PRINS-POEDEL,
Beide principes voor fundamenten eener kerk niet deugende,
hebben zij telkens naar andere gezocht en gevonden in ver
schillende dogmata, zoodoende hun eigen opzet, souvereini-
teit van het induvidueel geweten onverwerpende. Dogmata
zijn echter evenals de induviduen, artikelen van beperkte
levensduur, bovenal bij hen die onafhankelijk staan tegenover
elke autoriteits-principe en zoo onstond noodzakelijkerwijze de
toestand zooals hij door Pierson geteekend is. Zie de noot van
mijn eersten brief. Zal er van de protestanten in de toekomst
eenige kracht uitgaan, zoo moeten zij scherp formuleeren,
datgene wat hen allen bindt en daarop voortdurend den
nadruk leggen. Zouden zij daartoe echter ooit den moed krij
gen, zoo zal dit ontzaggelijk ten goede komen aan hun
qualiteit, hun quantiteit zou echter sterk achteruit gaan,
want de meeste protestanten zijn eigenlijk katholiek zonder
dat zij het zelf weten.
Ik voor mij zou zoo'n opruiming van ganseher harte
toejuichen. De individueele vrijheid, aan de ééne zijde be
dreigt door het katholicisme en aan de andere door de
socialistische schare, maar verdedigd door een Gideon'sbende
van mannen, gewapend met groote kennis en hooge moiaal,
diep religieus, dat zou een tijdperk kunnen worden waarin
het een genot was te leven. Heeds hoor ik hun wapen
kreet: «Voor God, eigendom en familie. Dieu le veut."
4e jaargang.
Beverwijk.
WlEDEMAN.
Wordt vervolgd)
De tentoonstelling van noorsche huisvlijt in het
museum van kunstn ij verheid te Haarlem."
Door de vereeniging „norske husflidsforening/, gevestigd te
Kristiania, die hare vertakkingen over geheel Noorwegen heeft
uitgebreid, werd dezen zomer te Bergen eene belangrijke ten
toonstelling van onder de auspiciën der genoemde vereeniging
vervaardigde voorwerpen gehouden, welke tentoonstelling met
een zeer gunstig gevolg werd bekroond.
De directeur van het museum van kunstnijverheid te Haar
lem, die het vorige jaar eene reis door Skandinavië maakte,
heeft zich toen in verbinding gesteld met het bestuur van
genoemde vereeniging en het voorstel gedaan om na afloop der
tentoonstelling te Bergen uit de aldaar aanwezige goederen de
belangrijkste te kiezen om daarvan in Nederland eene keuze
tentoonstelling te houden, welke nu in het einde van October
of in het begin van November e. k. zal worden geopend.
Het is zeker van het grootste belang en zeer leerzaam om,
na hetgeen de nationale huisvlijt-tentoonstelling ons dezen zomer
te Scheveningen te zien gaf, ook eens onder het oog van belang
stellenden te brengen betgeen men in Noorwegen, alwaar de
huisvlijt op de voorbeeldigste wijze is ingericht, heeft bereikt
en de organisatie aldaar na te gaan.
De tentoonstelling te Haarlem, waarvan een beschrijvende
catalogus zal worden samengesteld, zal de volgende afdeelingen
bevatten
1. Geweven stoffen (wandbekleedingen met figurale en orna-
mentale versiering, vloerkleeden, tafelkleeden, gordijnen, kussens,
meubel en kleederstoffeu.) 2. Gebordeerde stoffen. 3 Beschil
derde voorwerpen. 4. Gebrande voorwerpen. 5. Gevlochten
manden en blaadjes. 6. Voorwerpen in versierd leder.
Vermoedelijk zal hieraan nog een afdeeling houtsnij- en
emailwerken worden toegevoegd.
Het voornemen bestaat om een beroep te doen op de wel
willende medewerking van eenige dames die zich, onder lei
ding van den directeur van het museum met de organisatie
en de verdere bemoeiingen, die met deze tentoonstelling in
verband staan, willen belasten.
De tentoonstelling zal een groot aantal voorwerpen bevatten
en belooft zeer belangrijk te worden.
Op het oogenblik zijn verschillende architectuurschetsen van
nederlandsche bouwmeesters in het museum ter bezichtiging
gesteld.
De schetsen van de nederlandsche bouwkundigen, welke in
de rotende van het museum van kunstnijverheid te Haarlem
tentoongesteld zijn werden vervaardigd door de architecten
H. P. Berlage, W. van Boven, Jac. J. Brandes, P. J W. J. van
der Burgh, S. de Clercq, W. G. Eberson, J, C. van Epen, J.
