NING
n
keer
itz Schoi
JOIN EN MAL"
f!
TOS
ndstoffen
ONAFHANKELIJK ORGAAN
VOOR NEDERLAND.
D
31
iter Pension, j
nrichting.
SCHOUTEN,
STRAAT 41 Tel. 741J
ng Dick
IJWIELEN.
)nderdeelen.
HANDEL.
TS.
Kruisweg 55.
woordiger.
EGAWT'f*
NO-HANDE
•GFRICIIT 1854.
Houtstraat 153,
LEM. Tel. 921
■n soliedste adres voor:
STEMMEN.
'I NO'S IN HUiH
R EPA RATI ËN, en*
:e geurige
la
EVERANCIER
Telefoon 1541.
het aanleeren v
e talen verva
rlitz School et
in het buitenlar
EPOSITOBANK.
VI A.
R. HOOFDDORP
rocureur.
ndissements Rechtbank
in Waveren.te Haarlen.
I.E VEVKAMI".
23/4°/O
3%
4%
- Vreemd Geld.
IteiswisMcls.
ETTKN KASTEN.
'Ai (fcAéiüfcfc&d
Telefoon 911.
R TIJEN.
tzending van
f ERVEEN.
elef. 1617.
ANDEN en -VOETEN,
klovenenspringeiKle
cent. Veel beter, aan-
in gebruik dan
ir bij alle goede drogisten-
smendaal: J.WINDHORST
Smederij
Boschlaan.
AL.
ïlen.
ringen.
HeKwerKen-
5e jaargang.
ZATERDAG, 4 MAART 1911.
No. 9.
Het Bloemendaalsch Weekblad.
Prijs per
halfjaar f 1.25
bü vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer fO.10
Advertentiëu
10 cents per
regel
bij herhaalde
plaatsing
horting.
Mededeelingen van allerlei aard aan de hoofdredactie aohriftelijk
Vijverweg 7 te Bloemendaal
Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende:
Ged Oude Gracht 68, Haarlem. Telefoon 141.
Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het antenrsrecht.
pit nummer bestaat uit 4 bladzijden.
Het langste woord.
AAN ONZE liet is onzen lezeressen en
LEZERS. lezers, die zich de moeite hebben
getroost uit de advertentiën eau
i-ig nummer bet langste nederiandsehe
i van één lettergreep te zoeken, niet mogen
n dit te vinden. We liebben, uit den aard
•:t ik liet meest van jeugdige vriendinnetjes
nden, heel wat inzendingen ontvangen.
,iord slechts uit Van Veen's thee-adver-
bad liet meest de aandacht getrokken, dan
Knrft uit de schouwburgrubriek en verder
lichtst bij de waarheid kwam de heer
assée Jr. met liet woord jaar. Had genoemde
nu in deze lijn wat verder gezocht en de
r ook ten opzichte der andere woorden
■1, allicht zou hij dan hebben opgemerkt,
de tweede advertentie, waar een gemeubi-
zitkamer in de buurt van 't station
I wordt, zieli het bewuste woord bevindt,
woord buurt ligt tusschen de begin- en
ier de afstand van een uur.
men moet liet maar weten!"
ei de lieer Cassée nu wel niet het bedoelde
cevonden heeft, vinden wij zijn oplossing
brander gevonden, en liebben wij hem
ickwerk toegedacht dat wij hem dezer
zullen toezenden. Hij heeft niet geteld,
..cdaclit, daar zit 'm in het geheele leven
de
Je-soon" is hier iets anders, als het „zelf".
is dat mannetje met een naam, ën een
jetejaar, een klein puntje \in het al. Maar het
de diepere grond van den persoon, onpersoon-
eeuwig, algemeen, lijdeloos gedragen door de
/)-,■ men.
A;ï" (le ingezetenen van Bloemendaal,
Schoten en Velsen.
Het zui menigeen uwer, t-venals viiis,
roffelt hebben, dat de lieer Van der
en die destijds het water, bestemd
'i' de waterleiding aan den Doodweg,
rzocht en wiens rapport doordehh.
