PRINS-POEDEL, Beide principes voor fundamenten eener kerk niet deugende, hebben zij telkens naar andere gezocht en gevonden in ver schillende dogmata, zoodoende hun eigen opzet, souvereini- teit van het induvidueel geweten onverwerpende. Dogmata zijn echter evenals de induviduen, artikelen van beperkte levensduur, bovenal bij hen die onafhankelijk staan tegenover elke autoriteits-principe en zoo onstond noodzakelijkerwijze de toestand zooals hij door Pierson geteekend is. Zie de noot van mijn eersten brief. Zal er van de protestanten in de toekomst eenige kracht uitgaan, zoo moeten zij scherp formuleeren, datgene wat hen allen bindt en daarop voortdurend den nadruk leggen. Zouden zij daartoe echter ooit den moed krij gen, zoo zal dit ontzaggelijk ten goede komen aan hun qualiteit, hun quantiteit zou echter sterk achteruit gaan, want de meeste protestanten zijn eigenlijk katholiek zonder dat zij het zelf weten. Ik voor mij zou zoo'n opruiming van ganseher harte toejuichen. De individueele vrijheid, aan de ééne zijde be dreigt door het katholicisme en aan de andere door de socialistische schare, maar verdedigd door een Gideon'sbende van mannen, gewapend met groote kennis en hooge moiaal, diep religieus, dat zou een tijdperk kunnen worden waarin het een genot was te leven. Heeds hoor ik hun wapen kreet: «Voor God, eigendom en familie. Dieu le veut." 4e jaargang. Beverwijk. WlEDEMAN. Wordt vervolgd) De tentoonstelling van noorsche huisvlijt in het museum van kunstn ij verheid te Haarlem." Door de vereeniging „norske husflidsforening/, gevestigd te Kristiania, die hare vertakkingen over geheel Noorwegen heeft uitgebreid, werd dezen zomer te Bergen eene belangrijke ten toonstelling van onder de auspiciën der genoemde vereeniging vervaardigde voorwerpen gehouden, welke tentoonstelling met een zeer gunstig gevolg werd bekroond. De directeur van het museum van kunstnijverheid te Haar lem, die het vorige jaar eene reis door Skandinavië maakte, heeft zich toen in verbinding gesteld met het bestuur van genoemde vereeniging en het voorstel gedaan om na afloop der tentoonstelling te Bergen uit de aldaar aanwezige goederen de belangrijkste te kiezen om daarvan in Nederland eene keuze tentoonstelling te houden, welke nu in het einde van October of in het begin van November e. k. zal worden geopend. Het is zeker van het grootste belang en zeer leerzaam om, na hetgeen de nationale huisvlijt-tentoonstelling ons dezen zomer te Scheveningen te zien gaf, ook eens onder het oog van belang stellenden te brengen betgeen men in Noorwegen, alwaar de huisvlijt op de voorbeeldigste wijze is ingericht, heeft bereikt en de organisatie aldaar na te gaan. De tentoonstelling te Haarlem, waarvan een beschrijvende catalogus zal worden samengesteld, zal de volgende afdeelingen bevatten 1. Geweven stoffen (wandbekleedingen met figurale en orna- mentale versiering, vloerkleeden, tafelkleeden, gordijnen, kussens, meubel en kleederstoffeu.) 2. Gebordeerde stoffen. 3 Beschil derde voorwerpen. 4. Gebrande voorwerpen. 5. Gevlochten manden en blaadjes. 6. Voorwerpen in versierd leder. Vermoedelijk zal hieraan nog een afdeeling houtsnij- en emailwerken worden toegevoegd. Het voornemen bestaat om een beroep te doen op de wel willende medewerking van eenige dames die zich, onder lei ding van den directeur van het museum met de organisatie en de verdere bemoeiingen, die met deze tentoonstelling in verband staan, willen belasten. De tentoonstelling zal een groot aantal voorwerpen bevatten en belooft zeer belangrijk te worden. Op het oogenblik zijn verschillende architectuurschetsen van nederlandsche bouwmeesters in het museum