r. inboedels r St H. KRUL Jr. INRICHTING t API E. =- ijkinriohtiny lTSCHAPPIJ. Telefoon 2163. omestibles-winkeliers TO-ARTIKELEN. 1ARNS jtassaulaan 7. SS AU LAAN I. iEMy lil VERVEEN. aar. VLITEIT. hn. Bureau TRA Bijvoegsel van „}(et Jloemenöaalsch Weekblaö" PRINS-POEDEL, itollen. CHTBESTRALING eskundig toezicht. OUDE GRACHT 39. HAARLEM. - I 11 TELEFOC.1l - 1387. Geheel nieuwe Hygiënische tn iterdamschevaart 23, HAARLEM. A w d. DREGGEN mie voor alle schade -S en andere RUITEN. igbaar ten kantore der Vilhelminapark 17. en -VOETEN, ruwe huid. ipen, per doos 12'/,, cent. Veel 'Vendicn goedkooper in ge- laar bij alle goede drogisten, aal: J. W I N D H O RS ELEF.-I NTERC. 735. (voor lichtbeelden) «platen. TK H Telefoon 1070. lerspeculaas. >p aanvraag. Telef. 1617. rs. huistelefoons, aanleg van stroom artikelen. estellen. Spoelstra's zuiverings- Teleph. Interc. 1274. van Zaterdag 17 December 1910. No. 50. Rapport van den deskundige in zake de aangevraagde surse'ance der „HAARLEMSCHE INCASSOBANK Aan de Arrondissements-Rechtbank te Haarlem. Edelachtbare Heeren Bij beschikking Uwer Rechtbank van 5 Augustus dezes ars werd mij, naar aanleiding der aan de Naamlooze Ven- otscbap «Haarlemsche Incasso Bank" alhier verleende joiloopige surséance van betaling, opgedragen den door de huldenares overgelegden staat van bezittingen en schulden verifiëeren, den stand des boedels na te gaan en een eiedeneerd verslag van mijne bevinding binnen 4 maanden a gezegde beschikking uit te brengen. Mij kwijtende van dien last heb jk de eer U het na- lgende te rapporteeren. Uit de mij ter griffie verstrekte bescheiden bleek mij dat op den vorenbedoelden staat waren aangeteekend de navolgende activa en passiva. Activa Meubilair, brandkasten enz1500 [Safe inrichting. 10074.82 Debiteuren270467.49 Accepten Kas Vrvemde munt I Leendepöt [int, >st op rekening-courant.. 45188.— 1587.56 52.05 11816 74 1000.— 841 686.16 |Us 5 40 Passiva uren297342.39 ,onto13750. Dep. Obligatiën9750. 1300. lepót11816.74 333.959.13 Zoo I de fei' vrai said een ver! vtn St bel. ten tijde der surséance- age in den .boedel zou aanwezig geweest een dus van7.727.03 dit verband heb ik mij allereerst bezig gehouden met lag of deze cijfers in overeenstemming waren met den ken toestand en ben om tot de beantwoording dier te geraken, overgegaan tot het samenstellen van een balans waarvan een afschrift bieronder volgt en die eeld geeft van de bezittingen, schulden, winsten en .en zooals die op den "29 Juli a c. in de boeken der jotscbap voorkwamen. SaldUbalans per 29 Juli 1910. Credit. Aandeelen in portef. 50000 Dommere. waarde '25000 1 Op 'btingskosten 492 o!) I'oitjïoiirekeii'iiig 216 03 fi (Inkostenrekening 2767 67 Reclamerekening 48512 |7 Buitenl-Geldswaarden 76 68 Ü70095 p) Si, I trisrekening 4996 |0 Pt longatie U./H. 9100 ,1 V bouwingsrekeiiiiig,, 10074 E Inventaris 260305 :o I.,-, ndepêt 11816 4 Drukwerk 492 A v.eptenrekening 45188 li Debiteuren „269112 05 ƒ434011158 Aandeelenkapitaal ƒ100000 Fondsenrekening 1570 Provisie-rekening 4840 rncasso-provisie 1817 Wisselrekening 2837 Interestiekeniug '2916 Vaste goederen 256 Buitenl. wissels Conversierekening 13 Huur safe-loketten 130 Herdiseonto-rekening,, 13750 Administr. provisie 46 Accepten-provisie 451 5% Depos. Obl igatiën 97 51 4°o 1300 Verbouwing perceel F. H. Smit 2175 Agio op aandeelen 15 Leendepöt. 11816 Crediteuren „280319j765 74 ƒ43401158 D ze saldi-balaus geeft, wat bare debetzijde betreft, aan leiding tot de navolgende opmerkingen b 1. Aandeelen in Portefeuille. "0. 