^incenez Glazen. prima kw?' Heit. an inboedels r Sierkan=Botei CIALE INRlCHTINi Sierkan-Melk Gebruikt gijvoegsel van „}Cct gloentendaalsch Weekblad" WINDHORST, INLEG en ONDERHOUD van TUINEN enz. HERAPIE, I ERA'S. IN FOTO-ARTIKELEN Jongeheeren kkerljes, Capes. t, Opticien. Celef. 1057c stoelen, Cigbanken, löasch, t{eis Balie enz., enz., jtassautaan 7. Gebruikt Telefoon Bloemendaal 1004. van Zaterdag 5 November 1910. No. 44. S t o rolt de Plechtig ruischt de storm in den hooge en donder door 't gewelf der hemelen. De natuur het woord is van van Wolfgang von Goethe is het eenige boek dat op alle bladzijden een grootschen inhoud heeft. Naar waarheid heeft de groot e dichter dat getuigd. Toch, look voor hen die het boek der natuur leerden kennen, is l'niet elke bladzijde even grootscb, even aangrijpend, 't Is er I n" Q 1"^ I I - mee als met elk ander boek, dat ons boeit en waaraan we II l^lï 3 lonze ernstige aandacht wijden. Dan is er geen bladzijde die I we overslaan uit verveling, of die we achteloos doorloopen. 1 M mi zij boeien ons boven allen, zij trekken het meest onze eproefd niet bijtend] opmerkzame belangstelling, die met de ervaringen van eigen liddel tegen WRATTEN., hart en leven en met de beelden der geschiedenis overeen- Prijs per TUBE me! J stemmen, gebruiksaanwijzing f 0 40 Verkrijgbaar bij BLOEMENDAAL. DROGIST, legenbeid t. li bewaren v. Planten RIETVINK, Bloemkweeker, .age Duin en DaalNclie weg no 9 KLEURLICHTBESTRALING, Ier geneeskundig toezicht. GEO. OUDE GRACHT 39 HAARLEM. IER, ERNEMAN, ICA enz. L. INT. 735, HAARLET", J Welke bladzijde in het boek der natuur zal zich dan het krachtigst van ons meester makendeze, die de kalme rust van den stillen lentedag teekent, of die andere, die de ruwe kracht van de najaarsstormen beschrijft.' Zal het niet de laatste zijn Van de meesten onzer vloeit het leven schijnbaar zoo effen daarheen, zoo weinig afwisselend, zoo tot vervelens toe eentonig, dat het nog meer gelijkt op een winterslaap dan op een lentekalmte. Maar ook zij kennen hem welden storm in het gemoed. Het is slechts schijn, Hoe effen de oppervlakte moge wezen, in de diepte bruischt en kookt het vaak. Nu eens moge het een verslindende hartstocht, dan weer een ver edelende aandoening zijn, deugd en ordeugd, betere en slechtere eigenschappen mogen beurtelings in het spel wezen, niemand ontgaat den invloed van de wet der stormen op de levenszee, en het is goed dat men ze kent, dat men hunne oorzaken leert opsporen en hunne gevolgen berekenen. Storm. In die oogenblikken is het, dat wij ons zeiven ontdekken, dat wij hen leeren kennen die ons omringen, dat wij zien wat totnogtoe een verborgenheid was. In die oogenblikken schrikken wij wel eens terug voor ons eigen hart. En toch zullen we ze vaak niet willen herroepen, zullen we den prijs niet willen afstaan die er door verkre gen is, den schat van zelfkennis en gemoedsrust, dien de J1 vrede met het leven of met ons zeiven geeft en die ver te verkiezen is boven den bedriegelijken schijn der on natuurlijke stilte, die den storm pleegt vooraf te gaan. 2IHIS, :e tot in de fijnste genres. ran ieperkt gezichtsveld nsche Optiek. Niet anders is het in de natuur. Het moet er soms eens loeien en ratelen. Hoe vroolijk het zonnelicht ons moge tegenlachen, de heer- 1 e warmte ons moge koesteren, de kleuren en geuren ons n 'gen streelen, wat zou, zonder afwisselen en zonder ver- j; en, het genot zijn; waar zouden wij de kracht vinden pin die eeuwige weelde te dragen Juist zij is het die ver slapt en doodt; het is het kille noorden dat leven wekt! Maar de natuur is, al neemt ze minder schijn aan, niet inders dan het