MET PENSION- EjSl WONINGGIDS
Nieuwsblad
voor
AERDENHOUT -
BLOEMENDAAL
- OVERVEEN -
VOGELENZANG
en omliggende
8 gemeenten 8
Uyt de Vroetschap van
Haerlem.
3<- jaargang.
VRIJDAG, 31 DECEMBER 1909
No 53.
Hel Bloemendaalsdi Weekblad.
Prijs per
halfjaar f 1.25
bij vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer fO.10
Dit Nieuwsblad verschijnt wekelijks onder Redactie van Mr. P. TIDEMAN
te Bloemendaal.
Advertentiën
10 cents per
regel
bij herhaalde
plaatsing
korting.
Mededeelingen van allerlei aard aan de redactie schriftelijk
Bloemendaalsche weg 227. -:-
II
ai
Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende:
Ged. Oude Gracht 65, Haarlem. Telefoon 141. -:-
Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de ivet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
EERSTE BLAD.
Bloemendaal.
Agenda. Concertzaal Hotel Hartenlust.
Dinsdag 4 Januari 1910, 8 uur.
Concert mevrouw Diny Ruijneman en de heeren Anton
Meeder en Danny Ruijneman.
Voetbal.
Zaterdag 1 Januari 19 10, (Nieuwjaarsdag) 2 uur.
B.V.V. IIR.A.P. III (Amsterdam). Terrein aan den
Meerenbergschenweg.
Zondag 2 Januari 1910, 2 uur. B.V.V.Rapiditas
(Weesp). Terrein aan den Meerenbergschenweg.
Haarlem.
Zaterdag 1 J a n u a r i 1 9 1 0, (Nieuwjaarsdag) 10| uur.
Haarlem IIH.F.C. II. Terrein aan den Schoterweg.
Zaterdag 1 Januari 1910, (Nieuwjaarsdag) 2 uur.
De ZwaluwenVitesse (Arnhem). Haarlem's terrein aan den
Schoterweg.
Zondag 2 Januari 1910, 2 uur. H.F.CHaarlem.
Terrein aan de Spanjaardslaan.
Heemstede.
Zondag 2 Januari 1910, 2 uur. B.V.V. II
Union II. Terrein te Heemstede.
Haarlem.
Schouwburg Jansweg.
Zaterdag 1 Januari 19 10, 8 uur Nederlandsche
Operette-Gezelschap, dir. Janmart. Een brutale Feeks, klucht
spel. Daarna: De bruiloft van Kloris en Roosje, kluchtspel.
Zondag 2 Januari 1910, 7y2 uur. Volksvoorstelling
Rotterdamsck Tooneelgezelschap, dir. v. d. Velden, Robert
en Bertram, of de lustige vagebondenblijspel.
Dinsdag 4 Januari 1910, 8 uur. Kunstavond »Fri-
tomya". De familie Stastok en La Servante Maitresse.
Vrijdag 7 Januari 19 10, 71/a uur. Kon. Ver. Het
Ned. Tooneel. Abonnementsvoorstelling. Gijsbrecht van Aemstel,
treurspel. Daarna: De bruiloft van Kloris en Roosje, kluchtspel.
Brongebouw.
Zaterdag 1 Januari 1910, 8 uur. Variété-voorstel-
•*ng door Chretienni en Louisette.
"iZondag 2 Januari 1910, 8 uur. De Hagespelers,
r. Ed. Verkade, De Oester, blijspel.
De Kroon.
Zaterdag 1, Zondag 2, Maandag 3 Januari 19 10.
Bioscoop-voorstellingen van Alberts-Frères.
Woensdag 5 Januari 1910, 8 uur. Concert Flesch-
Röntgen, Beethoven-avond.
Een korte dag.
»Het leven zoo lazen we ergens is een korte dag,
tmaar een werkdag."
