Eene stem uyt Oudt-Haerlem oyer het
logenagtig request der 35.
So iset dan tog gebeurt hetwelck wy eerst nyet en
conden geloven. Vyf- en Derthig altemael min of te meer
aghtbaire poirters der goede Stad Haerlem hebben goetge-
vonden aen de Vroetsehap deser stede een request te presen
teeren, over welcks logenagtige inhoud Corbasius van ver-
basinghe syne handen inelkaer heeft geslaegen.
Logenagtig, seggen wySeer teregtewant het request
spreekt van kermisherrie, waeronder wij verstaen draayorgels
dewelcke tegen malcanderen omt hartst hunne dreunen laeten
hooren en singende troepen jonge mans ende vrouwen die hos
sende ende krayende de te veel gebruickte dranck er weer uyt
moeten joelen, lawaay maeckende toeters ende hoe die
dinghen verder moogen heeten siet, dit is de kermisherrie.
Wat in de tuyn van 't Bronhuys gehoort werd ende naer
buyten uytclonck, was goede musyck, aldervoortreffelyckst
uytgevoert door seer bequaeme speelluyden, die waerschyn-
lyck al de 35 onderteeckenaers nog wel een lesje in har
monie connen gheven.
Eilacie, se connen niet correspondeeren, seggen se in het
request. Kassian, moesten se dat dan oock juyst tussen
24 uur doen Ofte nae 8 uure nae den noen Ende dan
die vermaledeyde dagelickse ommeganghen, »waar immers
i daarbij de meest populaire straatdeunen het meejoelen en
hossen van de tallooze bezoekers in de hand werkten, welk
»een en ander voortduurde totdat de uitputting van het
publiek aan dit schreeuwen en krijsehen een einde maakte."
Gaet nu eens nae, ghy lieftallighe besoecksteren die ick
so menigh mael aen den arm van uw moei of vaer of
oock wel aen dien van een vriend of vriendin agter de speelluy
den vol van onnosele vrolickheyt en met onschuldighe
dertelheyt sag trippelen uw uytputting maeckte een eynde
aen dese gruwelycke ommeganck! Foei, joffers, hoe kondt
ghy uwe agtbairheyt so vergeten ende een so ondeugent
bedrijf aengaen, dat ghy hierdoor 35 uwer medepoirteressen
ende poirters het correspondeeren onmogelick maekte? Want
versta sulcks wel»dese ommeganck tog was het hinderlickst
van alles," al duurde deselve segge bij exempel slechts 10
minuten.
Maer het alderergste was nog wel »de vertooning van
trouw- en scheidlustige paren en de kraam van Consael,"
segt het fraye request. Laet ick U seggen, lieve ende
vriendelicke besoecksteren van mijn trousael, dat ick steets
ende immer vol ontsagh ben geweest over bet, vervaerlyck
geluyd mijner stemme, maer dat deselve soveel uytwerkinghe
soude gehad hebben dat hij dese 35 menschen hinderlick
was, neen, dit had Corbasius niet kunnen droomen. Oftewel,
seg het self, kan het bescheyden roepen door synen mist
hoorn van onsen Griffier, dat edelaerdigh jonghe mensch
met de gryse punthoed, die buytenblyvers hebben gehindert?
Ende hoorde dese mijne plegtigheyt thuis op eene kermis?
Waer haelen se het vandaen, die logenaers?
Wat se van de kraeme van Consael seggen, sal ick maer
laeten spanceeren. Het sissen van de poffers in de panne
maeckte sulk een lawaay, datet oock zelfs in 't Sehoter-
quartier te hooren was
Ge ziet het, dat wy wel het regt hebben te spreecken
van logens. Egter de agtbaire Vroetsehap van Haerlem sal
wel so regtschapen wesen, dat hij geen gehore verleent aen
het geschryf der 35, die van onse goede Stad seker een
kerekhof willen maecken ende alle vroolyckheit schuwen,
hoe oirbaar deselve oock moge syn.
Het sal dus wel losloopen. 't En syn de slegtste vrugten
niet, waeraen de wespen cnaegen
Gedaen tot Haerlem Corbasius.
VII Octobri MCMIX.