J. Gort, A. C. Sommer, W. Verschoor en H. Th. Wijdeveld.
Zij zullen Zondag a.s. als wanneer de toegang kosteloos is,
ter bezichtiging worden gesteld.
Bredée's Reisboek je voor Nederland.
We ontvingen ter beoordeeling een handig spoorboekje,
winterdienst 1910, getiteld: Bredée's Reisboekje voor Nederland.
't Dingske is van minieme afmetingen, te weten 8^2 bij
6 e.M. en kan dus in een vestzakje gestoken worden, doch
is even volledig als de gewone bekende uitgaven op dit gebied.
De prijs is op slechts 10 ct. gesteld.
Wetenschappen.
Cursus van prof. dr. Hugo
de Vries.
Onze beroemde landgenoot Hugo de
Vries zal ook dezen winter te 's-Gravenhage weder een reeks
botanische voordrachten komen houden, ditmaal over «hoo
rnen en heesters", verdeeld over een 10-tal middaguren (van
twee tot kalfvier), telkens des Zaterdags om de veertien
dagen in Diligentia.
Gegadigden voor deze voordracht kunnen zich aanmelden
bij mej. E. C. Holtius, Van Blankenburgstraat 23, Den Haag.
Eerste voordracht Zaterdag 22 October.
De Holl. Lelie, weekblad onder redactie
Leestafel. van mejonkvr. Anna de Savornin Lobman.
Het nummer van 5 Oct. geeft als hoofd
artikel een interessant stuk over H. P. Blavatsky, kooge
priesteres van Isis. Wie belang stelt in theosophische aan
gelegenheden zal deze mededeelingen aangaande de stichteres
der Theosofische vereeniging met aandacht lezen. Ze zijn
klaarblijkelijk geschreven door een niet-theosoof die de veel
besproken, veel-beschreven, veel-vergode en ook veel-ver-
guisde »H. P. B." eenvoudig uitmaakt voor een knap hypno-
tiseuse. Pet zou interessant wezen hierop een antwoord van
een ernstigen theosoof te krijgen. Verder geeft het nummer
een artikel van de redactrice, een boekbeschouwing over F.
Marion Crawford, eenige gedachtenwisselingen en de gewone
correspondentie.
Open Brief aan Jhr. Mr. Ch. J. M. Rups de Beerenbrouck
door Jos. van Veen. (Leiden A. H. Adriani 1910).
In dit geschriftje neemt de bekende gewezen roomsck-
katholieke geestelijke bet op voor een mede renegaat, den
heer J. van Vorst, weleer pater Celestinus van de orde
der Capucijnen, die door het lid van de tweede kamer, afge
vaardigde van het district Gulpen in een zitting der tweede
kamer den 15en December 1909 was hard gevallen. Zinsnede
na zinsnede van diens rede bespreekt en weerlegt de heer
van Veen, en geeft daardoor een helderen kijk op het wezen
der z.g. afvalligheid in het algemeen, en op de treurige toe
standen die maar al te vaak in het roomsch-katholiek priester
dom keerschen. Geheel onpartijdig is hij daarbij uitteraard
niet, dat kan trouwens niet van een verwacht worden, die
zich verbitterd, teleurgesteld en ontgoocheld van zijn vroegere
loopbaan heeft afgekeerd. Op sympathieke wijze geeft hij ook
een kijkje in zijn eigen zieleleven: «ik vind het niet goed
als gij niet weet, wie ik ben, en mijn naam zegt zoo weinig,"
eindigend met een lijstje van lezenswaardige boeken op te
geven, volgens hem een prachtige exquise collectie, waarvan
wij echter vreezen, dat de goede katholiek, wien ze aange
raden worden, voorzichtiglijk geen gebruik zal maken, aan
gezien hij wel volstrekt niet begeerig zal wezen «onderzijn
gewichtige bezigheden een uurtje te vinden om een beetje
werkelijkheid te ontdekken, feiten, waarheid of hoe men het
tegenovergestelde van illusie ook noemt."
Sport.
Bloemjendaal III—H. F. C. VI.
