MET PENSIOJM- WONINGGIDS I Nieuwsblad B voor b b AERDENHOUT BLOEMENDAAL OVERVEEN VOGELENZANG en omliggende b gemeenten PRINS-POEDEL, >m f 20000.—. 000 vierkante meter. Koon- ttende 8 kamers en aile ge. lopsom 1' 7000.aanvaardim, s en Appartementen. °.r Pension grooten tuin, mooi gelegen ;tende 8 kamers, keuken, kei. per saison. t, met zeer grooten tuin, 7 voorzien, vlak bij halte tram. a, in mooi villapark gelegen erre, balcons, electr. licht en per maand. 5t grooten tuin, 7 kamers, oorzien. Huurprijs "f lOOl).— gedeeltelijk te huur, bij het uin. Huui 4e jaargang. ZATERDAG, 9 JULI 1910 No 27. prijs f 600.— per stijl ingericht, in hoog ;ende 7 kamers, keuken, kei- >rijs f 1000.per jaar. rmerp, enz., electr. licht en Huurprijs f 725.per saison, kamers enz., hooggelegen. ideeltelijk te huur. 6 Kamers, uin. Huurprijs f 600.per gelegen, flinke ruime kamers station, ruime kamers en vai e Hotel pension, «Kennemer- Lig gelegen benedenafdee'ing' ikamer, keuken, kelder, closets, n schuurbovenafdeeling, me; 1 slaapkamer, keuken, balcon en schuur. Degelijk pension, 3 kinderen van iederen leeftijd, Familieleven, vrije speel- er evattende 8 kamers, serre, in achtertuin, electr. lich er jrleg. Huurprijs f 1.000. on aan den Hoofdweg, en tuin, aan den Hoofdweg 0.per saison. bevattende 8 kamers, keuken ïing enz. Huurprijs f 100 ;edeeltelgk te huur. Huurprij Huurprijs f 400.per seizoen rprijs f 300.per maand EISEN. (SPEET. f 8000.Huurprijs f 400.— een mooie villa, gelegen and )sch, op 10 min. afstand vaJ NunspeetZwolle; 2 M. hooi Electrisch verlicht. Foto oj 8600. Huurprijs f 550. 1RLEM. iter tuin; 10 kamers, modeij* in voorzien, mooi gelegen, natj ition, koopsom f 9000Huuj de 12 kamers, van alle gl ten tuin. Huurprijs f 2000.4 en Bouwgrond OORT vanaf f 1per Q Met* n ligt voor belanghebbendf| het woningbureau, waar ajj; 3 verstrekt worden, opdrachten, welke niet j mijn bescheiden meeoing, zei en wil ik opmerken, dat 1 ot en de acteurs zoo talrijk dat onder den wil, diegebiei landen moeten zijn, die gehoi t, zeide Hiacint welwillend, <1 idige en voorzichtige mensch' in dien jeugdigen wil voor ;t ik mij in het geheugen prente r den raad en den steun, <l|fl 3t willen geven; alleen betrfl er Blindevink zijn woorden ouden hij heeft ons niet verg" de stem te hooren, welke di Vliegeneters uitmaakt, voordde de advokaat opstaa j eene tribune voor zich plaatse: in den Raad; wat daarin VJ niet; ik heb geen enkel wo« lagingen aangeboord, ie de jonge vorst, eenigszins t' et deze wetten voor ons Parlentf r, sire, liernam Blindevink,jj. ik alle zorgen aan om mij n^l >ud te storen. Indien ik, vo' Ikeels schreeuwende en hard zijn stoel slaande, indien ik'j den minister-wetgever met J lvigde, dan zou het kunnen-, ij gelegenheid, als de min ing veranderde, de draad nH- dien onweêrstaanbaren n1 rden medegesleept. il spreekt gij vroeg Hiacin Wordt vervolg1' Het Bloemendaalsch (deehblal Prijs per halfjaar f 1.35 bij voor uitbe taling. Prijs per nummer fO.lO Dit Nieuwsblad verschijnt wekelijks onder Redactie van Nlr. P. TIDENIAN -i- te Bloemendaal. -s- Advertentiën 10 cents per regel; bij herhaalde plaatsing korting. Mededeelingen van allerlei aard aan Vijverweg 7. de redactie schriftelijk H II Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende: Ged. Oude Gracht 65, Haarlem. Telefoon 141. -:- Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht. Bi] dit nummer behoort een bijvoegsel. Aan de lezers. Agenda. De in dit nummer geplaatste spreuken zijn van Nicolaas Beets. BLOEMENDAAL. IDagelijks geopend: in hotel „Duin en Daal" tentoon stelling van schilderijen en aquarellen van Hobbe Smith. Zondag 10 Juli. Hotel „Duin en Daal". 