Sociaal-democraten als werkgevers.
Der Korrespondent, het officieele orgaan
Hamlel en van den Duitschen Boekdrukkersbond,
Industrie. wendt zich tegen twee moties, welke in
Berlijnsche sociaaldemocratische kiesver-
eenigingen aangenomen zijn met het oog op toestanden in
de Foruiarfa-drukkerij.
In de eene motie heet het: „Verder verwacht de vergadering,
dat de daar (op de Fonrïrts-drukkerij) werkzame partijgenooten
hun medearbeiders door geschikte agitatie ertoe zullen brengen,
dat zij tot den laatsten man, gelijk zij lid zijn der vakvereeni-
ging, ook lid zullen worden van de politieke organisatie."
In de andere motie wordt gezegd: „Verder spreekt de alge-
meene vergadering een krachtig protest uit tegen het feit, dat
op de Partijdrukkerij een aantal niet-georganiseerde arbeiders
werken. Zij verwacht, dat dezen zich van hun plicht bewust
zullen worden en zich bij de S. D. A. P. zullen aansluiten.
Bovendien verwacht de vergadering, dat de fabrieksraad zijn
opvattingen over de arbeidersinstellingen zal herzien en inde
toekomst niet meer elementen in bescherming zal nemen, die
van meening zijn, dat de partij-bedrijven alleen voor hen in
't leven zijn geroepen, om er voordeel uit te trekken".
Der Korrespondent schrijft hierover:
„Dit ondernemersstandpunt, zooals het door het derde district
wordt ingenomen, vindt slechts zijn weerga bij verwaande
uitsluitings-grage kapitalisten. Ook is wel de vraag geoorloofd,
of dan de arbeiders alleen maar uit het venster moeten kijken
en afwachten, of temet de toekomststaat nog niet den hoek
om komt en of ze misschien daarbij ook nog te werken hebben.
Wiens brood men eet, diens woord men spreekt, dat is de
laatste wijsheid bij de pogingen van de sociaal-democratische
kiesverenigingen, om enkele arbeiders van de Vorwarts-druk
kerij tot de S. D. A. P. te dwingen."
En over de toestanden op de Fonrürfsdrukkerij heet het
verder in den Korrespondent
Nu weet men wel, dat in het ForwaWs-bedrij f niet veel pour
parlers met de arbeiders gemaakt worden, die zich niet ge
liefd hebben gemaakt. Wie er tegenstand biedt, wanneer de
geschikte agitatie voor de S. D. A. P. in de drukkerij begint,
wie tot hen behoort, die zich van hun plicht bewust zullen
moeten zijn, dat het ook in een sociaal-democratische drukkerij
geldt: wiens brood men eet, diens woord men spreekt, wie
daar als elementen worden aangeduid, hij weet, wat dat in de
praktijk van zijn blijvende arbeidsverhouding in het Vorwiirls-
bedrijf te beteekenen heeft. Van den met zeer bepaalde, door
de Arbeidswet geregelde functies toegerusten fabrieksraad wordt
verwacht, dat hij zijn opvattingen over de arbeidsinstellingen
zal herzien, d. w. z. dat hij zich tot partij politieagent degra
deert, en in de geheele particuliere verhoudingen van de af
zonderlijke arbeiders ingrijpt. Ook een stuk vrijheid in een
arbeidersbedrijfl Laat men dus rustig op den beproefden
weg voortgaan en, in de sociaal-democratische bedrijven begin
nen, de politieke gezindheid der arbeiders te massregeln, maar
men veigete daarbij niet, ook aan de logische gevolgtrekking
te denken, dat hetgeen den een geoorloofd is, den ander niet
verboden worden kan. Wanneer daarom in bedrijven van andere
partijen van de arbeiders verlangd wordt het oude lied te zin
gen Wiens brood men eet, diens woord men spreekt, dan zie
men daarin de consequentie van het door de Vorwarts gegeven
voorbeeld, al naar gelang van de kleur der betreffende druk
kerij (rood, zwart, blauw of geel) zijn wij dan een eenig volk
van broederen, onder de hartverheffende leuze: Wiens brood
men eet, diens woord men spreekt!"