Dat woordje maar moet bij den eersten aanblik een
vreemden indruk maken, 't Is toch heel natuurlijk, nietwaar,
dat een korte dag een werkdag is? We bemerken dat maar
al te goed in deze donkere dagen. Hoe we ons reppen
moeten om bij het zwakke licht der zon de taak te vol
brengen, die, aan velen althans, bij kunstlicht zooveel
zwaarder valt of ondoenlijk is
In de kortheid van den dag en bet feit, dat we braaf
de banden uit de mouwen moeten steken om klaar te
komen, ligt echter geen tegenstelling. We zouden het ge
vleugelde woord wel durven omzetten en zeggen: »bet
leven is een werkdag, omdat het zoo kort is.
En de ons onbekende schrijver zal ook wel geen tegen
stelling bedoeld hebben, die de kracht van zijn betoog slechts
verzwakken zou. Maar ook onze omzetting is de ware op
vatting nog nietwant al ware het leven driemaal langer,
we zouden er niet minder om te arbeiden hebben.
Zou het biet wezen in den geest van den schrijver, wan
neer we het woordje en voor zijn maar in de plaats stelden?
Best mogelijk, maar geen geschikt oogenblik, om aan
zulke dingen te denken. We hebben nu zoo'n haast om
klaar te komen. De dagen zijn kort; bet jaar loopt ten
einde. Met het rijzen van de zon komt er weer wat meer
ruimte En dan, nu ja, de oude tijdkring loopt ten einde,
maar dit is toch ook eigenlijk maar een idéé, hè Eiken
dag kunnen we zeggen, dat een jaar wordt afgesloten.
't Is volkomen waar, dat we het kunnen zeggen. En, doen
we het dan ook? Ge meent zeker, vriend, dat we die mijl
palen op den levensweg, die dagen die het boek van het
verledene als feest- en gedenkdagen merkte, zoo zachtjes
aan wel missen kunnen Ze zijn daar nu eenmaal en ze
blijven er, maar hun kracht en beteekenis gaan van liever
lede verloren. Onze ontwikkeling bereikt ook zulk een
hoogte, nietwaar?
Wat kennen we ons zei ven weinig, zoo we inderdaad
meenen den levensweg geestelijk ten einde te kunnen gaan,
zonder rustpunt te zoeken om vóór-en achterwaarts te zien;
altijd aan den arbeid, altijd met gespannen boog, altijd in
marschtenue.
Wel, mijn dappere vriend, ge zijt wel een kranig heer,
dat ge uwe uzelf opgelegde taak zoo aandurft. Als ge niet
onverschillig zijt, dan moet ge wel een groot denkbeeld van
uw eigen kracht hebben en van uw staan boven anderen.
Maar, hoe ver brengt ge het
-Niet zoo heel ver toch? O, als we goed om ons zien,
dan treffen we ze overal aan, die rustende levenswandelaars,
die niet willen weten, dat ze rust behoeven. Daar zitten
ze dan, ter sluiks, op den graskant of aan de mijlpaal,
onrustig bladerende in het boek hunner geschiedenis of
kladdende in het schetsboek der toekomst. De studie komt
nooit aan een einde en de schets nooit afmaar de plaats
die ze zich kozen is ook zoo ongemakkelijk de plaats
van hen die niet willen doen als wij anderen.
Rusten, stilstaan, nadenken, overleggen, we hebben 't
allen noodig als brood. Al zijn de dagen kort, al hebben
we de handen vol, het moet. We moeten, niet te hooi en
te gras, maar opzettelijk, als de tijd er is, als de almanak
zegt, dat het zoo wezen zal.
Een raar leven, naar den almanak, zegt ge?
Alweer gebrek aan menschenkennis, aan zelfkennis. Wan
neer één voorbeeld hel scheidend jaaf u als ondanks
u zei ven dringt om de rekening te sluiten en een begroo
ting te maken voor 't volgend jaar, maar ge weet er aan
te ontsnappen, omdat de tijd ontbreekt en de dagen zoo
kort zijn, denkt ge waarlijk, dat het er dan later nog
van komen zal
Er was eens een man, die een zedelijk gebrek had: hij
verviel soms in onmatigheid. Dat was zijn schaamte en zijn
ergernis en hij had den vasten wil, zich zelf te genezen.