1 Waal Malefijt en Kuipers vervalscht is
■drukt en zonder vermelding van den
iin des onderzoekers, blijkens ons vorig
i mmer, toeli weder eene vergadering
den gemeenteraad van ATelsen zou
bben bijgewoond in gezelschap van
h.h. De Waal Malefijt en Kuipers zelf'.
1,,; onderzoek is ons gebleken, dat die
gadering niet is bijgewoond door den
h kenden heer Van der Sleen, (N. van der
>1' en, de adviseur van de Amsterdamsclie
en andere waterleidingen, Ged. Oude
i nicht te Haarlem, chemicus en bactorio-
:iog), die destijds voor Kuipers het
der aan den Doodweg onderzocht en
dal water minderwaardig achtte in ver
gelijking met dat der bestaande duin
waterleidingen, maar door een anderen
lieer, zij het dan ook van denzelfden
naam;
1/ die dingen, waar we het meest hang voor zijn,
•lij moeten we opzoeken om te leeren zien dat het
■oo erg niet is.
Geestelijk leven in Haarlem
e n o m g e v i n gf.
Geestelijk leven zonder predikanten, zoo is
b' tvpeeren liet zoo sterk de aandacht en sympathie
trekkend optreden van prof. Bolland.
lederen Maandagavond tegen half acht ziet
men een kleine honderd hoorders het Nuts-
gebouw aan de Zijlstraat binnengaan, en daaronder
'■en of twee der twintig of dertig predikanten
van Haarlem en omgeving. Toch zijn de dingen
die hij zegt naar deskundigen oordeelden nieuw,
en verbleekt het beste tot dusver over den
oorsprong van het christendom gezegde, daarbij.
Onze tijd, die weer een beetje tot rust komt, begint
weer te beseffen, dat in geen cultuurverschijnsel,
in geen wetenschap en geen kunst vooruitgang
wordt gebracht dan door lien die de geschied mis
van hün vak meester zijn. Maar is dan niet het
machtig vraagstuk van den oorsprong des
Christendoms, niet alleen voor hem, die een nieuw
christendom stichten wil, het vraagstuk dat aller
belangstelling móest hebben, in de eerste plaats
die der theologen zelf? 01' laten wij maar
eens iets aanstippen weten zij allen reeds
dat.ons Nieuwe Testament in hoofdzaak afkom
stig is uit Kome?
dat-het 21e hoofdstuk van het 4de Evangelie
zelfs iff Rome daaraan is toegevoegd?
dat er achter onze erkende evangeliën een ander
te denken is, waarvan de onze de betrekkelijk
zeer oneerbiedig vervaardigde concurrenten zijn
dat de steller van het Johannes-evangelie, dat
jonger is, niet alleen de 3 voorafgaande zgn.
synoptische evangeliën, maar ook het daarachter
te denken Alexandrijnsche evangelie vóór zich
zal hebben gehad?
dat de synoptici misschien dtórom den Heiland
vóór hij aan het martelhout van het zondekruis
het eeuwige leven in gaat, aan het Paasehinaal
nog laten eten en drinken, om een dag vrij te
krijgen voor het genieten van vleesch en wijn?
dat een uit Egypte gekomen fragment te dezen
aanzien overeenstemt met liet 4e Evangelie, dat
den Heiland aan het kruis laat gaan terwijl de
Joden het Pascha nuttigen?
dat de Esseenen van het joodsclie land ge
lijkenis vertoonen niet de therapenten van
Egypte
dat evenwel de typische joodsche Messias-
verwachting geheel iets anders is dan de ver
wachting van den Ziele-redder Christus?
dat de asketische vorm van het priesterschap
aan Egypte herinnert en in het Nieuwe Testament
nog te zien is op den achtergrond?
dat men derhalve tot de slotsom moet komen
dat de stellers der eerste 3 evangeliën zijn bezig
geweest met vervormen en vervalschen, en hunne
Christusfiguur eigenlijk is eene besmeurde en
bezoedelde gestalte?
dat in de doop-formule van Matth. 28 29,
hoogst-waarschijnlijk een invoegsel van het eind e
der 2e eeuw in Rome, het heele evangelie schuilt?
