e AMSTERDAM. [EA BOEKHOUDEN. BIJVERDIENSTE Ookalle klassen li.B.S. B. MATEN. Dz., HAARLEM. idstoelen, Eigbanken, WaschReis-, Balie-, n, enz,, enz., M. G. ÜC HTM ANN. JESTRAAT 31. ia Wed. VOULLAIRE. Telefoon 507. eiseroord (N.H.) Strijkinrichtin| g. Aflevering naar eigen ke' AALEN. Langendijkstraat 3 RT, 071' STRAAT lil li i Telefoon 520» Huish. artikelen. ,5 Inmaakpotten. „Veerstraat 36, Haarlem. M. arenkokerskade 21 Kaarlet Leverancier voor Ie leden van„EigenHulp". Best vet Winkelvleesch- eschaafd, ontwikkeld persoon gijvoegsel van j(et ijloemenöaalsch Weekblaö" PRINS-POEDEL, ti-aat 20). leerlingen gunstige regeling bij Soliditeit bekend. Aanbevelend, IROM wordt Xi INHIAAKGLAZEN APPARATEN i ile voorkeur gegeven AT z zijn ainaak van verouderd* pysteinen. ch van vorm en doelmatig in ge bestaande systemen passend, ima qualiteit. in prijs. RING ONDER GARANTIE T geïllustreerde Prijscourant! 1 en omstreken Koloniën Langendijïi» straat 34. angeld of gestreken. ^100000000003) aelle opleid, voor prskti k en examtns. Leeraar Boekhouden M.O. Piano-leerares. Itljj. [tot b. <1. Toonkunst)- UNEGANG 31, HAARLEM- Teleph. 1503. Een der oudste Mij van Levensver ikering, annex Volksverzekering! •aagt een in middelbaren leeftijd voor het uiten van posten. Gepensionneerde» zij die een gedeeltelijk bestaan hel1' ;n en over voldoende vrijen tijd kun- ïn beschikken, genieten de voorkeur- 'ekelijksch voorschot op provisie ïnevens ophaalloon. Medewerking van den Inspecteur ordt toegezegd. Fr. brieven onde B., Bur. Bloem endaalach W n/'-1'1 van Zaterdag 27 Augustus 1910. No. 34. Recht en.Wet. Onze koloniën en ho< ze bestuurd worden. III. Het spreekt van zelf dat de betrekkelijk kort na de ophef fing der Oost-Indiscbe Compagnie plaats hebbende tijdelijke ontneming van ons zelfstandig volksbestaan door Frankrijk, verandering bracht in onze verhouding tot Engeland. De engelschen beoorloogden niet ons, maar hunne fransche vijanden; wat voor ons betrekkelijk op hetzelfde neerkwam ivant Engeland maakte zich spoedig meester van de meeste onzer bezittingen, die nu fraDsche bezittingen waren ge- woiden en sommige ervan bleven ons voor altijd ontnomen. Wat het voornaamste onzer Oost-Indische bezittingen, het eiland Java, betreft-, dit werd ons na de herstelling van onze u;;.:bankelijkheid in 1813, al vrij spoedig teruggegeven; maar de eerlijkheid gebiedt te erkennen, dat dit aan Java zei- niet ten goede kwam. Het korte engelsehe tusschen- bes'uur was niet slecht en Engeland zou de koloniën nimmer uitgemergeld hebben, om de eenvoudige reden dat het niet i lig was. Het voornemen bestond een beter regeerstelsel in voeren en de bevolking te ontheffen van de verplichte ing van producten, die door de compagnie was inge voeld. De engelsehe regeering gaf er de voorkeur aan om de volking te laten in de vrije beschikking over den grond, do. haar daarentegen te gewennen aan het betalen eener matige belasting. ii laas, de zaken liepen geheel anders en zouden nog vrij wal rger worden dan voorheen. Na dc teruggaaf paste men li.1 ude stelsel weer toe, ofschoon dan ook op eene andere vv Na 1830 braken financieel zeer moeilijke tijden voor ons tan. De belgisehe opstand wikkelde ons in een zeer I koi indigen oorlog met een langen nasleep. De onafhanke- I Hjkkeid van Belgie door de europeesche mogendheden vast- gt-.