Die man kwam tot zijn volledig herstel, eenvoudig door
de statistiek. Wanneer hij gebukt had voor de macht der
verleiding, dan teekende hij dat zorgvuldig aan en dan was
het zijn streven, telkens te komen tot een grooteren afstand
tusschen de laatste aanteekening en de vroegere. Die man
maakte zieh een studie van zich zelfhij had er niet veel
tijd en arbeid voor noodig, maar alleen de onverzettelijke
wilskracht, om telkens het verledene te overzien en een
plan voor de toekomst te vormen. Zoo kwam eens de tijd,
dat er geen aanteekening meer noodig was. Hij had een
schitterende overwinning behaald, die bem voor altijd een
wapen in de handen gaf, dat hem zou maken tot een held
in den levenskamp.
Het beginsel van dit bijzondere geval, geldt ook in het
algemeen. Er is een vaste verdeeling van het leven en den
arbeid. Hos ze er gekomen is doet niets tot de zaak; maar
ze is er en ons geheele zijn, het wezen van al wat ons
omringt, de maatschappelijke en zedelijke orde, zijn er mee
saam geweven, zijn er op gebouwd.
En wij, die niet anders zijn dan anderen, die dezelfde
behoeften hebben, dezelfde zwakke zijden bezitten, laat ons
die orde handhaven, zoowel voor ons zeiven als voor hen,
die met ons reizen naar het einde van den korten dag.
Laten we de stations en halten niet voorbij stoomen want
dan komen we er toe, stil te staan waar het stilstaan nut
teloos, zoo niet erger is.
Neen, we willen ze niet missen, onze rust- en feestdagen,
onze gedenktijden, die de grondslagen zijn van een gezond
en geregeld leven. We willen ze niet missennoch het
avondkleppen van het scheidende jaar, noch de tonen in
den Nieuwjaarsmorgen. We willen er niet overheen stappen,
over die scheiding tusschen twee korte werkdagen, zonder
eens flink om te zien en te zeggenKijk, zóó hebben we
't gedaan, 't Gaat nog al maar, het moet nog beterhet
moet breeder en dieper. Breeder onze opvatting van de
levenstaak; dieper ons geloof in den ernst der dingen inni
ger onze overtuiging dat de laatste twee streepjes altijd
verder van elkaar af moeten staan dan de twee vorige
Kunnen we ons daarmee vereenigen, dan maar zóó afge
sproken een goed akkoord maakt een zachte scheiding.
En daarmee: na een vroolijk Kerstfeest, een gelukkig
Nieuwjaar. Henri.
Het werken in 't groot blijft gevaarlijk voor menigeen die gezegend
zou wezen als hij 't kleine niet te gering achtte
VI.
Corbasius, hebbende geen tyt
te vinden syae besprekinghe
over de laetste sittingh der
Vroetschap in 1909, soals 't hem
betaemt in eenen u welgeval-
lighen vorm ten eynde te bren-
ghen, ende qualyck connende
vermyden hierin naalaetigh te
weesen, sal hiermede wagten tot
eene weeck laeter.
Dog voor heden gunt en wenscht hy u allen een dag
vol vroolyckheyt, hopende hy dat gy suit swemmen in
lachjes en genuchtjes. dat ge swaermoedighe gepeinzen varre
van u suit zetten ende dat gy tot goed besluyt suit slaepen
gaen op dons van witte zwaentjes, sullende wy voor mor
gen en laeter dan wel weer sien.
Propria Cures van 24 December j.l. bevat
Godsdienst, de volgende oproeping
De lezingen van Dr. Slotemaker de Bruyne.
De ondergeteekenden deelen u door deze mede, dat zij zich
vereenigd hebben tot een comité, dat zich ten doel stelt,
lezingen te doen houden over vragen van den dag en wel van
uit een christelijk uogpunt bezien.
Zii meenen dat aan zulke lezingen behoefte bestaat. Immers
de beschaving van onzen tijd gaat, in de groote vragen die zij
doet oprijzen, veelal buiten onze Christelijke levensopvatting
om en schijnt er niet zelden mee in strijd te zijn.
Een gevolg hiervan is, dat velen in onze dagen verlegen
staan hoe hun geloof te handhaven, dat niet weinigen een
onoplosbare tegenstelling zien tusschen het Christelijk geloof
en de heerschende wereldbeschouwing en meenigeen, vooral
onder beschaafden, buiten den invloed van het Christendom
komt te staan.
