>OZEN taarlem.j erkoop MET PENSION- EN WONINGGIDS ZATERDAG. 6 AUGUSTUS 1910 No 31. aat 70. ïudelijke- en (i. |de prijzen. lATSCHAPPIJ. IT. Wilhelminapark 17. hout. leven van FEESTEN en SOUPERS j worden ook JEPOSITOBANK. M A. Nieuwsblad et voor B AERDENHOUT BLOEMENDAAL OVERVEEN - VOGELENZANG en omliggende b gemeenten PRINS-POEDEL, 4e jaargang. hoor ik een katholiek openlijk fan christelijke vakvereenigingen katholiek en geestelijk aan mjjn maatschappelijk wensch ik mij 5 storen." Ik ken een hollandsch t en er nog bijvoegt:» lein noch'so klein ein Pkpstlein sein. ïgen zich in alle zaken, hoewel en niet het minste begrip heb- oor dus weet ik precies welke uw bisschop vraagt of gij lid bevordering der Geneeskunde die zoo spreekt en toch zijn in acht neemt? Ik zie uw tegemoet, doch wie ook gelijk ontwaardiging zie ik in geen waar is, wat een ander katholiek «Natuurlijk ben ik lid van ischt mijn zaak en daarin laat oor de werklieden is het echter zij lid zijn van neutrale vak- et socialisme en dus vind ik het den wordt." Indien die katho- lijkheid met twee maten meet heeft met werkgevers of met nog wel een hartig woordje it gehouden enquête doet mij het papier kan brengen, iders, als vrije Nederlanders", iderdaad, maar zijn uw denk- bokken hier, schapen daar verwezenlijken. Divide et aar nog niet vergeten. Toen Hollanders en Stichters weinig nen haatten zij elkander diep wilden houden voeren er wel teer heeft bewerkstelligd, dat in" en van die „lichtzinnige 1 niet meer spreken als voor- e goed achten om bij massa's bekend maakt onbemind, in baar kracht verloren. Poogt sm onzer natie weder op den un eerste onderwijs op een n dat zij daar- wel bij varen, n hoede zijn voor de haat n daar zoo ligt aanwaait. de imitatio Christi is dunkt met tollenaren en dergelijke». Wiedeman. E VSl IER ZAAK. DSC '6 3. Telefoon 2163. r. A v. d. BREGGEN. remie voor alle schade ELS en andere RUITEN. :rijgbaar ten kantore der ER HOOFDDORP. J )ur. rondissements Rechtbank. van Waveren, te Haarlem. N. LEVENKAMP. 3 V. 7o 3 Va Hi opzegging4 ü/0 SN. VREEMD GELD. REISWISSELS. KETTENKASTEN. ittttmttttttttt» Het Bloemendnalsch Ueekblad. Prijs per haltjaar f' 1.25 bij vooruitbe taling. Prijs per nummer fO.lü -Va 39 Mededeelingen van allerlei aard aan de -:- Vijverweg 7. redactie schriftelijk a ll Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende Ged. Oude Gracht 65, Haarlem. Telefoon 141. Advertentiën 10 cents per regel bij herhaalde plaatsing korting. liet auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht. öit nummer bestaat uit drie bladen. EERSTE BLAD. Agenda. BLOEMENDAAL. Zondag 7 Augustus en volgende dagen. Hotel „Duin eu Daal." Voortzetting der tentoonstelling van schilde rijen en aquarellen van Hobbe Smith. Zondag 7 Augustus. Hotel „Duin en Daal". 12—2 uur: mich-concert; 2J 4J uur: matinée; 6—8 uur: diner- sneert; 8 uur: Avond-concert. Zondag 7 Augustus. Hotel „H ar t e n 1 u st." 2| uurMiddag- acert; 8 uur: Avond-concert. Te geven door hetNeder- "Isch Dames-Ensemble, dirigente Helena Engelen. HAARLEM. 2. 'dag 6 en Zondag 7 Augustus, 8 uur. Schou wb u rg answeg. Arsène Lupin. Blijspel. Zondag 7 Augustus. Museum van Kunstnijverheid. Toegang kosteloos. Zaterdag 6, Zondag 7 en Maandag 8 Augustus, 8 uur. lirongebouw. Tooneel-, Specialiteiten- en Revue-gezel- ap. De heer en mevrouw Speenhof. Eiken avond tot slot: Haarlem, in Vogelvlucht. Dagelijks geopend: 710 uur 's morgens en 35 uur 's avonds. Drinkkal Staalbad Haarlem. Idem. Badinrichting Badhuisstraat. Ido Zwem- en Badinrichting aan de Houtvaart. Maand: g 8 Augustus, 1 uur. Schouwburg Jansweg. enkoorts. Blijspel. Diii-i- 9 Augustus, 8 uur. Brongebouw. Concert, emsch Muziekkorps. ZANDVOORT. Olympir; -Palace. 