Het Kath. Soc. Weekblad, waarin we het bovenstaande aan
troffen, voegt er aan toe:
't Is scherp maar raak gezegd
Maar welk een gehuil zou er in de sociaaldemocratische pers
opstijgen, wanneer eens een katholiek fabrikant aan zijn ka
tholieke arbeiders den plicht zou willen opleggen, om onder
hun niet-katholieke medearbeiders propaganda voor de ka
tholieke partij te maken, erger nog, wanneer bij het niet
onduidelijk zou laten verstaan, dat zijn niet-katholieke arbeiders,
indien ze niet spoedig katholiek werden, vrij zeker binnen
niet al te langen tijd op straat zouden komen te staan
NCrt.)
Kerknieuws. ?e<L Hei7n Gemeentft- ZondaS 10 0ct-
Voorm. 10 uur, Ds. J. A. van Leeuwen.
R. K. Kerk te Overveen. Zondag 10 October voorm. 7 en
8£ uur Gelezen H. Missen; 10 uur Hoogmis3 uur Vespers.
R. K. Kerk te Vogelenzang, Zondag 10 October Kerkelijke
dienst te 71) en 10 uur.
Mischa Elman te Haarlem.
Muziek. Als een ster van ongeëvenaarde grootte
is de jeugdige violist Mischa Elman
Donderdagavond voor ons in de Sociëteit Vereeniging ver
schenen.
Het programma was veelzijdig. Zelden hoorden we het
G-moll-concert van Max Bruch zoo onberispelijk juist weer
geven. Noch aan techniek, noch aan voordracht of opvatting
ontbrak ook maar het geringste, welke oprechte uiting van
waardeering we op alle door hem gegeven nummers kort
heidshalve kunnen toepassen.
't Was voor den heer Mischa Elman wel te bejammeren
dat de zaal niet beter gevuld was. Toch heeft dit bejam-
merlijk en onbegrijpelijk gemis aan belangstelling van het
haarlemsche publiek hem niet verhinderd zich in al zijn
kracht en grootheid te geven en betoonde hij zich voor de
blijken van bijval die elk nummer ten deel vielen, erkente
lijk, door met een betooverende lieflijkheid van spel Schubert's
Standchen als toegift te geven.
De heer Louis Schnitzler begeleidde. Hij mag er zijn hoor
Maestro Elman had moeilijk een beteren kunnen wenschen.
Ook hem komt voor zijn spel onze hoogste lof toe.
Tot ons genoegen merkten we op, dat Bloemendaal in de
zaal flink vertegenwoordigd was.
A. s. Woensdagavond een herhaling van dit concert in De
Vereeniging. P. S.
Politiehonden.
Politie. Zondag werd te Alkmaar, in De Har
monie," alwaar de Nederl. St. Bernard-
club een hondententoonstelling hield, een oefening gehouden
met politiehonden.
De honden werden voorgevoerd door den promotor der
politie-hondenzaak, (zooals in den catalogus stond) den heer
Kessler te Den Haag.
Er werden drie honden voorgevoerd en wel een herders
hond van den heer J. Steijns te Rozendaal en 2 Doterman
pinezers, eigendom van en afgericht door den heer Kessler.
Voor wie den heer Kessler niet kennen, wil ik wel even
mededeelen, dat de heer Kessler de persoon is, van wien
verschenen is het alom in den lande bekende boekje over
hondendressuur, meer bepaald van den politie-, roodekruis- en
ambulancehond.
Het eerst kwam de heer Kessler in den ring met den
herdershond.
De oefeningen die bestonden in gehoorzaamheids-oefenin
gen, speur-oefeningen, verdedigen en vervolgen en door be
doelden hond werden uitgevoeid, lieten veel te wenschen
over, waarvan de schuld niet altijd aan den hond lag,
maar ook zeer dikwijls aan den geleider.
Bij het geleiden van een arrestant beet de hond hem,
wat een groote fout is, en trapte de geleider den hond
telkens af, wat ten eerste van den hond een groote fout
was en ten tweede van den geleider eene handeling, die
niet op een concours mag plaats vinden en men niet zou
verwachten van een geleider als de heer Kessler.
