dvriend racht. mpen. I I ERS, bij ooicursus Bureau Tel. 271. MODES is fl 70.-. .MAN, PAREIN. fi. Cats. AU landen-Magazp. - - TEL 1267. Ïg 230B. bijvoegsel van „TJet bloemendaalsch Veekblad" I nade Fourrures ILEM. NDEN, PAPIER- en VAILLEUSES. eekening gemaakt. BLOEMENDAAL. Bestuur eener Instelling Weldadigheid, zoekt in de ing van Haarlem voor en van 3 tot 14 jaar, uit werkenden stand, wier door verschillende om- olieden niet in staat zijn ien te zorgen, eene liefde- verpleging in fatsoenlijke en. Vergoeding van 8=12 i per maand, naar gelang en leeftijd, voor kost, in- y en bewassching. woord wordt ingewacht met van het kerkgenootschap, ie sollicitanten behooren letters L.V. aan het bureau t blad, Ged. Oude Gracht aarlem. urDinsdags en Vrijdags v. 2-3 uur. JANSSTRAAT 5IA rood. ifoon 1511. HAARLEM. allatiën. ÏT PRIJSOPGAAF. van Zaterdag 20 November 1909. Inrichtingen, welke gevaar, Ambtelijke schade of hinder kunnen mededeelingen. veroorzaken. Burgemeester, en Wethouders der Ge meente Bloemendaal brengen ter openbare kennis, dat ter Gemeentesecretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen van het Bestuur der Bloemendaalsche Poiitieschietvereeniging, om vergunning tot het oprichten eener schietbaan op het terrein der N'ederlandsch-Israëlietische Hoofdsynagoge kadastraal bekend in Sectie A, Nos 1207, 1208 en 1209. Op Vrijdag, den 3 December 1909, des voormiddags te 11 uren, zal gelegenheid bestaan om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben, kunnen gedurende drie dagen, vóór het bovengemelde tijdstip, op de Secretarie der Gemeente kennis nemen van de ter zake inge komen schrifturen. Bloemendaal. den 19 November 1909 Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, c. J. de Groot l. s. A Bas Backer. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat volgens de be gaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeen- komstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden dag voor het Gemeente bestuur zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Onderstaand artikel zond ik, vóór dr. lvuyper's verdedi ging in de Kamer, aan De Standaard ter plaatsinghet werd geweigerd Haarlem, 17 November, 1909. Aan de Redactie van De Standaard, Amsterdam. Mijne Heeren. In uw blad is, naar ik hoor, herhaalde malen mijn naam genoemd, zonder dat u het noodig achtte mij zeiven inlich tingen te vragen in de zaak, die volgens uwe meening uwe lezers belang inboezemde, ja zonder dat mij de desbetref fende nummers uwer courant werden toegezonden. Daar er onder die lezers verschillende zijn op wier oordeel ik prijs stel, vraag ik uwe gastvrijheid om iu uwe kolommen hun liet volgende mede te deelen. Mathilde Westmejer, de vroegere agentesse zonder aan stelling van dr. A. Kuyper, beett goedgevonden aan de pers uitvoerige artikelen te zenden, waarin zij hare voor telling geeft van de wijze, waarop de verschillende brieven n mijn bezit zijn gekomen, welker openbaarmaking heeft geleid tot wat naar het oordeel der overgroote meerderheid an ons volk is: de bekentenis van dr. A. Kuyper omtrent eene bedenkelijke verhouding van hem tot die juffrouw in verband met door haar verzamelde verkiezingsgelden en het ireridderd en bijna geridderd zijn van twee amsterdamsehe heeren, waarvan een is genaamd «een man van rechts" en welke beiden door bedoelde juffrouw werden geprotegeerd. Mijnerzijds heb ik mijne verhouding tot bedoelde juffrouw reeds langen tijd geleden in korte trekken aangegeven. Ik blijf daarbij in allen deele en ben zelfs bereid ieder die zich daartoe te goeder trouw tot mij