MET PENSION- EN WONINGGIDS Nieuwsblad voor AERDENHOUT - BLOEMENDAAL - OVERVEEN - VOGELENZANG en omliggende gemeenten 4e jaargang. ZATERDAG, 30 JULI 1910 No 30. Het Bloemendaolsdi WeeRIM Prijs per liaifjaar f 1.25 bij vooruitbe taling. Prijs per nummer fO.10 Adverteutiën 10 cents per regel; bij herhaalde plaatsing korting. Mededeelingen van allerlei aard aan de redactie schriftelijk Vijverweg 7. II B Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende: Ged. Oude Gracht 65, Haarlem. Telefoon 141. Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Agenda. BLOEMENDAAL. Zondag 31 Juli, Hotel „Duin en Daal." Laatste dag der tentoonstelling van schilderijen en aquarellen van Hobbe Smith. Zondag 31 Juli. Hotel „Duin en Daal". 12—2 uurlunch concert; 2}—4i uur: matinée; 6—8 uur: diner-concert; 8 uur: Avond-concert. HAARLEM. Zondag 31 Juli, 8 uur. Brongebouw. Abonnementscon cert, Haarlemsch Muziekkorps. Zondag 31 Juli, 1 uur. Br o ngebo u w. Concours van politie bonden. Zondag 31 Juli. Museum van Kunstnijverheid. Toegang kosteloos. 1—8 Augustus, 8 uur. Brongebouw. Tooneel-, Speciali teiten- en Revue-gezelschap. De heer en mevrouw Speen- hoff. Eiken avond tot slot: Haarlem in Vogelvlucht. 1, 2 en 3 Augustus, Schouwburg Jansweg. Arsène Lupin. Blijspel. 1—8 Augustus, De Kroon. lederen middag van 2—3J uur en van 3j6 uur. Bioscoopvoorstellingen van Alberts-Frères. Zondagmiddag van 2—4 openings-matinée. Zondagavond van Sl/t—11 uur, avond-voorstelling. O.m.: Marguerite Oauthier. Dagelijks geopend: 710 uur 's morgens en 35 uur 'savonds. Drinkhal Staalbad Haarlem. IdemBadinrichting Badhuisstraat. Idem: Zwem- en Badinrichting aan de Houtvaart. Woensdag 3 Augustus, 2 uur. Schouwburg Jansweg. Middag-voorstelling. De, IJsjonkvrouw, te geven door het Ned. Kinder-Operette-gezelschap „Amsterdam," directeur J. A. Sulster. Vrijdag 5 Augustus, n.m. 2 uur. Café Jonckbloedt, Stationsplein. Afd. N.-H. van den Alg. Ned. Politiebond. 53ste algein. vergadering. ZANDVOORT. Olympia-Palace. 8 15 uur. Heden en morgenavond voorstel lingen van Louis de Vries en Caroline van Dommelen, Louis Chrispijn, G. van Staalduynen, enz. Zondagmiddag Matinée. Prinses Marsepeintje, kinderoperette onder leiding van mevrouw Hopman—Kwast. Wegens plaatsgebrek moeten eenige artikelen worden aangehouden. ^Nkuws^k n'euwe zaal van «Rusthoek". 't Was j.l. Zaterdag op den avond slecht weer, te slecht om iets buiten te doen en het was hieraan te wijten dat de feestelijke opening van het nieuwe gedeelte der lunchroom «Rusthoek" in het water is getuimeld. Tot op het laatste oogenblik toe had de heer Reinders bespiedende blikken wolkenwaarts geworpen, maar de voortijlende gevaarten van damp en nevel waren onmeedoogend. Wind en regen wisselden elkander af, zoodat van de terras-illuminatie, die zoo fraai beloofde te worden, niets kon komen. Er waren inmiddels eenige stoeren van de staf van het 10e uit Haarlem gekomen, die echter even spoedig rechtsomkeert konden maken. En zoo kwam en was het dat het grootste gedeelte van het aantrekkelijke programma onuitgevoerd bleef. Toch hadden zich tegen het hiervoor bestemde uur een aantal getrouwen verzameld om hun aandeel te brengen in de huldiging die den kunstvollen bouwer van het nieuwe gedeelte den heer J. J. van Noppen, uit Haarlem, zou worden gebracht. Een huldiging wel verdiend, hoewel officieel on- noodig, omdat het fraaie bouwwerk zelf een permanente ge tuigenis zal afleggen van het scheppend vermogen van dezen bouwkunstenaar. Want in waarheid heeft de heer Van Nop pen aan deze eenvoudige zaal een artistiek karakter weten