdiensten en alle wijsbegeerten boven aan hunne wetten
geschreven Dat is een soort eigenbelang, maar eigenbelang
in zeer ruimen zin. En ook hierin is de school voor den
chauffeur, de school voor het leven.
En ontdekt onze mecanicien op den weg een collega, die
«en panne" gebleven is, dan houdt hij stil. Hij vraagt wat
hij noodig heeft. Hij geeft hem het gertedschap, het stuk,
het blik benzine, waar de andere gebrek aan heeft. Hij
doet voor anderen wat hij zou willen, dat men voor hem deed.
Het is een uitwisseling van verstandige edelmoedigheid,
van egoïsme in den derden graad.
Het is een sociaal gevoel, dat pas op onze planeet ver
schenen is, dat er zich langzaam ontwikkelt en dat men
gedoopt heeft met den eenigszins zwaren, massieven naam
vansolidariteit.
Duszich zelf niet schaden, anderen niet schaden, anderen
helpen, ziedaar, de drie regels voor den chauffeur.
Met die drie stellingen in het hoofd, deze drie remmen
onder de hand, kleine Johan, kan men beginnen. Rechtop
en lenig, elegant en bedachtzaam, handig en voorzichtig,
goed doordrongen van de rol van het toeval in de daden
der menschen, kan men afgaan op het doel, dat men zich
gesteld heeft, zich de longen vol drinkend in den reinen,
snellen luchtstroom en de oogen aan de schoonheid van
het landschap
«Vader, toe, mag ik nu sturen?"
Het stemmetje rukt den papa van Johan los uit zijn
gepeins. Wat ontroerd schakelt hij los, stopt en wisselt
van plaats De kleine voet vervangt den zijnen op de
pedaal. En als Johan demarreert, geklemd aan het groote
aureool van het stuurrad, dat hij bijna met de kin aan
raakt, dan komt bet zijn vader werkelijk voor, dat zijn
jongen gestart is voor de onzekere reis van het leven....
In zake Kreta kan de questie tus-
Buitenlaudsch schen Turkije en Griekenland na de
Overzicht. jongste grieksche nota die te Konstan-
tinopel bevredigend wordt geacht, als
geëindigd worden beschouwd. De vlag-kwestie eveneens.
Maar nu rest nog de regeling van den staatsrechtelijken
status van Kreta. Daarover zal de nieuwe nota der Porte
aan de beschermende mogendheden handelen. Het ontwerp
dier nota is, gelijk Reuter meldde, al gereed. Het geldt
thans de definitieve vaststelling van den vorm van zelf
bestuur voor het eiland. Een questie, nopens welke de
mogendheden nog pas hebben verklaard, dat de regeling er
van thans geen pas gaf. Ze moest tot een geschikter tijd
stip worden uitgesteld. Of de mogendheden nu ooi-en zullen
hebben naar het turksehe voorstel De mogendheden zijn
al tamelijk ver gegaan in de tegemoetkoming aan de Porte
en dat is der turksehe regeering ook onder 't oog gebracht.
Daarom zal 't te bezien staan of de mogendheden op de
huidige voorstellen der Porte willen ingaan. Gebeurt het
niet, dan blijft de Kretenzer questie intusschen weer slepend,
hetgeen tot allerlei nieuwe verwikkelingen zou kunnen
leiden. Een regeling eens en voor goed van deze netelige
aangelegenheid zou wellicht het meest aanbevelenswaardig
zijn, al zouden de mogendheden dan ook in strijd handelen
met hun eigen verklaringen van onlangs.
De turksehe minister van marine heeft verklaard, dat
de turksehe vloot voorloopig bij Karpathos blijft. M.a.w.
de vloot blijft de Kretenzers bedreigen. Wellicht moet dit
dienst doen als een duimschroef voor de mogendheden, die
niets liever zouden zien dan dat die turksehe vloot mijlen
van Kreta wegbleef.
Als een zaak van belang in het maatschappelijke leven
van Engeland houden de bladen daar zich bezig met het
meerderjarig worden, op morgen (Zondag), van den markies
van Stafford, oudsten zoon van den hertog van Suther
land en dus erfgenaam van de 550.000 H.A. grond, welke
deze bezit, d.i. nog een flink stuk meer dan de heele opper
vlakte van Noord Brabant, üit dat landbezit trekt de hertog
een jaariijksch inkomen van een 1.7 millioen gulden.