ter bezichtiging gesteld. De schetsen van de nederlandsche bouwkundigen, welke in de rotende van het museum van kunstnijverheid te Haarlem tentoongesteld zijn werden vervaardigd door de architecten H. P. Berlage, W. van Boven, Jac. J. Brandes, P. J W. J. van der Burgh, S. de Clercq, W. G. Eberson, J, C. van Epen, J. J. Gort, A. C. Sommer, W. Verschoor en H. Th. Wijdeveld. Zij zullen Zondag a.s. als wanneer de toegang kosteloos is, ter bezichtiging worden gesteld. Bredée's Reisboek je voor Nederland. We ontvingen ter beoordeeling een handig spoorboekje, winterdienst 1910, getiteld: Bredée's Reisboekje voor Nederland. 't Dingske is van minieme afmetingen, te weten 8^2 bij 6 e.M. en kan dus in een vestzakje gestoken worden, doch is even volledig als de gewone bekende uitgaven op dit gebied. De prijs is op slechts 10 ct. gesteld. Wetenschappen. Cursus van prof. dr. Hugo de Vries. Onze beroemde landgenoot Hugo de Vries zal ook dezen winter te 's-Gravenhage weder een reeks botanische voordrachten komen houden, ditmaal over «hoo rnen en heesters", verdeeld over een 10-tal middaguren (van twee tot kalfvier), telkens des Zaterdags om de veertien dagen in Diligentia. Gegadigden voor deze voordracht kunnen zich aanmelden bij mej. E. C. Holtius, Van Blankenburgstraat 23, Den Haag. Eerste voordracht Zaterdag 22 October. De Holl. Lelie, weekblad onder redactie Leestafel. van mejonkvr. Anna de Savornin Lobman. Het nummer van 5 Oct. geeft als hoofd artikel een interessant stuk over H. P. Blavatsky, kooge priesteres van Isis. Wie belang stelt in theosophische aan gelegenheden zal deze mededeelingen aangaande de stichteres der Theosofische vereeniging met aandacht lezen. Ze zijn klaarblijkelijk geschreven door een niet-theosoof die de veel besproken, veel-beschreven, veel-vergode en ook veel-ver- guisde »H. P. B." eenvoudig uitmaakt voor een knap hypno- tiseuse. Pet zou interessant wezen hierop een antwoord van een ernstigen theosoof te krijgen. Verder geeft het nummer een artikel van de redactrice, een boekbeschouwing over F. Marion Crawford, eenige gedachtenwisselingen en de gewone correspondentie. Open Brief aan Jhr. Mr. Ch. J. M. Rups de Beerenbrouck door Jos. van Veen. (Leiden A. H. Adriani 1910). In dit geschriftje neemt de bekende gewezen roomsck- katholieke geestelijke bet op voor een mede renegaat, den heer J. van Vorst, weleer pater Celestinus van de orde der Capucijnen, die door het lid van de tweede kamer, afge vaardigde van het district Gulpen in een zitting der tweede kamer den 15en December 1909 was hard gevallen. Zinsnede na zinsnede van diens rede bespreekt en weerlegt de heer van Veen, en geeft daardoor een helderen kijk op het wezen der z.g. afvalligheid in het algemeen, en op de treurige toe standen die maar al te vaak in het roomsch-katholiek priester dom keerschen. Geheel onpartijdig is hij daarbij uitteraard niet, dat kan trouwens niet van een verwacht worden, die zich verbitterd, teleurgesteld en ontgoocheld van zijn vroegere loopbaan heeft afgekeerd. Op sympathieke wijze geeft hij ook een kijkje in zijn eigen zieleleven: «ik vind het niet goed als gij niet weet, wie ik ben, en mijn naam zegt zoo weinig," eindigend met een lijstje van lezenswaardige boeken op te geven, volgens hem een prachtige exquise collectie, waarvan wij echter vreezen, dat de goede katholiek, wien ze aange raden worden, voorzichtiglijk geen gebruik zal maken, aan gezien hij wel volstrekt niet begeerig zal wezen «onderzijn gewichtige bezigheden een uurtje te vinden om een beetje werkelijkheid te ontdekken, feiten, waarheid of hoe men het tegenovergestelde van illusie ook noemt." Sport. Bloemjendaal