te geven, een kunsttempel waardig. Was 't dan wonder dat deze aanblik reeds dadelijk de aandacht van eiken binnentredende trok en ondubbelzinnige uitingen van verrassing bij hen ontlokte En dat de heer Reinders in zijn openingsrede in warme bewoordingen, waarin dankbaarheid en hooge tevredenheid tot volle uiting kwamen, den heer Van Noppen zijn dank uitbracht voor zijn verrichten arbeid, waarbij hij steeds toewijding en plicht hand aan hand had laten gaan 1 Volstrekt niet't was alles welverdiend en aan het goede adres gericht. De heer van Noppen is geen slaapkop met een kunste naarsziel. Integendeel, hij is behalve artist een hollander van de oude durf, die niet schroomt de nieuwe ontdekkingen op zijn terrein gedaan, met beleid en koene zorgvuldigheid toe te passen. Zie slechts welk een stoute vermetelheid het was, deze breede zaal te construeeren zonder pilaren tot steun van het zware bovengedeelte. En het is hem gelukt, dank zij het gewapend beton-systeem, een balk te vervaardigen die met viervoudige, zegge viervoudige, zekerheid zijn centenaaxslast torst en nóg wel zooveel zwaarte met gemak zou kunnen dragen. Echter gebiedt de billijkheid dat wij ook zijn rechterhand, met name de aannemersfirma B. Hagen, eveneens te Haarlem, noemen, 't Is trouwens de heer Van Noppen zelf, die den heer Hagen roemt als een ten volle betrouwzaam makker bij zijn werk, die aan zijn strikte eerlijkheid een onverflauwden wei klust paart: aan welks laatste het dan ook te danken is, dat dit lang niet geringe werk in zoo korte spanne trjds (wij vermeenen 4 maanden) kant en klaar kwam. En nu Bloemendaal deze zaal rijker is geworden, verwachten wij dat zij ook in de toekomst een aanwinst voor ons fraaie dorp zal zijn. Wij vertrouwen tevens, dat het den heer Reinders ernst was toen hij Zaterdagavond in zijn openings rede de belofte deed van steeds zijn uiterste krachten te zullen inspannen om zijn inrichting tot een sieraad en aantrekkings- punt van Bloemendaal te maken in die mate, dat «Rusthoek" een der meest gewilde plaatsen van onze gemeente wordt. Moge dit alles bewaarheid worden, 't Zal een steentje te meer aan onze welvaart bijgedragen zijn. Het ijken van maten en gewichten op Zaterdag. Onderstaand adres is aan Gedeputeerde Staten van Noord holland verzonden. Aan Gedeputeerde Staten van Noordholland. Geven met verschuldigden eerbied te kennen Ondergeteekenden, allen neringdoenden in de gemeente Bloemendaal, die, hetzij geregeld, hetzij zoo nu en dan, in hun bedrijf gebruik maken van maten en gewichten dat door Uw College voor het jaar 1910 was bepaald, dat de ijk voor ingezetenen der gemeente zou worden ge houden op een Zaterdag, voor neringdoenden naar het oor deel van ondergeteekenden een daarvoor weinig geschikte dag dat Uw College wellicht van meening is geweest, dat zich te Bloemendaal zeer weinig neringdoenden bevinden, welke meening ondergeteekenden niet juist achten. Redenen waarom zij zich wenden tot Uw College met beleefd verzoek, in het vervolg voor de ijk van maten en gewichten voor ingezetenen hunner gemeente een andere dag dan een Zaterdag te willen bepalen. Bloemendaal, 't Welk doende, enz. 28 Juli 1910. (w. g.) H. G. Scholte. A. E. Beekman. M. R. Hilbrands. J. J. Catok. Bureau «Gratio". C. Grootegoed. Gez. van Lierop. C. L. de Fouw. J. wlndthorst. J. Pijl. D. de Clercq. L. A. van den Berg. J. P. Staal. P. Rutte. A. van der Ham. D. Hogenbirk Zn. A. Köhler. J. H. van Leeuwen. H. L. C. Lansdorp. H. Slot. W. J. van Willigen burg. H. C. Köhler Jr. Door den architect J. van der Ban werd in het hotel «Welgelegen