IT e t recht te II a a r 1 e in L.l. Dinsdag besliste de rechtbank in eene zaak van derden arrest dat degeen onder wien beslag is gelegd wel het doen van verklaring kan tegenspreken, maar zich in zoover bloot stelt aan eene veroordeeling in proces-kosten wanneer zijn tegenspraak ongegrond wordt ver klaard. Dit geschiedde zelfs ofschoon de derde beslagene in den achterban toch eene behoorlijke verklaring had afgelegd. In een andere zaak werd beslist, dat voeging niet kan worden gevraagd wanneer de stukken reeds ter beslissing in handen van den rechter zijn gesteld. De maatschappij „de Noordpool" te IJmuiden verloor Dinsdag haar proces tegen de „Exploi tatie-maatschappij" aldaar, welke laatste maat schappij, bestaande uit de heeren (Jroen, zich verbonden had de administratie der Noordpool te voeren. Een der heeren G. had zich met een boekhouder ten kantore der Noordpool daartoe vervoegd, doch was teruggewezen, omdat de Noordpool in het .contract de verplichting van den heer (I. las 0111 zelf en zonder derden te komen administreeren. De rechtbank achtte deze uitlegging der overeenkomst onjuist. F a i 11 i ss e 111 enten. Bij vonnissen van de Arrondissements-reeht- bank te Haarlem d.d. 14 Februari lhll, werden de navolgende personen in staat van faillissement verklaard Pieter Ileynis, schoenwinkelier, wonende te Zaandam, curator mr. J. F. E. Boele; Joh. Hendrik Apetz, schilder en kruidenier, wonende te Yelsen, curator mr. G. Bakker te I laarlem Dirk v. d. Outenaar, tuinman, wonende te Bennebroek, curator mr. W. Thöne; M. Stavinga, rijwielhandelaar, wonende te Haarlem, curator mr. F. Willekes Mac Donald; M. Mica, schilder, wonende te Haarlem, curator mr. G. Bakker; Rechter-Commissaris in deze faillissementen, mr. II. van Logliem de Josselin de Jong. Opgeheven de faillissementen van H. Vrugtman, banketbakker, wonende te Haarlem; en C. J. \V. Blazer, boekhandelaar, wonende te Schoten. Deze faillissementen waren uitgesproken op 24 Januari 1911. Tweede coperatief 1 andhuis in Nederland. Wij, die „mooi Nederland" vrijwel kennen, en die Nunspeet gezien hebben bij zomerweelde en in winterpracht, die er het teere lentegroen zagen ontspruiten en er genoten van bonte herfsttinten, wij rekenen Nunspeet's omgeving tot een der bekoorlijkste streken van ons vaderland. Wie liet traject AmersfoortZwolle afspoort ziet, zij het dan zeer oppervlakkig, deze lustwarande. Nunspeet! het oord der wijde heide en der zandstuiving, maar ook het gebied der zilver- groene dennen op zaehtglooiende heuvels en der sprookjesachtige berken; Nunspeet op een klein uur gelegen van de Zuiderzee. Welke plaats is er, die een dergelijke verscheidenheid van mooi kan aanwijzen? Waar vindt men de combinatie van bosch en hei en zeevan welige weilanden en 't schilderachtig waas der Yeluwe-boerderijtjes, schuilgaand in 't hout, van mooie dorpen en wat over nog is van ridderlijke verblijven? Waar weet men aan te duiden, waar de frischheid der zeelucht met den prikkelenden adem der dennen- bossehen vermengd wordt? Nunspeet: gezondheids-, rust- en ontspannings oord bij uitnemendheid. Voor den stoeren wan delaar en den koenen wielrijder biedt Nunspeet tochtjes en tochten te kust en te keur. De geheeie Yeluwe ligt voor hen open: de Gortelsehe- en Yierhouterbosschen, die van Oud- en Nieuw Soerel, van Leuvenum! Naar Oldebroek, Hulshorst, Elspeet, Uddelermeer. En de meer bedaagden of de rustwillenden, zij, die „het niet zoeken in verre tochten vinden hetzelfde natuurschoon in de onmiddellijke omgeving