III—H. F. C. VI. Over dezen wedstijd kan ik kort zijn, en het geheele verslag gevoegelijk con- centreeren om een persoon en dat is „Luuk Eerst hem een woord van hulde brengen voor zijn medespelen met de adspi- ranten, over wie hij, gezien zijne reuzenlengte en dito Barba- rossa-knevel, zonder opzien vader kan spelen. En dankbaar dat de jonge maatjes waren, o aandoenlijk. Waren er stoelen en ladders aanwezig geweest, ze waren „Luuk" om den hals gevlogen, enhem en passant in den baard geklauterd. Dergelijke klimwerktuigen waren echter niet bij de hand ergo, „Luuk" bleef verschoond van die eerbewijzen. Als de elftallen zich opstellen, trekt „Luuk" aller blikken tot zich: „„En duizend oogen uit den troep „„Zijn gevestigd op een schoonen groep: „„Den langen Luuk en zijne kinderen Zoo bleef het den geheelen morgen, misschien kwam nog het duizend- en- eende- oog erbij, 't doet er niets toe, „Luuk" trok de aandacht. „Luuk" trok de aandacht ook in zijn spel. 't Was superbe, dat afnemen, dat plaatsen, het faire optreden, 't was emenent. Jammer, dat hij het alleen moest doen. Daardoor kon hij niet verhinderen, dat, trots de groote vrees die de „Haafceeërs" voor hem hadden, ze voor de rust tweemaal doelpuntten, waar tegenover Bloemendaal-in-den-dop niets kon daarstellen. Na de rust hetzelfde spel, met nu en dan 't derde iets in de meerderheid. Met een scherp schot doelpunt H F. C. ten derde male. De eer wordt echter gered door den jongsteu Cassee, die, in „straal" buitenspel-positie, een onhoudbaar schot inzendt. Dan nog eenig gezwerm om 't witte doel, waarbij nog al van onze zijde „gezwijnd" wordt, dan is 't einde daar van den reuzenstrijd, en Nog klinkt me de kreet in de ooren Door jong-Bloemendaal geslaakt Toen het door de H. F. (J. horden Overvleugeld was geworden En verwoed werd afgemaakt. Maar „Luuk" z'n schuld was 't zeker niet, En geen verwijt kan „Luuk" hier treilen! Dat men „Luuk" echter hulde biedt, Daartoe wil 'k dus mijn stem verheffen! Bloemendaal IIH. V. V. II. Bloemendaal II heeft niet zoo'n sterk elftal, als 't vastgesteld was, en moet zelfs met tien man beginnen, maar wordt na I een kwartiertje gecompleteerd door P.(iet) P.(aaltjes). Het spel van onze gasten valt zeer mee, en de onzen zien I zeer goed in, dat er aangepakt moet worden, wil de overwin- ning hun zijn. De reserves doelpunten 't eerst als na een goed opbrengen van links Kemper, de jonste, doelpunt. Niet lang daarna maakt dezefde speler uit een algemeen opbrengen no 2, terwijl even voor de rust P. P. goed voorzet, waardoor ten derde male de I H, V. V. keeper verschalkt is De rust schijnt den spelers geeu goed gedaan te hebben, want 't spel is lang niet dót meer. Tienmaal is eens, zit Bloemendaal II op het roodwitte hei-1 ligdom, maar door knoeien gaan de heerlijkste kansjes verlo-1 ren. Vooral de linkerwing speelt ergerlijk slecht, terwijl in 't midden wel goed opgebracht maar voor 't doel veel te lang I getreuzeld wordt. De rechtsbuiten toont een tactisch speler te I zijn, die zijn plaats volkomen waard is en met wat meer zelf. I vertrouwen, en forscher spel, menig links-halfback zal doen I „knijpen". Eindelijk na veel gepingel, maakt Kuiper met een goed schot 't vierde punt, en brengt meteen wat meer leven in de brou werij, want in 't laatste kwartier is 't spel weer beter, de H. V. V. verdediging kan niet verhinderen, dat nog een vijfde puntje 't zij dan met moeite, geboren wordt, en spoedig hierop is 't tijd. Bij Bloemendaal waren goed: Luursema, Stals en Kemper, de Vries hield wat te houden was. Littinga was op de half. back-plaats beter thuis dan op de links buiten dito, terwijl Voet eene besliste aanwinst voor 