in te burgeren Een ruim, als herstellingsoord ingericht tehuis is een dringende noodzakelijkheid en wie medehelpt, om dat te verkrijgen, doet een dubbel goed werk, n. 1. een nuttige ver- eeniging voor stilstand en achteruitgang bewaren en tevens tal van zwakke kinderen gelegenheid tot herstel geven. Algemeen penningmeester is Th. M. Ketelaar, arr. schoolopziener, Cein tuurbaan 280 Amsterdam. De Gedelegeerde bij de Verpleging: A. C. Bos. Egmond aan Zee. (Ingezonden.) De Neder landsche Vereeniging van Oudstrijders der Zee- en Landmacht, uit Oost- en West-Indiën „Het Vaderland Getrouw", Haarlem en Omstreken. M. De Vereeniging als boven voornoemd komt tot IJ meteenebede. Vele mannen in den winter huns levens, te oud om te wer ken tengevolge van ziekten, maar die toch eenmaal hun bloed in onze overzeesche bezittingen feil hebben gehad voor de groot heid van hun land, en in tijden van nood aldaar pal hebben gestaan om de banier van Neerlands trouw. Vele weduwen van militairen zij hebben dringend steun noodig. De Vereeniging bestaat in hoofdzaak uit mannen die van hun niet altijd hooge loonen iets kunnen afzonderen voor steun van trouwe kameraden of voor diens weduwen. Vele mannen van naam o. a. de gep. Luitenant-Generaal Vetter steunde deze, maar in deze dagen, nu de doodsklok zoo alom luidt, valt er veel leed te lenigen, veel rouw te verzachten. Niet bij machte om daar te helpen, waar wij zoo gaarne tranen van rouw zouden drogen, doen wij oud-militairen een beroep op de ingezetenen van Haarlem en Omstreken voor de ouden van dagen en weduwen. Wij vleien ons, dat deze circulaire niet oningevuld moge wor den terug ontvangen. De kleinste gift is ons welkom. Het Eere-Bestcür: Mevrouw M. A. C. VISSER VAN HAZERSWOUDE - van Meklen, Beschermvrouwe. T. L. VAN WAGTENDONK, Eere- Voorzitter. Majoor der Infanterie. J. W. VAN ALPHEN, Eere-Commissaris. Majoor der Infanterie. Het Dag. Bestuur: J. J. SEVERIJNSE, Voorzitter. Ciir. L. J. DE LA BIJE, Secretaris. W. SMIT, Penningmeester. Nog maals eene stem uyt Oudt-Haerlem. Wat heeft Corbasius eene jolyte van syn laetste geschryf gehadt. Dat en con oock eygentlick niet anders, want wie laet sich tog gaerne voor een logenaer uytmaecken So hebbe ick dan vernomen dater eenighe der onderteekenaeren naer hunnen Pater Intellectualis gegaen synde, hem hebben gevraegt, waeromme hij bun een geschrijf met onwaerbeden heeft laeten onderteeckenen Daer stondt de schrandere ende pientere tsamensteller nu, 't sweet brack hem ten poriën uyt ende liep hem bij den grysen baerde neer. 't Was voor den agtbaren Heere Mr. Francois Willekes Mac Donald, uyt Aerdenhout, want dese was de maecker van dat nobele request, een oogenbliek om door den gront te sincken. Ach, en waeromme gebeurde sulckx nyet? Nu hebben wy met aendagt eens in de registers van oudt- Haerlem gebladert en tot ons vergenoeghen sagen wy hier tal van naemen, die eygentlyck so stillekens weg vraegen om oock eens een woordje mee te moghen spreecken. So sag Corbasius de fraye handteeceninghen van seer veele adellycke ende oock wel gemeene luyden, poirteressen ende poirters prycken, die by synen vrient uyt Aerdenhout eens onder synen neus sal duwen. Te weeten (ick en neem maer so voor de vuyste weg)Mr. S. E. J. M. van Lier, Baronesse van BoetzelaarWillink, P. G. van Tienboven, Jonkvrouwe Sandberg, C. W. Thöne, Thérèse van Lilaar, Mr. Cocadorus, Margaretha Zipp, J. van Aldewerelt van Rosenburgh, Juliana van Wenduvne, A. C. Nieuwenhuysen Kruseman, Minna van Barnhelm, N. A. S. van Heemstra, Mr. Thijssen, Froukje Raedt, Prof. H. Wefers Bettink, H. G. Wefers Bettink - Koningsberger, F. X. W. Schiphorst, Annie Kok, Willem Andriessen, Marie Bies, Jhr. Mr. J. Boreel van Hogelanden, Mevr. Jbr. Mr. C. M. Boreel van Hoge- landen, J. W. Stuffers, Mevr. H.F.EnschedéKrantz, Johs. de Breuk, C. de Haan-Van der Laan, Kolonel J. S. Spaans, L. de Clercqs'Jacob, J. C. Kaars Seijpesteijn, Mies Oosten broek, C. J. van Tienhoven, Arentine