ïessensap
ceer
sISION- EN WONINGGIDS
aarlem.
1L
- OVERVEEN -
VOGELENZANG
'S.
inrichting
HET BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD
srs
„f,.'»'«S Ï..S
id
en omliggende
gemeenten
ie Apotheek
eker.
ich onderzoek
isscherij.
STEEG.
deren steeds m
Cigbanken,
Reis-, Salie-,
;nz.
eit bekend.
Aanbevelend,
UCHTMANN
VT 31.
en smakelijke
1ERANCIERS.
Telefoon 1543.
1,25; 25 voor f 2,25;
ang van deze Cactus
rs van af f 2,50 franco
i. JOHs. TEL KA MP's
1GEL.
SE.
tu r e I.
•ichting voor
DWASSCHING.
nginneweg.
Langendij ka
straat 34.
g naar eigen keus.
lesireken,
igendijkstraat 32.
BIJLAGE van
van Zaterdag 23 Juli 1910, 4e Jaargang No. 29.
Bij deze liin af to knippen.
Wij verzoeken onzen lezers het onderstaande vast te
hechten in hun exemplaar van „Help U zelf", jaarboekje
voor de gemeente Bloemendaal, le jaargang, tusschen
,1e bladzijden 112 en 113. Deze aanvulling der Bouw
en Woningverordening is 2 Juni 1910 afgekondigd.
al* iouLing r>a,cinuisstraat.
IdemZwem- en Badinrichting aan de Houtvaart.
Woensdag 3 Augustus, 2 uur. Schouwburg Jansweg.
Middag-vooratelling. De IJsjonkvrouw, te geven door het
Ned. Kinder-Operette-gezelschap „Amsterdam," directeur
•J. A. Sulster.
Vrijdag 5 Augustus, n.m. 2 uur. Café Jonckbloedt,
Stationsplein. Afd. N.-H. van den Alg. Ned. Politiebond.
53ste algem. vergadering.
ZANDVOORT.
Olympia-Palaee. 8 15 uur. Heden en morgenavond voorstel
lingen van Louis de Vries en Caroline van Dommelen,
Louis Chrispijn, G. van Staalduynen, enz.
Zondagmiddag Matinée. Prinses Marsepeintje, kinderoperette
onder leiding van mevrouw HopmanKwast.
Wegens plaatsgebrek moeten eenige artikelen worden
aangehouden.
De nieuwe zaal van »Rusthoek".
Plaatselijk
Nieuws.
't Was j.l. Zaterdag op den avond slecht weer, te slecht
oin iets buiten te doen en het was hieraan te wijten dat de
feestelijke opening van het nieuwe gedeelte der lunchroom
Rusthoek" in het water is getuimeld. Tot op het laatste
oogenblik toe had de he9r Reinders bespiedende blikken
wolkenwaarts geworpen, maar de voortjjlende gevaarten van
damp en nevel waren onmeedoogend. Wind en regen wisselden
elkander af, zoodat van de terras-illuminatie, die zoo fraai
beloofde te worden, niets kon komen. Er waren inmiddels
eenige stoeren van de staf van het 10e uit Haarlem gekomen,
die echter even spoedig rechtsomkeert konden maken. En
zoo kwam en was het dat het grootste gedeelte van het
aantrekkeljjke programma onuitgevoerd bleef.
Toch hadden zich tegen het hiervoor bestemde uur een
ZATERDAG, 30 JULI 1910
No 30.
Artikei, 10 bis.
Gebouwen, te stichten aan den Bloemendaalscheweg, den Zijlweg,
in Duin en Daal, het Bloemendaalsche Park, het Kweekdum,
Aerdenhout, Bentveld en Koeduin, welke gedeelten der Gemeente,
met uitzondering van genoemde wegen, zijn aangegeven op een bij
deze verordening behoorende kaart, moeten gebouwd worden
a op minstens 10 M. van den openbaren weg, gerekend van
den gevelmuur aan de wegzijde tot aan'de grens tusschen
dpn onenbaren weg en den bouwgrond,
I zoodanig dat aan alle zijden van het gebouw een open ruimte
bliift (plaats, tuin of erf), waarin de diepte, gemeten van den
1 velmuur tot aan de grens van den aanliggend» grond
minstens 10 M. bedraagt; voor den Bloemendaalscheweg en
opDminstee '^M^afstaml 'van de bestaande gebouwen, voor
c' zoovp" deze aan denzelfden weg liggen waaraan gebouwd za
wordenvoor den Bloemendaalscheweg en den Zijlweg minstens
De bebouwen in het eerste lid bedoeld, mogen hoogstens twee
''ÖXÏÏ'lil5*"11 '.«""f,
J,„ B..J verleend mrfen en .Mm "d"
door hein vast te «Je11?* ^^^op'de uren dat de secretarie voor
inzage liggen.