't tweede was. Zondag speelt Bloemendaal I in Amsterdam voor den Boud tegen D. O. S. B. Vertrek tram waarschijnlijk elf uur. Eventueele wedstrijden voor tweede en derde elftal worden nader bekend gemaakt met de bekende reclame-biljetten. Adr. C. Een politiehond aan het werk,| Politie. Men schrijft aan de N. Rtt. Crt. Verleden op een nacht werden er in i Nieuw Helvoet van een stuk bouwland uit een kuil ruim 3 H L. aardappelen gestolen. De boer deed daarvan den volgenden morgen aangifte, en op verzoek van den gemeente veldwachter kwam toen de agent van politie M. A. Duister-1 hof te Hellevoetsluis den ochtend daarop ter plaatse met den door hem gedresseerden politiehond (Hollandsche herders hond Hector). Nadat hij zijn hond bij den kuil aan de daar aanwezige voetstappen lucht gegeven had, ging het dier snuffelend van het bouwland af over een slootje, vervolgde toen het spoor langs een varkenshok, over een mesthoop, voorbij een heg, waarheen hij weldra terugkeerde en door I een opening kroop, en zóó kwam Hector eindelijk in ds woning van S. J. Daar bleef hij onder het zolderluik blaffende staan, hoewel de trap was weggehaald. Opnieuw gecomman deerd liep hij toen naar de woning van v. d. S. Die vas in 't land werkzaam, werd geroepen en bekende den diefstal. Bovendien werd v. d. M., die verblijf houdt in de woning van S. J., hier gearresteerd, en ook hij bekende. Te 9 ure 's avonds hadden zij samen de aardappelen ontvreemd en op den zolder bij S. J. verborgen. Hector heeft de beide dieven dus verklapt. Het was reeds 12 uur geleden toen de hond het zoeken begon, Bovendien had het in dien nacht zwaar gedauwd, zoodat de omstandigheden ongunstig waren. Nieuwtjes, vragen Deze week zult ge de lantaarn an en antwoorden, uw rijwiel ten 5.24 ure aansteken. Zonder verant woordelijkheid der Redactie. Mijnheer de Redacteur, Is het niet meer dan tijd, dat er een eind gemaakt wordt aan den onhoud- baren toestand, die er Zondags aan de Bloemendaalsche tram heerscht? Nauwe lijks is er een tram uit Haarlem aangekomen en leegge stroomd of de wagens worden door de wachtenden letterlijk bestormd. Men heeft heusch moeite te gelooven, dat mei. ,n een beschaafd gedeelte van ons land is, zoo wordt er geduwd, getrokken en geworsteld om een plaatsje te veroveren. Hier geldt het recht van den sterkste. Wie op de beste manier zijn elbogen weet te gebruiken of het eerst de koperen leuning kan grijpen, om er zich aan op te hijschen, komt het eerst binnen. Zou er, waar de E. N. E. T. werkeloos blijft, voor de zoo goed bekend staande Bloemendaalsche politie geen aanleiding zijn, om hier eens in te grijpen, en orde te scheppen in den bestaanden toestand? In Scheveningen waar het zelfde gebeurde, heerscht thans voorbeeldige orde, doordat ieder bedaard zijn beurt afwacht, en wel zonder de onaangename Zandvoortsche «schapenhokken." Het komt er slechts op aan het publiek er aan te wennen queu te maki en binnen zeer korten tijd denkt niemand er aan nog van de bestorming-van-deD-Briel-methode gebruikt te maken, mijnheer de redacteur, dankend voor de plaatsruimte. X. FEUILLETON. 19) naar het Fransclr van EDOUARD LABOULAYE. Aan het einde eener gaanderij trad de vorst eene operatie-kamer binnen. Daar lag Narcis uitgestrekt en kermde en smeekte om den dood. Twee wondartsen wien het bloed langs de armen droop, korven den armen soldaat en lachten hem uit om hem moed in te spreken. „Ik zou mij maar beklagen, sprak een der chirurgijns; daar haal ik je al den zesden kogel uit het lijf en geen enkel orgaan aangetast. Een paar lorrige teenen afgezet, daar komt alles op neer. En zulk een kerel zou nog willen zeggen dat hij geen