het in verkeerde richting berijden van een weg, met een
motorrijtuig.
Gevonden voorwerpen: terug te bekomen politiebureau
te Overveen een medaillon met twee portretten; een geel
lederen taschje waarin een zakdoek; een rozenkrans; een
huissleutel; terug te bekomen politiepost Bloemendaal, een
armband; bij J. S. van Kessel, Tugelastraat 9 te Schoten, een
koperen dop van een automobielbij Kuiper, Bilderdijkstraat
20 Haarlemeen gouden ring.
Verloren: een portemonaie met inhoud; een grijs lederen
taschje; een sjaal; een gouden dameshorloge en een bruin
lederen taschje met inhoud.
Uitslag loting nationale militie.
W.
C.
K.
M.
W.
H.
L.
O.
C.
P.
A.
S.
L.
H.
W.
J.
W.
F.
A.
P.
G.
W.
L.
V.
J.
H.
J.
R.
J. van Apeldoorn.
J. Berdenis van
A. van den Berg.
A. van Berkel
Feun
P. J. Grippeling.
F. J. Harren
J. Hilgeman
J. M. van Hooft'.
J. P. Huf
H. Jking
N. A. Jacometti
F. Kemper.
37
J.
J. van Kleeff
44
51
F.
28
4
A.
G. Kruup
43
26
J.
J. Laan
35
C.
J. Lindeman
49
16
J.
A. W. Luden
14
5
J.
M. Maas
46
52
P.
B. Mense
48
19
J.
J. van der Niet..
39
13
J.
Nieuwpoort
27
21
C.
Post Uiterweer.
6
45
E.
31
25
J.
A. van Rheden
56
53
P.
van Roode
1
41
A.
E. J. Salomons.
17
20
H.
Schoone
42
24
G.
Schoorl
29
33
E.
J. van Schooien
10
34
J.
A. P. Sweijen
32
55
W
A. M. Thoolen
47
22
w
Uiterwijk
30
18
G.
Verdegaal
50
15
A.
Verschoor
7
9
P.
2
38
H.
de Vries
40
8
J.
de Vries
11
3
H.
Wezenaar
54
36
A.
G. Willebord.
12
23
c,Van Zaterdag 20 tot en met
Burgerlnke Stand.
J Vrijdag 2o Augustus.
Geboren: d. van W. van der Zon en van W. Zuetsloot
d. van P. E. van Riessen en van J. Duijs.
Overleden: A. A. van der Meer 40 j.C. Kooijker 72 j.
Overleden in het Gesticht sMeerenberg": H.
J. Kennedrj 36 j. M. Nievens 64 j.
Kerkuieuws.
Ned. Herv. Gemeente. Zondag 28 Aug.,
Voorin. 10 uur, ds. J. A. van Leeuwen.
R.-K. Kerk te Overveen. Zondag 28 Aug. Voorm. 7 en
8? uur Gelezen H. Missen 10 uur Hoogmis 3 uur Vespers.
R.-K. Kerk te Vogelenzang. Zondag 28 Aug. Kerkelijke
dienst te 7^ en 10 uur.
De schietvereeniging Willem Teil" van
Politie. de onderafdeeling «Kennemerland" van
den Algemeenen Nederl. Politiehond, hield
Dinsdag j.l. op het terrein van Woestduin haren jaarljjkschen
schietwedstrijd. Hieraan werd deel genomen door 42 personen.
Er werd geschoten met de revolver op afstanden van 10, 12,
14 en 18 Meters.
De eereprijs, een gouden remontoir met inscriptie, aange
boden door mevrouw Visser van Hazerswoude, viel ten deel
aan F. van Zeelt te Heemstede. De 1ste, 2de en 3de prijs,
kunstvoorwerpen, werden behaald, resp. door F. Kleinjan te
Santpoort, met 57 p., J. Bakker te Bloemendaal, met 56 p.
en J. Duinker te Haarlem met 56 p.
De rozenprijs, een kleine zilveren medaille, werd toegewezen
aan F. Kleinjan.
Na afloop van den wedstrijd bleven de deelnemers nog
geruimen tijd in gezellig samenzijn bijeen in het Hotel
«Woestduin".