De boete van 5, genoemd in artikel 5 der Verheers-
verordening-. blz. 104 van „Help U zelf wordt ver
anderd in f 25.
indoolnh Weekblad.
schriftelijk
II
Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende:
-:- Ged. Oude Gracht 65, Haarlem. Telefoon 141. -:-
Advertentiën
10 cents per
regel
bij herhaalde
plaatsing
korting.
jkerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht,
{etrouwen verzameld om hun aandeel te brengen in
liging die den kunstvollen bouwer van het nieuwe
den heer J. J. van Noppen, uit Haarlem, zou worden
t. Een huldiging wel verdiend, hoewel officieel on-
omdat het fraaie bouwwerk zelf een permanente ge-
zal afleggen van het scheppend vermogen van dezen
nstenaar. Want in waarheid heeft de heer Van Nop-
i deze eenvoudige zaal een artistiek karakter weten
een kunsttempel waardig.
't dan wonder dat deze aanblik reeds dadelijk de
van eiken binnentredende trok en ondubbelzinnige
van verrassing bjj hen ontlokte En dat de heer
in zjjn openingsrede in warme bewoordingen, waarin
"beid en hooge tevredenheid tot volle uiting kwamen,
Van Noppen zijn dank uitbracht voor zjjn verrichten
yaarbij hjj steeds toewjjding en plicht hand aan hand
n gaan Volstrekt niet't was alles welverdiend en
goede adres gericht.
ser van Noppen is geen slaapkop met een kunste-
Integendeel, hjj is behalve artist een hollander
>ude durf, die niet schroomt de nieuwe ontdekkingen
.errein gedaan, met beleid en koene zorgvuldigheid
issen. Zie slechts welk een stoute vermetelheid het
3 breede zaal te construeeren zonder pilaren tot steun
van het zware bovengedeelte. En het is hem gelukt, dank
zjj het gewapend beton-systeem, een balk te vervaardigen
die met viervoudige, zegge viervoudige, zekerheid zjjn
centenaarslast torst en nog wel zooveel zwaarte met gemak
zou kunnen dragen.
Echter gebiedt de billjjkheid dat wjj ook zjjn rechterhand,
met name de aannemersfirma B. Hagen, eveneens te Haarlem,
noemen, 't Is trouwens de heer Van Noppen zelf, die den
heer Hagen roemt als een ten volle betrouwzaam makker
bjj zjjn werk, die aan zjjn strikte eerlijkheid een onverflauwden
wei klust paart: aan welks laatste het dan ook te danken is,
dat dit lang niet geringe werk in zoo korte spanne tijds (wjj
vermeenen 4 maanden) kant en klaar kwam.
En nu Bloemendaal deze zaal rijker is geworden, verwachten
wjj dat zjj ook in de toekomst een aanwinst voor ons fraaie
dorp zal zjjn. Wij vertrouwen tevens, dat het den heer
Reinders ernst was toen hjj Zaterdagavond in zjjn openings
rede de belofte deed van steeds zjjn uiterste krachten te zullen
inspannen om zjjn inrichting tot een sieraad en aantrekkings-
punt van Bloemendaal te maken in die mate, dat Rusthoek"
een der meest gewilde plaatsen van onze gemeente wordt.
Moge dit alles bewaarheid worden, 't Zal een steentje te
meer aan onze welvaart bjjgedragen zijn.
Het jjken van malen en gewichten op Zaterdag.
Onderstaand adres is aan Gedeputeerde Staten van Noord
holland verzonden.
Aan
Gedeputeerde Staten van Noordholland.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen
Ondergeteekenden, allen neringdoenden in de gemeente
Bloemendaal, die, hetzjj geregeld, hetzjj zoo nu en dan, in
hun bedrijf gebruik maken van maten en gewichten
dat door Uw College voor het jaar 1910 was bepaald,
dat de jjk voor ingezetenen der gemeente zou worden ge
houden op een Zaterdag, voor neringdoenden naar het oor
deel van ondergeteekenden een daarvoor weinig geschikte dag
dat Uw College wellicht van meening is geweest, dat zich
te Bloemendaal zeer weinig neringdoenden bevinden, welke
meening ondergeteekenden niet juist achten.
Redenen waarom zjj zich wenden tot Uw College met
beleefd verzoek, in het vervolg voor de jjk van maten en
gewichten voor ingezetenen hunner gemeente een andere dag
dan een Zaterdag te willen bepalen.
Bloemendaal, 't Welk doende, enz.
28 Juli 1910.
{W. g.) H. G. ScHOLTE.
