ONAFHANKELIJK ORGAAN
VOOR NEDERLAND.
D
EEN PARTIJTJE PARTIJ-POLITIEK,
Troeestra Trekke
5e jaargang.
ZATERDAG, 4 FEBRUARI 1911.
No. 5.
Hel Bloemendaalsch Mblad.
Prijs per
halfjaar f 1.25
bij vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer fO.lO
Advertentiën
10 cents per
regel
bjj herhaalde
plaatsing
korting.
Mededeelingen van allerlei aard aan de hoofdredactie schriftelijk:
Vijverweg 7 te Bloemendaal
Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende:
Ged Oude Gracht 68, Haarlem. Telefoon 141. -:-
Het antenrsrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Jnni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht.
Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden.
De spreuken voorkomende in
ONZE SPREUKEN. dit nummer en eenige volgende
nummers zijn ontleend aan de
even van Frederik van Eeden uit de jaren
1—1899".
Onze Prijsvragen.
De prijsvragen, door ons uit te schrijven,
'en zich in den regel bewegen op
tenschappelijk gebied of verband hou-
niet belangrijke vraagstukken die
bij meer intieme kennismaking met
schillende maatschappelijke aangele-
i lieden opdoen.
>e beoordeeling of een prijs inderdaad
diend is, berust uitsluitend bij onzen
fd-redacteur, aan wiens beslissing de
Inemers zich onvoorwaardelijk onder-
rpen.
Alle inzendingen worden eigendom der
ictie.
Derde prijsvraag.
>ns jaarboekje „Help u Zelf", eerste
gang (19101911) was spoedig uit-
rkocht, hoewel het verschillende leem-
en onjuistheden bevatte.
>m nu eens een prijsvraag uit te
j rij ven, waaraan ieder con amore
u mede doen, hebben wij besloten de
■ote schilderij uit te loven welke onze
rs kunnen zien prijken in de
i age van onzen vriend den boekhan-
iar, den beer P. Stins, die zich ook
last met het plaatsen van advertentiën
i bet aannemen van nieuwe abonner
aenten in bet jaarboekje dat met Mei
s. uitkomt. De prijs is voor baar of
em die in een exemplaar van onsjaar-
«'kje 19101911 de meeste leemten,
ajuistheden en in den loop des tijds
>odig geworden aanvullingen vindt en
it boekje, waarin een en ander met roode
ukt desnoods op bijgeplakt papier met
hüdelijk leesbare hand beschreven moet
ijn, vóór 1 Maart a.s. aan ons kantoor
te Haarlem, Ged. Oude Gracht 63, be
zorgt. Altijd is een der deelnemers winner.
Wees voorzichtigmet het gelooven en aannemen
'un droeve dingen.
De eerste Toonkunst-uitvoe-
MUZIEK. ring liad Vrijdagavond 27 Januari
plaats. De groote zaal der Soeie-
te: „Vereeniging" was beneden en boven geheel
bi/et.
Iedereen zal 't wel met mij eens zijn, dat aan
den hter. Robert in de allereerste plaats hulde
en lof toet" mt voor zijn uitnemende leiding van
't geheel, ..ant dat was ditmaal waarlijk een
buitengewoon zware taak. Het dient ook nog
wel eens ge egd te worden, dat hij niet alleen
de uitvoering maar ook op al de repetities en
extra repetities steeds dezelfde toewijding en
energie toonde e bezitten en ik verzeker dat
het dikwijls t"n ware geduklsbeproeving was.'
Vandaar mijn'groote bewondering, dat deze uit
voering zoo go 1 slaagde.
Bij deze ge'ëgenheid kan ik niet nalaten ook
den heer Lo> Robert een woord van groote
waardeering e„ dank te wijden voor zijn uit
stekende bege' ding op alle repetities; dat was
lang niet .iltijil ëen gemakkelijk werk en't wordt
ook niet genoeg 'geteld gewoonlijk en toch komt
het er zoo erg op aan.
liet Utrechtse! orkest heeft zijn taak van 't
begin tot het oide schitterend vervuldalle
stemmingen wei'I en prachtig weergegeven en de
hooge eischen, ie Schumann aan het orkest
stelt, werden vr'komen bevredigd. liet orkest
heeft in dit werl een zeer belangrijk, zoo niet
het belangrijkste 1 en het heeft bewezen, dat
de lieer Hutschc.i •iiter een uitstekend dirigent
is, (die heeft de voi! bereiding gehad). De klokken
en de harp klonk! n zeer mooi; den geheele
instrumentatie is eeii waar meesterwerk.