12—2 uurluuch- concert; 21—41 uur: matinée; 6—8 uurdiner-concert 8 uur: Avond-concert. Zondag 10 Juli. Concert dameskapel in Hotel Harten- lust. Middag-concert van 2—4J. uur. Avoud-concert van 7J—10 uur. HAARLEM. Zondag 10 Juli, 7$ uur. Brongebouw. Zangersfeest. Zondag en volgende dagen.Museum van Kunstnij ver heid. Tentoonstelling van eenige werkstukken betrekking hebbende op de houtbewerking, beeldhouwwerken, inleg werken enz. Dagelijks geopend: 7—10 uur 's morgens en 3—5 uur 'savonds. Drinkhal Staalbad Haarlem. Idem: Badinrichting Badhuisstraat. Idem: Zwem- en Badinrichting aan de Houtvaart. Donderdag 14 Juli, 8 uur. Brongebouw. Abonnements concert Haarlemsch Muziekkorps. Bij gunstig weder in den tuin. ZANDYOORT. Olympia-Palace. 8 15 uur. Heden, en Zondagavond: Holland- sche humoristen-avonden. Verdraagzaamheid, kennis, deugd. Mijnheer de Eedacteur. Met levendige belangstelling heb ik van den aan vang af de wording en bloei van uw blad gevolgd. Ge kunt er gerust trotsch op zijn het eenige orgaan te redigeeren dat in Haarlem en omstreken op durft komen voor de liberale beginselen. Ik herinner mij nog zeer goed, boe gij in den aanvang hebt getracht kleurloos te zijn en kleurloos te schrijven, doch reeds spoedig hebt ge dit moeten opgeven. Ge hebt zelf mij wel eens verteld hoe nog vóór dat door u duidelijk te kennen was gegeven dat uw blad uwe richting bezat, door roomsche geestelijken tegen u werd geageerd. Het ook door u geredigeerde zuster-blad Het Beverwijksch Weekblad werd stelselmatig door hen in Beverwijk en omstreken tegengewerkt en na een kortstondig bestaan moest het verdwijnen. Onder de namen van hen die geregeld in uw blad adverteeren, vindt men niet die van verschillende bekende room sche winkeliers. Dit bewijst volgens u volstrekt niet, dat de roomsche winkeliers in uw blad niet zouden willen adverteeren, maar alleen dat zij het, onder de oogen van liunne collega's-propagandisten en van hunne kapelaans niet durven. Ik acht dit aannemelijk. Het sociaal-democratische groene weekblad De Amster dammer, dat niet onder hunne oogen komt, wordt wel degelijk door tal van roomschen gesteund. Er wordt dus voor u eene uitzondering gemaakt, die, naar ik meen, u tot eer strekt. Er wordt op u gelet, er wordt tegen u geïntrigeerd, ge geniet herhaaldelijk het twijfelachtig voorrecht uw naam gedrukt te zien in de roomsche N. H. C'rt. In dit laatste blad tracht men zelfs u persoonlijk te beleedigen en belachelijk te maken, een bewijs dat men uw invloed vreest en het noodig acht die te ondermijnen. Ook hiermede mag men u gelukwen- sclien. Slechts de goede wordt aldus door den booze aangevallen. Maar dit alles neemt niet weg, dat degenen die, zooals ik, de liberale beginselen als de eenige in ons land voor toepassing vatbare huldig, mijn spijt niet steeds kan onderdrukken, dat gij niet altijd bij het bespreken uwer tegenstanders die mate van zelfbe- lieersching en van achting voor u zelf hebt in acht genomen die passen nederlandsch liberaal. In de overtuiging, richt ik mij dus tot u aan een werkelijk beschaafd dat ik namens velen spreek met het verzoek het volgende