Over dezen wedstijd kan ik kort zijn,
en het geheele verslag gevoegelijk con-
centreeren om een persoon en dat is „Luuk Eerst hem een
woord van hulde brengen voor zijn medespelen met de adspi-
ranten, over wie hij, gezien zijne reuzenlengte en dito Barba-
rossa-knevel, zonder opzien vader kan spelen. En dankbaar
dat de jonge maatjes waren, o aandoenlijk. Waren er stoelen
en ladders aanwezig geweest, ze waren „Luuk" om den hals
gevlogen, enhem en passant in den baard geklauterd.
Dergelijke klimwerktuigen waren echter niet bij de hand ergo,
„Luuk" bleef verschoond van die eerbewijzen.
Als de elftallen zich opstellen, trekt „Luuk" aller blikken
tot zich:
„„En duizend oogen uit den troep
„„Zijn gevestigd op een schoonen groep:
„„Den langen Luuk en zijne kinderen
Zoo bleef het den geheelen morgen, misschien kwam nog
het duizend- en- eende- oog erbij, 't doet er niets toe, „Luuk"
trok de aandacht.
„Luuk" trok de aandacht ook in zijn spel. 't Was superbe,
dat afnemen, dat plaatsen, het faire optreden, 't was emenent.
Jammer, dat hij het alleen moest doen. Daardoor kon hij
niet verhinderen, dat, trots de groote vrees die de „Haafceeërs"
voor hem hadden, ze voor de rust tweemaal doelpuntten, waar
tegenover Bloemendaal-in-den-dop niets kon daarstellen.
Na de rust hetzelfde spel, met nu en dan 't derde iets in de
meerderheid.
Met een scherp schot doelpunt H F. C. ten derde male.
De eer wordt echter gered door den jongsteu Cassee, die,
in „straal" buitenspel-positie, een onhoudbaar schot inzendt.
Dan nog eenig gezwerm om 't witte doel, waarbij nog al
van onze zijde „gezwijnd" wordt, dan is 't einde daar van den
reuzenstrijd, en
Nog klinkt me de kreet in de ooren
Door jong-Bloemendaal geslaakt
Toen het door de H. F. (J. horden
Overvleugeld was geworden
En verwoed werd afgemaakt.
Maar „Luuk" z'n schuld was 't zeker niet,
En geen verwijt kan „Luuk" hier treilen!
Dat men „Luuk" echter hulde biedt,
Daartoe wil 'k dus mijn stem verheffen!
Bloemendaal IIH. V. V. II.
Bloemendaal II heeft niet zoo'n sterk elftal, als 't vastgesteld
was, en moet zelfs met tien man beginnen, maar wordt na I
een kwartiertje gecompleteerd door P.(iet) P.(aaltjes).
Het spel van onze gasten valt zeer mee, en de onzen zien I
zeer goed in, dat er aangepakt moet worden, wil de overwin-
ning hun zijn.
De reserves doelpunten 't eerst als na een goed opbrengen
van links Kemper, de jonste, doelpunt. Niet lang daarna maakt
dezefde speler uit een algemeen opbrengen no 2, terwijl even
voor de rust P. P. goed voorzet, waardoor ten derde male de I
H, V. V. keeper verschalkt is
De rust schijnt den spelers geeu goed gedaan te hebben,
want 't spel is lang niet dót meer.
Tienmaal is eens, zit Bloemendaal II op het roodwitte hei-1
ligdom, maar door knoeien gaan de heerlijkste kansjes verlo-1
ren. Vooral de linkerwing speelt ergerlijk slecht, terwijl in
't midden wel goed opgebracht maar voor 't doel veel te lang I
getreuzeld wordt. De rechtsbuiten toont een tactisch speler te I
zijn, die zijn plaats volkomen waard is en met wat meer zelf. I
vertrouwen, en forscher spel, menig links-halfback zal doen I
„knijpen".
Eindelijk na veel gepingel, maakt Kuiper met een goed schot
't vierde punt, en brengt meteen wat meer leven in de brou
werij, want in 't laatste kwartier is 't spel weer beter, de
H. V. V. verdediging kan niet verhinderen, dat nog een vijfde
puntje 't zij dan met moeite, geboren wordt, en spoedig hierop
is 't tijd.
Bij Bloemendaal waren goed: Luursema, Stals en Kemper,
de Vries hield wat te houden was. Littinga was op de half.
back-plaats beter thuis dan op de links buiten dito, terwijl
Voet eene besliste aanwinst voor 't tweede was.
Zondag speelt Bloemendaal I in Amsterdam voor den Boud
tegen D. O. S. B.
Vertrek tram waarschijnlijk elf uur.