geluksvogel is. Dood mij 1 om Godswil, dood mij 1 jam merde Narcis; ik wil sterven. Neea, sprak de vorst, terwijl hij naar den gekwetste toetrad, gij moet niet sterven, Narcis, gij moet voor Nagelbloem leven en haar het eerekruis brengen dat gij terecht verdiend hebt. Ja, mijn vorst, riep de lijder uit, ik zal voor haar, voor u leven; dank, dank!" En hij barstte in tranen uit. Nauwelijks had de vorst zich eenige schreden verwijderd, of Bloem die in de scbaduw aan het voeteneind van het bed had gezeten stak zijn mager gezicht vooruit en riep terwijl hij Narcis verheugd aanzag: „Of die jongen ook geluk heeft. Mij zal zoo iets nooit gebeuren dat ik zes kogels in het lijf krijg en de koning te voet naar mijn wel stand komt vragen." Op het hooren van deze grove stem keerde Hiacint zich om. „Sergeant Bloem, sprak hij, ik heb u gisteren in mijn nabijheid zien vechten, en heb u zelf op de dagorder doen brengen. Men zal u niet vergeten. De sergeant opende den mond, zwaaide met beide armen, tracble iets door te slikken dat hem als eens prop in de keel zat, kon dit echter niet gedaan krijgen en tot eenig antwoord schouderde hij het geweer en salqeerde op krijgsmanswijze: Hiacint glimlachte voor de eerste maal. In het hoofdkwartier teruggekeerd vond de vorst er graaf Bemoeial, door ridder Blindevink vergezeld. Twee uren nadat de advocaat het bericht zijner ongesteldheid in het offfcieele blad bad gelezen, was bij naar zijn gelukkigen ambtgenoot gesneld, en na een onderhoud van tien minuten was hij volkomen en officieel genezen naar huis gegaan. Gelukkig zij die aan niets op aarde gelooven; de vriendschap dei- ministers is hun ten allen tijde verzekerd 1 Zoodra Hiacint den graaf ontwaarde, snelde hij naar hem toe en reikte hem de hand. „Geene plichtpleging, zeide hijwij zullen daar later bij mijne terugkomst over praten Spreek mij thans over mijn volk, over u zeiven, over uwe familie. Men is bij u immers niet al te ongerust geweest? Sire, sprak Bemoeial, gij hebt ons daar den tijd niet voor gelaten. Mijne dochter alleen, zwak als alle vrouwen, kon niet slapen zoolang er geene tijdingen van het leger waren. Ik ben verplicht geweest haar daarover te berispen. Waarlijk!" zeide Hiacint. Zijne oogen schitterden en hij verzonk in gepeins. Het waren volstrekt geene kleinigheden die. den graaf in persoon naar het kamp hadden gevoerd. Hij ging dan ook onmiddellijk tot de behandeling van ernstige zaken over en sprak over de vredesvoorwaarden Na zulk eene schitterende overwinning kon men alles eischen. De vijand bezat vier provinciën waarin de Vliegeneters veel zin hadden; men moest hen tot den afstand daarvan noodzaken. Wel is waar hadden de inwoners dier provinciën niets gemeen met de overwinnaars, zelfs haatten zij hen sinds onlieugelijken tijd. Zij hadden noch dezelfde taal, noch denzelfden godsdienst, noch dezelfde zeden maar dat was van weinig belang. De staatkunde laat zich door zulke onbedui dende dingen niet tegenhouden; met goede garnizoenen en eene flinke administratie komt men dergelijke hinderpalen spoedig te boven. Men behoeft slechts twee of drie geslachten op te offeren; wat beteekent dit wanneer men een grootsch doel voor oogen heeft? De wijs- geeren hadden allerlei belachelijke theorieën over de rassen en nationaliteitenniets was echter meer met de ervaring in strijd. De volkeren zijn zoo week als was; alles hangt van de hand af die het zegel in drukt. Na den graaf te hebben laten uitspreken, antwoordde de vorst koeltjes dat zijn besluit reeds genomen was. Hij verlangde geene ver overingen, en stelde er volstrekt geen prijs op de cipier van een onderdrukt volk te zijn. Hij had genoeg van