in overweging te nemen, met vergunning dezen brief, zonder mijn naam, te publiceeren, Liberaal is niet hij die slechts voor zich begeert de vrijheid die grondslag is] van zijn eigen verant woordelijkheid en die de voorwaarde is voor alle ontwikkeling; liberaal is degeen die deze vrijheid begeert voor zich en voor de andere leden der ge meenschap, waarvan hij deel uitmaakt. Het is dezelfde vrijheid die de dichter Herman Gorter in deel III van De School der Poezie opeischt voor den burger van de gemeenschap der toekomst. Het is de vrijheid om zich bij den gang der wettelijke wereldorde aan te sluiten en zich aldus te veredelen, te ontwikkelen. Het is de vrijheid om ook de raadgevingen van de leidslieden die men mee gekozen heeft zelf te beoor- deelen naar hun inhoud en op te volgen of niet op te volgen, al naar gelang zij strooken met de inspraak van ons geweten of daarmee strijden. Het is de vrij heid, zonder welke een Giordano Bruno, een Savo narola, een Rafael, een Titiaan, een Dante, een Pe- trarca, zonder welke een Shakespeare, een Milton, een Vondel, een Zwingli, een Calvijn en een Luther, zonder welke een Willem de Zwijger en een Olden- barneveldt, een Lord Bacon, een Newton, en een Huvgens, zonder welke op liet gebied der moderne staatkunde een Thorbecke, een Bismarck en een Gladstone zich zeiven niet zouden zijn geweest, en zonder welke zij niet tot de veredeling, de ontwikke ling en het wezenlijke geluk van honderdduizenden zouden hebben medegewerkt. Het is de vrijheid om een eigen persoon te zijn, ook al gevoelt men zich en weet men zich onderdeel van een groot geheel. Het is eene vrijheid die niet uit bronnen van ge leerdheid kan worden geput, en die niet uit rede voeringen kan worden overgenomen. Deze vrijheid immers is een toestand van de per soonlijkheid, een geheel van /Mra/cfer-eigenscl i appen zij is slechts waar zijn: verdraagzaamheid, kennis en deugd. Karakter-eigenschappen worden niet van buiten aangepraat of opgelegd, maar ontluiken van binnen uit door erfenis of worden door geregelden en zwaren arbeid, door lijden veroverd. Verdraagzaamheid, kennis en deugd zijn 's menschen veroverde bezittingen. Alleen de mensch die hen bezit is vrij. Maar deze vrije is zoo zeer verheven zoowel boven den onverdraagzame, als boven den onwetende en den booze, dat al hun haat, dat al hun domheid, en al hunne listen zich niet kunnen ver heffen tot de hoogte zijner verontwaardiging. En dit is onze grief tegen u en tegen velen, die zich als wij liberaal noemen. Gij toornt zonder liefde, gij stelt de domheid aan de kaak zonder haar op het pad der kennis voor te lichten. Gijlieden hekelt terecht de ondeugd, doch gij schiet daarbij tekort in be scheidenheid. De verhevene wordt door het lagere niet aangedaan. Begrijpt gij het Schoone in de bedoeling van het roomsch-katholicismeden mensch van vóór de geboorte tot den dood en onverschillig van welke nationaliteit hij zij, te omvademen met zorgzaam bedachte regelen gegrond op 's menschen erkende zwakheid en op God's oppermacht? Begrijpt gij het mannelijk bedoelen van het calvi nisme, dat een vaste gedragsleer ontleent aan de oude joodsche oorkonden en aan de van vele hèidensche bijmengselen ontdane roomsche geloofsleer en cere moniën? Zoo ja, dan moet gij beider bedoelen eer biedigen. Dan kunt gij in de zekerheid eener meer verheven levensopvatting op hunne onverdraagzaam heid, op hunne onkunde en op hunne ondeugd medelijdend neerzien, maar gij moogt u zeiven en anderen daarover niet in beroering brengen. Voor onverdraagzaamheid is de werkelijke liberaal niet geschikt, tot vermeerdering zijner kennis vair al FEUILLETON. naar het Fransch van EDOUARD LABOULAYE. 