Eventueele wedstrijden voor tweede en derde elftal worden
nader bekend gemaakt met de bekende reclame-biljetten.
Adr. C.
Een politiehond aan het werk,|
Politie. Men schrijft aan de N. Rtt. Crt.
Verleden op een nacht werden er in i
Nieuw Helvoet van een stuk bouwland uit een kuil ruim
3 H L. aardappelen gestolen. De boer deed daarvan den
volgenden morgen aangifte, en op verzoek van den gemeente
veldwachter kwam toen de agent van politie M. A. Duister-1
hof te Hellevoetsluis den ochtend daarop ter plaatse met
den door hem gedresseerden politiehond (Hollandsche herders
hond Hector). Nadat hij zijn hond bij den kuil aan de daar
aanwezige voetstappen lucht gegeven had, ging het dier
snuffelend van het bouwland af over een slootje, vervolgde
toen het spoor langs een varkenshok, over een mesthoop,
voorbij een heg, waarheen hij weldra terugkeerde en door I
een opening kroop, en zóó kwam Hector eindelijk in ds
woning van S. J. Daar bleef hij onder het zolderluik blaffende
staan, hoewel de trap was weggehaald. Opnieuw gecomman
deerd liep hij toen naar de woning van v. d. S. Die vas
in 't land werkzaam, werd geroepen en bekende den diefstal.
Bovendien werd v. d. M., die verblijf houdt in de woning
van S. J., hier gearresteerd, en ook hij bekende. Te 9 ure
's avonds hadden zij samen de aardappelen ontvreemd en
op den zolder bij S. J. verborgen.
Hector heeft de beide dieven dus verklapt. Het was
reeds 12 uur geleden toen de hond het zoeken begon,
Bovendien had het in dien nacht zwaar gedauwd, zoodat de
omstandigheden ongunstig waren.
Nieuwtjes, vragen Deze week zult ge de lantaarn an
en antwoorden, uw rijwiel ten 5.24 ure aansteken.
Zonder verant
woordelijkheid
der Redactie.
Mijnheer de Redacteur,
Is het niet meer dan tijd, dat er
een eind gemaakt wordt aan den onhoud-
baren toestand, die er Zondags aan de
Bloemendaalsche tram heerscht? Nauwe
lijks is er een tram uit Haarlem aangekomen en leegge
stroomd of de wagens worden door de wachtenden letterlijk
bestormd. Men heeft heusch moeite te gelooven, dat mei. ,n
een beschaafd gedeelte van ons land is, zoo wordt er geduwd,
getrokken en geworsteld om een plaatsje te veroveren. Hier
geldt het recht van den sterkste. Wie op de beste manier
zijn elbogen weet te gebruiken of het eerst de koperen
leuning kan grijpen, om er zich aan op te hijschen, komt
het eerst binnen. Zou er, waar de E. N. E. T. werkeloos
blijft, voor de zoo goed bekend staande Bloemendaalsche
politie geen aanleiding zijn, om hier eens in te grijpen, en
orde te scheppen in den bestaanden toestand? In Scheveningen
waar het zelfde gebeurde, heerscht thans voorbeeldige orde,
doordat ieder bedaard zijn beurt afwacht, en wel zonder de
onaangename Zandvoortsche «schapenhokken." Het komt er
slechts op aan het publiek er aan te wennen queu te maki
en binnen zeer korten tijd denkt niemand er aan nog van
de bestorming-van-deD-Briel-methode gebruikt te maken,
mijnheer de redacteur, dankend voor de plaatsruimte.
X.
FEUILLETON.
19) naar het Fransclr van
EDOUARD LABOULAYE.
Aan het einde eener gaanderij trad de vorst
eene operatie-kamer binnen. Daar lag Narcis
uitgestrekt en kermde en smeekte om den
dood. Twee wondartsen wien het bloed langs
de armen droop, korven den armen soldaat en
lachten hem uit om hem moed in te spreken.
„Ik zou mij maar beklagen, sprak een der
chirurgijns; daar haal ik je al den zesden kogel
uit het lijf en geen enkel orgaan aangetast.
Een paar lorrige teenen afgezet, daar komt
alles op neer. En zulk een kerel zou nog
willen zeggen dat hij geen geluksvogel is.
Dood mij 1 om Godswil, dood mij 1 jam
merde Narcis; ik wil sterven.
