Schilderles - en F. Th. EVERARD, Ged. Oude Gracht 14, Haarlem. BOEKHOUDEN. r B. MATEN, BRONSTEE'S MELK. WAAROM wordt INMAAKGLAZEN APPARATEN C. J. v. d. BROEK, firma Wed. VOULLAIRE. Oude Groenmarkt 2-4 Telefoon 507. Y. J. REITSMA, Velseroord (N.H.) Effecten-Coupons, Prolongatiën, Deposito's, Wissels, Assurantiën. Rekening-Courant met rente-vergoeding, Groot boekzaken. Bewaring en Administratie van Fondsen, Cre- dieten en Voorschotten. Rente-vergoeding in Rekening-Courant en a Deposito één dag opzegging 3TA Bedragen tot f2500 direct terugvorderbaar. ijk aan Zee. ;den gedurende den zomer eiken it zullen worden gegeven. heeft met het dames-orkest, van e ons hebben kunnen overtuigen, )m des Zondags een matineé en De leiding is toevertrouwd aan n. dan zullen de concerten in den en, waardoor zij een gezelliger en en. t meewerken. gemaakt: wegens het dragen van irboden grond, vervoeren van wild- openbaar voetpad, rijden zonder hap, rijden door het „Bloemendaal- igsuur vertoeven in een café en n 3n van een café. aren draagband niet haak, terug te Rolland een zilveren kinderarm- bij Oostmeijer; een zilveren broche, firma Pollen en Z., Leidschestraat ren ring, te bekomen bij Hobo, te igerhoed, terug te bekomen bij me- 1 Bloemendaal; een hondenhalsban Ichoon, Duin en Daal; 1 bos kleine Bloeraendaalscheweg 18; een para- peterstraat 26 Haarlemeen zweep, irgerlaan; en een ring met sleutel eweg 28. n ring, 1 gouden schakelarmband, n portemonaie met inhoud, en een Herv. Gemeente, Zondag 7 Aug., I'm. 10 uur, ds. J. A van-Leeuwen. ien. Zondag 7 Aug. Voorm. 7 eu 3n 10 uur Hoogmis 3 uur Vespers, snzang. Zondag 7 Aug. Kerkelijke sène Lupin heeft half Haarlem op 3n gezet 't Is of de menschel een Lupin-koorts bevangen ziji ;nd Gilhuys hem ook. Hoe pracht hendigsten inbreker, 't Is een vo m geworden. Echter mogen we (al ig ruimte aan deze rubriek besteder) ies niet ongenoemd laten. Hij toe de koning der rechercheurs, serdere gevonden had in den konin fie dezer beiden verdient den eere- Laten ze hem samen deelen. Het lorstellingen is aan hen te danken de heer Van Gasteren dat hjj zij a itte (en geen klein beetje ook) dom oor het voetlicht te brengen. Aldus n inbraak en speurintellect nogmaals d en morgenavond. En die het wil loopt, hij zij indachtig zich tijdig voorzien orstelling wordt Maandagavond in nkoorts gegeven, hetwelk ook van succes gegeven werd. Het is een lk wij kunnen aanbevelen te bezoeken. en, terwille van vrouw Themis, ver- verwurgd zal worden, waarlijk las al te zwaar voor een zestienjarig liacint kruop in een hoek van de.i ti liet een aanhoudend gekerm hooren, van woede dan van smart. Op dat nde een beslijkte bulhond die op den te te slapen, zijne oogen, stak den kop mde terwijl hij Hiacint van ter zijde k, men zou zeggen dat hier niemand mijnheer opgehangen moet worden, niet in mijn slaap", beetje inschikkelijkheid, kameraad, een groote hond; gij ziet immers dat :nd is dat huilt... Kom hier, kleine, is met u praten". zag den spreker aan. Het was een Zijn bloederige oogen, zijn afgesneden n breede zwarte snoet, zijn groote i en schuimende bek gaven hem re het voorkomen van een groot heer; ras zoo iets goedigs in die grove stem, poedel zijn nieuwen vriend vol ver iaderde en naast hem ging liggen. sprak nu de oude hond, naar uw haar en uw zindelijk uiterlijk te moet ge een meesteres hebben, de idere oude markiezin of rijke burger- >e komt het dan dat men u niet is rughalen?" leb geen meester, zeide Hiacint op n, en ik zal nooit aan iemand toe- daarom zullen die beulsknechten er dood brengen. Wordt vervolgd). Uit andere gemeenten. Burgerlijke Stand. V" ^at.e/da", 30 Julj tot en 1 J met Vrgdag 5 Augustus. Geboren: d. van H. Grootegoed en G. Joren. Ondertrouwd: H. A. van der Meij en J. M. C. Schimkies. Getrouwd: J. Hoogewerf en R. Alberts. In het Brongehouw is het gedurende de geheele week des avonds één groote gezelligheid geweest. Het uitmuntende gezelschap van den heer B. Gosschalk, met medewerking van den heer en mevrouw