2. Commercieele waarde: Deze rekening duidt aan de nominale waarde van de niet geplaatste aan deelen en vormt dus een fictief bezit, behelst het bedrag, dat bij de oprichting der vennootschap aan de directeuren Duijm en Spruijt voor den in breng hunner relatiën etc. in aandeelen is uitgekeerd is mitsdien mede een fictief bezit. No. 3. Oprichtingskosten. is een verlies. 5 Onkostenrekening. id. 6. Reclamerekening. id. 9. Salarisrekening. id. 14. Drukwerk is deels een verlies, deels een niet reali seerbaar bezit. De overige aan de debetzijde der saldibalans voorkomende rekeningen hebben betrekking op bezittingen. Neemt men nu aan, dat die op 29 Juli aanwezige bezittingen tot d« boekwaarde konden worden gerealiseerd, dan zou de lijst dier activa op gezegden datum hebben aangewezen eene waarde van No. 4. Couponrekening216.03 7. Buitenlandsche geldswaarden 76.68 8. Kas1570.095 10. Prolongatie U./G9100. 11. Verbouwingsrekening10074.32 12. Inventaris2603.05 13. Leendépöt11816.74 15. Acceptenx-ekening45188. 16. Debiteuren269112.05 349756.966 Deze cijfers wijken hier en daar af van die, welke voor komen op den aan uwe Rechtbank door de schuldenares overgelegden staat en wel De rekening «Inventaris" betrekking hebbende op kantooi-- meubilair, brandkasten etc. in de boeken aanwijzende 2603.05 komt op den staat der schuldenax-es voor met 1500.hebbende zij het verschil ad 1103.05 aan genomen als vermoedelijke waardevermindering. Voor vorderingen op debiteui-en is door de schuldenares aangegeven een bedrag van 270467.49, terwijl dit inder daad behoorde te zijn 269112.05. De rekening «kas" vermeldende een voorraad aan contanten van 1587.56 klopte evenmin met den toestand op 29 Juli toen er 1570.096 in geld aanwezig behooi'de te zijn. Door de schuldenares is verzuimd op haren staat van activa te vermelden een bedrag van 216.03 voor aanwezige coupons, zoomede eene vordering van 9100 wegens door haar op prolongatie vei'strekte gelden. De waarde der vi'eemde muntsoorten, bedragende 76.68, werd door baar opgegeven als te zijn f52.05. Wijdei-s had zij ouder de activa opgenomen de som van 1100.voor «Interest" in rekening-coux-ant, welk bedi'ag op 29 Juli niet in de boeken voorkwam, daar de rekeningen courant waaruit die bate zou kuunen blijken nog niet waren uitgeschreven. Safe-inrichting, accepten, leendépöt waren op den staat der schuldenares vermeld voor de waarde, waarvoor die bezittingen in de boeken voorkwamen. Ten aanzien van de creditzijde der door mij samengestelde saldi-balans valt het navolgende op te merken. No. 17. Aandeelenkapitaal. Betreft het maatschappelijk kapitaal. 19. Provisie-x-ekening. Behelst een winst. 20. Incasso-provisie. 22. Interest-i-ekening. 23. Vaste Goederen. op tijdelijk door de schuldenax-es in bezit gehad hebbende perceelen. 24. Buitenl. wissels. Behelst eene koerswinst. 25. Conversie-rekening. winst. 26. Huur safe-loketten. 28. Administr.-provisie. 29. Accepten-provisie. 33. Agio-aandeelen. Bij de bepaling der gi-ootte van het passief kunnen deze rekeningen ter zijde gesteld worden, en zou hetzelve mits dien op 29 Juli hebben omvat de navolgende rekeningen van schuld. No. 18. Fondsrekeningf 1570.31 21. Wisselrekening2837.956 27. Herdisconto-i-ekening13750. 30. 5 °/0 Deposito-obligatiën9750. 31. 4% 1300.— 32. Verbouwing perceel F. H. Smit 2175. 