wendt, met nadere inlichtingen te dienen. Thans schijnen sommigen echter van mij te verwachten, dat ik het beeld der feiten nader in het openbaai uitwerk en iu het bijzonder mij, wanneer daartoe grond bestaat, verweer tegen eene der aantijgingen van bedoelde juffrouw. Ik zou haar mijn eerewoord hebben ge geven om de mij overhandigde (later heeft zij daarvan gemaakt de mij te overhandigen) brieven geheim te houden. Ik zou dus mijn eerewoord hebben gebroken. Wanneer ik dit gedaan had, zou ik het liever ronduit bekennen, dan met een bezwaard geweten rond te loopen. Wij allen struikelen in veel en wij weten dus dat een bezwaard geweten is een lastige gast. Maar ik zou het ook daarom gerust bekenuen omdat ik meen in deze het land een dienst te hebben bewezen en 's lands belang onze hoogste wet heeft te zijn, waarbij eigen belang en eigen rust heeft achter te staan. Zoo denk ik er over en lieden dus, die voor het belang des lands bedenkeljke zaken hebben geheim te houden weten nu wien zj niet in hunne geheimen moeten betrekken. Maar mijne voorstelling der zaak is juist en zal bij hem voor wien ik zedesgewenscht meer in bjzonderheden uitwerk, de overtuiging vestigen dat van het geven van mijn eerewoord aan mejuffrouw Westmejer, of aan wien anders ook, geen sprake is geweest. Ik wensch echter om de volgende reden die uitwerking thans niet in het openbaar te geven. Het oogenblik schijnt thans aangebroken waarop dr. Kuy- pei óf het staatstooneel wegens doofheid verlaat óf gaat spreken om zich te zuiveren van den smet dien het over groote deel van het nederlandsche volk op hem doet rusten, den smet: de macht van zijn bewind en daarbj den naam onzer Koningin door bemiddeling van niet achtenswaardige personen te hebben misbruikt voor bevrediging van partij zucht. Ik ben overtuigd, dat mijn nader treden in de bj zonderheden van deze zaak nieuwe onaangenaamheden voor j dr. Kuyper tengevolge moet hebben en ik ben thans nog dezelfde meening toegedaan van voorheen, dat het niet op niijn weg ligt, mede te helpen, de laatste levensjaren van den in zoo vele opzichten grooten man te verbitteren, wanneer I. er geen enkel praktisch landsbelang bestaat, dat dit ver- ^eisebt. Zoodra vaststaat dat dr. Kuyper geheel doet wat ten halverwege heeft aangekondigd, nameljk verdwijnt C£it»n het politieke tooneel, wensch ik mejuffrouw Westmejer I en heel den droeven steet van onnederlandsche personen j die aan haren leiband loopt en van onnederlandsche toe- i standen, die mede zj in het aanzjn riep, uit mjn geheugen te doen verdwjnen en het zal mj dan onverschillig laten I of bj lieden die hare mededeelingen wenschen te gelooven hoven de mjne omtrent mjn persoon en mjn gedrag on juiste opvattingen bijven standhouden. Wanneer daarentegen dr. Kuyper spreekt en niet over mj, die aan hem geenerlei rekenschap verschuldigd ben, maar over zich zeiven, dan zal het van den inhoud zjner mededeelingen afhangen of ik opnieuw het woord zal vragen. Dan zal het zeer belangrjke zielkundige vraagstuk onder de oogen moeten worden gezien of hjzelf heeft gehandeld desbewust slecht of in onbevangen genialiteit slecht, en wanneer ik aanleiding vind mj bj de oplossing van dat vraagstuk te doen hooren, zal ik niet in gebreke bij ven ook alle fei- teljke mededeelingen te berde te brengen die in staat zijn mj te zuiveren van den blaam mjns inziens zonder eenig recht en zonder grond door Mathilde Westmeyer op mij geworpen. Mathilde Westmejer is een tooneelspeelster van den eer sten rang, niet alleen haar wilskracht en hare verbeelding maar ook haar stem en haar