van het vriendelijke dorp. Op een der bekoorlijkste plekjes heeft de coöperatieve woningvereeniging Jemeenschap- pelijk Eigendom" van Botterdam, door onder wijzers opgericht, haar Landhuis gebouwd. De naam van dit familiepension „Dennenheuvel" duidt zoo juist de ligging aan te midden van 't ruischende hooge hout. Het terrein zeifis een stukje mooie natuur, een gedeelte van een heuvel achtig stuk bosch, met hooge dennen begroeid aan het Groene Laantje te Nunspeet. Het praktisch, maar smaakvol ingerichte vrijliggende huis is voorzien van eene mooie eet- 011 conversatiezaal en een paar flinke zitkamers, ruime serre en dito veranda, keuken, bijkeuken, badkamertje, kelder enz. Yoorts zijn op de twee bovenverdiepingen een dertiental frissche slaap kamers, terwijl een zestal er van op ruime balkons uitkomen. Aan de achterzijde van het gebouw bevindt zich een borgloods, ook voor fietsen, sportwagens en speelgoed. De prijzen zijn burger lijk n.l. ƒ2 tot ƒ2,75 per dag afhangend van tijd en slaapkamer, terwijl de leden 10 korting hebben. 1 Juni wordt 't geopend. Leden en hun ken nissen schreven alleen voor 73.50 '111 op de leening. I11 Januari werd 't tien-jarig bestaan der vereoniging feestelijk gevierd. I11 1910 opende „Eigen Hulp" te Beek bij Nijmegen een coöpe ratief landhuis, genaamd „Rozenberg". Kichard Wagner. MUZIEK. Den 13en Februari 1883 is Richard Wagner te Yenetië ge storven. Hij was'een der merkwaardigsten en grootsten van de 19e eeuw. In 1813 is hij te Leipzig geboren, verloor reeds jong zijn vader; hij was de jongste van 9 zoons en toen hij 7 jaar was, ging liij naar Dresden en daarna naar de Thomasschule te Leipzig en wilde «lichter worden studeerde daarna muziek, maar had met zijn eerste Ouverture geen succes en leefde ook te veel als „student". Later begon de ernstige studie; zijn opus 1 was: Sonate in B dur, vervolgens een lvonzert- Ouverture in 1833 te Leipzig uitgevoerd, evenals een Symphonie in dur. Hierna wijdde hij zich aan de opera en componeerde in 1834 de roman tische opera „die Feen" dié^ehter niet opgevoerd werd. Hij behoorde tot het „revolutionaire Jung Deutschland" en hij componeerde toen nog in Fransehen en Italiaanschen stijl zijn opera „das Liebesverbot". In dien tijd schreef hij ook „für eine Zeitung für die elegante Welt Aufsatze und Korrespondenzen". In 1830 werd hij direc teur van het Magdeburger Theater. Hier leerde hij zijn eerste vrouw Minna Planer kennen, die „niiehtern, gutmütig aber hausbacken" was en Wagner niet begreep. Na een kort verblijf te Koningsberg, ging hij naar Dresden, waar hij 't ontwerp voor zijn „Rienzi" maakte; daarna voor korten tijd naar Riga, waar't ook al „klein- lich und unbehaglieh" was. Te Riga componeerde hij een „Festhymnus" ter eere van Nicolaas I en schreef het tekstboek en de beide eerste acten van „Rienzi". Door den nood gedwongen vertrok hij vandaar naar Londen en maakte 't ontwerp van den „Flicgende Hollander". I11 Londen kon hij ook geen „festen Fuss fasscn" en in 1839 vertrok hij naar Parijs, waar hij ook veel geldelijke zorgen had. I11 1841 eerste opvoering van „Columbus- Ouverture" en „Faust-Ouverture", „Rienzi" en „Fliegende Hollander". „I11 Deutschland wucherte die alte Oper fort" bovenal Meyerbeer. Eerst dooi de Kritiken van Robert Schumann en Berlioz kwam er „Geist und frisehe Bewegung in die Kritik, aber auch der Beginn des Kampfes dei- den Wagnerbestrebungen die geistige Pforte zu- gleich öfFneten". I11 Parijs deed Meyerbeer veel 0111 Wagner's werken bekend te maken