Arendsen, Nicolaas J. Hazevoet, Aartje Palmers, etc. etc. etc. benevens nog wel 1500 anderen. So ist welletjes, ist niet? Mogt ghy altemet nog meer cliAkende naemen ende titeluuren begeeren te leesen van hen die sig allen hebben doen inscbryven als poirteres of poirter, ghy cont coomen kyken edelaerdighe vrient. Slae dan egter niet aen 't huylen, want ghy weet maer al te goed wie daer so een grouwelyeken hekel aen heeft. Ende nu ben ick voor 't- oogenblick alweer uytgepraet. Woensdagh sal de Raedt van Nieuw-Haerlem sig met het vraegstuck besig houden en wy dencken nyet anders alsdat dese geagte Vroetschap, onder wier sachte ende voorsichtighe bestiering yder Burger nog gerust en veyligh neder sit, en als onder synen Vygenboom en Wynstok een regtscbapen leven leyden mag, het request aen de Stille sal toevertrou wen. Dan connen de 35 (eygentlyck thans 36) malcander aenkycken ende segghen So rekent d' uytslagh niet, Maer telt het doel alleen Corbasius. Meer en meer vindt in onderwijskringen Onderwijs. de meening instemming, dat met 't la ger onderwijs niet eer aangevangen moet worden, dan nadat de kinderen in een goede inrichting voor voorbereidend onderwijs lichamelijk en geestelijk genoegzaam ontwikkeld zijn om geregeld en stelselmatig de leerstof dei- lagere scholen te kunnen opnemen en verwerken. Het is èn om de leerlingen zelve èn om 't belang van andere oudere scholieren niet wenschelijk, dat met 't eigen lijke lager onderwijs reeds wordt aangevangen beneden den zesjarigen leeftijd. Voor een stelsel van lager schoolonder wijs, zooals dat in 't algemeen in Nederland bestaat, moest de leeftijd voor toelating op de lagere scholen eer honger dan lager dan zes jaar gesteld worden. Bovendien is in vele gemeenten de leeftijd, waarop kin deren worden toegelaten op de openbare en bijzondere lagere scholen lager gesteld dan zes jaar en blijkens een onderzoek van 't Nut voor de beide categorieën van scholen in dezelfde gemeente nog niet op gelijke leefstijdsgrens. Behalve 't reeds genoemde bezwaar bestaat nog dit bezwaar, dat nu onge- wenschte factoren de keuze der ouders of zij hunne kinderen naar de openbare of naar de bijzondere lagere school zullen zenden, kunnen beïnvloeden. Deze overwegingen hebben 't hoofdbestuur van den On derwijzersbond er toe geleid aan Z.E. den minister van bin- nenlandsche zaken te verzoeken, wetswijziging voor te stel len zoodanig le. dat de schooljaren vóór 't voleindigde zesde levensjaar niet in aanmerking komen voor de vervulling van 't aantal leerjaren door de leerplichtwet geëischt; 2e. dat Gedeputeerde Staten zoowel de bepalingen door gemeentebesturen te maken, omtrent leeftijd van toelating op de openbare, als die welke zullen gelden voor de bijzon dere lagere scholen met hunne goedkeuring zullen moeten be krachtigen, met de aanwijzing, dat de bedoelde leeftijd in dezelfde gemeente voor alle scholen gelijk gesteld wordt. Genoemd hoofdbestuur zond tevens een adres aan den minister van B. Z. om op de begrooting een grooter som uit te trekken voor subsidie aan de vacantiecursussen in den vreemde. Met de subsidie van '07 en '08 namen slechts 30 van de 25000 onderwijzers er aan deel. Vrijzinnig onder wijs. Het Haagsch Genootschap hoopt volgend jaar April of Mei de vrijzinnig-godsdienstige kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen te openen. Het gebouw zal verrijzen, meldt de Hervorming aan de Jacob Hoplaan te 's Gravenhage. Tot directeur is benoemd de heer D. de Boer Hzn., onderwijzer te Amsterdam. Tot hoofd der aan de kweekschool verbonden leerschool (tot oefening der kweekelingen in 't les geven) de heer J. G. Bos. De leerschool bereidt ook voor H. B. S. en Gymnasium voor. Dr. prof. H. Y. Groenewegen zal 22 en '29 October en 5 November a.s. in de afdeeling Amsterdam van 't Neder- landsch Onderwijzers Genootschap een drietal voordrachten houden over De materialistische en godsdienstige beschou wing van wereld en leven." Plaatselijk De excursie van de Natuur- Ilieuws. Hist. Ver. op „Lin d enheu vel." 