te Bloemendaal publiek aanbesteed het bouwen van eene dubbele villa in Hartenlust, aan den Noorderstations weg. er waren 18 biljetten ingekomen: A. W. Cramer, Amsterdam f24850,P. van Duuren, te Haarlem f 18200,J. J. Der, te Haarlem f 17990, J. W. van Santé, te Haarlem f17930, J. Verhagen, te Haarlem f 17770,A. N. Cornelisse, te Haarlem f 17725, H. Schiphorst J. Philips, te Haarlem f 17724,Th M. van Deursen, te Haarlem f17660,Matthijs Nederkoorn, te Haarlem f17646,H. G. Scholten, te Haarlem f 17458, W. Hoek, te Haarlem f17100,J. Kroon van Diest, te Haarlem f16981,J. Vink, te Schoten f 16700,Gebr. J. S. Winnubst, te Haarlem f 16689,A. N. Mulder, te Haarlem f 15875,J. Teitsma, te Bloemendaal f 15630, Joh. van Schagen, te Haarlem f15499, J. H. van Wage- ningen, te Spaarndam 15270, FEUILLETON. 8) PRINS-POEDEL, naar het Fransch van EDOUARD LABOULAYE. Naast hem, op een vurig ros gezeten, dreef Taniaris, vlug en onverscbokken als Diana, een hert voor zich uit; dejagthoorn schetterde, de knechten schreeuwden, de honden blaften op de maat, en terwijl de echo allerwege deze vroolijke geluiden herbaalde, glimlachte de verrukte jongeling tot de schoone aan zijne zijde en reikte haar de hand. Alles was vreugd o feestgedruisch, toen een ellendige hond, een poedel, zoo onverwachts uit een sloot te voor schijn sprong, dat het paard van Hiacint een misstap deed en... Hiacint, nog half slapend, uit zijn bed tuimelde. Het was klaarlichte dag. Zoo wreed uit zijnen droom gerukt wilde de jonge vorst weer de oogen sluiten om op nieuw in te slapen, toen hij vlak tegenover zich, in een spiegel die tot op den grond reikte, den poedel, zijn vijand, ontwaarde. Woedend, wilde hij schreeuwen... O schrik 1 hij blafte: de poe del, dat was hijDat belachelijke beest dat voor een spiegel spiling, was prins Hiacint, de laatste en schoonste telg uit het doorluchtig stamhuis der Tulpen 1 In het eerste oogenblik had Hiacint een vlaag van wanhoop: hij vervloekte de wangun stige fortuin, hij kermde en weende; doch weldra keerde in hem het bewustzijn zijner —aardigheid terug en tartte hij het lot „Alles wel bezien, dacht hij, kan dit slechts eene be proeving zijn, en buitendien, mensch of hond, heeft de hemel mij geschapen om te regeeren. Mag ik niet langer het bewind voeren over de ongelukkige Vliegeneters, ten minste zal ik koning van het hondenras zijn! Wanneer ik mij vertoon zal iedere hond in mij zijn meester herkennen en er trotsch op zijn mij te ge hoorzamen. Laat ik mijne nieuwe onderdanen eens bezoeken." Dit zeggende beschouwde Hiacint zich in den spiegel en was aldra met zijn nieuw uiterlijk verzoend. Het was een beeldig poedel hondje. Zijn witte kop met krullend haar, zijn zwarte oogen, zijn wipneus gaven hem het voorkomen van een gepoederden markies. Vol zelfvertrouwen liep hij twee ledige zalen door in de voorkamer gekomen, zag hij er al zijne honden onachtzaam op een Perzisch tapijt uit gestrekt: hunne taak bestond in niets doen, en zij kweten er zich voortreffelijk van. Op het gezicht van den vreemdeling stond een hazewind half slapend op, naderde den onbekende en berook hem van den kop tot den staart en van den staart tot den kop met eene ongepaste gemeenzaamheid. De prins poedel gedoogde niet dat men den eerbied voor hem uit het oog verloor; hij ging op zijn achterpooten staan en begon dreigend te knorren. Onmiddellijk was de geheele bende op de been en vloog hem blaffend aan. Een bulhond van een boosaardig uiterlijk bromde in zijn hondentaal: „Die snaak heeft geen hals band om; het is een indringer!" En meteen gaf hij hem zulk