en Wag ner schreef in de (lazette Musicale vol lof over Meyerbeer; later is zijn oordeel over Meyerbeer geheel veranderd. I11 1850 schreef Wagner„Die Kunst und die Religion", waarin hij nog zegt: dat liet Christendom een beklagenswaardigen in vloed o]> de kunst heeft en later zegt hij dat het „Heil der Kunst nur in den Christliehen Mysteriën zu suehen ist". Door tusschenkomst van Meyerbeer werden zijn „Rienzi" en „Fliegendt Hollander" in Berlin en Leipzig opgevoerd, die was oorzaak dat Wagner weer naar Duitschland terug kwam. 1842 is „Rienzi" in Dresden opge voerd. Wagner tot kapelmeester benoemdin 1843 „Fliegende Hollander" in Dresden opgevoerd. Als hofkapelmeester had hij een drukken werk kring. Hij wilde Weber's werk voortzetten, n.l. „I)ie Reform des deutschen Theaters", liet vooral opera's van (Muck opvoeren en werd een der „ausgezeichnetsten Orchesterdiri genten" genoemd. Hier componneerde hij „Tannhauser"', maakte het ontwerp voor de „Meistersinger" en begon ook „Lohengrin". I11 1845 eerste opvoering van „Tannhauser", doch men begreep zijn nieuwe manier nietin zijn „Lohengrin" ging hij nog verder op zijn nieuwe manier. „Das Frinzip der Leitmotive, der die Personen und entscheidenden Yorgange auf der Bühne charakterisirenden Phrasen, welclie wiedcrkehren, so oft die sie betreflende Situationen oder Gedanken berührt werden, ist, wie Richard Polil sagt, im Lohen grin zum ersten Male consequent durchgeführt der deklamatorische Stil ist durch ein reiches instrumentales Leben unterstützt und gehoben." In 1848 dacht Wagner, dat hij ook zijn Her vormingsideeën kon openbaren. I11 1849 sloot hij zich bij den opstand in Dresden aan door woord, schrift, redevoeringen. Zijn vrienden werden gevangen genomenmet zijn vriend Semper vluchtte hij uit Dresden, eerst naar Weimar, waar Liszt toen „Hof-kapellmeister was. In Liszt vond Wagner „sein Zweites Jch", zoodat hij met recht de toekomst van zijn werken „in die ILinde Liszts legen konnte". Deze ontmoeting is ook 't begin van 't „Wagnerianisme". Wagner wilde: „ganz der sein, der ieh sein kann und daher jedenfalls auch sein soil, vermag ieh nur dann,wenn ich allen den Ausserlichkeiten entsage, die für mich nur unter ausserem Zwange zu gewinnen sind. Ich bin in allem, was ich tue und sinne, nur Künstler." De groothertog van Weimar gaf toestemming «lat Liszt in 1850 den „Lohengrin" opvoerde. I11 1850 begon Wagner te Zürich zijn Tetralogie, «lie in 1853 verscheen als „der Ring'der Nib. huigen". Ook zijn „Tristan und Isolde" en zijn werk: „Oper und Drama", (waarin hij zijn theorie over de samenwerking van alle kunsten verklaarde, en waarin hij wel eens wat eenzijdig overdreven was in zijn veroordeeleii hij heeft veel strijd in zich zelf). Wagner had plan 0111 zijn „Ring" met een „Vorspiel" in 4 avonden op te voeren. Het „Rheingold", die „Walküre" en de beide eerste akten van „Siegfried" waren in 1857 gereed, toen hij door eene plotselinge ver lamming getroffen werd (Rheingold en Walküre had Liszt reeds) hij stelde 't vervolg van „Sieg fried" uit en begon aan „Tristan und Isolde". Dit laatste werk werd als „unaufführbar und unmöglieh" beschouwd. Hij werd daardoor niet ontmoedigd. Zürich had hij verlaten en was in Italië en Frankrijk geweest; door vorst Metter- nieh had Napoleon voor hem belangstelling op gevat en in 1860 werd Tannhauser in Parijs opgevoerd, unter grosser Opposition einerseits und stürmischem Bei fall von der andern Seite des Publikums". I11 1860 reisde Wagner door Europa, van Londen naar