Over het algemeen bleef bet werk van dezen hond, die
nog de beste was, beneden het middelmatige.
De tweede hond was een prachtige Doterman pinezer.
Deze hond was niet in de hand en liep het terrein af.
Misschien had de hond den z.g. boef in den neus, anders
valt zoo'n fout niet te verklaren.
De sprong over de schutting werd door dezen hond tot
9 keer toe geweigerd.
Het zoeken en het bewaken van voorwerpen was ook
zeer slecht. Bij het opzoeken van een verborgen persoon
blafte de hond niet en beging de heer Kessler de groote
fout, te commandeeren »vast"! »vast"! wat tengevolge had,
dat de hond even blafte en den man aanviel.
Het geleiden van een arrestant was prachtig van dezen
hond en dit was dan ook het eenige wat hij goed deed.
De derde hond, eveneens een Doterman, was niet vast in
het apporteeren van harde voorwerpen, bleef niet afliggen
en speurde zeer slecht. De voorvoering die dan ook dienen
moest om de verkeerde begrippen weg te nemen, die er
meestal heerscben over het gebruik maken van den politie
hond, zooals in den catalogus vermeld, is m. i. niet tot zijn
recht gekomen.
De uitdrukkingen van het publiek over het werk dei-
honden waren dan ook van dien aard, dat het in het belang
van de politiehonden maar beter ware geweest dat de
heer Kessler thuis gebleven was.
Velen waren met hooge verwachtingen, nu eens iets
extra's te zullen zien van den grooten Kessler, naar Alkmaar
getogen doch moesten zeer teleurgesteld daaruit terug keeren
Het werk dat door de honden en door den geleider
geleverd werd, bleef ver beneden het middelmatige en het
zou niet overbodig zijn als de heer Kessler op zich zelf ir
toepassing bracht, wat in zijn bekend werkje staat, n 1. da
men om een hond te dresseeren, zorgen moet eerst zelf
gedresseerd te zijn.
De theorie van den heer Kessler is mooi, maar de Zon
dag vertoonde praktijk verdient veel verbetering.
De inspecteur Lokerse in „politiek" met zijn poliliebond.
Bloemendaal Commando.
Plaatselijk Op Woensdag 13 October a.s. is door
Nieuws. bovengenoemde vereeniging een buiten
gewone algemeene vergadering uitge
schreven naar aanleiding van een ontvangen schrijven van
den generaal-majoor, bevelhebber in de 1ste militaire af-
deeling. Dit schrijven, gedagteekend 30 Sept. 1909, luidt als
volgt.
»Naar aanleiding van een door mij ontvangen aan
schrijving van het Departement van Oorlog heb ik de eer
u uit te noodigen mij te willen berichten, in hoeverre uw
vereeniging dan wel de leden dier vereeniging indivi-
schoonste residentie van Europa gevonden werd, was het een
feitelijke onmogelijkheid de trappen, gangen en pleinen van
die mooie gebouwen, ja zelfs van het Louvre en het Konink
lijk paleis schoon te houden
Eerst kort voor de Fransche revolutie werden er trottoirs
naar Engelsch model gemaakt. Het loopen op die voetpaden
evenwel ging tot in de 18e eeuw nog met eigenaardige be
zwaren gepaard. De bewoners der huizen gooiden zonder
uitzondering en ook zondervoorbehoud, hun vaatwerk,
zelfs het meest »laag-bij-de-grondsche," buiten het raam
leeg. Wandelde men derhalve met een dame, dan was het
niet alleen beleefd maar ook strikt noodzakelijk, haar rechts
te laten loopen, opdat zij zich op het gerozp van »gare 1'
eau onmiddellijk tegen den muur van het huis zou kun
nen aandringen om eeD alleszins ongewenscht stortbad te
ontgaan
Van eon bad gesproken dit brengt ons meteen op de
lichamelijke reinheid in vroeger tijden.
Van de Romeinen is bekend genoeg, dat zij gaarne en
veel baadden. Drie of viermaal daags was geen zeldzaamheid
en een bad op lichaamstemperatuur, met massage en be
sloten met een inwrijving van het lichaam met geurige
olie of zalf pleitte slechts voor den man van smaak en be
schaving, die ze zich liet toedienen.