Voor de solisten had men geen betere keuze
kunnen doen, zij waren elk in hun partij voor
treffelijk. Tilia Hill als Ruth was prachtig, onver-
beterlii c. Haar stem is voor zulk een partij bij
zonder goedooK- is haar voordracht zeer mooi
en warm, en zijn haar p p's zeer te bewonderen.
En wat een kracht en uithoudingsvermogen
Zelfs op 't laatst was er nog geen spoor van ver
moeidheid. Heerlijk is dat!
Voor de Naomi-partij is de stem van mevrouw
de HaanManifarges als „geknipt". Het wee
moedige. ernstige, innige, eenvoudige en rustig-
berustende in haar stem en rol zijn in hooge
mate mgenaam en sympathiek, 't Is een zeer
groote degenstelling met de hartstochtelijke Ruth
de rollen en de stemmen waren nu uitstekend
bij "lkaar passend.
De Boaspartij werd door den lieer Van Oort
zeer goed vervuld; zijn stem heeft een mooien
klank en ook de voordracht was in overeen
stemming met de partij.
De kleine „Priester"-partij werd door den
heer Rijkx verdienstelijk gezongen, ('t Is altijd
moeilijk om met beroepsartisten op te treden).
Zijn geluid is wat keelachtig geknepen, en de
uitspraak is ook nog vatbaar voor verbetering.
Heel grappig was 't om te zien hoe een deel van
't publiek hun halzen uitrekten om den heer
Iiijkx te zien, die heel bescheiden bij zijn collega's
bassen was gebleven. Zijn de menschen geen
„groote kinderen" soms?
Voor zoover ik 't van mijn plaats kon beoor-
deelen, waren de koren goed, behalve de aller
eerste inzetde schuldigen weten 't zelf! Natuurlijk
zouden er nog wel meer „fijne puntjes op de i's"
gezet kunnen worden, maar, bedenkende hoe 't
koor is samengesteld en hoe vele en groote
moeilijkheden in dit werk voorkomen, geloof ik
dat men tevreden mag zijn over deze uitvoering.
Eenige toehooorders zeiden mij, dat zij er
gedeelten in vonden, die bijzonder mooi, aan
grijpend, verheffend, aandoenlijk zijn.
Naar de algemeene repetitie waren Donderdag
tamelijk veel belangstellenden gegaan de meesten
hebben veel genoten. Een paar maal werden
fouten gemaakt en moest een deel herhaald
worden.
Ditmaal waren er slechts een paar menschen,
die 't einde niet konden afwachten, doch zij
vertrokken zonder te storen, gelukkig.
Namens de koorleden ontving de heer Robert
een krans, die hem, met een toespraak, door
den heer Jager Gerlings werd aangeboden.
Hoe weet de heer Loots zoo precies, dat de
dichter-componist Schumann „niets voelt van
den subliemen eenvoud" van het Bijbel-verhaal
van RutK Het komt mij voor, dat Schumann
als echt mensch van zijn tijd (die over Bijbel
verhalen een andere opvatting' heeft, dan velen
nu nog hebben) het oude verhaal en den tegen-
woordigen tijd met elkaar heeft verbonden, en
die, wel degelijk ook verband ziet tusschen het
lieden en 't verleden. Er zijn toch ook anders
denkende menschen, die weten, dat de oude
Bijbelverhalen ook op onzen tijd van toepassing
zijn en hoe men die verhalen moet uitleggen.
Ook nu zijn er neg Naetni's die- weten, dat „we
viel Liebe ist, da ist aucli viel Gramens", en
Ruth's die „aren lezen" en haar „Freund" zoeken
(op geestelijk gebied natuurlijk). En dat Schu
mann zijn eigen gedichten en het Ruth-verhaal
afwisselend aanwendt in zijn werk ik kan
het zoo goed begrijpen. Hij toont hiermede juist
ook, dat hij veel menschenkennis heeft en met
zijn tijd is meegegaan, want niettegenstaande de
vele moeilijkheden is dit werk zeer aangenaam
geweest om te studeeren en was 't veel minder
afmattend dan andere werken, die een eentonigen
tekst hebben, b.v. 20 :t 30 maal „Halleluja" of
„Amen" zingen is vervelend en machineachtig.
Juist de afwisselende stemmingen houden frisch
en waarlijk, het blijft toch altijd welluidende
muziek, niettegenstaande Schumann „voor niets
terugdeinst" Hij durft en dat vind ik heerlijk.
Tekst en muziek bewijzen, dat hij dichtkunst,
muziek, philosofle, phantasie enz. vereenigt.