Petersburg, Leipzig. Ilij componeerde onderwijl, „die Meistersinger von Nürnberg", „ein lebendiges Kulturbild mittel alterlichen Lebens, mit der popularen Gestalt von Hans Sachs als Mittelpunkt." De eerste opvoering te Münehen 1868. I11 1863 verscheen er een tweede uitgave van zijn „Ring des Nibe- lungen" met een voorrede, waarin hij o. a. zegt dat „nur ein deutscher Fürst hol feu kann, der durch eine Unterstiitzung' seiner Plane eine Stiftung' gründen könne, die auf den deutschen Kunstgeschmack von grossem Einfiuss sein werde". Deze vorst was Ludwig II van Beijeren, die WagneT in 1863 in Münehen benoemde. Wagner schrijft o. a.„das Undenkliehste und doch einzig Nötige ist volle Wahrheit geworden Er nennt mich seinen einzigen Lelirer und Erzieher, das Teuerste für ihn auf der Welt!... Er ist mir vom Himmel gesendet, durch ihn bin icli, und verstehe ich mich". I11 1865 werd „Tristan und Isolde" (prunkvolle In scene setzung) te Münehen opgevoerd, onder directie van Hans von Bi'tlow; het echtpaar Schnorr zong de titel rollen. Hierna volgden pracht-voorstellingen van Fliegende Hollander, Tannhauser, Lohengrin. Wagner werd toen echter te veeleischend, zoodat zijn beschermer hem uit de hoofdstad moest verwijderen, waarover hij gekrenkt was en naar Luzcrn ging; hij schreef daar zijn smaadschrift „das Judentum in der Musik". In 1870 was de „Götterdainmerung" gereed en had Ludwig II weer hulp aangeboden. I11 1870 huwde hij ten t weede male, 1111 met 'osima von Bülow (dochter van Franz Liszt). I111872 werd te Bayreuth het„Büli- nenweih festspielhaus" opgericht en in 1876 werd van 1 17 Augustus de „Ring" in zijn geheel gege ven, waarbij de oude Kaiser Wilhelm I tegenwoordig was, omdat hij „das Uiïternelimen als eine nationale Sache" beschouwde. Wagner bereikte op't gebied der dramatische „Wahrheit" zooveel meer dan zijn voorgangers o. a. (Muck, omdat hij iü den nacJiklassischen Zeit gelebt liat und alle Errungen- scliaften dei' naeh Beethovemchcn Zeit red 1 ich aus zunutzen verstand". Wagner hield zich b.v. niet meer aan de zangmelodie, aria's, duetten, enz. De Tetralogie is het „groszartigste deutsche Musik- drama, das je erdacht werden konnte". In deli winter van 18811882 voltooide hij zijn laatste werk „Parcifal", dat den 26 Juli 1882 in Bayreuth zijn eerste opvoering beleefde. Evenals „Lohengrin" behandelt „Parcifal" ook de „(1 ralssage", die veel overeenkomst heeft met het gedicht van Wolü'ram von Eschenbach. In de „Götterdammerung" verzinkt de Ileidensche Wereld, „Parcifal" is de Inleiding tot het Christen dom. Wagner's wenseh was het om den „Ring" en „Parcifal" uitsluitend te Bayreuth te laten opvoeren! Die wenseh werd niet vervuld. Den winter van 18821883 was Wagner te Venetië en stierf daar plotseling. Ludwig II liet het lijk naar Bayreuth overbrengen, waar het in de nabijheid van het „Festspielhaus" begra ven is. De villa waar Wagner woonde (en zijn familie 1111 nog woont) heeft den naam „Wahnfried", d. i. „Dort wo mein Walmen Frieden fand „Wahnfried" sei dies Haus genannt." (Gevel- opschrift Zijn zoon Siegfried is wel een bloedverwant maar geen «/m^verwant wat zijn muziekwerken betreft. Het Wagnertheater ligt bij Bayreuth op een heuvel, heel rustig. Inwendig is't zeer practiseh en gunstig voor de akoustiek (geluid-klankleer) (vorm van hoefijzer, amphitlieatersgewijze oploo pend) alle plaatsen zijn gelijk van prijs, uitgezon derd de „Fiirstenlogen" en iiet orkest is overdekt Dit laatste is van groot belang bij Wagner's werken omdat daardoor