Neea, sprak de vorst, terwijl hij naar den
gekwetste toetrad, gij moet niet sterven, Narcis,
gij moet voor Nagelbloem leven en haar het
eerekruis brengen dat gij terecht verdiend hebt.
Ja, mijn vorst, riep de lijder uit, ik zal
voor haar, voor u leven; dank, dank!" En hij
barstte in tranen uit.
Nauwelijks had de vorst zich eenige schreden
verwijderd, of Bloem die in de scbaduw aan
het voeteneind van het bed had gezeten stak
zijn mager gezicht vooruit en riep terwijl hij
Narcis verheugd aanzag:
„Of die jongen ook geluk heeft. Mij zal zoo
iets nooit gebeuren dat ik zes kogels in het
lijf krijg en de koning te voet naar mijn wel
stand komt vragen."
Op het hooren van deze grove stem keerde
Hiacint zich om.
„Sergeant Bloem, sprak hij, ik heb u gisteren
in mijn nabijheid zien vechten, en heb u zelf
op de dagorder doen brengen. Men zal u niet
vergeten.
De sergeant opende den mond, zwaaide met
beide armen, tracble iets door te slikken dat
hem als eens prop in de keel zat, kon dit
echter niet gedaan krijgen en tot eenig antwoord
schouderde hij het geweer en salqeerde op
krijgsmanswijze: Hiacint glimlachte voor de
eerste maal.
In het hoofdkwartier teruggekeerd vond de
vorst er graaf Bemoeial, door ridder Blindevink
vergezeld. Twee uren nadat de advocaat het
bericht zijner ongesteldheid in het offfcieele
blad bad gelezen, was bij naar zijn gelukkigen
ambtgenoot gesneld, en na een onderhoud van
tien minuten was hij volkomen en officieel
genezen naar huis gegaan. Gelukkig zij die aan
niets op aarde gelooven; de vriendschap dei-
ministers is hun ten allen tijde verzekerd 1
Zoodra Hiacint den graaf ontwaarde, snelde
hij naar hem toe en reikte hem de hand.
„Geene plichtpleging, zeide hijwij zullen
daar later bij mijne terugkomst over praten
Spreek mij thans over mijn volk, over u zeiven,
over uwe familie. Men is bij u immers niet al
te ongerust geweest?
Sire, sprak Bemoeial, gij hebt ons daar
den tijd niet voor gelaten. Mijne dochter alleen,
zwak als alle vrouwen, kon niet slapen zoolang
er geene tijdingen van het leger waren. Ik
ben verplicht geweest haar daarover te berispen.
Waarlijk!" zeide Hiacint.
Zijne oogen schitterden en hij verzonk in
gepeins.
Het waren volstrekt geene kleinigheden die.
den graaf in persoon naar het kamp hadden
gevoerd. Hij ging dan ook onmiddellijk tot de
behandeling van ernstige zaken over en sprak
over de vredesvoorwaarden Na zulk eene
schitterende overwinning kon men alles eischen.
De vijand bezat vier provinciën waarin de
Vliegeneters veel zin hadden; men moest hen
tot den afstand daarvan noodzaken. Wel is
waar hadden de inwoners dier provinciën niets
gemeen met de overwinnaars, zelfs haatten zij
hen sinds onlieugelijken tijd. Zij hadden noch
dezelfde taal, noch denzelfden godsdienst, noch
dezelfde zeden maar dat was van weinig belang.
De staatkunde laat zich door zulke onbedui
dende dingen niet tegenhouden; met goede
garnizoenen en eene flinke administratie komt
men dergelijke hinderpalen spoedig te boven.
Men behoeft slechts twee of drie geslachten op
te offeren; wat beteekent dit wanneer men
een grootsch doel voor oogen heeft? De wijs-
geeren hadden allerlei belachelijke theorieën
over de rassen en nationaliteitenniets was
echter meer met de ervaring in strijd. De
volkeren zijn zoo week als was; alles hangt
van de hand af die het zegel in drukt.
Na den graaf te hebben laten uitspreken,
antwoordde de vorst koeltjes dat zijn besluit
reeds genomen was. Hij verlangde geene ver
overingen, en stelde er volstrekt geen prijs op
de cipier van een onderdrukt volk te zijn. Hij
had genoeg van den oorlog en zijne gruwelen
wat hij wenschte was een vrede die niemand
vernederde, een eervol verdrag voor de beide
volken waardoor een einde zou worden gemaakt
aan al te langdurige geschillen.