Waarom zou dat te veroordeelen zijn? Wie 't
begrijpt en er voor voelt, zal het in tegendeel
bewonderen. Dit is ook al weer een kwestie van
smaak en opvatting, waarover niet valt te twisten
dat is persoonlijke zaak. Ook zou ik wel moderne
componisten weten, die met hun „muziek-mate-
riaal" heel anders en even „weinig gewetensvol"
omgaan als deze Schumann. „Begripsverwarring
heerscht in dit werk," in hoeverre? en welk
begrip? Waarmee kan „een zuiver kunstgevoel
vrede hebben? De woorden van den dichter-
componist zijn zeker niet vergeefsch voor eenige
meezingenden en toehoorders geweest„O hatte
die Seele Flügel auph, zu fiieh'n die irdischen
Dinge". Ook aan vele Ilaarlemsche nuchtere
Droogstoppels zou ik een paar „Flügel" toe-
wensehen om uit hun vlakke, eigen kleine
„irdischen Dinge" en beschouwingen op te
stijgen tot waar een hooger geest van dichter,
componist of denker ons wil heenvoeren.
Vierde Bacil-concert op 31 Januari 1911.
Het orkest van het Concertgebouw te Amster
dam, onder leiding van den heer Willem Mengel
berg, bracht ten gehoore de ouverture uit de opera
Alceste van C. W. v. Gluck, geboren in 1714 te
Weidenwang, gestorven te Weenen in 1787. Deze
ouverture begint lento (langzaam) f in d mineur
een paar maten als inleiding, dan volgt een
andante (gaande) daarna een vlugger gedeelte en
een overgang naar het eerste „Lento-motief" maar
dan in a mineur (den boven-dominant) en tl' en
het „andante-motief" eveneens. Daarna weer een
vlugger deel, (de eerste maal in t' majeur, nu in
F majeur). Vervolgens gaat het weer over naar
d mineur, en wordt het begin herhaald en sluit
af in de aanvangstoonsoort, dus d mineur. Deze
muziek van Gluck is aangenaam, welluidend en
eenvoudig en werd door 't orkest ook zoodanig
vertolkt.
De zangeres, mevrouw Marie Freünd zong de
aria van .llceste „Divinités du Stvx"
Het oordeel over deze zangeres is zeer ver
schillend, ik hoorde uitdrukkingen als: slecht;
niets mooigeen zingen maar sprekenzij kon
niet over 't orkest heen enz. enz., anderen zeiden
weer: geen sterke stem, maar wel een lieflijk,
sympathiek geluid en heel eenvoudig' en onge
kunsteld; ongelukkige keus; een paar liederen
zong zij toch mooi en fijn enz. enz.-Verschil van
opvatting verschilvan smaak, verschil van plaats,
verschil van luisterend. Naar aanleiding van die
aanmerking omtrent het „niet over het orkest heen
kunnen" even de opmerking mijnerzijds, dat het ook
niet behoefde-, aangezien ik de muziek bij mij had
kon ik noot voornoot volgen en kan u dus bewijzen,
dat zij veel met bet orkest samen moest zingen,
maar ook heel dikwijls moest het orkest over haar
heen!! Dat heeft Gluck gewild, dus het geschiedde.
Wie de muziek niet kent oordeele en reroordeele
niet onjuist. Zij heeft volgens mijn controleerend
oordeel deze aria precies gezongen zooals 't in
't boek staat, en tweemaal zong ze de hooge bes
zeer duidelijk op „cruelles" 4 kwarten lang aan
gehouden, plus de opmaat en de halve noot
erpa! Wie dat verbeteren kan, werpe den eersten
stpen op haarDe klank van een stem hangt
van zooveel af; van de plaats van de hoorders
in de eerste plaats, dat heb ik zelf ondervonden.
Van de „Schubert" liederen voldeed mij 't beste
„e er Jüngling am der Quelle" en het toegift
„das Veilchen" van Mozart 't. allerbeste. Voor
de anderen liederen wordt een ander soort stem
verlangd met meer dramatische uitdrukking o.a.
in „der Musensohn".
De Symphonie No. 6, („Phathétique" bijge
naamd) op. 74 van P. Tschaikowsky (geboren
1840, gestorven 1893) werd prachtig' uitgevoerd
ei) daar liet een oude bekende is, door Mengel
berg hier reeds meermalen gedirigeerd, hebben
zeer velen er zeer van genoten. In de boekjes
staan de hoofdmotieven en een duidelijke ver
klaring er bij. Er komen waarlijk veel mooie
melodieën en meesleepende gedeelten in deze
Symphonie voor, b.v. dat Marcheachtige ryth-
inus en het meer lieflijke, bevallige tweede deel
in 5 kwart-maat. De instrumentatie is schitte
rend; overweldigend en op effect ook.