geheele uiterljk optreden is aldus bepaald en het zal den scherpzinnigen lezer var. alle in deze zaak gepubliceerde feitelj.ke mededeelingen reeds duideljk zjn welke rol zj van hare zjde mj in deze roman tische tragi-comedie had toegedacht: dien van een door haar wel gewapend aanvaller o.a. op de beurs van de beide bekende amsterdamsehe heeren tot redding van haren oom, wiens redding tevens hare redding worden zou. Op welke wjze zj zich voorstelde, dat die aanval zou geschieden make men op uit de woorden die mj door haar werden nagegeven toen ik m j van uit haar huis opmaakte om een der heeren L. te bezoeken: «weest u nu vooral niet te fatsoenljk". Ik kan het niet helpen dat ik inderdaad voor het vervullen van die rol te fatsoenljk ben geweest en dat ik mj niet tegenstaande de door Mathilde mij ter hand gestelde wape nen, met opzetteljke verzwjging van den bedenkeljken ach tergrond der zaak heb bepaald de liefdadigheid der heeren L. in te roepen voor mjn cliëntzooals ik ook, toen dit beroep mislukte, mj tot dr. Kuyper slechts gewend heb met het verzoek voor mjnen r.k. cliënt te willen zjn de liefdadige voorspraak bj zjne vermogende r.k. vrienden. Alleen dit moet mj van het hart. Mathilde Westmejer, die een dergeljk verzoek ten opzichte der gebroeders L. onnoo- dig achtte, heeft mj gesmeekt: Spaar dr. Kuyper". Ik heb op die bede geen antwoord gegeven en ik heb, dit is voor ieder duideljk, aan die bede geen gevolg gegeven en ik zal daar casu quo ook geen gevolg aan geven. Slechts zoolang scheen vast te staan, dat dr. Kuyper, overtuigd op zjne wjze voor zijn land zjn best te hebben gedaan, het verder aan ons overliet het goede en het kwade door hem aangesticht te verwerken zonder hem, slechts zoo lang klonk die smeeking' mj in de ooren. Ik zal den avond niet vergeten, dat dit geluid voor goed verstierf bj lezing van 't bericht dat dr. Kuyper weder naar de hoogste staats- trap stuurde. Toen wist ik dat, niet zjne richting, niet de zoogenaamde gereformeerde beginselen, maar zjn persoon een wezenljk ge vaar was voor mjn land en ik heb geen oogenblik meel de gedachte uit mj kunnen bannen, dat het mjne taak zou zjn, te doen wat menscheljkerwjs gesproken mogeljk was de opkomst van eene nieuwe excellentie Kuyper te verhinderen. Om met de taal van dr. Kuyper zelf te spreken, ik gevoelde dat dit voorbeschikt was in Gods eigen Raad, of anders gezegd, dat hier geen toeval maar een natuurlijk te verklaren wereldverloop aan 't werk was; en men had lichter een boom kunnen laten veranderen in steen, dan mj een slot te leggen op den mond dien ik noch door eene bindende belofte noch door de vrees voor eigen ljfsbehoud gebonden voelde. Zoo heb ik dezen en genen die ik goed ver trouwde ingelicht, zoo heb ik bj de verkiezingen dr. Kuyper's persoon als middelpunt genomen van mjn reden, zoo heb ik gretig (en vaak met bewondering) zjne boeken opgesla gen en gelezen, zoo heb ik getuurd op de ljnen zjner omhoog zoowel als omlaag zoo ingewikkelde figuur. En, zooals gezegd, ik zal ook nu niet zwjgen als het mj mocht bijken noodig te zjn te spreken. Maar ik zie de noodzakeljkheid daarvan nu nog niet in. Aan openljken en aan anoniemen hoon ben ik sinds een half jaar volmaakt gewend. De smetten die bedenkeljke lieden op mij werpen deert hun maar mj niet. De juridische kant van het brievenvraagstuk, of ik nameljk ook zonder eenige belofte aan Mathilde hare medewerking voor de publi catie van noode had, ze laat m j koud in vergel jking met het groote vraagstuk dr. Kuyper's wederopkomst te verhinderen. U lezers van De Standaard dit te