Op een telegram van hulde en trouw, verzouden aan
H. M. de Koningin, werd per telegraaf een dankbetuiging
terug ontvangen.
Naar aanleiding van een paar geschriften
Leestafel. over socialisme
le. Vraagstukken en gevaren van het
socialisme. Brieven aaneen werkman, door J. St. Loe Strachey,
redacteur van The Spectator. Vertaald door K. Blokhuis,
adj. directeur der gemeente-lichtfabrieken le Haarlem (J.
Noorduyn Zoon, Gorinchem 1909).
Een werkje, dat den indiuk geeft als welke men krijgt
bij het lezen van een bundeltje preeken. In de inleiding
zegt de auteur, dat hij schrijft voor een bekeerde, en dit
blijkt ook heel duidelijk uit zijn betoogtiant, terwijl het
tegelijk de oveituiging, die de schrijver zoekt te vestigin,
niet weinig verzwakt.
Inderdaad geeft het werkje misschien den leek genoeg,
maar den meer ervarene beslist te weinig. Het behelst
waarheden, waarn ede ieder, die niet door partijzucht ver
blind is, vrede kan hebben maar het geeft ook machtspreuken
en phrases, die wel indruk kunnen maken op den minder
ontwikkelde, maar die op anderen weinig vat zullen hebben.
De schrijver is een star economist, iemand van het
laissez-aüer systeem, alzoo een verklaard anti-socialist. In
zoover als hij pleit voor individualisme, en staatsalmacht
bestrijdt, zal hij velendie het goed meenen met het volk,
op zijne zijde hebbenmaar waar hij in vermeerdering van
het kapitaal heil zoekt voor den arbeider, daar vreezen wij,
dat hij weinigen overtuigen zal. Wanneer b.v. de schrijver
zegt: (pag. 7).
«Wat arbeiders van iedere soort dus moeten aanmoedigen
«is de groei en bijeengaring van bezit dat is kapitaal
«opdat zij een grooteren voorraad van dezen nuttigen bond-
genoot tot hun beschikking hebben", en verder Ik wensch,
«dat het kapitaal zich vrij en in groote hoeveelheden zal
«verzamelen en overal naar arbeid zal dingen, en op die
«wijze het loon van den arbeider zal verhoogen" zie,
daar vermoeden wij dat menigeen de schouders zal ophalen.
Ziju bestrijders zullen zeggen dat ophooping van kapitaal
aan de eene zijde noodwendig vermindering van bezit aan
den anderen kant moet ten gevolge hebben.
De schrijver geeft zich veel moeite om theoretische be
wijzen voor zijn bewering aan te voeren van die beginselen,
welke wij alle kennen uit leerboeken over staathuishoudkunde.
Hij vult ettelijke bladzijden met te vertellen, dat en waarom
de fransche nationale werkplaatsen van 1848 niet aan hun
doel hebben beantwoord; dat en waarom het socialistische
stelsel hetwelk in 't begin der vorige eeuw in Engeland
beproefd is, misluktedat ondersteuning van werkeloosheid
leidt tot armoede. Hij erkent dat velen werken moeten voor
een hongerloondat er veèl ellende is. En hij zegt tevens,
geen practiscb middel te kennen om in dien to°stand ver
betering te brengen Bemoedigend is dat niet.
2e. De Klaroen. Politiek-sociaal tijdschrift onder redactie
van mr. dr. A. R. van de Laar, 11 Aug. 1910.
Deze aflevering geeft behalve de bespreking van een socialis
tisch drama (De Opstandelingen, van Henriëtte Roland Holst)
door J. Jac. Thomson, een artikel over partiëele of alge-
heele socialisatie. Van een geheel andere strekking is dit dan
het boven behandelde werkje van Strachey. Dit is een plei
dooi voor medebezit van bedrijf en tracht aan te toonen,
dat zulk een gedeeltelijke socialisatie binnen de bestaande
maatschappelijke orde mogelijk en wenschelijk is. Hier staan
wij op vast terrein, hier wordt geen nadruk gelegd op het
onmogelijke, maar gezocht haar wat practisch uitvoerbaar is.