Het meeste en grootste genot gaf mij de Suite
in b mineur van Bacli (uitlegging van 't, woord Suite
in 't vorige nummer van Bloemendaalsch Week
blad). Dat was in één woord heerlijk mooi! Melodie,
rythmus, bewerking en uitvoering. En daarbij die
groote eenvoud en toch rijkdom en afwisseling. Als
een bergstroom zoo frisch en logisch vloeit alles
in elkaar en zoo weldadig is deze verheffende
muziek voor onzen geest, 't is edele muziek.
Tschaikowsky is eenigszins als Champagne (als
men die vergelijking begrijpt) heeft, dus meer
iels opwindends dan opheffende.
Ik geef de voorkeur aan Beethoven's Vijfde.
Het orkest heeft hier weer een groote schare
menschen tot luide toejuichingen gebracht; hoe
eigenaardig' is toch altijd die haast om weg te
kómen! en juist altijd degenen die „ingesloten"
zittenOnverbeterlijk
A.s. Maandag geeft „Zang en Vriendschap" weer
een concert, waarhij liet Residentie orkest onder
leiding van mr. II. Viotta wederom zal spelen.
Het programma belooft veel schoonsWie ge
legenheid heeft, verzuime dus niet er heen te
gaanO.a. wordt ook „Tod und Verklarung" van
R. Strauss uitgevoerd, en na de pauze drie Wag
ner nummers, n.l. uit Tannhauser, Parsifal, en
Walkiire! en dat alles onder de leiding van den
Wagner-dirigentAls soliste zal mejuffrouw Ohl-
lioff uit Berlijn liederen zingen van Mozart,
Brahms, R. Franz, Chopin en Max Reger. Voor
degenen die de Zalsman-concerten bezochten is
mejuffrouw Ohlhoff geen onbekende meer.
Verbeteringen van fouten in 't vorige nummer
Voor: eontus firmus leze men: cantus firmus.
Hallingial Hallingtal.
provencaalsche provenfaalsche.
aan het karakter en het karakter.
Suite in b majeur Suite in C ma
jeur.
Friet van Beet- Trio van Beet
hoven hoven.
De eenzaamste, verlatenste menschen hebben geluk
gevonden in goed zijn en hooge meditatiën.
Vereeniging van Brood-
HANDEL EN bakkerspatroons uit de
NIJVERHEID. luxe-, g emengde en
m i d d e n b e d r ij v e n.
Bovenstaande vereeniging, enkele weken ge
leden opgericht, met het doel middelen in het
werk te stellen om de bekende aanhangige
bakkerswet en de wet op de bakkersraden te
doen vallen, heeft thans aan de tweede kamer
een adres doen toekomen, hetwelk in de alge
meene vergadering, gehouden den 24 Januari jl.
te Utrecht, met algemeene stemmen was vast
gesteld. Het is een lijvig geschrift, waarin de
verschillende toestanden in de bakkerijbedrijven
uitvoerig en voor een ieder duidelijk en begrij
pelijk (zal het dit voor minister Talma ook zijn
worden uiteengezet. Tevens hoe de nieuwe wet
het voortbestaan der meeste luxe broodbakkerijen,
gemengde bedrijven (dat zijn de bakkerijen
waaraan tevens eene banketbakkerij verbonden
is) en middenbedrijven zoo goed als onmogelijk
maakt. Ook wijst het adres op het ook o.i. niet
denkbeeldig gevaar, dat zich aan de grenzen
fabrikanten kunnen vestigen, die tot zelfs in het
hartje van Nederland met de eerste treinen
verschillende plaatsen van versch brood kunnen
voorzien, zoodat dus in de toekomst duitsche
en belgische hakkers als concurrenten met goed
gevolg den strijd tegen onze nederlandsehe
bakkerijen kunnen aanbinden. Evenzeer is het
mogelijk, dat nederlandsehe patroons zich
voortaan even over de grenzen vestigen en zoo
des morgens versch brood leveren. Dat deze
gevolgen zich kunnen en zullen voordoen, moge
volgens het adres blijken uit het feit, dat volgens
courantenberichten thans reeds een bakkerij te
of links en rechts op de weegschaal.
DAUCKER,
Lohman tot De Visser: „Zoo helpen wij dan toch nog 'n beetje het evenwicht bewaren.
Rome tot Kuyper: Zoolang wij zijn ruggen-steuntjes willen zijn, legt. hij bij ons zijn gewicht
in de schaal.