A. E. Beekman.
M. R. Hilbrands.
J. J. Cator.
Bureau »Gratio".
C. Grootegoed.
Gez. van Lierop.
C. L. de Fouw.
J. WlNDTHORST.
J. Pijl.
D. de Clercq.
L. A. van den Berg.
J. P. Staal.
P. Rutte.
A. van der Ham.
D. Hogenbirk Zn.
A. Köhler.
J. H. van Leeuwen.
H. L. C. Lansdorp.
H. Slot.
W. J. van' W1lligenburg.
H. C. Köhler Jr.
Door den architect J. van der Ban werd in het hotel
Welgelegen te Bloemendaal publiek aanbesteed het bouwen
van eene dubbele villa in Hartenlust, aan den Noorderstations
weg.
er waren 18 biljetten ingekomen
A. W. Cramer, Amsterdam f24850,P. van Duuren,
te Haarlem f 18200,J. J. Der, te Haarlem f 17990,
J. W. van Santé, te Haarlem f 17930, J. Verhagen, te
Haarlem f 17770,A. N. Cornelisse, te Haarlem f 17725,
H. Schiphorst J. Philips, te Haarlem f 17724,Th M. van
Deursen, te Haarlem f17660,Matthijs Nederkoorn, te
Haarlem f17646,H. G. Scholten, te Haarlem f 17458,
W. Hoek, te Haarlem f 17100,J. Kroon van Diest, te
Haarlem f16981,J. Vink, te Schoten f 16700,Gebr.
J. S. Winnubst, te Haarlem f 16689,A. N. Mulder,
te Haarlem f 15875,J. Teitsma, te Bloemendaal f 15630,
Joh. van Sohagen, te Haarlem f15499, J. H. van Wage-
ningen, te Spaarndam 15270,
FEUILLETON.
PRINS-POEDEL,
8) naar het Franscli van
EDOUARD LABOULAYE.
MAN, ICA enz.
\RTIKELEN
i. HAARLEM.
tttttttttttf*
Naast hem, op een vurig ros gezeten, dreef
laniaris, vlug en on verschokken als Diana,
een hert voor zich uit; dejagthoorn schetterde,
de knechten schreeuwden, de honden blaften
op de maat, en terwijl de echo allerwege deze
vroolijke geluiden herhaalde, glimlachte de
verrukte jongeling tot de schoone aan zijne
zilde en reikte haar de hand. Alles was vreugd
>i feestgedruisch, toen een ellendige hond, een
poedel, zoo onverwachts uit een sloot te voor
schijn sprong, dat het paard van Hiacint een
misstap deed en... Hiacint, nog half slapend,
uit zijn bed tuimelde. Het was klaarlichte dag.
Zoo wreed uit zijnen droom gerukt wilde de
jonge vorst weer de oogen sluiten om op nieuw
in te slapen, toen hij vlak tegenover zich, in
een spiegel die tot op den grond reikte, den
poedel, zijn vijand, ontwaarde. Woedend, wilde
hij schreeuwenO schrik I hij blafte: de poe
del, dat was hij I Dat belachelijke beest dat
voor een spiegel gpffeng, was prins Hiacint, de
laatste en schoonste telg uit het doorluchtig
stamhuis der Tulpen 1
In het eerste oogenblik had Hiacint een
vlaag van wanhoophij vervloekte de wangun-
'fige iortuin, hij kermde en weende; doch
weldra keerde in hem het bewustzijn zijner
"aardigheid terug en tartte hij het lot „Alles
wel bezien, dacht hij, kan dit slechts eene be
proeving zijn, en buitendien, inensch of hond,
heeft de hemel mij geschapen om te regeeren.
Mag ik niet langer het bewind voeren over de
ongelukkige Vliegeneters, ten minste zal ik
koning van het hondenras zijn 1 Wanneer ik
mij vertoon zal iedere hond in mij zijn meester
herkennen en er trotsch op zijn mij te ge
hoorzamen. Laat ik mijne nieuwe onderdanen
eens bezoeken."
Dit zeggende beschouwde Hiacint zich in
den spiegel en was aldra met zijn nieuw
uiterlijk verzoend. Het was een beeldig poedel
hondje. Zijn witte kop met krullend haar, zijn
zwarte oogen, zijn wipneus gaven hem het
voorkomen van een gepoederden markies. Vol
zelfvertrouwen liep hij twee ledige zalen door;
in de voorkamer gekomen, zag hij er al zijne
honden onachtzaam op een Perzisch tapijt uit
gestrekt: hunne taak bestond in niets doen,
en zij kweten er zich voortreffelijk van.