zeggen was mjn doel. Gj weet, gj zult het kunnen weten, dat niet tegen u als anti-revolutionnairen mjne actie gaat. Met heel mjn hart heb ik bevorderd, neen bewerkt dat uw partjgenoot in Overveen van raadslid wethouder werd van Bloemendaal. Van mjne keuze heb ik geen berouw, maar naast dit kleine heb ik geen berouw van dat andere feit: te hebben gedaan wat ik door onweerstaanbaren drang moest doenden grooten man te dwingen zich te laten zien zooals hj al of niet bewust, is voor ons volk: een gevaar voor onze goede zeden, zelfs in onzen parlementair geregeerden staat, een gevaar te grooter naar de grootte zjner persoonljkheid. P. Tideman. Volksgezondheid. Gezondheids-Oommisie geze teld te Bloemendaal. Vergadering van Woensdag 3 November 1909, des namid dags te 3 uur. in de vergaderzaal der Haarlemsche Hypo theekbank Tegenwoordig behalve de voorzitter en de secretaris, alle leden op den heer Brongersma na, die eenige dagen afwezig is. Wederom komt ter sprake de toestand van de destjds door typhus bezochte woningen aan de Leidsche Vaart te Bloemendaal, waaromtrent besloten wordt, dat deze zaak door een lid der commissie en den bouwkundige zal worden geïnstrueerd. Omtrent de onbewoonbaarverklaring van liet perceel te Velsen, Wjk G N°. 83, ontspint zich een discussie over de taak der commissie; alle leden op een na, die aanvankeljk een andere opvatting had, zjn van oordeel, dat de com missie alle vraagpunten toetst aan de bestaande verorde ningen. Bijken de eischen dier verordeningen niet vol doende, dan moeton daarover voorstellen worden gezonden aan de gemeentebesturen. Omtrent de pereeelen wjk E afdeeling Velseroord, Kanaal- weg N° 2 en 4, wordt besloten, dat het aanbrengen der verbeteringen door den bouwkundige zullen worden gecon troleerd Medegedeeld wordt, dat op het terrein van een melkboer M. te Bloemendaal de inesthoopen verdwenen zjn, hetgeen de klachten nu wel zal doen ophouden. De wederom ingekomen klacht van een perceel te Bloe mendaal omtrent onbruikbaar drinkwater en stank der privaten, wordt ongegrond bevonden. Langs minneljken weg is opgelost de klacht omtrent een beerput bj de woning aan de Emauslaan N°. 5 te Heem stede. De put is vervangen door een nieuwe. Ten opzichte van de klacht over drinkwater van de 13 pereeelen aan de Kleverlaan, toebehoorende aan de Bin- nenlandsche exploitatie maatscbappj van onroerende goe deren te Haarlem, welke woningen nader zjn gebleken niet vrj van vocht te zjn, wordt besloten te wachten tot een klacht daaromtrent inkomt. Aangezien meerdere ingezetenen der gemeenten binnen het gebied niet op de hoogte zijn van het feit, dat klachten, den volkstoestand betreffende, kunnen ingezonden worden aan de gezondheids-commissie, of wel, dat zj niet weten de wjze waarop zj die klachten aan die commissie moeten doen toekomen, is besloten in overleg met de ge meente-besturen, hetzj door middel van publicatie, hetzj door op in het oog loopende plaatsen, klachtenbussen te hangen, hen te dezen opzichte eenigszins tegemoet te komen. Zoo zullen eerdaags in Haarlemmerliede, Schoten, Spaarudam, Zandvoort en Heemstede klachtenbussen worden geplaatst, in Haarlemmermeer zal, wegens de uitgebreidheid dezer gemeente, door publicatie aan de zaak ruchtbaarheid worden gegeven, in de gemeente Bennebroek wordt ieder geacht met deze aangelegenheid op de hoogte te zijn. terwjl ten opzichte der vorige gemeenten de zaak nog han gende is. De door de gemeente Haarlemmerliede c. a. om advies gezonden «ontwerp verordening", inhoudende het treffen van bepalingen ten opzichte van de breedte der