5) Sire, de parlementaire taal. Wij hebben dien fluweelen stijl noodig om onze kleine ge dachten te hullen in breedsprakige en snorkende woorden, welke een volk bekoren, dat in zijne kindsheid bij klokgelui en trommelslag werd n slaap gewiegd. Maar om Uwer Majesteit I welgevallig te zijn ben ik bereid om alles te ■''doen, en zelfs, als zij het verlangt, alseeneen- 'Voudig sterveling te spreken. Heb de goedheid mij eens ernstig te ant- woorden, hervatte de jonge vorst. Hoe durft gij zeggen eene wet te zullen ondersteunen, welke gij zelfs niet gelezen hebt? De Hemel beware mij voor oneerbiedigheid tegen Uwe Majesteitriep Blindevink, ik spreek niet al den ernst van een advokaat. Uwe Majesteit zal mij welhaast recht doen weder varen. Ziehier het gansche geheim der wel sprekendheid, voegde hij er bij, een spel kaarten op tafel werpende; ik maak mij sterk u in één uur te onderwijzen in de kunst om alle Vliegeneters, die er ooit geweest zijn, thans ".zijn of komen zullen, te leiden en te verleiden. BPV „Wil er op letten, Sire, dat dit spel de gansche 'redeneerkunde uitmaakt. Elk dezer kaarten bevat een argument. Ziet gij deze drie op '(elkander geplaatste pruiken: dat is de wijsheid en de ondervinding onzer vaderenhet gezond verstand onzer voorouders, de vroomheid van den goeden ouden tijd. Deze geblinddoekte vrouw, IP welke een paslood scheef houdt, is de heilige wet, de onherroepelijke wet, welke niemand zonder heiligschennis mag aanraken. Deze trompet, welke de woorden Eer, deugd, vaderlandsliefde, zede- leer doet weerklinken, verpersoonlijkt de minis ters en het gansche administratieve leger, welks onfeilbare soldaten talrijker zijn dan de sterren des hemels en het zand der zee. Aanschouw dit kind, dat geen A wil zeggen, oindat men het B zou kunnen laten zeggenhet is de gelukkige eenvoudigheid en de heilige on wetend heid. Dit geheel met slangen gekapte Medusa hoofd, is de lasteraar; de man, verdacht van kwade bedoelingen, de vijand van den staat; kortom, hij die met ons van meening verschilt. Deze put stelt den afgrond voor, waarin de revolutionaire draak zich schuil houdt om den eersten vermetele, die zich zou durven ver roeren, op te peuzelen. Op deze vaan staat geschreven Die ons aanvaltvalt de regeering aan. Ziehier het spooksel der anarchie, met het schavot in de vertein dezen gifbeker, waarboven een dolk en een toorts liggen, zai ieder de pers hebben herkend. Bewonder deze coquette, die in den spiegel staart en uitroept De gansche wereld benijdt mij, Ant, is de gelukkige natie der Vliegeneters. Deze nederliggende os, die loeiende herkauwt: Waarom te veranderen als men het goed heeftis het zinnebeeld van die degelijke en practische menschen, wien een verkregen fortuin den zoeten smaak der rust schenkt. Op deze kaart ziet ge een slak met devies Festina lente, op deze andere een billet doux, op welks cachet te lezen isNiet thans maar later! Aanschouw deze fantastische dieren griffioenen, gevleugelde paarden, sphinxen, dat zijn de theorieën, de visioenen, de utopieën van al deze droomers, die de sluimering der volken storen. Daarop volgen