Met instemming lazen we (pag. 414) «In het feit, dat de
«producenten meest van alle bezit der productiemiddelen, van
«allen invloed op den gang der productie, zijn verstoken, ligt
wel de hoofdoorzaak der huidige sociale verwording. Een
«dergelijke toestand is uitëraard disharmonisch."
Inderdaad gelooven wij dat arbeid en kapitaal tot elkander
moeten worden gebracht, instede van als vijanden tegenover
elkander te staan. En wij meenen, dat dit alleen mogelijk
is door de producenten te doen deelen in de winst, die
door den werkgever gemaakt wordt. Het is onredelijk, dat
een en dezelfde industrie den een rijk maakt en den ander
arm, zoolang beiden er hun beste krachten aan" wijden.
Dezen misstand te doen ophouden is een streven, dat onze
gansche sympathie heeft.
Nadenkende over de wijze, waarop verbetering in dien
toestand mogelijk zou wezen, vees bij ons de vraag of er
ernstige bezwaren kunnen bestaan tegen de wettelijke vast
stelling van een marimum rente van bedrijfskapitaal?
Een ieder zal erkennen^ dat hij, die door zijn vermogen
productie mogelijk maakt, .een onafwijsbaar recht heeft op ver
goeding. Ontzeg hem dit recht en niemand zal de risico
eener onderneming willen dragen. Wij stellen ons nu den
toestand aldus voorNem§n wij als voorbeeld een naamlooze
vennootschap met een zeker bedrijfskapitaal, bijeengebracht
door aandeelhouders. Dan zou het verloop van de zaak
kunnen wezen als volgt i
le. de aandeelhouders benoemen een of meer directeuren,
benevens commissarissen
2e. commissarissen bepalen het loon van directeuren en
maxima der loonen voor het personeel;
3e. directeuren bepalen de werkloonen, behoudens beroep
op commissarissen en onverminderd het beroep op de (c.q.
te reorganiseeren) Kamers van Arbeid, aan wier einduitspraak
partijen zich onderwerpen
4e. hetgeen van de inkomsten na aftrek van alle kosten,
waaronder de werkloonen, overblijft, komt toe aan de
aandeelhouders tot een maximum bij de wet te bepalen en
behoudens hun aandeel in de overwinst;
5e. de winst doör het bedrijf boven het sub 4 bedoelde
maximum opgeleverd, wordt verdeeld onder allen die daartoe
hebben bijgedragen, hetzij door kapitaal of arbeiden wel
voor, laat, ons zeggen een derde onder de aandeelhouders
en voor twee derden onder de producenten, naar evenredig
heid van hun loon.
Wij stellen ons voor, dat langs dezen weg het belang
van den arbeider bij het bedrijf verzekerd is en dat in
billijkheid geen werkman meer kan verlangen. Of de werk
gevers tot de opoffering, die van hen verlangd zou worden,
genegen zouden worden pevondeu, mag echter betwijfeld
worden. Toch zullen ook zij de redelijkheid eener behoorlijke
verdeeling van overwinst moeten erkennen. Immers kan die
overwinst niet anders dan'door medewerking van den arbeid
verkregen worden en er is, geen enkele grond te bedenken,
waarom die winst, waartod allen naar hun krachten hebben
bijgedragen, in de zakken van den werkgever alléén zou
moeten terecht komen.
In de laatste jaren wordt er veel voor het volk gedaan,
veel ook wat niet nuttig is. Er bestaat een ziekelijk streven
om het den raenscben zoo gemakkelijk mogelijk te maken,
een drijven in de richting van staatszorg, die het gevoel
van verantwoordelijkheid bij het individu verzwakt en zijn
moreelen achteruitgang teweegbrengt.
Niet in die richting moet verbetering van sociale toe
standen gezocht worden, maar veeleer in die van samen
werking en gemeenschappelijk belang, die den prikkel tot
voortbrenging niet dooft, maar aanwakkert en ten slotte
een rationeele verdeeling van vermogen doet ontstaan en
welvaart, zoo al niet onder allen, dan toch onder hen, voor
wie welk is en die werken willen.
Het is maar een schema, en een denkbeeld, dat wij
gaarne ter overweging aanbevelen bij meer deskundigen.