'k Wil er eens heel eerlijk zijn. Toen ik verleden week 't verzoek kreeg, om op Zondag 10 Oct. 's morgens om half 8 deel te nemen aan de excur sie, die op Lindenheuvel zou gehouden worden en waarvan het hoofddoel was, 't zoeken van paddestoelen en trekkende vogels na te gaan, dat dit me alles behalve toelachte. Ten eerste behoor ik tot dat groote deel van 't menschdom, mis schien wel 't grootste deel, dat, met terzijdestelling van al 't bezongen goud, dat de morgenstond in den mond heeft, den zondag beschouwt als een uitermate geschikten dag om eens niét om half 7 op te staan. Ten tweede zijn er voor mij weinig meer prozaïsche dingen dan paddestoelen. Als hij nu nog met z'n deftigen latijnschen naam genoemd wordt, kan 't er nog mee door, maar alleen bij 't woord pad-de- stoel denk ik direct aan de minder mooie eigenschappen van sommige exemplaren, als giftigheid, 't in de wereld zenden van vieze geurtjes, enz. Nu geef ik direct toe, dat dit een afkeurenswaardige manier van generaliseeren is, maar. 't ivas nu eenmaal niet anders en dit was de oorzaak, dat ik met zekeren tegenzin om 7 uur de deur uitging, 't Eenige wat me toelachte was de kans, eens eenige bizondere exemplaren vogels te zullen zien eneens te mogen rondwandelen op 't mooie landgoed Lindenheuvel, dat anders voor den wandelaar z'n hekken zoo hardnekkig gesloten houdt. Als me nu vooruit verteld was, dat we van trekkende vo gels al heel weinig zouden te zien krijgen, dan had ik, toe gevende aan m'n tegenzin, misschien wel rechtsomkeerd ge maakt. Maar laat ik er nu direct bij zeggen, dat 't me zeer ver heugt, dat dit niet gebeurd is, want de antipathie van den bevooroordeelden, oppervlakkigen paddestoelbeschouwer, uw onderdanigen dienaar, den verslaggever, is, dank zij de eigen aardige gave van den leider der excursie, den heer Jac. P. Thijsse, om belangstelling te kunnen wekken voor de zelfs oogenschijnlijk onbelangrijke voortbrengselen der natuur, veranderd in, ik zal niet zeggen symphatie wat de padde stoelen betreft, maar dan toch in een veel minder alleen let ten op de minder gunstige eigenschappen. Toch zal ik nog veel moeten veranderen, voordat ik in de eerste plaats zal vragen: »is die paddestoel eetbaar of niet." Bovendien was't een genot, om door den heer Th. ingewijd te worden in verschillende, voor den gewonen mensch, verborgenheden en eigenaardigheden der natuur. Ongeveer half 8 hadden zich een 20-tal dames en heeren verzameld aan 't hek van Lindenheuvel. Na aan den heer en mevrouw Burdet, de bewoners van Lindenheuvel te zijn voorgesteld, stapten we de plaats in, waar de heer Th. al direct gelegenheid had, om op verschillende, zeer jonge boompjes te wijzen, die daar niet anders als door vogels gezaaid kun nen zijn. Nu eens wijzende op de nog zichtbare sporen van den maaltijd van een kruisbek (Loxia curvirostra), dan eens de aandacht vestigende op de eigenaardige aardsterren of eenige andere vertegenwoordigers uit't rijk der zwammen, voerde de heer Th. zijn gezelschap naar de belvedère, van waar men een heerlijk uitzicht heeft op de omgeving. De heer Th. had hier gelegenheid te wijzen op verschillende soorten van naaldboomen, o.a. den zeeden, waarvan men een 30 jaren geleden groote verwachtingen koesterde als duin beplanting, maar die daaraan niet beantwoord heeft verder den oostenrijkschen spar, die als duinbeplanting bezig is z'n sporen te verdienen en daarom door den heer Th. den boom der toekomst werd genoemdvervolgens op een spar, die in tegenstelling van anderen, rechtopstaande kegels draagt, enz. Na weer tot in lager sferen te zijn afgedaald, werd tegen een zonnig hellinkje een bezoek gebracht aan de nesten der graafwespen. Zondagsrust is zeker ook al bij dit volkje in gevoerd, tenminste van het hoogst interessante werken dezer diertjes viel weinig te bespeuren. En steeds vermeerderde het aantal der gevonden soorten van paddestoelen en van