8 30 uur. Heden en volgende avonden, fins - Hile Gastspiel Buntes Modernes Theater. \Men zie oor nadere bijzonderheden de advertentie.) Verdraagzaamheid, kennis, deugd. Ons antwoord. II. De geachte inzender en wij zijn het dus in theorie omtrent de taak van een liberaal blad eens, of beter gezegdde geachte inzender en wij kunnen zonder onredelijk te schijnen een gelijke theorie omtrent de taak van een liberaal blad verkondigen, een gelijke beschouwing daarover ten beste geven. Maar nu eens eenige feiten. Vooraf zij er aan herinnerd dat volgens ons beiden de ware liberaal niet onverdraagzaam is; dat zijn streven uitgaat naar kennis van alles wat ken baar is; dat dit streven gelijk alle streven om praetisch iets tot. stand te brengen zijn doel niet bereikt, tenzij liefde de kracht is die het bezielt. Na deze vooropstelling wagen wij het onze houding in het bijzonder ten opzichte van het roomsch-katholicisme in ons land nader te bepalen blijkt dat die houding onverdraagzaam, dom en liefdeloos moet worden genoemd dan, ook alleen dan, heeft de geachte inzender reden gehad voor zijne afstraffing. Eenige feiten betreffende het roomsch-katholicisme. Spanje is een roomsch land. De spaansche koningen hebben don volgenden eed te doen: »ik verklaar hiermede, dat ik allen die dit r.-k. geloof bestrijdeu, henevens hunne leer stellingen en wat daaruit voortvloeit, acht vervallen te zijn aan de eeuwige verdoemis. En als ik zelf ooit mij vermeet iets goed te keuren of te belijden, wat met dit geloof in strijd is, dan zal ik mij aan de geheele strengheid der gees telijke wetten onderwerpen". Het groote fransche r.-k. dagblad de Univers schrijft naar aanleiding van de Borromeus-encycliek Het protestantisme en het modernisme bieden de treffendste gelijkenis. Onder den schijn te herbouwen streven beiden naar vernielen. De leiders worden verdacht van dezelfde dwalingen. Zij zijn valsche apostelen, heiligen zonder geweten en bevorderaars van de ergste door trots ontketende hartstochten". In het land waar de meerderheid der bevolking uit zoo danig verdoemden verwatenen en verdoolden bestaat en waai de staatsregeling op moderne en protestansche beginselen is gegrondvest, verschaft een liberaal staatsman, Thorbecke, aan de r.-k. kerk de gelegenheid zich op eigen kerkelijk terrein in volle vrijheid te ontwikkelen. De r.-k. kerk maakt van die vrijheid gebruik niet alleen om zich te organiseeren als elk ander kerkgenootschap, in ondergeschiktheid aan den staat, maar naast en tegenover den staat als een deel van een internationalen r.-k. kerke- lijken staat onder een naar hij zelf stelt souverein hoofd, den paus. De leerstellingen der r.-k. kerk onderscheiden het leven als ten deele tot het tijdelijke, ten deele tot het eeuwige behoorende, en het tijdelijke als uit zijn aard aan het eeuwige ondergeschikt. Het staatkundig leven wordt gerekend tot het tijdelijke. Het kerkelijke leven tot het eeuwige. Er vormt zich eene r-k. staatspartij, er ontstaat een r.-k pers, beide aan de kerkelijke overheid ondergeschikt. Dr. Schaepman vindt in dr. Kuyper's eer- en heerschzucht een voortreffelijk middel om het meest anti-r. k. deel der natie, vast te leggen in een bondgenootschap op den grondslag do ut des, of ruilhandel. De zgn. christelijk-historische en met hen de Ned. Herv. kerk worden op hun beurt door Kuyper vastgelegd. Andere volken daarentegen beginnen hun land te zuiveren van de gevaarlijkste uitwassen van het r.-k.de monniken orden, en de grond en njjverheid inpalmende congregatiën ons land wordt de aangewezen wijkplaats. In Brabant en Limburg is buiten r.-k. vereenigingen of orden om bijna geen grond meer te huren, verkoopen doen die orden den grond nooit. Als paddestoelen verrijzen de roomsche kerken, vereeni- gings-gebouwen, kloosters, en seminarian uit den grond. Een aanloop wordt genomen voor het stichten eener eigen roomsche universiteit. Een uitsluitend roomsche ver zekering-maatschappij wordt opgericht, een roomsch studen tenblad voor het geheele land gesticht. De r.-k. ontvangen de order allengs uit vereenigingen te treden, waarin zij de meerderheid niet kunnen krijgen. Alle r.-k. vereenigingen ontvangen geestelijke adviseurs, alle r.-k. couranteu geestelijke eensoren, die dictatoriale macht uitoefenen, geestelijken doen dienst als aanbrengers van abonnée's. De r.-k. geestelijken bemoeien zich geregeld met alle staatkundige verkiezingen. In alle steden, die vooruitgaan, worden stelselmatig in handen van r.