-t d, wenschte koning Willem I niet te erkennen. Dit ge- I scha'de eerst in 1839 en gedurtrde al die jaren leefden wij op voet van ge wapenden vrede. De daarvoor noodige aan zie! ike sommen kon men niet beter verkrijgen dan door de -dische bevolking aan het werk te zetten. Gouverneur- ge, aal van den Bosch voerde het zoogenaamd cultuur- stel 1 in dat, met volkomen verwaarloozing van de belangen de: inlandsche bevolking, ons van den finauciëelen onder ftiai: moest redden. Van daar dat men, sedert de oogen voor I .tiie treurigen toestand geopend zijn, zegt dat wij «eene huid aan Indië hebben". Het cultuurstelsel en zijne iedenis komen in het kort op 't volgende neer: 5 i e regeeiing verlangde dat, binnen den kortst mogelijken tijd. het grootst mogelijk aantal stapelproducten uit Indië, ii ederiand aan de markt zou worden gebracht, om ten al van de uitgeputte schatkist te verstrekken. Daartoe yflKlen nederlandsche ondernemers aangespoord om suiker- •ken op te richten, waartoe zij de noodige voorschotten ,:p vet gouvefnement verkregen. De bevolking in Indië werd i'gBciv-- igen om tegen een laag plantloon, suikerriet te planten m" d plantages te onderhouden. De ondernemers moesten dan :n zeker deel van de op deze wijze verkregen pro- I üctea tegen een vasten prijs aan de regeering leveien. De :|]lands"he hoofden werkten tot de toepassing van dit stelsel |edt ij waren gewoon aan de onderdrukking van het volk 3>i den er trouwens voor betaald. Behalve de suiker- juitu kwam later ook de cultuur van indigo, thee en tabak. Ook de staat richtte fabrieken op en toen van liever lede die ondernemingen vruchten begonnen af te werpen, yer "g de staat jaarlijks de beschikking over vele milli- in de geschiedenis bekend onder den naam van saldo's". Wat Indië voor Nederland afwierp ging wachting ver te boven, maar men had nooit genoeg o er een tijd kwam dat de behoefte niet meer zoo was, deed men toch niets om den druk der bevolking lichtenIndië was er om door het zoogenaamd moe- dei d geëxploiteerd te worden. Het cultuurstelsel werd no >eds uitgebreid en het ging zoo ver, dat de javanen sou "dwongen werden om al hun gronden voor de gou- vei ments-ondernemingen af te staan. Om den zwaren van haa evorderden arbeid te verrichten moest de bevolking soms zeer groote afstanden afleggen om de gronden te bereiken die bewerkt moesten worden, wanneer die namelijk ver verwijderd waren van de dessa's of dorpen. Gelegen heid om eigen gronden behoorlijk te bewerken, werd niet gegeven. Reeds vóór de invoering van het zoogenaamde cultuur stelsel, bestond de verplichte arbeid in de gouvernements- koffietu aen. Deze wordt niet tot het eigenlijke cultuurstelsel gerei, d. De staat dwong de bevolking om de koffietuinen Of «b de en gr te aan te leggen. De bestaande tuinen werden door haar be arbeid en de opbrengst werd tegen een vasten prijs aan t de regeering afgestaan, die ze ten bate der schatkist ver kocht, grootendeels in Nederland en overigens in Indië zelf. Dit geschiedt op de algemeen bekende koffieveilingen. Deze koffiecultuur bestaat dus nog altijd; maar in de behande ling der bevolking is verbetering gebracht. Anders was dat in den tijd van het cultuurstelsel. De verplichte arbeid in de koffietuinen, waarvan de last toen nog niet door ver schillende maatregelen verlicht werd, moest den uitteraard reeds zwaren druk van het cultuurstelsel nog aanmerkelijk verzwaren. Omstreeks het midden der 19e eeuw behoorde de nood van de schatkist tot het verledene, maar steeds bleven de millioenen toestroomen en werden nu aangewend tot af doening van staatsschuld. Alleen in 1863 trokken wij veer tig milüoen uit Indië. Honderdvijftig millioen is met de opbrengst van den arbeid der indische bevolking besteed