Speenhoff, had hier zorg voor gedragen. Er wordt heusch veel goeds gegeven en menig café-chantant- gezelschap dat onder een verbluffend luisterrijken naam in de groote steden optreedt, zou zich voor de krachten van dit flinke troepje van dezen iinpressario niet behoeven te schamen. Jongejuffrouw Guldenmond is inderdaad een jonge dame van hoog muzikalen aanleg. De Dichter und Bauer-ouverture we van haar op de Xylophoon hoorden, was zoo onberispelijk t het voor haar kleine handen tooverwerk geleek, terwijl it, ze op haar viooltje ten beste gaf, een bijna volleerde routine bewees. Hoe komt het dat voor dit, wonderkind o weinig reclame is gemaakt Ze is de ster van het gezelschap. De heer en mevrouw Speenhoff waren als steeds. En al was 't misschien thans voor de 500ste maal dat Speenhoff i\\ liedje van de Mei aftokkelde en zong, hij deed het :i frisch alsof het de eerste keer was. En 't sloeg even de andere liedjes grif inzijn manier van doen is i haar nog niet uit den smaak, want hij moest zich i 't ware eiken avond van de toejuichingen losscheuren, i-der de vele anderen die nog optraden nog even iets r den heer zich noemende Maupie Staal. Een snuiter van 1ste boor. Op ende-op artiest, mijnheerhij is grappig, - (uiinenteel, is even goed gentleman als apache, is geestig - bezit bovendien een talent als weinigen zijner kunstbroe- bezitten, n.l. zijn imiteeren van de fonograaf. Hierin is hij zoo verrassend sterk, dat men schier geneigd in aan misleiding te gelooven, als hij niet duidelijk e- bootsing liet zien. rdaad, zijn de reeds genoemden alleen reeds een u :,je naar de Bron waard slot der voorstellingen wordt de revue Haarlem in icht gegeven. Dit dolle ding is tusschenbeide om te g 't hangt natuurlijk als droog zand aan elkaar, maar hindert dit Er komt zooveel afwisseling in voor, de zijn zoo komisch en vaak geestig, dat 't iedereen mee- En nergens is de revue ook maar in 't minst plat of gezegd schuin elke jonge dochter kan gerust kaar meenemen. ingezien het zijn nut kan hebben het hier nog even te neren, herinneren we er aan dat deze voorstellingen met Maandagavond nog gegeven worden. Ecktpr ,:t het aanbeveling de plaatsen te bespreken, hetgeen o lefonisck geschieden kan. Museum van Kunstnijverheid te Haarlem werd ge- di. de maand Juli bezocht door 944 belangstellendenuit de iel museum verbonden boekerij werden 130 boek- en plaaUv.ci'ki ,i uaar verschillende plaatsen van ons land in bruik leen alge taan. ende de maand Augustus is de boekerij gesloten. De lei- vn de aan het Museum verbonden school zullen 1 Sept. worden hervat. entoonstelling van het werk der leerlingen der aan het m um van kunstnijverheid verbonden school, werd door een gr i aantal belangstellenden bezocht. De teekeningen en werk- sti; ken van verschillenden aard trokken dealgemeeneaandacht. De tentoonstelling werd de laatste dagen der opening be- zi- ligd door den burgemeester van Haarlem, den referendaris v: kunsten en wetenschappen te 's Gravenhage en den advi seur der regeering wat betreft het onderwijs in kunstambachten. Het museum van kunstnijverheid is Zondag kosteloos toe gankelijk. tvd sk-1 liüVr Ui Allerlei. VADER, van Björnstjerne Björnson. op kant riep de vader en stak hem dien toe. Maar toen de zoon zwemmend een paar slagen gedaan had, werd hij stijf. „Wacht," riep de vader terwijl hij er heen roeide. Maar daar slaat de jonge man achterover, ziet zijn vader nog aan en zinkt weg. Thord wilde, het niet gelooven, hij deed de boot stilliggen en tuurde naar de plek waar zijn zoon gezonken was, alsof hij weer boven moest komen. Ér stegen eenige golfjes op, nog een paar, toen nog een groote, die brak, en spiegel glad lag weer het meer. Drie dagen en drie nachten zagen de menschen den vader rondroeien op die plek zonder eten, zonder slaap, hij dregde naar zijn zoon En den derden dag 's morgens vond hij hem en droeg hem over de heuvels naar zijn hoeve. Het was misschien een jaar later. De predikant zat op een herfstavond in zijn kamer