den oorlog en zijne gruwelen wat hij wenschte was een vrede die niemand vernederde, een eervol verdrag voor de beide volken waardoor een einde zou worden gemaakt aan al te langdurige geschillen. De graaf wierp een beschermenden blik op Hiacint en sprak „Sire, ik begrijp en ik durf zeggen ik deel uwe aandoening. De aanblik van een slagveld is een ontzettend schouwspel. Men wordt er in éen dag niet tegen gehard. Maar een groot koning weet die zwakheid der zinnen te boven te komen, I en let in de eerste plaats op de grootheid van zij n huis. Zoolang er hier op aarde verschillende regeeringen en volken zullen bestaan, zoolans zullen er twisten, worstelingen, gevechten De oorlog is een ziekte, ik erken het, maar lietis I een noodzakelijke ziekte. Al wat de menschelijte wijsheid vermag is ze zoo min mogelijk te laten I voorkomen, en welk beter beter middel bestaat I er om dat doel te bereiken dan den vijand te verpletten en tot volslagen onmacht te brengen' Mijnheer de graat, sprak Hiacint, gij ver-1 geet de geschiedenis. Sedert vijf eeuwen vechten L wij reeds met onze naburenwij hebben mil-1 lioenen menseben omgebracht; zijn wij k,:J verder dan op den eersten dag? Neen. D«'j oorlog baart baat; de haat baart op zijn beurtI oorlog. Het wordt tijd die oude, verkeerde staat-1 kunde te laten varen. Ik wil vrede. Sire, riep ridder Blindevink op plechtig®! toon uit, terwijl hij van zijn zetel oprees, >1 kan de gematigdheid Uwer Majesteit niet genof?! bewonderen; doch het zij den trouwen diens-1 des koning vergund rondborstig voor zijn met r ning uit te komen: het is eene zware en mof lijke onderneming met die oude overlevering® y te breken die de grootheid van het huis Tulpen hebben uitgemaakt. De wijsheid uwer |j voorouders, sire Ridder, viel de vorst hem in de x-ede, S Ij hebt mij deze redevoering reeds vroeger lat" [j hooren; maak u gereed haar in de volgt zitting te weerleggen. Hum! bromde Blindevink in zich zelven. de graaf staat minder vast in zijne schoenend ik meende". En hij ging bedaard zitten. Van beide zijden bewaarde men het stilzwijgt11! eindelijk vatte Bemoeial weer in dier voep| het woord opWordt vervolgd Het auteursrec or vrienden er wijsbe geerte. (dames en hei en cursus med nderdag a.s hu •eau van ons bl list zal in ons ms Dagblad if end gemaakt. udag 23 Octobt Daal. Matinée. Dagelijks geopend, ling van sehilderi anderdag 27 Octi club Hartenlust." oloniaal Museu 10-4 ure. tiseu m van Kr geopend van 10—t Museum van-Sch Dagelijks geopeni dags van 12—3 ki Bisschoppelijk M Zondags en R.-K cents. Stads-Bibliothee! halve Zondags) vi Groote Kerk. Dins ure, Orgelbespelir Teyler's Stichtin 1 en Zondags) van van 1—4 ure. •Drink hal Staal b: 710 uur 's mor Zaterdag 22 Oetol stelling Albers-Fr Zondag 23 Oetobi stelling Alberts-F n.m. 2—4 uur Zondag 23 Octot Ensemble Solser sterdameche sche Zondag 23 Octob door de Muziekv* met medewerkin Introducties f 0.3 Maandag 24 Oetol (Abonnementsvoi ging. De roode Pt Maandag 24 Oeto Weldadigheids-co „Weldadigheid n "Woensdag 26 Oct Iluitsche Operet Musikan'enmadel. 0 75, 0.50. Donderdag 27 Ocfc le soirée rauzici dames H. Roll e Vrijdag 28 Octobe voorstelling Albe Zaterdag 29 Oetc Abon nementsvoi Dir. P D. van Ei Ver w ach Zondag 30 Oetobi Sorma met Mom De Met voldoening 1 Jaeometti tot lid v wij hem van harte die wij van hem ko „van de vorige week zal den raad leeren met wie bet onder meester aangenaam De onderlinge vers goed dit kan alles °P den duur elk samenwerking slecht bevorderen. Wij zouden ons i gissen, wanneer wij in menig opzicht blijken leiding maakt juist het ve

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1910 | | pagina 6