vooral het „koper" veel meer ge dempt klinkt. Yan Richard Wagner kan men niet beweren dat hij een „kalm leven" gehad heeft! Fit zijn brieven blijkt ook duidelijk zijn ziele- strijd en zijn strijd met de buitenwereld en vele zorgen van prozaïschen aard. E enige motto's van II. Wagner. Gerade der Beste, und sehr gerade er, bat die höchste Güte zu üben, urn nicht der Elendste zu sein. Die Scharfe jedes Leidens stumpft sicli bald ab, sobald wir dafür Mitgefühl linden; ja, dies eben ist wold der einzige Quell der wahrhaftesten und beglückendsten Liebe. Nur wer mich liebt, kann meine Werk© ver stellen. Y 0 0 r d 1* a c h t a v 0 n d v a 11 den h e e r A1 b e r t Y o g e 1 De heer Vogel begon Dinsdagavond zijn voor dracht met Julius Caesar van Shakespeare en wel het bekende gedeelte, eerst de toespraak van Brutus en daarna die van Antonius bij 't vermoorde lijk van Caesar) tot de opgewonden volksmenigte. Hij was in romeinscli eostuum en door zijn voordracht werd die heele scène zee r „aansohou wel ijk" Daarna volgde (in gewoon eostuum van 1911) de Toespraak aan de hoofden van Lebak van Multatuli, waarbij hij rustig zat en ook niet zoo veel stemverheifi ng en uitzetting noodig had. I11 die toespraak staat toch veel moois en veel waars, dat ook wel voor alle menschen geldt, want ook hier is nog veel te werken en veel groots tot stand te brengen op allerlei gebied. Een iegelijk drage het zijne of het hare bij en arbeide op het groote levensveld. Tot slot heeft de heer Y 'ogel nog een gedicht voorgedragen, waarbij de Schoone Salomba en Matho de hoofdpersonen zijn en wij ons terug moeten denken in den tijd van Karthago en de woeste benden't Was een hartstochtelijk tooneel, maar mooi toch ook. De voordracht van alle drie de nummers van 't programma was, dunkt mij, in overeenstemming met den inhoud van de woorden. Wat een geheugen moet men hebben voor zoo iets! Y i o o 1 e u r s u s E. A. Cats. Het was voor een goed bezette zaal dat de leerlingen van den vioolleeraar E. A. Cats te Haarlem Woensdagavond hun proeven van be kwaamheid lieten liooren. Een door den heer Cats gecomponeerd vrouwen koor „Engelenzang" viel bij allen zeer in den smaak, evenals trouwens al het gehoorde. Den heer Cats werd als een welverdiende huldiging een fraaie kans aangeboden. Het aexthetisch schoolgebouw, VAN BOEK voordracht, gehouden te Rotter- EN dan 1 en 's Gravenhage in 1910, TIJDSCHRIFT, door J. I). Ros. (Uitgave N. V. uitgeversmaatschappij „Ontwik keling" te 's Gravenhage. In dit geschriftje komt de heer Ros eerst op tegen de tamelijk verspreide meening als zou de Nederlandsche vereeniging „Schoonheid in op voeding en onderwijs" zich voornamelijk bezig houden met schoolgebouwen en wandversiering. Het doel der vereeniging is echter meer schoon heid in het leven te brengen, de middelen te vinden om den schoonheidszin bij den jongen menseh te ontwikkelen en aldus den kunstzin bij het volk, het gelieele volk, op hooger peil te brengen. Het kind, zegt de schrijver, brengt een voornaam deel van zijn leven, en wel dat, waarin hij het meest vatbaar is voor indrukken, in de school door. Daarom zij het schoolgebouw aes- thetisch! Indien de school ongezond is, zal zij nadeelig werken op het lichaam, indien ze leelijk is, zal ze nadeelig werken op de ziel van het kind. Hierbij dient echter steeds de aesthetische ontwikkeling van den architect den noodigen waar borg te geven voor het verkrijgen van een zoo wel in- als uitwendig harmonisch geheel, en zal met de heerschende meening dat de