aan den aanleg van spoorwegenterwijl niets gedaan werd om het belastingwezen te hervormen en biunenlandsche bronnen 7an inkomst te versterken. In beginsel was echter reeds een betere tijd aangebrokeu dat beginsel wachtte slechts op toepassing. Na de grond wet van 1848 verkregen wij een veiantwoordelijk ministerie en weldra ook een meer werkelijke volksvertegenwoordiging. De bekendheid met indische toestanden werd grooter. Stem men begonnen op te gaan, die op verandering van koers aandrongen en toen kwam in 1854 het zoogenaamde indische regeeringsreglement. Bij die wet werden bepaalde regelen gesteld, volgens welke Indië namens dun koning moest wor den bestuurd. Willekeur was voortaan uitgesloten. Ook konden de zaken niet meer in het verborgen worden be handeld en aan het oog der volksvertegenwoordiging ont trokken. Toch kwam verbetering eerst zeer langzaam, omdat men de opbrengst der cultures zoo dadelijk maar niet missen kon en in het regeeringsreglement werd dan ook uitdruk kelijk gezegd dat door ons gouvernement ingevoerde cul tures zooveel mogelijk in stand moesten worden gehouden. Observator. De Sporttentoonstelling in het Brongebouw. Nadat j.l. Zaterdagmiddag de opening met de hierbij behoorende officieele plechtigheid heeft plaats gehad, heeft de tentoonstelling tot heden een prettig, succesvol en regel matig verloop gehad. Zooals wij in het laatste nummer reeds opmerkten, bevat zij vele belangrijke bezienswaardigheden en fraaie inzen dingen. Van verschillende zijden vernamen we de meest ondubbelzinnige betuigingen van tevredenheid. En de ten toonstelling verdient dit dan ook ten volle. Trouwens, moeite noch kosten zijn gespaard dit geheel te verkrijgen. Optische instrumenten. Joh. M. Smidt. Wanneer wij enkele inzendingen eens wat nader be schouwen en ons begeven naar het bijzaaltje, wordt onze aandacht aldaar getrokken door twee vitrines waarin de heeren Joh. M. Schmidt en Willem P. Andréa hun artikelen geplaatst hebben. Bij den heer Schmidt, den bekenden opti cien uit Haarlem, is het vooral de Schrubmachine die, vooral als zij werkt, heel wat kijkers lokt. En 't is de keer Schmidt zelf, die zijne duidelijke en bevattelijke verklaringen aan het vertoonde toevoegt. De Schrubmachine dan is het werktuig waarop onze brille- en kijkerglazen geslepen worden. Dit op focus, wil zeggen brandpunt, slijpen geschiedt zoo men misschieq weet, door de glazen eerst met zand, dan met amaril en vervolgens met rood op zulke schijven te slijpen, dat ze geschikt zijn voor ver- of bijzienden. Maar interessanter nog is ongetwijfeld een nieuws uit vinding op het gebied der jacktsport, die wel in staat is menig jagershart sneller te doen kloppen, n.l. een jackt- ltijker. De jachtkijker van Busch. Men kan dit nuttige en fraaie instrument op elk geweer bevestigen. In den kijker is een verticaal pijltje aangbracht, hetwelk de jager in het gezichtsveld met het te schieten voorwerp in aanraking brengt, waarna hij aftrekt. Korrel en vizier zijn dus ver vallen. Aangezien de kijker de voorwerpen 10 maal dichter bijtrekt kan hot schot bijna immer raak zijn. Wee het haasje dat denkt op 600 meters veilig te zitten de kijker decimeert de afstand tot 60; wat is 60 meter voor een jager? De kijker zal ongetwijfd zijn weg wel vinden. Hij is voor den jager van een onschatbaar nut en voor slechte schutters een niet genoeg te waardeeren aanwinst. Een andere merkwaardigheid van den stand is de prisma kijker, spiciaal voor den heer Schmidt vervaardigd. Behalve eene buitengewone lichtsterkte, eiken