Maar deze verzorging van het lichaam ontaardde lang
zamerhand in een vereering, een cultus van het lichaam
de Thermen, met groote .weelde ingericht, werden gaandeweg
niet alleen sociëteiten, maar ook kweekplaatsen van allerhande
ongerechtigheid.
Een de kerkvaders die daartegen, terecht, te velde trok
ken hebben uit ascetische drijfveeren weer overdreven naai
de andere zijde en zijn zelfs zoover gegaan, dat zij in het
wasschen alleen al een valstrik van den satan zijn gaan zien.
Daardoor heeft de Roomsche kerk, ofschoon in de Mid
deneeuwen in vele andere opzichten van zulk een heilzamen
invloed gebleken, in deze beslist een achteruitwerkenden
invloed gehad en veel tot de vervuiling der middeneeuwen
bijgedragen. Daardoor konden typen ontstaan, als de kluizenaar
monnik Abraham, die sedert zijn bekeering zich vijftig jaar
achtereen handen noch gelaat meer gewasschen moet hebben
als Ammonius die nog nimmer zijn eigen lichaam ongekleed
had aanschouwd; als de 130 nonnen van het beroemde
klooster St. Euphraxia, waarvan de kroniekschrijver met lof
gewaagt, dat den vromen zusteren reeds de schrik om de
leden sloeg, wanneer men van een bad ook maar gewag
maakte
Talloos zijn de voorbeelden en anecdoten in dezen trant.
Eeuwenlang heeft de Roomsche kerk deze opvattingen (als
men ze alzoo noemen mag) gehuldigd.
De vorsten en vorstinnen deden in... (hm) onzindelijk
heid voor de vrome broeders en zusters niet onder. De
veelbezongen koningin van Navarre bijv., Marguerite de
Valois »la reine Margot," geneerde zich volstrekt niet,
soms een week lang niet eens haar handen te wasschen.
Bij die watervrees kwam dan bovendien nog, dat rouge,
schmink en poeder geenszins door deze dames werden ver
smaad.
Men vraagt zich af, hoe het er dan wel in minder aan
zienlijke kringen met de zindelijkheid moet hebben uitgezien.
Verder waren b.v. ook vorken tot in den aanvang der
XVIIIe eeuw nog een zeldzaam luxe-artikel. Men at met de
vingers, al of niet van te voren gewasschen en zakdoeken
om de vingers of den mond af te vegen telde men eerst
tegen het einde dierzelfde 18e eeuw onder de onmisbare
toiletbenoodigdheden.
En uit de aanteekeningen van le due de St. Simon en
anderen blijkt, dat Lodewijk XIV, le roi Soleil, en zijn hof
niet alleen gezamenlijk aan wasschen een broertje dood had
den, »maar feitelijk leefden in zulk een onreinheid, dat, kon
men ze in een gezelschap van onzen tijd overplaatsen,
de stank die van dit schitterende hof uitwasemde thans
ondragelijk genoemd zou worden".
Daarom kan bet ons ook niet verwonderen dat Anna van
Oostenrijk, regentes tijdens de minderjarigheid van haar
zoon Lodewijk XIV, algemeene ontsteltenis verwekte door
zich regelmatig te baden en door de zorg waarmee zij zich
zelf »propre et fort nette" hield.
Wel heeft men door alle eeuwen heen badkuren gedaan,
bij de natuurlijke warme en andere bronnen, maar wanneer
men dit al een paar weken, tot heil van zijn gezondheid,
had volgehouden, verviel men thuis toch weer in de ge
wone vuilheid.
Zuiverder begrippen omtrent zuiverheid en onzuiverheid
deden eerst hun intrede toen ontdekkingen en uitvindingen,
sociale, wetenschappelijke en godsdienstige omwentelingen
meer verlichting brachten en eigenaardig genoeg met
de overwinning der volkszaak een strenge, vaak puri-
teinsche, maar dan ook puurder" burgerij opkwam, die
aan al die viezigheden (sit vinia verbo) een einde maakte.
V. C.