-k. vereenigingen, geestelijken of particulieren gebracht perceelen, die te zamen een door een stel straten omgeven bouwblok vormen. Op de verbeelding van het volk wordt gewerkt door het aantal en de praal der kerkelijke ceremoniën te doen toe nemen. De aandacht der protestantsche bondgenooten wordt afge leid door vleierij en door met (gelijk ook Kuyper doet) over één kant scheren van liberalen met ongodisten, vrij zinnigen met anarchisten. Op de r.-k. scholen, gehouden in voor het controleerend oog der menigte zooveel mogelijk afgesloten gebouwen, worden de nationalistische karaktertrekken onzer vaderland- sche geschiedenis uitgewischt en daarvoor kerkelijk-propa- gandistische in de plaats gesteld. Over het geheele land worden propagandisten-clubs van leeken gevormd, waarin de geestdrijverij hoogtij viert en van waaruit de loopgraven worden gelegd om andersdenkenden maatschappelijk zooveel als met inachtneming der bestaande wetten mogelijk is, te ondergraven. In het kortde r.-k. kerk tracht te stichten een r.-k. staat in den staat. De staat zal aan de hofhouding van H. M. de Koningin, aan het leger, aan de post-admi- nistratie, aan de spoorweg- en trammaatschappijen om maar enkele lichamen té noemen, de beambten en ambtenaren toevoeren welke de geestelijkheid wil. Het streven van dezen staat zal er op gericht zijn den eigenlijken staat in zich op te lossen. Tot zoover de feiten. Zou, als het zoo diep nacht is in Nederland, het klassieke land der staatkundige en kerkelijke vrijheid, door die zwarte lucht niet zoo nu en dan de blik sem mogen schieten van een hartig woord Zou dit getuigen van onverdraagzaamheid, van domheid, van gemis aan naas tenliefde Wij gelooven het tegendeel. Onverdraagzaamheid is haat en haat tegen de r. k., haat tegen het r. k. als godsdienstvorm is ons vreemd, wij kun nen in iedereen eiken vorm van vverkelijken godsdienst ver dragen en eeren dien, doch wat wij haten, wat ieder Neder FEUILLETON. 9) naar het Fransch van EDOUARD LABOULAYE. In het donkere voertuig geworpen, viel Hia- eint op een hoop honden die allen op elkander lagenna herhaald geblaf en menigen beet gelukte het hem eindelijk in een hoekje te kruipen, waar hij op zijn gemak over de be wonderenswaardige politie van graaf Bemoeial kon nadenken. Die overpeinzingen waren echter niet van langen duur; de kar stond stil en werd geopend en Hiacint werd in een ruimen hof geworpen, te midden van een vijltigtal honden die even als hij gevangen waren. Het gezelschap was eenigszins gemengd men had daar honden van alle kleur en allen vorm, van het tengere sierlijke schoothondje tot den zwaarlijvigen, grommenden bulhond. Er vorm den zich verschillende groepen; door een na tuurlijk instinct gedreven, voegde Hiacint zich bij de aristocratie en luisterde een gesprek af dat hem aan de gesprekken der hovelingen herinnerde. „Ik begrijp niet hoe men mij heeft durven gevangen nemen, zeide eene fraaie patrijshond met zeer verstandige oogen. Ik was met den snuifdoos van den kapitein, mijn meester, uit gegaan om zooals iederen dag snuif voor hem te halen. Hoe heeft men niet gez.ien dat ik een militaire hond was. Ik ben benieuwd of het leger deze beleediging zal dulden. Wat mij betreft, zeide een windhondje, ik heb volstrekt geen spijt over hetgeen mij gebeurd is. Die lomperts hebben een lesje noodig; men zal hun spoedig leeren wie ik ben. Aan wie- behoort gij dan vroeg een groote newfoundlander. Mijn waarde, uw vraag is ongepast, ant woordde het juffertje met den spitsen snoet. Ik behoor aan niemand en als gij kondt lezen zoudt gij op mijn halsband geschreven zien: Ik ben MirzaJonquille behoort mij toe. Ik heb eene kamenier die dagelijks twee uren besteedt om mij te reinigen en een lakei die niets an ders te doen heeft dan met mij te gaan wan delen. O! riep zij plotseling, terwijl zij verschrikt haar poot ophief, wie is die afschuwelijke poedel, die ons durft naderen? Foei, de hond van een blindeman! Ik kan dat mindere volk niet uitstaan; het heeft zulk een leelijken reuk." Als een galant ridder liep