Op het gezicht van den vreemdeling stond
een hazewind half slapend op, naderde den
onbekende en berook hem van den kop tot
den staart en van den staart tot den kop met
eene ongepaste gemeenzaamheid. De prins
poedel gedoogde niet dat men den eerbied
voor hem uit het oog verloor; hij ging op zijn
achterpooten staan en begon dreigend te
knorren. Onmiddellijk was de geheele bende
op de been en vloog hem blaffend aan. Een
bulhond van een boosaardig uiterlijk bromde
in zijn hondentaal: „Die snaak heeft geen hals
band om; het is een indringer!" En meteen
gaf hij hem zulk een heet dat het arme dier
(Hiacint wil ik zeggen) al huilende uit het
venster sprong.
Gelukkig voor het stamhuis der Tulpen, be
vond zich het vertrek van den prins slechts
tien voet boven den grond. Hiacint kwam op
zijne pooten terecht zonder verder letsel te
bekomen. „Die malle dieren hebben mij niet
herkend, dacht hij; als ik ooit weer mijne
mensehelijke gedaante terug krijg zal ik al dat
gebroed dood slaan en er het paleis van
zuiveren."
Terwijl hij in het rond keek, bemerkte Hia
cint dat hij zich in den tuin van het kasteel
bevond. Het was eene openbare wandelplaats,
welke hij als prins nog nooit had bezocht.
Welk eene uitmuntende gelegenheid om zich
onder de menigte te mengen en incognito zijn
volk van naderbij te leeren kennen.
De lanen waren vol rijkgekleede dames, en
er was een onnoemelijk aantal minnen, kinder
meiden en kinderen. Wat den vorst vooral
trof was de voortreffelijke geest die onder zijne
soldaten heerschte. Ruiters en voetknechten
betwistten elkander het vermaak om met de
kinderen te spelen of ze op hunne knieën te
laten dansen. Er waren woeste snorrebaarden
die met een hoepel speelden en ijzervreters
die eene pop droegen. Deze kenteekenen van
een goedaardige inborst verheugden Hiacint.
Stilletjes op zijne achterpooten gezeten keek
hij naar twee sapeurs, die een lang touw draai
den om de kleine juffertjes en hare kinder
meiden touwtje te laten springen, toen hij eene
grove stem hoorde zeggen: „Wacht, kereltje,
ik zal u wel eerbied voor het reglement in
prenten."
De vorst was een weinig onthutst te ver
nemen dat er lieden waren die, in zijn kasteel,
de verordening niet eerbiedigden welke hij den
vorigen dag had geteekend. Hij keek rond om
den vermetele te zoeken, die de vrijheid nam
de wet te overtreden, toen een geduchte rotting
slag hem op tien pas atetands met den kop
tegen den grond slingerde. Hij richtte zich
keffende op en stond vlak tegenover een
opzichter in uniform, die op hem aanvloog
onder den kreet van: „Slaat hem dood, slaat
hem dood, hij hoont het gezag."
Hoe dapper ook, was de prins-poedel echter
niet tegen zulk een vijand opgewassen; hij
zette het dus op een loopen steeds door zijn
beul achtervolgd. De minnen lachten, de kin
deren en soldaten wierpen hem met steenen.
Een arm dier te kwellen behoort tot de grootste
vermaken der Vliegeneters. Gelukkig was het
hek niet ver; Hiacint snelde er naar toe en
sloop onopgemerkt onder het wachthuisje dat
zich voor de deur bevond.
De nog altijd woedende opzichter kwam recht
op den schildwacht af.
„Gij hebt hier een hond laten uitgaan, sprak hij.
Ja, antwoordde de soldaat droogjes.
Waarom hebt gij hem niet een steek met
de bajonet gegeven
Omdat dit niet in mijne order staat.
Het is verboden honden te laten binnen
komen die geen halsband dragen.
Uitgaan is niet binnenkomen, hernam de
schildwacht.
Zoogij durft redeneeren, riep de
zichter; uw naam?
Mijn naam kent gij, mijnheer Wolf,zeide
de soldaat, ik heet Narcis.
Narcis, de schoone Narcis, de beminde
van juffrouw Nagelbloem?
Juffrouw Nagelbloem bemint mij niet;
dat weet ge beter dan iemand anders, omdat
gij haar trouwen wilt.
Welnu, kereltje, hernam de opzichter, ik
zal van deze gelegenheid gebruik maken om u
een lesje te geven. Hola, sergeant! riep hij tot
een ouden snorrebaard, vier dagen provoost
voor dien man; hij heeft geredeneerd."
Nadat de opzichter was heengegaan, naderde
de sergeant den jongen soldaat en zeide, terwijl
hij hem met een vaderlijken blik beschouwde:
„Gij hebt niet wel gedaan, mijn zoon, gij be-
op-