en hoorde in de gang iemand stommelen en voorzichtig tasten naar het slot van de deur. Hij deed open, en er trad een lange magere man binnen, voor overgebogen en wit van haar. De dominee moest hem eerst eens goed aankijken, vóór hij hem herkende; het was Thord. „Kom je nog zoo laat?" vroeg de dominee en bleef stil voor hem staan. „Ja ik kom laat," zei Thord, terwijl hij ging zitten. De dominee nam ook weer plaats in afwachtende houding; het bleef lang stil. Toen zei Thord: „Ik heb iets bij me, dat ik graag aan. de armen wil geven; het moet een legaat worden op naam van mijn zoon," hij stond op, legde het geld op tafel en ging weer zitten. De dominee telde het geld „Dat is een groote som," zei hij. „'t Is de helft van mijn bezitting, ik verkocht vandaag mijn goed." De predikant bleef lang zwijgend zitten, toen vroeg hij zacht: „Wat wil je nu gaan doen, Thord?" „Iets beters." Ze zaten nog een poos, Thord met neergeslagen blikken en de predikant met zijn oogen op hem gericht. Eindelijk zei de dominee zacht en innig: „Nu geloof ik, dat je zoon je eindelijk tot zegen is geworden." „Ja, dat denk ik nu zelf ook," zei Thord, hij keek op en twee groote tra nen rolden over zijn gezicht. Hervorming Veer wagen en trekschuit en het vroeger verkeer in Nederland. Aan een artikel van C. D. Donath over het reizen met de trekschuit in Friesland, in Eigen Haard (7 en 28 Mei) ont- leenen wij de volgende gegevens, die ons een kijk geven op de verkeersgeographie van voorheen. In het begin der 16e eeuw was het met het maatschappelijk verkeer uiterst treurig gesteld. In 1514 schreef Jancko Douwama, dat het in den winter „qwaet was to Lewerden tocomen,met dat het land al onder water lach". Deze opmerking gold on getwijfeld in sterker mate voor alle overige steden van Fries land, ja, wij kunnen zeggen voor vele deelen van andere provinciën. Bij het gemis van polders en harde wegen was één zware regenbui, zelfs in den zomer, voldoende om de landwegen in Friesland geheel onbegaanbaar te maken. Ver schillende steden en dorpen waren gedurende vele maanden des jaars buiten gemeenschap gesloten, Een reis van Harlingen naar Leeuwarden leverde in den winter, indien men geen gebruik kon maken van een zeilschuil of van het ijs, schier onoverkomelijke bezwaren op. Alleen de havensteden verkeerden in eenigszins gunstiger conditie. Voor het verkeer door de provincie, inzonderheid wat het goederenvervoer betreft, stonden reeds sedert onheugelijke jaren zeer doelmatig ingerichte open zeilschepen of snikken in dienst. Ook personen konden daarvan gebruik maken, In een Ordonnantie van 24 Juni 1639 komen eenige bepalingen tot regeling van den snikkendienst voor. De schippers waren verplicht een snik gereed te houden bij 't aankomen van den veerman, voor Amsterdam, en ze mochten vooveel vracht in rekening brengen „als nae proportie van de distantie en veer- heyd voor de plaelzen de redelijckheit sal vereischen". Doch zoowel het weinig gemak, dat deze vaartuigen voor reizigers aanboden, als het ongerief van windstilte of tegenwind deed velen er de voorkeur aan geven, te paard te reizen. Wie dit te kostbaar was, ging te voet. Omstreeks 1623 werd voor hen, die gewoon waren te voet te reizen, tusschen Leeuwarden en Harlingen een wagenveer opgericht. De dienst was zeer primatief. De „wagenaers" of voerlieden der stad Harlingen waren, voor het geval zich passagiers aanmeldden, gehouden des morgens te vijf uur en des middags te één uur een wagen gereed te hebben. De een-uurs wagen was een deftiger en daarom ook duurder reis gelegenheid dan den vijf-uurs wagen; de eerste kostte 36 stuivers, de laatste 25 stuivers voor één persoon. Dit was misschien het eerste wagenveer. In 1660 werd octrooi verleend voor den wagendienst van Amsterdam op den Haag, in 1687 voor die van Amsterdam op Arnhem. De man, van wien hier iets verteld zal worden, was de machtigste in de gemeente; hij heet Thord Overaas. Op zekeren dag stond hij rechtop en ernstig in de studeer kamer van den