de new-foundlan- der naar Hiacint toe en keek hem zoo strak aan dat deze het raadzaam achtte zich te ver wijderen. Op dat oogenblik ging de deur open. De wachter trad binnen, gevolgd door een heer in esn groenen rok die in zijn knoopsgat een roset van alle mogelijke kleuren droeg. Zijne opgestroopte opslagen en zijne lange manchetten deden hem als een geneesheer kennen. „Dit is de jacht van heden, mijnheer de dokter, sprak de cipier. Verkiest gij ook dezen new-foundlander?" O neen, mijn waarde Zoetelijn, antwoordde de vreemdeling. Laatst hebben wij er een ge opend en het dier heeft ons driemaal gebeten eer het wilde sterven. Weg met de beesten die zich verdedigenmen heeft er volstrekt geen vermaak van hen te villen. Zou deze poedelhond u beter bevallen? Neen, geen poedel in mijne leerzaal; dat zou mijne leerlingen stuitenzulk een plebe- jischen hond kan ik daar niet gebruiken. Breng dien patrijshond eens hier." De wachter nam een net dat aan een spijker aan den muur hing, en wierp het over den patrijshond, die zich zonder tegenstand liet vangen. „Een fraai en welgebouwd dier, sprak de dokter, terwijl hij den hond betastte; juist wat ik noodig heb. Wij zullen hem heel voorzichtig eene buis in de maag brengen, en door dit vernuftig middel zullen wij in staat zijn het verteringsproces op ons gemak te bestudeeren. -En de wet tot bescherming der dieren 1 sprak Zoetelijn lachend. Mij dunkt, mijnheer de dokter, dat gij er u niet erg aan stoort. De wet is niet voor ons gemaakt, antwoordde de geneesheer. Wij zijn geen menschen, wij zijn de wetenschap. Wat is dat? vroeg de cipier die nu den halsband van den patrijshond losmaakte. Ziet gij die vijf letters op een koperen plaat ge graveerd I. L. D. R. U., en daaronder twee gekruiste sabels; dat riekt naar een samen zwering. Gij hebt een fijnen neus, sprak de dokter. Mijnheer, ik heb tien jaren lang baron Huilebalk gediend, ik heb geleerd alles te wantrouwen, voor alles bang te zijn; dat is het eenige middel om nooit bedrogen te worden, En daarenboven, als ik eene samenzwering ontdek, is mijn fortuin gemaakt en word ik cipier van eene wezenlijke gevangenis. Wanneer men zich in staat gevoelt menschen te bewaken, is het hard enkel honden te bewaken. Gij zijt zeer eerzuchtig. Zonder twijfelik heb bet hart op de rechte plaats; ik wil evenals zoovele anderen vooruit komen, terwijl ik mijn vorst en mijn land red. I. L. D. R. U., wat wil dat anders zeggen dan Ik lach de regeering uit: en die twee gekruiste sabels is dat niet- eeu zinnebeeld,een herkennings- teeken Daar vloog de deur open; een officicier met zware knevels trad binnen met de karwats in de band, den hoed op een oor en een van gram schap opgezwollen gelaat. „Is Castor hier? schreeuwde hij. Duizend donders! ik moet hem hebben." Op het hooren van die stem stem sprong de patrijshond op en wierp zich op zijn meester alsof hij hem verslinden wilde. „Koest, oude jongen, koest, sprak de officier met een bewogen stem. Koest, Castor, ik heb hier nog een appeltje te schillen. Wie heeft zich durven verstouten den hond van een officier gevangen te nemen? Mijnheer, de wet is voor al de burgers gemaakt, zeide de eenvoudige Zoetelijn. Zwijg, vlegel! sprak de kapitein'; weet dat soldaten geen burgers zijn. Ik ga onmiddellijk naar mijn neef, den generaal, en laat u afzetten. Niet vóór dat ik dezen verdachten hals band in handen van het gerecht heb gegeven, antwoordde cipier, wien het bloed naar het aangezicht steeg. Geef hier dien halsband, dwaas die gij zijt, schreeuwde de officier. Mijnheer, sprak de doater die de nood zakelijkheid inzag om eene andere wending aan het gesprek te geven, zoudt gij zoo vrien delijk willen zijn mij te zeggen wat deze vijf letters: I. L D. R. U. en deze twee gekruiste sabels beteekenen? Zeer gaarne, mijnheer, het zijn de voor letters van mijn naam en de insigniën van mijn standIgnatius, Lodewijk, Dagobert, Ro. zensteinUilenburg, kapitein van de kuras, siers, om u te dienen. Mijnheer de kapitein, sprak Zoetelijn me

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1910 | | pagina 1