eerste de beste bouwkundige wel in staat is een schoolge bouw te leveren, dienen te worden gebroken. Er zijn scliolen, die er uitzien als prisma's met gaten er inmeestal worden dan daarbij nog de muren gebruikt als aanplakborden van bet gemeente bestuur. Naast de deuren en tusselien de ramen leest men: „Werving voor de marine, voor het O. I. leger. Verplichte Stierenkeuring", geen wonder dat de jeugd dit voorbeeld volgt en alle schoolmuren versiert met liiëroglyphen met zede- looze opschriften. Re schrijver geeft verder een reeks aanwijzingen en raadgevingen voor doel matige en aesthetische versieringen voor het in- en uitwendige der school, en geeft een getuigenis van een hoofd eener school in een provinciestad, die eerst aan de slechtste en daarna aan de best en mooist ingerichte school geplaatst was: „Re „invloed van de omgeving was duidelijk merk- „baar op kinderen en onderwijzers in reinheid „en kleeding". Xederhmdx Indïé, ail. 3. Uitgave Elsevier, geeft het vervolg van Maurits Wagenvoort's Zoeklichten over lmulin.de, waaruit ik niet kan nalaten het volgende mede als een mijner eigen herinnerin gen aan iets heel moois, over te nemen: „Voor een oogenblik de herinnering terug naar „de Preanger-regentschappen. Re spoorreis van „Bandoeng naar ttaroet, aan den voet van „den grommenden Goentoer, voorheen de Don- „derberg genoemd, is een der aan schoone uit lichten rijkste, welke men ter wereld kan maken, „al mist zij de in de wolken verdwijnende grootseh- „lieid der bergpassen van den Kaukastts of de „angstverwekkende majesteit der Kntulx in Ztiid- „Perzië. Er is een meer Bagendit van haagi „bedwelmende liefelijkheid. De menschen, dieet „omheen wonen in dorpjes van lichte bamboe, „huizen, behoeftige visschers en landbouwers „arme lieden dus, bedelvolk allicht naar Nurks „uitlegging, lijken spelers en speelsters in een „pastoraal. Niet zoodra heeft het paardengetrappel „van een rijtuig de komst, van bezoekers aan. „gekondigd, of de vrouwen en kinderen hurken, „met bloemen in de hand, neer aan den weg; „stil, sprakeloos, opziende slechts met smeekenden „blik. Een lange straat naar hetjmeer Bagendit, „een straat van neerhurkende moeders en kin. „deren met tuilen in de handdoor hun stille „smeeking wordt de bezoeker geleid naar den „oever, waar een «n&ionporkest hem met zacht, „klik-klak-klanken begroet.... Hij behoeft geenl „woord te sprekenreeds wordt op twee liolK „boomstammen het vaartuig der visschel „van het meer een bamboetentje geschovcj „daarin een leunstoel gezet. Ilij behoeft sleef „op te stappen, vier knapen zullen hem doet „spelevaren op het doorschijnende watervlak. „Welk een dag! De vulkanen om den licht „blauwen waterspiegel zijn met witte wolkflardq „omneveld: geen geluid dan het watergepli „tegen de langzaam voortglijdende canoes, da „aan de overzijde, het weemoedig geklik-klj „van een andere anklong, onzichtbaar same „vloeiende met het maatgeklank van de neil „gehurkte groep aan den oever. In het voorbijga: „trekt een der roeiers uit het water wat e „lange stroohalm schijnt, wat een riet is, wa; „aan een gevlochten kooitje hangt, dat de visseh „verschalkt. Aldus de vischvangst op dit ui. „der gelukzaligheid. „Dit alles bezit een zoetheid van haast II „dwelmende weedomde bezoeker stapt uit „een eilandje niet een bebloemd heuveltje, w; „bij een nieuwe bloemenhulde beeft te ontvang „Straks, aan den oever terug, waar het ankloi „klinkklank zachtkens klokt, vindt bij opnioi „de moeders en kinderen Is dit dan wellic „het geboorteland