Met de Spanjaarden in Noord-Afrika gaat het nog lang
niet naar wensch. Met onverminderde hevigheid wordt aan
beide zijden de strijd volgehouden. Een spaansch officier
lezen we in een der dagbladen heeft het zoo uit
gedrukt«Wij hebben de binnenplaats bezet van een huis,
en nu worden we uit de vensters beschoten." Iederen mor
gen vertrekt er een convooi uit Melilla om de vooruitge
schoven posten van het noodige te voorzien. Dat convooi
wordt iederen dag aangevallen en iederen dag de amb
telijke berichten uit het spaansche kamp bevestigen het
worden er spaansche soldaten doodgeschoten of gewond
door de kogels van de Marokkanen, die in hinderlaag op
den voorbijtrekkenden stoet schieten. Die stoet volgt de
spoorlijn naar Segunda Caseba. Een gepantserde locomotief
gaat voorop. De locomotief wordt met rust gelaten. Maar
achter die locomotief komen de muilezels, begeleid door
voetvolk, ruiters en artillerie. Een echten aanval zouden
de Mooren niet kunnen wagen. Zij houden zich op een
afstand van minstens vierhonderd meter en blijven zorg
vuldig verborgen. Uit de verte schieten de spaansche kanon
nen naar de streek waar zich de vijand ophoud. Ook de
infanterie vuurt. Vermoedelijk lokken de Mooren de Span
jaarden opzettelijk uit tot schieten in de hoop dat er als
de troep voorbij is, ledige patroonhulzen te vinden zullen zijn.
Veel meer dan deze noodzakelijke uitstapjes schijnen de
Spanjaarden niet te maken. Generaal Marina wacht zijn tijd
af en bereidt zich voor op een aanval in het groot. In
een brief uit Madrid aan de Figaro wordt een verklaring
gegeven van de voorzichtigheid van generaal Marina. Het
gevecht dat de spaansche troepen op 27 Juli hebben ge
leverd tegen de Mooren, en dat Spanje op zooveel men-
schenlevens is komen te staan, is gevoerd tegen de bevelen
van generaal Marina. Generaal Pintos was belast met het
dekken van een convooi. Deze generaal heeft een bravoure
stukje willen uitvoeren. Met de tot zijn beschikking ge
stelde troepen viel hij plotseling den vijand op de Goeroe-
goebergen aan. Deze aanval, onvoldoende voorbereid, en
zwak gesteund door geschutvuur, is een mislukking ge
weest. Pintos sneuvelde, en voor de nagedachtenis van
dezen dapperen maar ongehoorzamen officier was dat een
geluk. De dood heeft hem ontslagen van het afleggen van
een zeer zware verantwoording.
Geen wonder, dat Marina voorzichtig is. De vijand mag
waarlijk niet worden onderschat. Zijn sterkte wordt begroot
op tegen de 50,000 man, waarvan velen met moderne ge
weren gewapend, minder goed gedrild, maar met meer
practische krijgservaring dan de spaansche jongmaatjes.
Spanje heeft nu ruim dertigduizend man in Noord-Afrika.
Er worden nog 10,000 gereed gemaakt.
In Oostenrijk steekt de questie tusschen tsjechers
en duitschers steeds meer het hoofd op. Zoo is van de week
te Weenen een buitengewone zitting van het gemeentebestuur
bijeengeroepen met een agendaoptreden tegen het tsjechische
gevaar. De afdeeling Galbonz van de duitsche vereeniging
heeft een groote openbare protestvergadering bijeengeroepen
waartegen het optreden der overheid in de questie werd
gesproken. Verschillende berichten in de groote bladen wijzen
op de gespannen verhouding. De tsjechische burgemeester te
Trebnitz verbood de hernieuwing van den pruisischen adelaar
op het hernieuwde monument van de in 1866 te Trebnitz
overleden pruisische soldaten. Het oude gedenkteeken was
het vorig jaar door fanatieke tsjechen vernield.
In Spanje en hoofdzakelijk in Barcelona blijven de
bijzondere maatregelen tijdens de oproeren in Cataionië inge
voerd, nog steeds van kracht. De gevangenissen zitten vol
met beschuldigden.
Wat de staking in Zweden betreft, kunnen we nog niet
veel nieuws melden. Wel bevatten de bladen een groote
menigte «allerlei," maar in hoofdzaak blijft de toestand sta
tionair. Er staken nog ruim 250.000 arbeiders. Van alle
kanten komen de giften in ruime mate in.
Nog steeds duurt de boycot van de engelsche scheep
vaart in China voort. De engelsche gezant heeft te Peking
er krachtig op aangedrongen deze tegen te. gaan, aangezien
de engelsche handel groote schade door dezen boycot lijdt.
De christelijk socialistische partij in Oostenrijk-Hongarije
zal inplaats der haar geweigerde verhooging van de bierbe
lasting voorstellen een krachtiger belasting van de groot
industrie en het beurskapitaal.
In Frankrijk schijnt men er een potje van te maken
wat betreft het ontdekken en arresteeren van duitsche
spionnen. Zoo heeft men thans te Arras weder een duitscher
gepakt en voorloopig opgesloten die een aantal sleden af
reisde, waar fransche regimenten in garnizoen lagen.