34. Leendépöt11816.74 35. Crediteuren280319.765 Totaal 323519.77 Bij vergelijking van dezen staat met dien der schuldenares zal uwe Rechtbank op eenige verschillen stuiten. Immei'S op den laatsten ontbreken de navolgende rekeningen Fondsenrekening Wisselrekening, en Verbouwing Perceel F. H. Smit, terwijl de ï-ekening «Crediteuren" inplaats van f 280319.76" eene totale schuld aanwijst van 297342.39. Met beti-ekking tot deze laatste rekening zij boven dien opgemerkt, dat op de aan uwe Rechtbank over gelegde gespecificeerde lijst van crediteuren mede is aange teekend een schuld aan R. D. van 11816.74, welk be drag nog eens afzonderlijk op den staat der schuldenares onder den naam «Leendépöt" voorkomt, zoodat die som feitelijk tweemaal door baar onder de passiva werd opgenomen. De overige ï'ekeningen als Herdisconto, 5 °/0 Deposito Obligatiën, 4 °/0 Deposito Obligatiën en de tweemaal als schuld genoteerde rekening Leendépöt zijn door de schul denares overeenkomstig de boeken in baren staat van schulden opgenomen. Bij onderzoek is mij gebleken, dat alle door mij geschetste verzuimen en vei-gissingen zijn toe te schrijven aan de overijling, waarmee dii'ecteuren de aan uwe Rechtbank ovei'gelegde bescheiden hebben samengesteld. Teneinde dit rapport geen onnoodige uitbreiding te geven, zal ik de geconstateerde verschillen niet wijder bespreken, doch stel mij voor dit desverlangd mondeling te doen, wanneer dit rapport in de zitting uwer Rechtbank aan de oi'de wordt gesteld. Wanneer nu wordt aangenomen, dat de op 29 Juli a.c. aanwezige activiteiten de volle boekwaarde hadden kunnen opbrengen, dan zou er zelfs in den boedel ten bale der aandeelhouders nog aanwezig zijn geweest Actieff -349756.96s Passief323519.77 26237.195 Plus ongeboekte nog te berekenen rente ca. 1000. Dus een surplus van ca27237..195 Dit stemt in zoover overeen met de mededeeling van den pi-ocureur der schuldenares, tijdens ZEd. de surséance- aanvrage voor uwe Rechtbank verdedigde, dat de toestand des boedels inderdaad gunstiger was dan uit den overge legden staat van bezittingen en schulden viel op te maken. Wanneer men zich echter bezig houdt met de beant- wooi'ding der vraag of, boe en binnen welken tijd de op- eischbai-e schulden eens boedels met behulp der aanwezige bezittingen kunnen woi'den gedelgd, dient men uitteraard niet als basis aan te nemen de waarden, waarvoor die be zittingen in de boeken vooi'komen, maar de som, die zij bij realisatie naar alle waarschijnlijkheid zullen vermogen op te brengen. Ook de procureur der schuldenares zinspeelt daai'op reeds in het bij uwe rechtbank ingediende request, waarin de sui-séance werd aangevraagd. Dit klemt voornamelijk zooals ik reeds in een vroegeren passus liet doorschemeren, ten aanzien van bezittingen als safe-inrichting, accepten en debiteui'en. In het verdere veiToop van dit ï-apport hoop ik zulks nader te kunnen aanduiden. Nadat de heer bewindvoerder mede het beheer van den bosdel bad op zich genomen, ondergingen verschillende be zittingen en schulden aanzienlijke vei'andei'ingen. Zoo werd om met de bezittingen te beginnen de prolon- gatiepost van 9100.door de betreffende geldnemers voldaan, van de accepten werd een deel ten beloope van f 8125.vex-effend, tal van debiteui'en voldeden hun schuld aan den boedel door afbetaling in contanten of wel door te doen verkoopen hunne in herprolongatie zich bevindende fondsen, door het provenu waarvan de schuld aan crediteuren aanzienlijk verminderde, hetgeen tengevolge had dat sommige personen van debiteur crediteur en omgekeerd dat sommige personen van crediteur debiteur werden. Wat het passief betreft, zoo vei'dween de schuld voor komende onder het hoofd «fondsenrekening". De «Wissel rekening" slonk tot ƒ113.29, de schuld wegens in Herdis conto gegeven accepten steeg wegens een gepleegd verzuim tot f 14250.op de crediteurenrekening kon zooveel wor den afgeboekt dat deze nog slechts een saldo van ƒ88906.855 te aanschouwen geeft. Nadat wijders in den loop der surséance verscheidene rekeningen voor interest waren gedebiteerd of gecxediteerd en een paar posten met eenige tegemoetkoming d.w.z. met verlies, wai'en afgewikkeld, was de toestand op 31 October volgens de boeken geworden als volgt N.B. Met f500. (Red. BI. W.). FEUILLETON. naar het Fraxxsch vaxx EDOUARD LABOULAYE. Heer Aristoteles, sprak Hiacint, de zaak is niet zoo eenvoudig ais ge wel meent. Mijne onderdanen hebben mij met de zorg voor bun geluk belast, en nu weet ik niet welken weg ik daartoe moet inslaan. Zijn het Barbaren of Grieken? vroeg de wijsgeer. Noch het een noch het ander, gaf de vorst ten antwoord het zijn Vliegeneters. Gij begrijpt mij niet, jonkman, hernam Aristoteles; er bestaan in deze wereld slechts twee staatkundige menschenrassen: bet eene geschapen om te gehoorzamen, dat zijn de Bar baren; het andere geschikt om zich zelf te regeeren, dat zijn de Grieken, of, met andere woorden, de beschaafde volkeren. Waaraan herkent men ze vroeg de toover- godin. Bij de Barbaren, sprak de wijsgeer, beveelt de menseh; bij de beschaafde volkeren, de wet. De eersten zijn als slaven aan de luimen van een meester onderworpen; de laatsten gehoorzamen alleen de wetten die zij zelve gemaakt hebben, Helaas! riep Hiacint uit, ik vrees dat de V liegeneters tot de Barbaren behoorenwant voorzeker regeeren zij zich zelve niet en bij hen hebben de menschen meer gezag dan de wetten. Is elk burger soldaat? vroeg Aristoteles. Neen, er is een staand leger. Dan zijn het Barbaren, sprak de wijsgeer. Benoemen zij hunne overheidspersonen bij volks stemming en voor een bepaald tijdpeik? Neen, zeide Hiacint. Dubbel Barbaren, hernam de wijsgeer. Spreken zij zelve recht in strafzaken? Neen, zeide Hiacint. Drievoud Barbaren, hervatte de wijsgeer. Houden zij vrije vergaderingen om de openbare zaken te bespreken Hebben zij het recht eiken morgen de handelingen van al hunne overheids personen te onderzoeken en te berispen? Niet altijd, sprak Hiacint. Vierdubbel Barbaren, hernam de wijsgeer. Bestaat er eene algemeene opvoeding waardoor alle onderscheid van fortuin en geboorte ver dwijnt? Neen, zeide Hiacint. Waarom stoort ge mij dan, jongeling? sprak de wijze met gefronste wenkbrauw. Regeer op de manier van den grooten koning der Perzen; drijf met uwen herdersstaf die blatende kudde voort; bouw paleizen, verklaar den oorlog, laat aan at uwe hartstochten den vrijen teugel, maar denk er niet aan menschen te regeeren: die zijn er niet in uw koninkrijk". Met deze woorden verdween hij in de lucht, evenals de rook die door den wind wordt mede gevoerd en uiteengedreven. „Petemoei, sprak de vorst, ik heb verkeerd gedaan met u dien Griek te laten oproepenhij begrijpt niets van de toestanden der nieuwer- wetsche maatschappij nu ben ik nog radeloozer dan eer ik hem raadpleegde. Wacht, mijn zoon, zeide de toovergodin. Ik zie daar ginder een oude kennis die u bete- te pas zal komen. Hola, riep zij, heer Ahasvérus, kom eens nader; wij hebben uwe ondervinding en uwen raad noodig". Op de roepstem der toovergodin kwam een grijsaard aangesneld die geheel in lompen ge huld was exx een grooten stok in de hand droeg. Zijne kleedij behoorde in geen land hoegenaamd te huis. Zijn