anderen kijker verre overtreffend, is hij beduidend goedkooper, te weten f 20. waardoor de prijs van 85 op 65 gulden gebracht is. Voorts heeft de heer Schmidt zijn collectie met de fraaiste voorwerpen op optisch gebied uit zijn zaak aangevuld, zoo dat zijn «stand'' gevoegelijk als een der belangrijkste kan worden geacht. Graveeren ciseleerwerk. Willem F. Andréi. Ook deze inzending trekt door het bijzondere van zijn kunst de blikken van elk die de hijzaal betreedt. Zij be staat uit eene elegante vitrine, waarin de heer Andréa mot den beul aangeboren kunstsmaak eenige proeven van graveer- en emailleerkunst voor goud- en zilverwerken beeft tentoon gesteld. In liet bijzonder vragen de belangstelling twee zilveren plaquets, van een waarvan we een reproductie onze lezers bier aanbieden. Zooals men ziet, werd het hierop voorkomende gebouw gegraveerd; met bet in renaissance stijl ontworpen geciseleerde ornament vormt het een artistiek geheel. (Zie de illustraties op de volgende bladzijde) De andere plaquet vertoont de gebouwen eener te Haarlem goed bekende cacaofabriek, omlijst met eene ornaraentale versiering van de cacaoplant. Deze plaquet werd vervaardigd bij gelegenheid van een jubileum van een der firmanten dier fabriek. Bovendien stelt de beer Andréa eene keur-collectie lak afdrukken van wapens en monogrammen, door kern gegraveerd in cachetten en in zegelringen. Dit stempel- graveerwerk munt uit door een teere en zorgvuldige af werking, zooals uit achterstaande afbeelding blijkt. Ook de in ons land weinig beoefende emailleerkunst is vertegenwoordigd door een paar uitstekende proeven. De heer Andréa heeft zich laten kennen als een vaardig, beschaafd kunstenaar. Zijn werk onderscheidt zich door eene elegantie, die bewondering afdwingt. De graveerkunst is eene zeer moeilijke en hetzij men haar van de zijde van haar nut en versiering, of van die der moeilijkheid van haar uitvoering beschouwt, men zal altijd moeten toestemmen, dat zij in elk opzicht een voornamen rang onder de schoonc kunsten verdient. Niet alleen te Haarlem, maar door geheel ons land is dc heer Willem F. Andréa als een der eersten van zijn vak bekend. Zijn kunstproducten vinden overal een goede markt en zijn zeer gezocht. Als leeraar aan de school van kunst nijverheid te Haarlem bekleedt hij eene eervolle positie, waar zijne talenten op prijs gesteld worden Er valt natuurlijk over de andere inzendingen ook heel wat te schrijven. Maar dit stuk, toch al lijvig, mag niet te lang worden. Daarom over enkele andere artikelen uit de zaal iets in de volgende courant. De tentoonstelling duurt nog lang genoeg om een en ander nog eens afzonderlijk te behandelen. Gaan we daarom nu naar buiten en brengen we een bezoek aan Japan. Kick ivat wils. In het japansche dorp is het eiken dag, ten minste 's avonds, feest. Duizenden bezoekers hebben het pittoreske plekje achter het Brongebouw reeds bezocht, hebben volop van de muziek van Kriens, Hofmeester en Heuweke- meijer genoten, hebben smakelijk, al naar de appetit was, poffers bij de weduwe Koppen gegeten, hebben de Cbain- pagne-Pilz de eer bewezen die dien schuimenden drank toekomt, hebben bet potteke bier niet versmaad hetwelk ruimschoots overal verkrijgbaar is, hebben bun collectie prentbriefkaarten met de fraaie kiekjes der geisha's en huisjes bij den heer Risema aangevuld, hebben rolschaatsen gereden, hebben gedanst, hebben rondgewandeld te midden van en onder honderden lampions, hebben het kranige ja pansche trio bewonderd en toegejuicht, hebben eensdeels met