elke soort had de heer Th. iets bizonders te vertellen, werd gewezen op den fijnen bouw, en op 't kenmerk der giftige soorten, n.l. de verdikking van den voet bij of in den grond. En hoe later 't werd, hoe voller de hoedjes werden van 't tweetal jeugdige deel- neemstertjes, die van elke nieuwe soort een exemplaar in hun nieuw model herbarium meenamen. Intusschen was van trekkende vogels weinig te bespeuren. Een enkele bonte specht, of een meerkolf, die z'n afschuwe lijk schreeuvvgeluid liet hooren, of een kruisbek, was al zoo wat 't eenige, wat we te hooren of te zien kregen. Na nog even van een hoogte een blik te hebben geworpen op 't met villa's bezaaide Ivweekduin,, werd de terugtocht aangevangen. Door verschillende lanen werd gewandeld naar 't punt van uitgang, waar allen onder dankbetuiging voor zijn prettige leiding, van den heer Th. afscheid namen. Een woord van dank past hier zeker aan den heer Burdet, die zoo bereidwillig was, zijn schoons Lindenheuvel voor deze excursie open te stellen. En aan den heer Th. de vraag: „wanneer vergast gij de vereeniging weer eens op een soortgelijke excursie?" Uit hel politierapport. Processen-verbaal opgemaakt wegens loopen over verboden grond tegen P. v. d. A. te Hillegom, J. de W. en J. de K. te Haarlem, A. J. te Velsen 2 maal, A. J. B. te Bloemen- daal, H. J. V. en J. de W. te Haarlem. Wegens het zich wederrechtelijk toeëigenen van een vloer mat, is tegen W. J. de Ronde proces-verbaal opgemaakt. Wegens het niet gtven van een geluidsignaal ter plaatse, waar de veiligheid van het verkeer zulks vordert, is proces verbaal opgemaakt tegen J. W. W. te Bloemendaal, be stuurder van motorrijtuig G. 89. Tegen C. W. te Haarlem is proces-verbaal opgemaakt wegens het rijden zonder licht. Tegen G. V. te Haarlem, bestuurder van een hondenwagen, is proces-verbaal opgemaakt, wegens het rijden met onge- muilkorfde honden en geen licht op zijn hondenwagen te hebben. Gevonden voorwerpen. Gevonden te Aerdenhout en bij den agent van politie Stoffer terug te bekomen, een nikkelen horlogeketting. Een handtasehje, terug te bekomen bij den politiepost, Kleverlaan. Verloren: een broche, een jongensdemisaison en een groenlederen handtasehje. VergaderingderOnder-Af deeling Politie. „K en n emerland". De Onder-Afdeeling Kennemerland var. den Algemeenen Nederlandschen Politie-Bond hield Dinsdag avond een vergadering, die bezocht was door pl.m. 30 leden De voorzitter, de heer K. Frugte, opende met een toepasse lijk woord de vergadering en stond even stil bij de omstandig heid, dat zooals men in de nieuwsbladen had kunnen lezen door de bloemendaalsche politie een afzonderlijke sehietver eeniging was opgericht. Spreker gaf te kennen, dat men die oprichting alleszins zou kunnen toejuichen indien zulks alleen geschied was met de bedoeling, zich nog meer te bekwamen in het schieten; maar nu wij, die met den gang van zaken bekend zijn, zei spreker weten dat zulks niet het geval is, kunnen wij niet anders doei: dan die oprichting betreuren. bpreker raadde dan ook de vergadering aan waakzaam te zijn en geloofde dat de leden, die in zoo'n grooten getale opge komen waren, nu al blijk gaven, meer actief te zijn, daarom hoopte hij, dat het gebeurde een spoorslag zou zijn om meer actief te blijven. Hij sprak daarbij den wensch uit, dat men ten allen tijde de goede vormen in acht zou nemen en in aller waar zou zijn. Daarna zei spreker, hoewel het convocatie-biljet niets bijzon ders bevat, toch te hopen, dat straks bij de rondvraag de oprich tings-kwestie van de bloemendaalsche schietvereeniging een onderwerp van bespreking uitmaken zal, waarna hij de verga dering voor geopend verklaarde. Door afwezigheid van den secretaris werd overgegaan tot punt 3 der agendarekening en verantwoording der schietcommissie. Den heer Reinders werd verzocht rapport omtrent den gehouden schietwedstrijd Uit te brengen. De heer Reinders vroeg wat dat rapport moet behelzen, want om daar nu een verslag