binnenste van den mensch. Zij kan die aaliüte niet bewaren en toch blijven wat ze is. Na al de pra it en heerlijkheid van den zomer komt, met onbe- jh'i- «lijke zekerheid, dat langzaam verval, waarvan alleen 3e ichtige hand der elementen genezing kan brengen Zij is i." die, schijnbaar doodend, een leven opwekt dat dreigde jerloren te gaan. J n moet een Bernardin de St-Pierre wezen, om den Dik n te beschrijven in zijn vreeselijke kracht; maar het noeg, mensch te zijn, om in de vernielende werking v lementen stof te vinden tot bewondering en tot eerbied foor zooveel majesteit, en om den vrede te waardeeren van het nieuwe leven, dat uit het stof der vergruizing geboren woi It. Niet anders ook is het in het leven der volken ra om dat te bewijzen behoeven we onze toevlucht te nemen tot de geschiedenis van eeuwen. Hoe ïookt bet. in menig deerlijk vervallen en verwaarloosd taatsgebouw, sedert overoude tijden rustende op ge- ekkigen grondslag! Hoe treurig komen niet vaak aan iet licht de gevolgen van een verwaarloosd tijdperk van vrede ui van misbruikte welvaart? Hoe menigmaal ontdekten wij iet de droevige vruchten van het verstokte behoud en de rofste zelfzucht? Dan is er vaak geen redding meer, dan Teen zulk eene als de natuur te aanschouwen geeft in en storm. Ook ons hebben eens de stormen der omwen ding den dageraad van een nieuw leven gebracht; maar rst toen onze eigene geschiedenis een beschamend vonnis Iver ons had geveldtoen de geesel der verdrukking ons eleerd had wat de storm predikte in zijn verheven lied, 'at heenruischte over het puin der eeuwen. Soliditeit bekend. Aanbevelend, M. G. ÜCHTMANN iSTRAAT 31. NASSAULAAN I. En thans? och, ook thans kookt het nog wel in het liepst der samenleving. Ook nu is de gezichteinder niet te itelder. Ook nu is het gevaar niet denkbeeldig dat, als we iet gebouw onzer staatsinstellingen niet beter onderhouden m voltooien, als we blijven volharden in onze onzalige politieke twisten, wanneer we onze traagheid en zelfzucht oiet afleggen, eindelijk weer redding zal moeten worden gebracht door de ruwe hand van den storm. En hierin verschilt de staatkundige storm althans van die mdere, dat hij minder noodzakelijk is voor het gezonde leven der maatschappij, dat hij minder ligt in de natuur ider dingen en dat onze eigen hand zijne oorzaken kan weg- (nemen. Vóór ruim honderd jaren schreeuwden we het uit: vrijheid, gelijkheid, broederschap toen een kwalijk begrepen j en een kwalijk toegepaste leus. Als eens alom ware vrij - heid, de ware gelijkheid door den waren geest der broeder schap doet geboren worden, eerst dan zullen we met een kalmen blik en van den drukkenden last der onzekerheid en der vrees bevrijd, de toekomst kunnen tegengaan. Hen bi. Telefoon Bloemendaal 1004. Eene belangrijke rede. Recht en Wet. Ml'. I. Henri Hijmans te Amsterdam, heeft op 31 October het hoogleeraars- imbl aan de universiteit aldaar aanvaard met eene rede lie gedurfd wat betreft de keus van onderwerp, frisch /an vornj en wat den inhoud aangaat in overvloed naast aan^1) stooten gevende tot doordenken, dit akade- "'-'mpelt tot eene belangrijke gebeurtenis in de wereld van rechtswetenschap en -praktijk. Door lijden tot heerlijkheid; welk een benauwenis moet deze man in zijn praktijk van rechter geleden hebben dat hij, uit dien huls opstjjgende, zoo vroolijk en bijna wild met zijne vleugels klapwiekt. Zijne geheele rede schjjnt onder meer eene voort durende aanklacht en ééne diepe verzuchtinggeef ons rechters die besef hebben van het werkelijke leven der maatschappelijke verhoudingen waarover zij te beslissen hebben. De rede geeft, slechts in een schets, de