geelkleurig gelaat was met diepe rimpels gegroefd, zijn witte baard hing tot op zijn borst neder, zijn oogen schitterden als gloeiende kolen. Het was de wandelende Jood. Hiacint herkende dadelijk dit beroemde perso- naadje wiens portret men alierwege vindt. „Ga met mij mede, sprak de vreemdeling, ik kan niet blijven stil staan; onderweg zullen wij pratenwat wilt gij Heer Ahasvérus, zeide Hiacint, gij die zoo veel gezien hebt, zeg mij welke de gelukkigste volken zijn? Ik weet het niet, antwoordde de grijsaard. Wat kan een ongelukkige als mij, het geluk van anderen schelen? Maar, als gij wilt, zal ik u zeggen hoe de volkeren leven en hoe zij sterven, ik heb er zoovelen zien geboren worden, opkomen en verdwijnen! Spreek, mijn vader, zeide Hiacint, ik luister. Mijn zoon, hernam Ahasvérus, eene enkele zaak maakt de volken groot, de vrijheid; een enkele zaak doodt hen, de administratie. Luister en onthoud mijne lessen. „Toen ik Jeruzalem verliet, veroordeeld om eeuwig rond te dolen, liet ik een handvol Joden achter, de discipelen van hem dien ik in mijne dwaasheid had gehoond. Dat was toen de geheele Christenkerk. Ik begaf mij naar Rome, de mees teres van het heelal; ik bewonderde er de majesteit van die heidenscbe keizers die als 't ware de wereld in haxxden hadden. Alles behoorde hun toe, ruimte en tijd; er was geen Romein die niet op den eeuwigen duur der Romeinsche grootheid rekende; de overwonnelingen dachten niet anders dan de overwinnaars. „Onder de regeering van Commodus kwam ik in de eeuwige stad terug. Welk eene verande ring had er in anderhalve eetxw plaats gehad Trajanus, Adrianus, Antoninus, Marcus-Aurelius, die groote administrateurs, die vaderlijke vorsten, hadden de wereld met wegen en gedenkteekenen bedektzij hadden alleen het verval verhaast. Het keizerrijk zakte in, juist door de volmaaktheid van zijn regeeringsstelsel; zij die regeerden en betaald werden waren talrijker dan zij die be taalden en geregeerd werden. Ook had men nog slechts met een uitgehongerd, kwijnend, stervend volk te doen. Het eenige dat levenskracht bezat waren die Christenen die men vervolgde en die door de vrijheid groot werden; waren die lang verachte volksstammen aan den Rijn die zich than3 op het keizerrijk wierpen als een troep honden op een uitgeput hert. „Ik wilde die barbaren zien. Beschilderd, naakt of half met dierenvellen bedekt, hadden zij een afschuwelijk voorkomen; zij brachten den gan- schen dag door met in lxun berookte holen te drinken, te dobbelen en te slapenzij stonken naar knoflook en smeer; maar die wilden hadden geen meester; elk gezin bestierde zich zelf, elke bende koos haar aanvoerder, elk Germaan streed voor zijn stam, dat was voldoende om die volke ren onoverwinnelijk te maken. Het baatte weinig of Rome hunnen voortgang door haar goud en hare huurlingen trachten te stuiten, zij sliktexx het keizerrijk stuk voor stuk in. „Ik vluchtte naar het Oosten, en kwam in China waar ik zag hoe eene vaderlijke regeering de volkeren in eene kudde herschept. Elke kiem van openbaar leven verstikken, eik gemeen be lang vernietigen, alle hartstochten begunstigen, de zelfzucht aanwakkeren, dat is de Chineesche staatkundezij heeft een volk zonder vaderland en een rijk zonder burgers voortgebracht. Daar mij deze verbasterde beschaving tegen de borst stuitte, stak ik naar Amerika over, lang vóór een Europeaan het bestaan van dat uitgestrekte vasteland vermoedde. In Mexiko, in Peru, vond

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1910 | | pagina 4