verwonderde, anderdeels met «critische" blikken den schaarkunstenaar zijn silhouetten uit bet zwarte papier te voorschijn zien tooveren, hebben zich gezellig om en nabij de sterk bezette dameskapel gegroepeerd om geen toon te missen, hebben bet paalgebouw boven den Laube beklommen, om bier in kooger sferen de feestvreugde gade te slaan, hebben wat gebakjes bij Franken gesnoept, hebben in zes gooien een flesck lekkers willen verschalkenin bet kort dusduizenden hebben reeds geprofiteerd van dit dooi de heeren Van Gasteren en Chabot zoo kranig in elkaar gezette, zoo werkelijk fraai uitgevoerde ornament der sport tentoonstelling, door de Vox Populi als «Japan" gedoopt. Gezelligheid. Welnu, ook wij hebben met genoegen eenige avonden in de Bron doorgebracht, 't Is er ook zoo gezellig. Heeft men genoeg van het vele dat de tentoonstelling biedt, hebben de prachtige voorwerpen van Verwegen Kok, de rijke collectie der firma Eylers Co., de fijn bewerkte werry van de Vlies Lentsch, het prachtige motorjacht van Tkie- bout, de reuzenvoetbal van De Pont-Mannaerts, de keurige collectie wapenen van De Jager, de auto van Darracq, de FEUILLETON. .12) naar het Fransch van EDOUARD LABOULAYE. Zou ik hem niet liever in de watten leggen vroeg de smid. Laat hij, zooals ik, zijn brood met werken verdienen. Als er geen rust meel is voor de meuschen, is er ook geen voor de honden, Voort, luiaard,'of ik ransel er op" Hiaemt liet zich dit geen tweemaal zeggen; Bij hep en liep onafgebroken voort, doch de wijze en treurige raadgevingen van Arlekijn kwamen hem telkens voor den geest; en al draaiende dacht bij bij zich zeiven dat hij beter had gedaan op zijn mesthoop te blijven dan de schoone Nagelbloem te volgen. Na verloop van een uur gaf men hem zijn vrijheid weder. Maar zes maal daags zette de onvermoeibare Hamer hem weer in de ver- wenschte kooide arme poedel kon niet meer °P zijne pooten staan toen het uur van bet avondeten aanbrak. He spijkersmid nam een groot brood en sneed er een boterham af, doch in plaats van te eten stak hij zijn mes in bet brood, dronk een glas water en zeide terwijl hij zijne dochter aankeek: i,Komaan, kind, het wordt tijd over zaken te spreken. Ik heb van ochtend mijnheer Wolf gezien." Nagelbloem antwoordde niets; maar Hiacint, dien zij streelde, voelde dat hare hand beefde. nik heb hem gesproken, hervatte Hamer; het is een machtig man die invloedrijke ken nissen beeft. Hij heeft mij beloofd dat ik con cierge op het kasteel zou worden. Gij in livrei, vader, gij die altijd uw eigen meester zijt geweest? Daarover, kindlief, kunt ge mij niets zeg gen wat ik mij niet al zelf voor oogen heb gehouden. Op mijn leeftijd begint men niet gaarne den rug te buigen. Maar wat te doen! ik ben vijftig jaar, waarvan ik twee en veertig heb gewerkt, en hoe ver ben ik nu daarmee gekomen? Met veel moeite heb ik u groot ge bracht, ik heb niets kunnen besparen, de be lasting zuigt mij uit, het leger neemt mij mijn leerjongen weg, de jaren komen en het voor uitzicht is alles behalve aanlokkelijk. Ik ben moede, ik verlang naar rust. Natuurlijk zou ik liever rentenier zijn als ik er de vereischten voor had; maar bij gebrek aan beter is die betrekking van hofportier nog zoo onaanneme lijk niet. Denk eens aantwaalf honderd francs traktement, zonder nog van de fooien of nieuw- jaarsgelden te spreken, vrij woning, vuur en licht, en niets te doen te hebben! Noem mij één ambacht op waarmede men, als men zich van 's morgens tot 's avonds in het zweet werkt, zooveel verdient." Nagelbloem gaf geen