van te geven zou bezwaarlijk gaan, aangezien hij daar niet op geprepareerd was. „Maar enfin", zei spreker. „Zoo als ge allen weet", aldus begon de heer Reinders, „is de schietwedstrijd gehouden op 27 Augustus 1909 en heeft hij, zooverre de schietcommissie bekend, een prettig verloop gehad. „Ingekomen was een som van f 159,85, waarvoor de com missie prijzen heeft aangekocht, reclames zijn ons niet teroorr gekomen, zoodal ik verder niets meer weet te zeggen". De voorzitter dankte den heer Reinders voor zijn uitge bracht verslag. De heeren Bos, Nauta en Draijer werden aangewezen om de rekening van de schietcommissie na te zien, waarna door den heer Nauta aan de vergadering werd medegedeeld, dat de com missie de rekening in orde bevond en dat het batig saldo bedroeg f9.195. De voorzitter dankte de commissie voor hare bemoeingen en de schietcommissie voor haar gehouden beheer. De heer Heertjes vroeg of het niet goed was, dat de schiet commissie de kas bloot lag, men hoorde nu wel van een te goed, maar men moest het ook kunnen zien. De voorzitter zeide zulks niet te willen vorderen, daar dit een wantrouwen in de commissie zou zijn. In dien tusschentijd was de secretaris ter vergadering ge komen De voorzitter gaf toen aan hem het woord tot voorlezing der notulen van de vorige vergadering. De secretaris vroeg exuus, dat hij niet in staat was aan h-A verzoek van den voorzitter te voldoen aangezien het notulenboek niet ter vergadering aanwezig was. Door dienstaangelegenheden was het hem niet mogelijk geweest, het boek te halen. Verder deelde hij mede, dat bij hem een brief is ingekomen, die wordt voorgelezen en waaruit blijkt dat 22 leden, meest allen be- hoorende tot de bloemendaalsche politie, hun lidmaatschap hebben opgezegd van de Onderafdeeling Kennemerland. De voorzitter zegt dat zijn nu 22 leden, die zonder eenig motief, zonder eenige reden, hun lidmaatschap opzeggen en ik stel voor dit voor kennisgeving aan te nemen, hetgeen door den heer Reinders met „bravo" werd begroet. Alsnu kwam men aan de rondvraag. De heer Bos het woord verkrijgende spreekt er zijn ver ontwaardiging over uit, dat er lui geweest zijn die in de cou ranten hebben gepubliceerd den datum van den gehouden schiet wedstrijd, daar meermalen verzocht is, dit niet te doen, aangezien zulks niet in 't belang is van den politiedienst. De heer Reinders beaamde zulks volkomen en stelde voor dat de leden de belofte zouden afleggen, dat zij zulks niet zouden doen en dat wanneer zij dit wel deden, zij daarmede openlijk bekenden een lor te zijn en niet te weten wat in het belang van de politie was. De heer Heertjes dacht dat wanneer men de redacties van de bladen verzocht dergelijke kennisgevingen te weigeren, zij zeer zeker, zulks willen doen. De heer Nauta zegt, wanneer de reden daarbij opgegeven worden. Na nog eenige discussie tusschen den voorzitter de heeren Kleinjan, Reinders en De Beider, wordt besloten dat het be stuur zich met een verzoek tot de redacties zal wenden Daarna komen in bespreking de oprichting van de schiet vereeniging der bloemendaalsche politie en in verband daar mede werden door de heeren Dingshof, Heertjes en Reinders eenige vragen gesteld aan den voorzitter, met het verzoek die te willen stellen aan het lid Lokerse, inspecteur van politie te Bloemendaal en ter vergadering aanwezig Welke vragen alle vrijwel hierop neerkwamen, dat het lid Lokerse de oprichter van de schietvereeniging was en al zijn invloed had aangewend om die scheuring te veroorzaken enz. De voorzitter voldeed aan het verzoek der heeren en vroeg aan den heer Lokerse, of hij er op tegen had de gestelde vragen te beantwoorden. Deze verklaarde, alhoewel hij meende hier niet op een cate chisatie te zijn, toch wel te willen antwoorden op de vragen die gesteld waren en zeide, dat hij geen oprichter was van die schietvereeniging, zelfs geen lid en vermeende daar zelfs geen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1909 | | pagina 4