De graaf wierp een beschermenden blik op
Hiacint en sprak
„Sire, ik begrijp en ik durf zeggen ik deel uwe
aandoening. De aanblik van een slagveld is een
ontzettend schouwspel. Men wordt er in éen
dag niet tegen gehard. Maar een groot koning weet
die zwakheid der zinnen te boven te komen, I
en let in de eerste plaats op de grootheid van
zij n huis. Zoolang er hier op aarde verschillende
regeeringen en volken zullen bestaan, zoolans
zullen er twisten, worstelingen, gevechten
De oorlog is een ziekte, ik erken het, maar lietis I
een noodzakelijke ziekte. Al wat de menschelijte
wijsheid vermag is ze zoo min mogelijk te laten I
voorkomen, en welk beter beter middel bestaat I
er om dat doel te bereiken dan den vijand te
verpletten en tot volslagen onmacht te brengen'
Mijnheer de graat, sprak Hiacint, gij ver-1
geet de geschiedenis. Sedert vijf eeuwen vechten L
wij reeds met onze naburenwij hebben mil-1
lioenen menseben omgebracht; zijn wij k,:J
verder dan op den eersten dag? Neen. D«'j
oorlog baart baat; de haat baart op zijn beurtI
oorlog. Het wordt tijd die oude, verkeerde staat-1
kunde te laten varen. Ik wil vrede.
Sire, riep ridder Blindevink op plechtig®!
toon uit, terwijl hij van zijn zetel oprees, >1
kan de gematigdheid Uwer Majesteit niet genof?!
bewonderen; doch het zij den trouwen diens-1
des koning vergund rondborstig voor zijn met r
ning uit te komen: het is eene zware en mof
lijke onderneming met die oude overlevering® y
te breken die de grootheid van het huis
Tulpen hebben uitgemaakt. De wijsheid uwer |j
voorouders, sire
Ridder, viel de vorst hem in de x-ede, S Ij
hebt mij deze redevoering reeds vroeger lat" [j
hooren; maak u gereed haar in de volgt
zitting te weerleggen.
Hum! bromde Blindevink in zich zelven.
de graaf staat minder vast in zijne schoenend
ik meende".
En hij ging bedaard zitten.
Van beide zijden bewaarde men het stilzwijgt11!
eindelijk vatte Bemoeial weer in dier voep|
het woord opWordt vervolgd
Het auteursrec
or vrienden
er wijsbe
geerte.
(dames en hei
en cursus med
nderdag a.s hu
•eau van ons bl
list zal in ons
ms Dagblad
if end gemaakt.
udag 23 Octobt
Daal. Matinée.
Dagelijks geopend,
ling van sehilderi
anderdag 27 Octi
club Hartenlust."
oloniaal Museu
10-4 ure.
tiseu m van Kr
geopend van 10—t
Museum van-Sch
Dagelijks geopeni
dags van 12—3 ki
Bisschoppelijk M
Zondags en R.-K
cents.
Stads-Bibliothee!
halve Zondags) vi
Groote Kerk. Dins
ure, Orgelbespelir
Teyler's Stichtin
1 en Zondags) van
van 1—4 ure.
•Drink hal Staal b:
710 uur 's mor
Zaterdag 22 Oetol
stelling Albers-Fr
Zondag 23 Oetobi
stelling Alberts-F
n.m. 2—4 uur
Zondag 23 Octot
Ensemble Solser
sterdameche sche
Zondag 23 Octob
door de Muziekv*
met medewerkin
Introducties f 0.3
Maandag 24 Oetol
(Abonnementsvoi
ging. De roode Pt
Maandag 24 Oeto
Weldadigheids-co
„Weldadigheid n
"Woensdag 26 Oct
Iluitsche Operet
Musikan'enmadel.
0 75, 0.50.
Donderdag 27 Ocfc
le soirée rauzici
dames H. Roll e
Vrijdag 28 Octobe
voorstelling Albe
Zaterdag 29 Oetc
Abon nementsvoi
Dir. P D. van Ei
Ver w ach
Zondag 30 Oetobi
Sorma met Mom
De
Met voldoening 1
Jaeometti tot lid v
wij hem van harte
die wij van hem ko
„van de vorige week
zal den raad leeren
met wie bet onder
meester aangenaam
De onderlinge vers
goed dit kan alles
°P den duur elk
samenwerking slecht
bevorderen.
Wij zouden ons i
gissen, wanneer wij
in menig opzicht
blijken leiding
maakt juist het ve