wegen, werd besproken. Te Maastricht is in tegenwoordigheid Onderwijs. van den gouverneur in Limburg het gemeentebestuur benevens school- en andere overheden de roomsch-katholieke kweekschool door den bisschop van Roermond ingewjd. Het nieuwe bestuur van het departement Hilversum van 't Nut is voornemens een fröbelschool op te richten, welke aan hedendaagsche eischen voldoet en een laag schoolgeld te heffen. In de kerstvacantie zal te Utrecht examen afgenomen worden voor het diploma zangonderwjs op de bewaar- en lagere scholen. Van de regelingscommissie door de Maat- schappj tot Bevordering der Toonkunst ingesteld, is mr. A. J. Labouchere te Utrecht secretaris. Het examengeld bedraagt f 5. Aan de directeuren en besturen van meer dan 900 ge mengde zangvereenigingen in den lande is door de heeren Veldkamp en De Boer het verzoek gericht om het frissche schoollied af en toe uit te voeren. Z j meenen dat de zang vereenigingen in Nederland de groote zoowel als de kleinere een nationale taak te vervullen hebben, den volkszang te bevorderen De schoolliederen met hun bevatteljken tekst zullen, onder goede leiding uitgevoerd stellig inslaan bj het publiek. De school en de zangvereenigingen, de laatste niet het minst, kunnen zorgen, dat er een repertoire van liederen komt, dat goed gekend en mooi gezongen een bolwerk wordt tegen banalen straatzang. Ter bevordering van dit nationaal streven is bj de firma Noordhoff ver schenen een vierstemmige zetting van een 40-tal school*- liederen, (bewerking ook de pianobegeleiding van den beer P! Jonker) waaronder ook koren van D. de Lange, R. Holl Fr. Coenen, Arnold Spoel, J. J. Viotta en W. F. G. Nicolaï, onder den titel: «Kun je nog zingen, zing dan mee." Te Hilversum heeft de plaatseljke schoolcommissie een adres aan den gemeenteraad gericht, waaarin verzocht wordt van gemeentewege over te gaan tot oprichting van eene school, uitsluitend voor zwakzinnige kinderen. Muziek. Henri Wilhelmus. Men schrijft ons uit Budapest: Eindelijk hadden wij het genoegen, het, wegens ziekte van den pianist Henri Wilhelmus, uitgestelde concert Drumaer- Wilhelmus te zien plaatsvinde De ons van het vorige seizoen bekende jonge hollandsche pianist deed ons, zoowel in zijne begeleidingen, als in zijn solo- spel nogmaals overtuigen van zijne fijne afgeronde techniek, zijn prachtigen toon, en zijn natuurlijk muzikale opvattingen, zijne vertolking van 't Cis moll Scherzo van Chopin stond voor ons het allerhoogste, hier toonde de nog zoo jeugdige pianist, dat wij in zijne handen den grooten componist Chopin degelijk kunnen toevertrouwen. Nog even wil ik aanstippen de groote virtuositeit, waarmede hij de finale van Thème varié van Baderewski ten gehoore bracht. Hierna werden hem luide ovaties gebracht, die hem een toegift noodzaakten. Susan Metcalfe. Met Susan Metcalfe en Louis Schnitzler aan 't klavier 'n uur door te brengen, dat is iets voor de muzikale fjn- proevers," zoo vangt de verslaggever van Het Handelsblad zjn verslag aan over het laatste concert te Amsterdam en verder: «het optreden van de zangeres Susan Metcalfe moet als wezenljke weldaad worden begroet." Zou er nog meer noodig zjn om deze beroemde ameri- kaansche zangeres bj het haarlemsche publiek in te leiden Wj mogen aannemen van niet, en hopen alleen dat de muziekliefhebbers Maandagavond in grooten getale van haar heerljke kunst zullen gaan genieten. «Komen hier veel automobielen door dit nest met die miserabele bestrating?" »Er in wel, maar cr door niet." [Dr Auto)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1909 | | pagina 5