antwoord. Hamer at eene bete broods en dronk een tweede glas water. Zijn keel was toegenepen en bij kon haast niet slikken „Natuurlijk, vervolgde bij zijue dochter aan ziende, zal mijnheer Wolf niet om mijne schoone oogen zijn invloed aanwenden. Alles hangt van u af en, gelijk hij mij nog van ochtend heeft herhaald, kan ik op hem rekenen zoodra hij mijn schoonzoon is. Dat wordt hij nooit, sprak Nagelbloem. Waarom niet? vroeg Hamer met de tanden op elkaar. Omdat ik hem niet bemin. Zeg liever omdat gij een ander bemint, zelfzuchtig schepsel dat ge zijt. Voor Narcis moet ik opgeofferd worden. Ik heb nooit gezegd dat ik Narcis beminde. Neen maar de geheele wereld heeft bot gezien; ik het eerst van allen. Ik zeide niets. Narcis is een knap werkman; met ons beiden hadden we de zaak wel kunnen ophouden maar nu is hij soldaat. Dat is zoo goed als eeu dood man. Het wordt tijd redelijk te zijn, zoowel voor u als voor mij." Nagelbloem zweeg; dat zwijgen maakte Hamers gramschap gaande. Hij sloeg met de vuist op tafel en riep: „Zult gij antwoorden? Gij zijt even koppig als uw moeder was; maar ik heb baar gehoor zaamheid geleerd en zal u ook wel doen buk ken. Gij wordt mevrouw Wolf, ik wil het! Nooit! sprak Nagelbloem oprijzende. Nooit! brulde Hamer, terwijl hij opsprong en haar de gebalde vuist liet zien. Herhaal dat woord eens als gij durft! Ik zal u leeren hoe men mij trotseert. Ik zeg u dat gij mijn beer Wolf zult trouwen en dat nog wel over veertien dageu. Nooit! sprak Nagelbloem. Bleek van toorn naderde de smid zijne dochter en hief de hand op. Het meisje bleef onbeweeg lijk staan en sprak met vaste stem „Ik ben de dochter van mijn vader; ik beu niet bang; sla eene vrouw als gij durft." De cycloop liet het hoofd zakken, zijne armen zonken neder, hij keek naar den grond als een dronken man en ongelukkig viel zijn blik op den armen poedel. „Monster 1 schreeuwde hij, moet ge mij altijd onder de voeten loopen." En met een schop wierp hij hem wel tien passen van zich af. I Wanhopig had Hiacint in de armen zijner meesteres eene toevlucht gezocht; Hamer had zich op zijn stoel laten neervallen. Somber en sprakeloos hakte hij met zijn mes stukken uit zijn brood, toen de deur zachtkens open ging. Een man, een soldaat, kwam op zijne teenen binnen en groette op krijgmanswijze; het was Narcis in volle uniform. „Goeden avond saam" zeide hij. Ik doe im mers geen belet? Hoe vaart gij juffrouw Nagel bloem En gij vader Hamer, altijd vroolijk en grappig als een jonge kerel Ga zitten, mijnbeer Narcis, zeide Nagel bloem. Dank u, juffrouw, doe geen moeite. Zoo, gij hebt een hondhebt gij hem present gekregen? Neen, ik heb hem van morgen voor de deur gevonden. Wacht eens, ik herken hem, zeide Narcis, terwijl hij naar Nagelbloem toetrad. Twee dagen geleden heb ik aan net zulk een poedel het leven gered door hein in mijn wachthuisje te verbergen. Zelfs heb ik woorden over hem ge had met Hij bleef steken. Met wien? vroeg Nagelbloem. Met niemand, hernam Narcis en beet zich op de lippen. Maar kijk eens, juffrouw, het is wel degelijk mijn beschermeling; zie toch eens hoe hij mijne hand lekt. Ja! de honden zijn niet ondankbaar! Dat is braaf van u dat ge dit arme diertje hebt gered, sprak Nagelbloem. Kom hiei Fidel, laat ik je eens kussen. Fidel, een mooie naam, zei Narcis met een zucht. Wel zoo! wat komt ge hier uitrichten? vroeg de smid op zijn knorrigsten toon. Ik kom om het genoegen te hebben u te zien en ook om afscheid van u te nemen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1910 | | pagina 5