dat Christus als de zoon is: de joodsche ver
beelding of voorstelling van de platonische, de
goddelijke, zuivere idee onzer menschelijkheid,
als het toonbeeld, het voorbeeld van hetgeen wij
hebben te benaderen
beseffen zij allen dat de zuivere idee onzer
menschelijkheid niet is de vergankelijke, die wij
ons bij gelegenheid toonen?
dat niettegenstaande de vervorming en ver-
valsching in de eerste 3 evangelie-verhalen ge
pleegd, het nieuwe testament ook wel zal zijn
veredeld en verbeterd, vergeleken bij het oer-
christendom, zooals liet water zuiverder is in de
fontein dan onder in de bron (de oude theosopliie
die op haar beurt weer boven het jodendom
uitging)?
dat de dwang reeds in de 2e eeuw op de
geloovigen toegepast om te zweren te gelooven
dat de kruisiging van den Heiland onder Pontius
Pilatus gebeurd was er op wijst dat er toen reeds
waren die het niet geloofden (vergelijk de zooge
naamde modernisten-eed in dezen tijd van de
roomsch-katholieke priesters geeischt)?
dat omstreeks het begin onzer jaartelling een
levendig wereldverkeer bestond rondom de Mid-
dellandscbe Zee, welke wel werd overgestoken
door lieden uit Indië naar Rome trekkende?
dat het Boeddhisme in Eng. Indië niet allengs
uitgestorven is vóór den '!c'"n of 5d™ eeuw n. C.
dat er in onze evangeliën voorstellingen voor
komen overeenstemmende met voorstellingen
zoowel in Boeddhistische als in Grieksche ver
halen voorkomende
dat Jezus in Mattheus 10 23 Petrus afstoo-
tende met: Satan ga achter mij, den geest van
het doldriftig joodsche messianisme van zich
stoot, welke den Heiland wil verleiden tot een
optreden als machthebber over het aardsche?
(verg. Abr. Kuyper's Pro Rege, zijn'hristus
is niet gekomen om vrede te brengen, maar het
zwaard; de brochure-reéks„0111 het roer van
den Staat" van zijne volgelingen, waarvan er één,
een soort predikant (1909) zeide van Nederland
het Israël van liet. westen te willen maken)?
dat Petrus als woordvoerder van liet Palestijn-
sche Jodendom de booze geest van het messianisme
vertegenwoordigende, zich niet kan indenken in
de verwachting van een theosophischen Heiland?
dat het verhaal der verzoeking van Jezus door
den Duivel op den Berg (Mattheus IV) al even
zeer den joodschen geest, die Jezus verleiden
wil tot wat niet in zijne bestemming ligt, als
satan voorstelt?
dat hier gedacht kan worden aan het door een
jood utiliseeren van eene boeddhistische legende
over de „aankomende Boeddha", vastende weer
stand biedende in de wildernis aan den boozen
geest, die hem tot eten en drinken wilde verleiden
en van een Griekscli verhaal, dat Laetantius
zegt overgenomen te hebben van Ennius en dat
den hemelgod voorstelt, staande op een Imogen
berg, de hemelzuil, terwijl Pan, door zijne af-
stootelijke gedaante, de schrik der mensclien, hem
de geheele wereld rondom toont? Weten zij dit
allen, de haarlemsche theologen en schrift-
kenners
Dat zij dan over de volgende ons welwillend ter
plaatsing afgestane stellingen van prof. Bolland
nadenken
Stellingen.
1. Het Evangelie is ontstaan bij wijze van
uitbeelding eener Grieksch Joodsche theosophie.
2. Het Evangelie is afkomstig uit Alexandrië,
en de nu voorhandene lezingen zijn latere om
werkingen van den oorspronkelijken inhoud.
3. Het eerste en tweede onzer evangeliën
zijn waarschijnlijk, en het derde is vermoedelijk,
vervaardigd te Rome; het vierde is ontstaan te
Ephesus.
4. Het oorspronkelijke Evangelie was geschre
ven in de tweede helft der eerste, de nu voor
handene evangeliën zijn herhaaldelijk gewijzigde
maaksels uit de eerste helft der tweede eeuw.