Elders werd reeds veel gedaan om dezen toestand te ver
beteren. In Duitschland verspreidt men lectuur die Christelijke
beschaving en wereldbeschouwing wil bevorderen en dieper
maken. In Den Haag en te Rotterdam werden tot dit doel
reeds lezingen gehouden die veel belangstelling vonden. De
ondergeteekenden hopen, dat ook hier door zulke lezingen
eenig licht en eenige steun in den strijd der geesten kan
geboden worden.
Zij stellen zich voor gedurende deu winter telkens een vier
of vijftal lezingen te doen houden. Voor dezen winter hoopt
Dr. J. R. Slotemaker de Bruyne uit Utrecht op te treden en
wel op Maandag 10 en 24 Januari, 7 eu 21 Februari 1910.
Een overzicht van zijn 4 voordrachten is als volgt:
Onderwerp: De mensch van onzen tijd in zijn verhouding
tegenover 't geloof aan Gods wereldbestuur ter eener en
tegenover de door de wetenschap gegeven „verklaring" dei-
natuur ter andere zijde.
Gedachtenganq De uitbreiding van de kennis der natuur,
de hooge vlucht der techniek, de ontraadseling van zedelijke
en geestelijke verschijnselen laat al minder plaats voor het
geloof aan een wereldbesturend God.
Tegelijkertijd wordt echter de behoefte al sterker aan de
zekerheid, dat wij niet enkel machines zijn zonder verant
woordelijkheid en zonder behoefte aan de werking van geeste
lijke, niet uit de stof te verklaren, factoren.
Er ontstaat alzoo voor ons denken een tweeheid, die zich
voordoet op dogmatisch, ethisch, wijsgeerig en sociaal terrein
en waarvan men langs allerlei wegen de oplossing in een
hoogere eenheid beproefd heeft.
Deze pogingen, zoolang zij theoretisch blijven, dragen geen
vruchtmaar de praktijk van het leven stuit hier niet op tegen
strijdigheden, wanneer maar èn aan Gods Voorzienigheid èn
aan onze roeping wordt vastgehouden naar den eisch èn van
gemoed èn van geweten.
De prijs voor de vier lezingen is gesteld op4.voor studen
ten en onderwijzers(essen) 2.
Men hoopt bijeen te komen in het gebouw der Maatschappij
tot Nut van het Algemeen, N. Z. Voorburgwal No. 212,
Men kan zich opgeven bij een der ondergeteekenden, de
toegangsbewijzen zullen u dan worden toegezonden.
Bovendien zijn ook na 1° Januari 1910 bewijzen vau toegang
te verkrijgen bij den Heer J. H. de Bussy, Rokin 60.
Dr. L. Heldring, Heerengracht 388.
Dr. A. K Kuiper, Keizersgracht 13.
Dr. G. Doyer v. Cleeff, Wanningstraat 11.
Mej. M. C. v. Eeghen Sarphatikade 12.
H. J. Emous, N. Z Voorburgwal 326.
Mevr. A. M. M. Ever wijn Lange—Doeff.
Plantage Prinsenlaan 15.
Prof. Dr. T. Place, Ruysdaelkade 41.
D. Raiiusen, Keizersgracht 435.
Jhr. Mr. J. C. Reynst, Keizersgracht 151
Mej. J. E. v. d. Waals, P. C. Hooftstr. 177.
Mej. N. Boissevain, Drafna, Naarden.
Mej. W.L.C. Coenen, Lit.cand., Keizersgr. 52.
C. P. Gunning, Lit.cand., Keizersgr. 580.
O. W. N. Strumphler, Med. stud.,
Joh. Verhulststraat 55
Mej. A. Snethlage, Phil, stud., Vondelstr. 2
Het zij ons vergund als mede-onderteekenaars van de hier
boven afgedrukte circulaire eeu kort woord daaraan toe te
voegen, 't Doel dezer voordrachten vindt men hierboven uit
eengezet. Wij meenden er nog eens deu nadruk op te leggen,
dat hier niet beoogd wordt een specifiek-Christelijke lezing te
houden, om gemeenteleden op te bouwen in het geloof, maar