ligging aan van deze drie vraagstukken (excusez du peu): Hoe komen wij in burgerlijke zaken tot een andere rechtspraak, een andere wetenschap, een, andere wetgeving, andere te verstaan als doel treffende en daartoe van de werkelijkheid in hare bonte verscheidenheid en dooreengeweefde (lees: geweven) samen stelling van verhoudingen uitgaande. Wij zouden zeggen, de oplossing dier vraagstukken is niet zoo moeilijk Wat de rechtspraak betreft: maak het rechtersambt in civiele zaken tot een ander dan in strafzaken en stel tot civiel rechter alleen aan juristen, die in een of ander bedrijf of beroep op een gevaarlijke plaats gestaan hebben midden in het maatschappelijk verkeer en zich hebben gehandhaafd. Tracht b.v. de beste leden der balie tot de rechterlijke macht te trekken en breek met het stelsel, dat de te midden van de papieren wereld groot geworden en in het solliciteeren verouderde ambtenaar van zelf de poorten der rechtbank binnenglijdt. Wat de rechtswetenschap betreft: erken met Chamberlain dat deze wetenschap veeleer heeft te heeten een kunst of kunstvaardigheid, waarbij een zeer groote mate van belezenheid slechts dient om het oog op de werkelijkheid te verduisteren, en de hand die de instrumenten voert te verlammen, of wel eene afgeleide wetenschap in dien zin dat zij geen bestaan leidt dan in aansluiting aan de leer der feitelijke maat schappelijke verhoudingen, welke leer ook al weer niet uit de boeken is te leeren. Wat de wetgeving betreft: verlos ons van de Tweede Kamer meerderheid, van blufpudding, opgedisoht door predikanten en priesters, die niet rechtvaardig wikken en wegen de be- teekenis der verschillende levensbelangen alvorens zij eene maatschappelijke regeling ontwerpen, maar die de groote massa foppen door hen allerlei verouderde stelsels van wereld verklaring als de waarheid voor te leggen en zichzelf als door hoogere machten geleide profeten. Maar wij zouden deze rede aankondigen en niet zelf redeneeren. Uitgaande van de orthodoxe beslissing der rechterlijke macht in zake het legaat Druijvestein, maakt de nieuwe hoogleeraar front tegen de leer dat de wetgeving van het burgerlijk recht uit een samenhangend geheel van bevelen zou bestaan, waarnaar de aan die wet onderworpen personen hun gedrag hadden te regelen. Hij die met den juisten histo- rischen kijk de bepalingen der wet beziet, zal daarin van alles en nog wat vinden bevelen door den wetgever hetzij tot zijne onderdanen, hetzij tot zijne ambtenaren gericht, daarvan te onderscheiden verordeningen die wel een ge biedend voorschrift maar geen bevel tot onmiddellijk han delen inhouden, maar nog meer voorschriften die min of meer theoretische ontplooiingen zijn van het een of ander rechtsinstituut. De hoogleer3ar noemt deze voorschriften eonstructievoorschriften, die hij niet beschouwt als bindende bevelen, maar als pogingen tot ordening der reehtsstof, welke pogingen niet kunnen beletten dat op het gebied waarop die voorschriften zijn aangebracht rechtvaardige, d. i. zich van den dooden letter der wet, zich van onjuiste d. i. onpraktische waardeering barer voorschriften losmakende beslissingen worden gegeven, zooals de werkelijkheid die als haar recht eischt. De voornaamste rechtsbron is volgens den nieuwen hoogleeraar de levende werkelijkheid, zooals zij op grond van onpartijdige geschiedkundige beschouwing bij be nadering blijkt geweest te zijn en zooals zij nu is (realis tisch gezien). De rechtsorde is een van de zijden der levende werkelijkheid overal waar eene maatschappij bestaat of ook maar de eenvou digste betrekking bestaat tusschen mensch en evenmensch. In]wet en gewoonte