der weeklagende dichters? „heldere zon is het hier als maneschijng( „rozen zijn er te zien, maar de dampkring' is „van rozengeur vervuld, men waant er <1 „nachtegaalslag te vernemen, al zwijgen er „vogels. I)e illustraties zijn weer prachtig! Eén di is jammer in deze uitgave: de verdeeling d afleveringen, in een bepaald aantal bladzijden cl Daardoor eindigde de tweede en nu ook <lc derde midden in een artikel niet alleen, n a zelfs midden in een zin. Later, als de gel icq uitgave compleet is en saamgebonden tot groot boek, is dit bezwaar natuurlijk opgehevo maar- zóó werkt de onderbreking eenigszi storend bij het lezen. Wie nog niet heeft i geteekend, schafle zich later het werk in z| geheel aan, niemand zal er spijt van hebben I de prijs is waarlijk niet te hoog voor zulk «I prachtstuk. Ik voor mij verklaar gulweg, iedere nieuwe aflevering weer een bron is genot van het lezen en het in afbeelding terugzi van mijn schoon geboorteland. (Hds in zake Zegel en Registratie voor het gr' publiek, door J. F. Roessingh, ontvanger der r< strat.ie en domeinen te Groenlo2e herziene dr Uitgave J. Noördujji Zoon, Gorinehem, 1! Prijs 0.45. Uit liet voorwoord halen wij, ter verduidelijk liet volgende aan: ,,'t Komt zoo dikwijls v< „dat menschen, die gewoonlijk met de zegel, „noch met de registratie wet iets te maken hebb „plotseling voor een geval staan, waarbij een „kennis dier wetten hun goed te pas zon kom. „Ik besloot dit boekje te schrijven in de la, dat bet in zulke gevallen hulp zou brengen. A. v v oer MeerBroxugeest Uit liet ons toegezonden ja FINANCIEELS verslag over bet 22ste boekji MEDEDEELINGEN. der Maatschappij voor Hgpoi vair Crediet mor Xedcrlandgey tigd te 'sGravenhage blijkt: Het getal aandeelhouders bedraagt thans 21 wélke tezamen bezitten löOO, waarvan er thai 145 zijn volgestort. Het bedrag der uitstaande pandbrieven gin vooruit met f36.300 en bereikte een totaal cijl'e van f12.589.600. Hiertegenover stond onder le hypothecs verband uit een bedrag van fl3-.367.903.t verminderen met f411.659voor aflossing ba stemd per 1 Januari 1911. In 1910 werd eeil bedrag van f 1.359.450op hypotheek uitgezet Het waarborgfonds bedroeg per 31 Decembej 1909 f502.132, zijnde 4"/„ van f 12.553.300.—hel bedrag der op dien datum uitstaande pandbrie ven, dit fonds werd in verband met den voor uitgang van het bedrag der uitstaande pandbrie ven vergroot met 4% van f36.300of f1452— en bereikte alzoo op 31 December 1910 liet cijfer van f 503.584. De firma Sjoerds Van Ivesse HANDEL EN te Haarlem verzocht ons eenige INDUSTRIE, regelen te wijden aan een nieuwe! verfsoort: „Blundell's Petrifying1 Liquid", door haar sinds eenigen tijd hier te lande ingevoerd. De verf kan, volgens het onsi ter hand gestelde prospectus, geheel vervangen geglazeerde tegels, steenen en andere verven. Ze is gemakkelijk te gebruiken en geeft eene gepolijste oppervlakte, waarop vocht geen invloed beeft en die op de gewone manier kan gewasschen worden. Yerder bezit de verf nog vele andere eigenschappenzoo bijv. weerstaat zij met goed gevolg den vernielenden invloed van zon, regen en vorst, is geheel ondoordringbaar en veel duurzamer dan de beste olieverven. In 't kort dus, met deze Petrifying Liquid kunnen, aldus bovenbedoeld prospectus, de mooiste resultaten verkregen worden. Men raadplege zijn schilder hierover maar eens. 't Loopt naar liet voorjaar De droom van den chauffeur. «Drommels! Alweer een gebroken as (De 4uto.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1911 | | pagina 6