Misschien loont het de moeite, dat onderzocht worde of
ernstige bezwaren zich tegen de uitvoering vooidoen en op
welke wijze daaraan zou zijn tegemoet te komen. Niets zou
ons welkomer zijn dan liet oordeel van anderen te vernemen.
«Du cheque de l'opinion des aulres jaillit la véiité."
11.
De Raad vergaderde op Donderdag
Gemeentebestuur. 25 Aug. te 8 uur n.m. Alle leden
waren aanwezig behalve de heer Bijvoel,
met, kennisgeving afwezig.
De notulen der vorige vergadering werden ongewijzigd
vastgesteld.
Bij de ingekomen stukken was eene dankbetuiging van den
heer A. Meyerink, gemeentelijk gymnastiek-onderwijzer,
kennis gevende van de aanvaarding zijner benoeming.
De voorzitter van Ged. Staten vroeg den Raad te besluiten
tot wijziging der overeenkomst met Haarlem omtrent de
levering van duinwater in dien zin dat de prijs van f 015
op f 0.10 per M3 werd gebracht. Aldus werd besloten.
De heer Teding van Berkhout kreeg een ontkennend antwoord
op zijn vraag of het betrekken van water van Haarlem
verplicht was.
Den heer Van Staveren die eene rekening van f 36 te laat
inleverde, zal dit bedrag op zijn verzoek alsnog betaald
worden.
De aanvraag der gemeente-werklieden om loousverkoogiug
werd verschoven naar de behandeling der begrooting 1911.
Mej, Franken, benoemd tot onderwijzeres te Haarlem, vroeg
eervol ontslag tegen 1 Oct. en verkreeg dit tegen 11 Oct.
of zooveel eerder als in haar plaats zal zijn voorzien.
De maatschappij tot exploitatie van onr. goed. Aerden-
houtBentveld vroeg opheffing van een erfdienstbaarheid
van voetpad. Aan mr. Enschedé, eigenaar van het heersehend
erf zal worden geschreven, dat de gemeente als toekomstig
eigenares geen bezwaar tegen de opheffing heeft.
Een verzoekschrift met teekeningen van Gebrs. Verduin
werd verschoven naar het einde der vergadering en toen
tot in de besloten vergadering.
De gemeenterekening over 1909 werd voorloopig vastgesteld.
De heer Van Tienhoven, rapporteur der fiiiantiëele commissie,
las haar rapport voor. De commissie maakte aanmerking
op het feit dat de aannemer der bestratingen, Kievit, in
1909 10.361 had ontvangen, de nachtswachts ƒ252,550
525.50 boven de begrooting) terwijl ƒ4000 voor he'
in orde maken van het Koninginneduin te hoog werd ge
oordeeld. Overigens werd aan B. en W. en den ontvanger
lof gegeven voor correcte beheer en boeking.
De voorzitter deelde mede, dat in 1909 de nachtwacht
dienst is gereorganiseerd met wijziging der loonen, dat voor
de afwerking van het Koninginneduin ƒ5000 was toegestaan.
De heer Kievit ontvangt 0,15 per bestraten M2., en blijft
daaina gedurende een half jaar aansprakelijk voor kuilen.
De leveruntiën gaan bij inschrijving, aanbesteding der be
strating is moeilijk, omdat de oppervlakten somtijds klein
zijn.
De heer Van Tienhoven vraagt en verkrijgt inlichtingen
omtrent het onderhoud van de grindwegen en de kosten
van de electrische straatverlichting. De wethouder De Waal
Malefijt becijferde de laatste op 1 cent de lamp en het uur.
De gemeente-rekening over 1909 wordt nu met algemeene
stemmen goedgekeurd.
te begrooting over 1911 wordt aangeboden.
Hierna wordt overgegaan tot verlaging van het aantal ver
gunningen tot verkoop van sterken drank van 32 tot 25.
Tegen stemden de heeren Bispinck en Tideman, de laatste
nadat hij een amendement om het aantal op 27 te brengen
had ingetrokkendit lid vreest meer den verholen drank
handel dan eenige vergunningen meer.
Ook de heer Koolhoven had gepleit voor het behoud van
de gelegenheid om een nieuw hotel eene vergunning te
verleenen. Het maximum aantal vergunningen is nu gelijk
aan het werkelijk aantal.