is dit recht vastgelegd en aldus verder gebracht, maar men zie deze aftapkranen niet aan voor de bron des rechts zelf. Dit recht is het recht der werkelijkheid, dit recht verlangt ordening en sluit dus willekeur uit, en is daarom niet gediend van het met name door den rechter ter zijde stellen van normen alleen omdat hun doel niet meer wordt begeerd of zelfs wordt afgekeurd. De rechtspraak is de wilc- en] weegkunst, het zorgvuldig afwegen der tot de zaak be- hoorende omstandigheden (o. i. een aardig gekozen uitdruk king, omdat wat niet tot de zaak behoort ter zijde wordt gelaten en niet wordt medegewogen), en dit wikken en wegen wenscht de hoogleeraar over te laten aan het rechts- gevoel van den rechter. Wij zouden zeggen dit kan wel niet anders en geschiedt ook niet anders. Wordt vervolgd.) Een ieuwe reclame voor kinderen. «Geef mij het kind, en de toekomst is mij", dacht als vele anderen ook de firma Jurgens, te Oss, bij onze huismoeders wel bekend als de fabrikante der Solo-margarine. Het probleem «Geef mij het kind" is echter moeilijk op te lossen, en vele middelen zijn reeds beproefd het kind te winnen. Men denke slechts op dit gebied aan de tallooze pogingen door koek-, biscuit- en andere fabrikanten aangewend om de kinderziel te verrukken door artistiek uitgevoerde plaatjes, legkaarten, albums enz. Maar «het kind" is echter door al die gulheid een verwend kind geworden en, onbewust misschien, stelt het zijn eischen en iverlangens steeds hooger. Wel is er dus iets nieuws en extra pakkends noodig om het te boeien en geboeid te houden. Dit begreep de firma Jurgens ook en bij het zoeken naar eene goede kinderreclame vestigde zij haar keus op het uitgeven van een tijdschrift, dat den eigenaardigen en bij het fabrieksmerk zich aansluitenden naam verkreeg van De Solist. De directie zond ons het eerste nummer ter bespreking toe. We hebben het doorgebladerd, en met belang stelling, want het boekje bezit de toovermacht te boeien, zoowel door woord als beeld. Het is door een op het gebied der kinderlectuur ervaren hand samengesteld, bezit niet dien vervelenden, zoetsappigen stijl die de rubrieken voor de jeugd in de bladen tegenwoordig zelfs voor vele kinderen ongenietbaar maakt en bevat keurige plaatjes, die ook voor ouderen de eigenschap van het aantrekkelijke in ruime mate bezitten. Bovendien heeft het een raadselrubriek, met de noodige hieraan verbonden verrassingen en een alleraardigst verzonnen en tevens leerzamen teekenwedstrijd. Het tijdschriftje verschijnt alle veertien dagen en is Villa „Elm Cottage", Hartenlustlaan, Bloemendaal. Herstellingsoord le klasse voor lijders aan Zenuwziekten en Stof wisselingsziekten. (In het volgend nummer komen wij op deze inrichting nader terug.) gratis voor de regelmatige Solo-verbruikers verkrijgbaar bij eiken winkelier die Solo verkoopt. De Solist maakt werkelijk te midden der kinder-reclame-uitgaven een schitterend figuur ten minste het eerste nummer, hetwelk voor geen enkel bestaand tijdschrift voor de jeugd behoeft onder te doen wat geest, frischheid en opvoedkundige waarde aangaat. Het is dan ook om deze eigenschappen dat we het reclame tijdschriftje hier bij uitzondering met eenige uitvoerigheid hebben behandeld. W a ar o m", Politieke eil dit vroeg een buitenman, die zich ver- kerkelijke baasde over het kabaal dat de roomsche glimlachjes. kerkklokken 's Zondagsmorgens onder protestantsehen kerktijd maken, aan een eerwaarde, «luiden in Haarlem de klokken te kwart over tien?" Waarom niet", was het antwoord, »de kerk kent geen burgerlijke beleefdheid". De heer Vegtel moest in de Tweede Kamer, niet omdat hij zoo bekwaam