een beet dat het arme dier (Hiacint wil ik zeggen) al huilende uit het venster sprong. Gelukkig voor het stamhuis der Tulpen, be vond zich het vertrek van den prins slechts tien voet boven den grond. Hiacint kwam op zijne pooten terecht zonder verder letsel te bekomen. „Die malle dieren hebben mij niet herkend, dacht hij; als ik ooit weer mijne menschelijke gedaante terug krijg zal ik al dat gebroed dood slaan en er het paleis van zuiveren." Terwijl hij in het rond keek, bemerkte Hia cint dat hij zich in den tuin van het kasteel bevond. Het was eene openbare wandelplaats, welke hij als prins nog nooit had bezocht. Welk eene uitmuntende gelegenheid om zich onder de menigte te mengen en incognito zijn volk van naderbij te leeren kennen. De lanen waren vol rijkgekleede dames, en er was een onnoemelijk aantal minnen, kinder meiden en kinderen. Wat den vorst vooral trof was de voortreffelijke geest die onder zijne soldaten heerechte. Ruiters en voetknechten betwistten elkander het vermaak om met de kinderen te spelen of ze op hunne knieën te laten dansen. Er waren woeste snorrebaarden die met een hoepel speelden en ijzervreters die eene pop droegen. Deze kenteekenen van een goedaardige inborst verheugden Hiacint. Stilletjes op zijne achterpooten gezeten keek hij naar twee sapeurs, die een lang touw draai den om de kleine juffertjes en hare kinder meiden touwtje te laten springen, toen hij eene grove stem hoorde zeggen: „Wacht, kereltje, ik zal u wel eerbied voor het reglement in prenten." De vorst was een weinig onthutst te ver nemen dat er lieden waren die, in zijn kasteel, de verordening niet eerbiedigden welke hij den vorigen dag had geteekend. Hij keek rond om den vermetele te zoeken, die de vrijheid nam de wet te overtreden, toen een geduchte rotting slag hem op tien pas afatands met den kop tegen den grond slingerde. Hij richtte zich keffende op en stond vlak tegenover een opzichter in uniform, die op hem aanvloog onder den kreet van„Slaat hem dood, slaat hem dood, hij hoont het gezag." Hoe dapper ook, was de prins-poedel echter niet tegen zulk een vijand opgewassenhij zette het dus op een loopen steeds door zijn beul achtervolgd. De minnen lachten, de kin deren en soldaten wierpen hem met steenen. Een arm dier te kwellen behoort tot de grootste vermaken der Vliegeneters. Gelukkig was het hek niet ver; Hiacint snelde er naar toe en sloop onopgemerkt onder het wachthuisje dat zich voor de deur bevond. De nog altijd woedende opzichter kwam recht op den schildwacht af. „Gij hebt hier een hond laten uitgaan, sprak hij. Ja, antwoordde de soldaat droogjes. Waarom hebt gij hem niet een steek met de bajonet gegeven Omdat dit niet in mijne order staat. Het is verboden honden te laten binnen komen die geen halsband dragen. Uitgaan is niet binnenkomen, hernam de schildwacht. Zoo! gij durft redeneeren, riep de op zichter; uw naam? Mijn naam kent gij, mijnheer Wolf,zeide de soldaat, ik heet Narcis. Narcis, 4e schoone Narcis, de beminde van juffrouw Nagelbloem? Juffrouw Nagelbloem bemint mij niet; dat weet ge beter dan iemand anders, omdat gij haar trouwen wilt. Welnu, kereltje, hernam de opzichter, ik zal van deze gelegenheid gebruik maken om u een lesje te geven. Hola, sergeant! riep hij tot een ouden snorrebaard, vier dagen provoost voor dien manhij heeft geredeneerd." Nadat de opzichter was heengegaan, naderde de sergeant den jongen soldaat en zeide, terwijl hij hem met een vaderlijken blik beschouwde „Gij hebt niet wel gedaan, mijn zoon, gij be-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1910 | | pagina 1