dominee. „Ik heb een zoon gekregen", zei hij, „en ik wil hem laten doopen." „Hoe moet hijheeten?" „Finn, naar mijn vader." „En de peetouders?" Zij werden genoemd, het waren de beste mannen en vrouwen uit het dorp van Thords familie. „Is er nog iets andeis?" vroeg de predikant en zag op. De boer bleef nog even staan. „Ik wil graag, dat hij alleen gedoopt wordt," zei hij. „Dat wil zeggen op een dag in de week?" „Den volgenden Zaterdag om 12 uur." „Is er nog niet iets?" vroeg de dominee. „Anders niets." De boer draaide zijn pet door zijn handen en wilde heengaan. Toen stond de predikant op. „Dit nog," zei hij en ging op Thord toe, terwijl hij zijn hand greep en hem in de oogen keek: „God geve, dat het kind u ten zegen moge worden Zestien jaar later stond Thord weer in dominees kamer. „Je houdt je goed, Thord," zei de predikant; hij zag geen verandering. „Ik heb ook geen zorgen," antwoordde Thord. Hierop zweeg de dominee, maar een poos later vroeg hij: „Waarom kom je bij me van avond?" „Ik kom om mijn zoon, die morgen bevestigd zal worden." ,,'t Is een flinke jongen." „Ik wou, vóór ik den dominee betaalde, eens vragen op wat voor nommer hij zal staan in de kerk." „Hij staat nommer één." „Dat hoor ik, ik geef tien." „Had je niets anders?" vroeg de predikant en keek Thord aan." „Anders niets," zei deze en ging heen. Weer verliepen er acht jaar, en toen was er op zekeren dag een heele drukte voor de deur van dominees kamer, er kwamen er velen tegelijk en Thord voorop. De predikant zag op van zijn werk en herkende hem. „Je komt van avond met groot gevolg." „Ik kom verzoeken, dat het huwelijk wordt bekend gemaakt van mijn zoon; hij trouwt met Karen van Storli, de dochter van Gudmund, die hier staat." „Dat is het rijkste meisje uit het dorp?" „Dat zeggen ze," was het antwoord van den boer en, „hij streek met zijn hand zijn haar op. De dominee zat een poos in ge dachten, hij zei niets, maar schreef de namen in zijn boeken, en de mannen onderteekenden. Thord legde drie daalders de tafel. „Er komt mij maar één toe," zei de predi- „Dat weet ik wel, maar Finn is mijn eenig kind, ik wou er graag goed voor betalen." De dominee nam het geld. ,,'t Is nu de derde keer, datje voor je zoon hier komt, Thord." „Maar nu ben ik met hem klaar," zei Thord, deed zijn zakboekje dicht, groette en ging heen de man nen volgden hem langzaam. Veertien dagen na dien avond roeiden vader en zoon bij stil weer het meer over naar Storli om de bruiloft te be spreken. „De bank ligt niet stevig onder mij," zei de zoon en stond op om haar recht te leggen. In hetzelfde oogen- gleed de plank, waarop hij stond; hij slaat zijn armen geeft een gil en valt in 't water. „Pak den roeiriem!" Het genoemde Friesche wagenveer bad een treurig bestaan, er werd veel over geklaagd. Daarom zocht de overheid naar een beter verkeersmiddel tusschen Leeuwarden en Harlingen. Zoo kwam men op de gedachte om trekschuiten in de vaart te brengen. In Amsterdam bestond reeds dergelijke gelegen heid; in 1632 was de trekweg van Amsterdam naar Haarlem gegraven. En in 1640 deed ook Harlingen aan Leeuwarden het voorstel, een „trekwegh" aan te leggen, „om met verdecte schepen den reysenden man van de eene Stadt naer de andere over te brengen." Het octrooi werd verkregen en in 1646 was de eerste trekweg in Friesland, van Harlingen naar Leeuwar den, gereed. Sedert bewezen de trekschuiten of jaagschuiten onschatbare diensten aan het personenverkeer. De trekvaarten werden uit gebreid, in 1647 van Leeuwarden naar Dokkum, en in 1656 van Dokkum naar de Groninger grenzen, spoedig voortgezet tot Groningen. Ook Bolsward en Sneek begonnen weldra trek- wegen aan te leggen en een net van trekwegen liep weldra door Friesland, waarbij vele dorpen waren aangesloten. En men dacht ook aan versnelling. Vijf jaren na de invoering der trekschuiten besloot men tusschen Dokkum, Leeuwarden en Harlingen reeds „deurjagers" te doen varen, soort van „snelschuiten," die alleen op de belangrijkste plaatsen