5. De Vader van den Heer Jezus is niet de
Heer der Joden; de vereenzelving van beiden
is eene allereerst Romeinsche verduistering der
Alexandrijnsche bedoeling.
6. Het Alexandrijnsche evangelie was niet
Messiaansch in den zin van de Joden in het
Joodsche landde voorhandene Messiaansche
evangelieplaatsen zijn van latere redactie.
7. Als afdoend pascha des Vaders voor den
lageren Joodschen Heer is de Heer Jezus het
einde der Joodsche wet voor eigene getrouwen
en allereerst in (lien zin voor hen eene verlos
sing geweest.
8. De lieer Jezus van het oorspronkelijke
Evangelie heeft even weinig van een paaschlam
gpgeten, of wijn gedronken, als hij gehuwd was
hij was liet zuivere zinnebeeld van liefderijke
zelfversterving.
9. De zegsman van het Evangelie, de Simon
Petrus, is aanvankelijk Alexandrijnsch gedacht
de Paulus der brieven verpersoonlijkt Romein-
sehen wedijver van cle eerste helft der tweede
eeuw, en de Petrus van de Romeinsche legende is
niet ouder dan het midden dier eeuw.
10. De Paulusbrieven zijn aanvankelijk uitin
gen eener op matiging bedachte gnosis; tégen
de gnosis hebben zij zich gekeerd, toen kort
voor het midden der tweede eeuw het Romein
sche gemeentebestuur ermede ging breken.
11. Het Romeinseli worden der Petruslegende
valt samen met het onbruikbaar worden van
Paulus als persoonsverbeelding van liet Romein
sche gemeentebestuur.
12. De doopformule van Matth. 28 19 is
Romeinseh en gnostiek, de oude lezing 'aposto
lische' geloofsbelijdenis eene uitbreiding dier
formule tot wéring van het gnosticisme, en als
zoodanig afkomstig uit de tweede eeuw.
E11 willen zij er meer van weten, dan ver-
Wachten wij hen a.s. Maandagavond in het Nut
alwaar het comité hen volgaarne zal introduceeren.
Gok r.k. geestelijken zijn ons welkom, al zullen
zjj misschien nog eens moeten aanhooren, dat
Mattheus 10, v. 18:19: Gij zijt Petrus, en op
deze petra (rots) zal ik mijne gemeente houwen
enz. en: ik zal u geven de sleutelen van het
koninkrijk der Hemelen enz. is een invoegsel in
het evangelie van tateren tijcl, dat aan den heiligen
Irenaeus (bisschop van Lyon 200 n. C.) nog
niet bekend is geweest.
Het is het aller flinkste geen bevrediging door
anderen te verlangen, geen erkenning te hegeeren.
Van 11 ij v o e t tot S e li a e p m a 11.
I11 den gemeenteraad van Bloemendaal heeft
de heer A. F. Bijvoet zich weder verdienstelijk
gemaakt, door een zaak van algemeen belang,
het benoemen van een hoofd der school te Over-
veen, te bezien van het eenzijdig partij-standpunt
van den r.-katholieken propagandist. Dit is niet
de eerste maal. Te pas of te onpas telkens komt
de lieer Bijvoet in den Raad op voor specifiek
r.-k. belangen, waarmede de Raad als zoodanig
niets te maken heeft en ter behartiging waarvan
de heer Bijvoet, die als fatsoenlijk man gemeen
lijk ook verschillende protestantsche stemmen op
zich vereenigt, niet gekozen is. De heer Bijvoet
aldus doende, maakt den indruk van een man,
die op een verkeerde schuit is geraakt en die
nu, terwijl hij vaart op die schuit, allerlei dingen
doet die er niet thuis behooren, ja ongeoorloofd
zijn.
De lieer Bijvoet wil, hier komt het in dit
geval op neer, desnoods een, betrekkelijk gespro
ken, onbekwaam persoon aan het hoofd der
Overveensche school hebben, als dit hoofd maar
behoort tot die kerkelijke vereeniging welke
ons land allengs weder onder de heerschappij
van Rome wil brengen, een voor slagen niet
vatbaar streven, dat dan ook niet anders teweeg
bréngt dan verspilling van arbeid en moeite en
verstoring van den geregelden gang van zaken.