de vier azen: harten aas, de godsdienst; ruiten aas, de zedekunde; klaver aas. de regeering; schoppen aas, de maatschap pelijke orde: en daarna eindelijk Quinola, de eerste der honneurs, de hoogste kaart, eene ge sluierde figuur, waarvan men noch de gestalte, noch het gelaat aanschouwt, en welke de ver standige vrijheid heet. „Thans, Sire, moogt gij schudden en afnemen, en ik maak mij sterk, de kaarten toevallig uit trekkende, eene ministerieele rede uit te spreken, welke niet zal behoeven onder te doen voor al wat men sedert eene eeuw heeft toegejuicht. Dit alles is ongetwijfeld vernuftig, zeide Hiacint, eenigszins nieuwsgierig, maar gij moet mij nog iets mededeelen van de wet, voor welke gij pleit. Het doet mij leed mij zoo slecht te hebben uitgedrukt, antwoordde Blindevink. De eigen schap dezer kaarten of dezer schoone algemeen heden is dat men al wat men wil, kan aanvallen of verdedigen en zijne zaak kan winnen, zonder zijne stukken in te zien. Uwe Majesteit stelle mij op de proef, neme eene wet in de gedachte en elk mijner geëerde ambtgenooten mag het zelfde doen; ik belast mij onmiddellijk die drie wetten, waarvan ik geen letter of jota ken, in eene zelfde redevoering, tegen de aanvallen der oppositie te verdedigen. Ik durf zelfs hopen, dat Uwe Majesteit over deze kleine proefneming niet ontevreden zal zijn. Zonder ijdelheid gezegd, ik heb mij de lessen van wijlen Cicero ten nutte gemaakt en geloof niet onhandiger te zijn dan mijne beroemde voorgangers. Het zij zoo, zeide de vorst, ik hel) eene wet in mijne gedachten; ga gij nu maar aan 't pleiten. En vooral, voegde de baron er bijpraat er niet om heen om uwe improvisatie gemakkelijk te maken. Baron, zeide Blindevink, gij kent mij slecht. Heb ik ooit nagedacht vóór dat ik sprak? Geef nu wel acht, de Kamer is bewogen door de vurige taal van den bekwaamsten redenaar der oppositie; het ministerieel ontwerp loopt gevaar: men stelt een stout amendement voor; ik be klim de tribune, en begin heel beseheiden, naar de regelen der kunst. Spreid thans, waarde Huilebalk, de kaarten op tafel uit. Zeer goed, zie hier mijne argumenten in slagorde, ik laat ze défileeren. „Mijne Heeren, Ik heb met spannende aandacht de rede van den geachten vorigen spreker gehoord. Ik moet het rondborstig bekennen, dat de bekwame redenaar zich nooit tot zulk eene hoogte heeft verheven; hij heeft zich zeiven overtroffen. Ik zou niet een Vliegeneter zijn, indien ik aan dezen stroom van welsprekendheid had kunnen weerstand bieden, een stroom, die u medesleept en tot de hoogste toppen van het ideaal opvoert maar liet is de plicht van den staatsman zich aan deze betoovering te ontrukken; hij raad pleegt en hoort alleen de stem der koele rede. Aan deze vuurproef onderworpen schroom ik niet te zeggen dat de rede van mijn geëerden tegenstander den toets niet kau doorstaanik kan daarin niets anders zien dan het diep betreurenswaardig misbruik van een onver gelijkelijk talent. „Immers, welk is nu het stelsel, dat de geachte vorige spreker tegenover de wijze ontwerpen der regeering plaatst? Ik zal het met één woord zeggen, de hervorming, of om ze met haren waren naam te noemen, de omwenteling. Bravo! riep Huilebalk uit: verpletter den schavuit! verpletter hem! Zult gij ontkennen, vervolgde Blindevink zich opwindende, zult gij ontkennen, dat de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1910 | | pagina 1