Besloten werd met Haarlem eene soortgelijke regeling le
treffen ten opzichte van de hooger-burgerschoolgelden voor jongens
en meisjes als Heemstede trof. Wij komen op deze zaak terug.
Het kohier schoolgeld over het 2e kwartaal 1910 weid
vastgesteld met 428,94 als eindcijfer.
De heeien Van den Ban en Heijbroek verkregen ontheffing
van eenige bepalingen der bouwverordening.
Een nieuw bouwplan voor woningen op terrein naast het
tegenwoordig gesticht Meerenberg werd goedgekeurd.
Aan eenige verzoeken 0111 ontheffing van hondenbelasting
werd voldaan.
Bij de rondvraag vroeg de heer Van der Hulst het gewas
langs den Vogelenzangschen weg op eenige plaatsen te doen
opsnoeien.
De heer Koolhoven kreeg de toezegging, dat de kanten
van den Vogelenzangschen weg zulltn worden afgestoken
en dat het hakhout zal verwijderd worden, zoodra de gemeente
daartoe gerechtigd is. De aangelegenheid van de overdracht
der gronden is thans in handen van den notaris.
De vergadering ging hierna over in eene met gesloten
deuren.
Geestige Reclame.
Allerlei. Deze eeuw is de eeuw der Reclame.
De groote trom wordt geroerd om ds
aandacht te trekken. Vele kooplieden prijzen hun wai n
al te bescheiden aan door uit te kraaien: «Mijae
Waren zijn de beste." De kunst roept men te hulp voir
sprekende reclameplaten, tooneelgordijnen en muren bede ft
men met annonces, en de kranten vult men er mee. Vele
reclames zijn stumperig. Pakkende reclames zijn goud waa d.
Al voor honderd jaar wist men die in Amerika te ver
zinnen. De amerikaansche schrijver Washington Irving had
er slag van. Voor zijne «History of New-York had hij er
een uitgedacht, even oorspronkelijk als geestig. Om veel van
dit werk te verkoopen, liet hij, schrijvende onder den naam
van «Didrick Knickerbocker", op een goeden dag in de
Evening Post onder de rubriek Ongelukken het volgende
plaatsen
«Een klein, oudachtig heer, genaamd Knickerbocker,
gekleed met een ouden zwaï ten rok, een driekantig
steekje op, heeft zijn hotel verlaten en na zijn vertrek
niets meer van zich laten hooren. Daar men reden heeft te
vreezen, dat hij niet goed bij 't hoofd is en zijne familie
over zijn geheimzinnig verdwijnen zich zeer beangst maakt,
zal iedere nadere inlichting omtrent hem welkom zijn.
Berichten worden in ontvangst genomen aan het Columbia-
hotel, Mulberry Street, en aan liet bureau dezer courant.
P S. Alle kranten zullen een menschlievende daad doen
als zij deze advertentie kosteloos overnemen.
Veertien dagen later deed Washington Irving dit, bericht
in dezelfde courant opnemen
«Aan de uitgevers van Evening Post
Mijnheer
Daar ik in uw veel gelezen blad van 26 Oct. j.l. gelezen hel),
dat er een oudachtig heer, genaamd: Knickerbocker
vermist wordt, is het mij bijzonder aangenaam u t«
kunnen berichten, dat een op de gegeven beschrijving
zeer gelijkend persoon vóór vier of vijf weken gezien
is door de passagiers der Albany-diligence, des morgens
vroeg op den weg naar Kingsbridge. Hij had in zjj»
aand een klein pakje in een roodbonten zakdoek; hij
scheen naar het noorden te reizen, en zag er moe en
mat, uit.
November 1809. Een Reiziger.
Tien dagen hoogstens waren verloopen, toen men in
Evening Post las
Mijnheer 1
»U was zoo goed onlangs navraag te doen naar dei
heer Knickerbocker, die op zulk eene vreemde wijz'
uit mijn hotel verdwenen is. Tot nog toe heb ik niet-
rneer van hem vernomen. Evenwel heb ik op zijne kamei
schrifturen van waarde gevonden. Wil u zoo goed
hem door opneming van dit bericht in uw courant te doe11
weten, dat wanneer hij nog in leven mocht zijn en mi