is, maar als aanvulsel van den voorraad blufpudding". Oordeelt zelf. Hij had vroeger eens iets ge zegd, wat hij niet had moeten zeggen en om nu de kiezers zijne geschiktheid voor het kamerlidmaatschap duidelijk te maken, beleggen zijne vrienden eene openbare vergadering waarin een ander man die gezegd had dat Vegtel iets had gezegd, zegt, dat hij het gezegd heeft, maar waarin V. zelf zegt dat wat de man zegt niet is gezegd en ook nog dit belangrijke dat hij van dien man niet had gezegd hem op die andere vergadering dronken te hebben gezien. Alleen dat hij wat opgewonden scheen, had hij gezegd. Liefland! Intusschen is de heer De Jongh gekozen, bij den heer Vegtel vergeleken een allerstevigste spekpannekoek. Uit het ons toegezonden jaarverslag Finantieele loopende van 1 Juli 190930 Juni 1910 medetleelingen. der vereeniging Het Groot Noordhol- landsch Begrafenisfonds", te De Rijp, blijkt dat sedert de oorspronkelijke oprichting totaal is uit gekeerd 3.526.833. In het nu geëindigde boekjaar nam het aantal verzekerden met 2586 toe en het verzekerd kapitaal met ƒ228.211/65. Onderstaand overzicht geeft den vooruitgang in alle onder- deelen aan 30 Juni 1909 30 Juni 1910. Toename. Aantal polissen74759 77345 2586 Verzekerd kapitaal 5.459.173.34 ƒ5.687.384.99 228.211.65 Jaarpremiën (52 X week- premiën) 138.332.— 144.485.20 6.153.20 Gekweekte rente49.953.19J 51.780.82 1.827.62J Wiskundige reserven 1.280.500.96 „1.339.580.25 59.079.29 Een belangrijk besluit mag worden genoemd om de reserven voor reeds verleende pensioenen van oude boden te verhoogen, in welk verband in het afgeloopen boekjaar een bedrag van ƒ48.909.werd overgeboekt van de «Extra- reserve" naar de «reserve voor reeds verleende pensioenen." De verzekerde loopende- en toekomstige jaarlij ksche pen-" sioenen bedragen ƒ21296.en het verzekerd kapitaal voor toekomstige uitkeeringen ƒ25502.waarvoor de reserven resp. bedragen ƒ77.813 67 en ƒ18 592. In het verslag zijn voorts nog opgenomen een belangrijk rapport van den wiskundigen adviseur der vereeniging, als mede staten en graphische voorstelling van de sterftekansen, bij de vereeniging gedurende de laatste 20 jaren waarge nomen. Op de algemeene ledenvergadering, den 31sten October jl. gehouden, werden de heeren mr. J. A. de Bas te Amsterdam en H. W. de Joncheere te Hoorn als bestuurs leden herkozen. Mijnheer de Redacteur. Zonder verant- lk heb de eerste les van professor woordelijkheid Bolland bijgewoond, maar ik vraag mij der Redactie, af wanneer zooals Z. H. G. zegt de kerk ons niet genoeg geeft en wij ons moeten wenden tot de Wijsbegeerte om «deelen te worden van de waarheid", wat is er dan aan van de waarheid dat de mensch niet zonder religie kan, dat evenals natuur en geest geseheiden een zijn, zoo ook wetenschap en religie te zamen den mensch eerst maken tot een menschelijken geest? En dan dit: men verwijt aan kerkelijke menscben dat zij alleen uit zijn op hunne zaligheid, maar beoogt de wijsgeer, uit op eigen wijsheid, hij wien het genoeg is te «begrijpen", iets anders, het wegnemen van leed bij zijne medemenschen? En dan nog een vraag: wat is nummer één: geloof en ontbloeit daaruit de deugd (Leo XIII in zijn encycliek van 1888) of ontstaat religie uit het feit dat er zedelijke ge boden zijn, zooals: het leed van anderen verzachten, die wij bewust zijn niet te mogen overtreden willen wij vorm blijven geven aan ons innerlijk leven Dank voor de plaatsing, Hoogachtend, Uw dw. dr. P. v. E. (Wij raden den geachten inzender zich met zijne vragen tot den hoogleeraar zeiven te wenden. Red.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1910 | | pagina 5