stopten. Eiken dag vertrok te 9 uur één „deurjager" van Dokkum en één van Harlingen. Zij moesten „deurjagen" tot Leeuwarden, en eerst als deze stad gepasseerd was, mocht men menschen afzetten en toelaten, goederen lossen, enz. Welk een vooruitgang in 't verkeer. Een réis van Leeuwarden naar Amsterdam had in den zomer aldus het best plaats. Men vertrok na overal afscheid te hebben genomen, des avonds te 10 uur met de nachtschuit van Leeuwarden naar Harlingen, waar de beurtman gereed lag, die om 4 uur zee koos. In den winter vertrok men te 4 uur in den nacht, en het jagertje moest zich reppen om te Harlingen de aansluiting te verkrijgen bij den beurtman, die te 91/- uur de haven verliet. Later vertrok de beurtman des winters ten 7 uur des morgens, „om beter occasie te hebben van tegen de nagt de Hollandsche wal te kunnen bereiken en door de Middelgrouden te geraken". De eerste trekschuiten waren zeer primitief. Van een roef was geen sprake, enkel was er een overdekt ruim, waarin een plaatsje moest gezocht worden. Soms was de overdekking slecht en lekte zij. Een reglement van 1779 bracht hierin verbetering; er werd verordend, dat alle schuiten binnen twintig jaren van roeven moesten worden voorzien en het ameublement werd er in voorgeschreven. Het moest o.a. bestaan uit „een tafeltje, be- kwaame matrassen zoo breed en lang als de banken in de roev zijn, mitsgaders een tabakscomvoortje of potje om de pijp aan te steken, een kandelaar, snuiter en kaars, die opge stoken zal worden zoo ras 't donker is en een bak met zand of kwispedoor, verder gereedschap om thee of koffie te drinken, benevens een theeketel en comfoir alsook lange pijpen." Bij resolutie van 30 Jan. 1782 werd bevolen in de roeven een trechter te doen maken, door welke langs een pijp, die boven het verdek uitkomt, de walm der kaars en de tabaksrook konden uitgedreven worden. Harlingen was in de 16e eeuw al een veel bezochte haven stad. Uil een octrooi van 1543 blijkt, dat schippers uit ver- verschillende oorden die haven bezochten met razeilschepen, wijdschepen, fluiten, medebrengers, overtollers, malschepen, kagen, koffen, smakken, galjolen en hoe men ze mocht noemen. De handel op de Noordzee, op de Oostzee en Frankrijk nam er toe. In 1543 bestond er al een geregelde beurtvaart van Harlingen op Amsterdam, en de stad Harlingen deed al het mogelijke om dit verkeer goed te houden, door er goede schip pers aan te stellen. In de 17e eeuw verkeerde misschien geen veer der Republiek in zulk een bloeienden toestand. Nieuwtjes, vragen Deze week zult ge de lantaarn van en antwoorden. uw rijwiel ten 8.20 ure aansteken. De vrouwenbeweging in DenemarkenPolitiken geeft een portret van en een artikel over de eerste vrouw, die op een ministerie in dienst is gesteld. Mej. Elisa Ussing, de dochter van een voormalig rechter in Egypte en candidate in de rechten (het candidaats is in Denemarken voor verreweg de meesten het eindexamenhet doctoraat is voor degenen, die in de wetenschappelijke studie door willen gaan) is voor- loopig als assistente op het ministerie van justitie aangesteld. Denemarken is ons land in menig opzicht voor geweest in de vrouwenbeweging, maar in dit opzicht toch niet. Op verscheidene onzer ministeries werken al een paar jaren een aantal vrouwen. Er zijn reeds eenige adjunct-commiezen bij. (N. Rott. Cl.) Opleiding voor Examen en Praktijk. Leoraar Boekhouden M O. Haarlem. aangeboden. Brieven lett. S, bur. v. d. bi, Ged Oudegracht 65, Haarlem. aangeboden. Brieven lett. M.G., bur. v. d. bl., Ged Oudearacht 65, Haarlem. blik uit, algemeen tie voorkeur gegeven OMDAT ze zijn: le. geen namaak van verouderde systemen. 2e. practisch van vorm en doelmatig in ge bruik. 3e. voor alle bestaande systemen passend. 4e. van prima qualiteit. 5e. billijk in prijs. LEVERING ONDER GARANTIE VRAAGT geïllust reerde Prijscourant! Alléén-Verkoop voor HAARLEM en omstreken: Hoofdagent voor Nederland en Koloniën:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1910 | | pagina 3