De heer Bijvoet loopt herhaaldelijk op het
nederiandsehe schip dat door den gemeenteraad
wordt bevaren, met de buitenlandsche pauselijke
vlag te zwaaien tot vermaak en ergernis van
voor- en tegenstander, maar zonder eenig prak
tisch nut voor de gemeente en zelfs niet voor
de zaak die hij eenzijdig voorstaat.
In de gemeente heeft het zwaaien van de
pauselijke vlag allen zin in het volgende jaar
op het feest van den heer pastoor te Overveen,
althans, inzoover deze het bukken van Nederland
onder Rome en de Jezuieten en daarmede den
ondergang van ons vrije volksbestaan mocht
wenschen. Wat wij niet hopen, doch vreezen.
I11 den gemeenteraad moet de heer Bijvoet
den geel-witten zakdoek opbergen. Het algemeen
belang is gediend niet goed onderwijs en dat
weten katholieke ouders, vooral de min-gegoeden,
ook wel; niet iedere'katholieke jongen kan koster
worden van een roomsche kerkmet een opge
smukt getuigschrift van een geloofs-genoot-
onderwijzer kan de katholieke jongen wel als
12-, 13-jarige naar betrekkingen dingen, maar
wanneer hij zijne zaken niet inderdaad verstaat,
kan hij zich op den duur daarin toch niet hand
haven. Zoo straft het kwaad van den een de
onderdanigheid van den ander, totdat liet
katholieke volk zelf wijzer wordt enhet
voor duizenden hunner te laat is. Wat zal 111
die katholieke gezinnen, wier jongens door die
der gewone scholen met de bekwaamste onder
wijskrachten in de maatschappij opzij geduwd
en overvleugeld worden, wat zal daar dan het
zwaaien met de pauselijke vlag geprezen worden
De lieer Bijvoet, die zich met lieel gewone,
laag bij de grondsche dweepershartstoclit in den
Raad werpt op de propaganda voor de vermeer
dering van zuiver rooinsclien invloed, alleen omdat
deze roomscli is, kijkc toch wat beter uit zijne
oogen. Een bloembol ziet niet anders dan zijne
kornuiten en meent, dat ieder levend en groeiend
wezen een bloembol is. Wie als menscli zicli
begraaft als een bol in het bollenveld (en de
roomsche geestelijkheid, te wier opzichte de
katholieken eene onderdanigheid betrachten, die
bespottelijk is, willen dat de roomscli -katholieken
dit doen) begrijpt van het beloop .des levens
niets. De maatschappij is geen bloembollenveld,
de bolletjes die daar zoo rustig en lustig kunnen
bloeien, zijn niet de eenige Nederiandsehe ge
wassen, er zijn er zelfs nog meer oorspronkelijke.
Onze goede raad is in den regel duur, maar
al hebben wij liem hier te geef, de heer Bijvoet
zal er, naar wij vreezen, niet naar luisteren.
Overveen is altijd eigenwijs geweest.
Dat dit deel van het dorp langzamerhand
afsterft van het verkeer heeft het aan zijne eigen
inwoners te wijten. I11 plaats van hunne denk
beelden en voorstellingen te toetsen aan en te
verfrisschen met die van anderen, lessen te put
ten uit de geschiedenis, tijdig zich zelf en hunne
instellingen te herzien en te hervormen, te
trachten andersdenkenden te begrijpen en van
hen te leeren, wisten de Overveners het zelf altijd
beter, bleven zij in een kliekje op elkaar huizen,
was hun hoogste eerzucht zoons te leveren aan
den geestelijken stand, die alle geestelijk leven
tot zich wil opzuigen 0111 het onder de geloovigen
in hongersnood-portietjes te kunnen uitdeelen. De
Overveners gingen, zienderoogen, in uiterlijke
vormen in mannelijkheid tegenover geloofsge-
nooten, die hen klein wilden houden achteruit.
Daar zitten ze nu zouder tram, zonder nieuw raad
huis, zonder onderling geestelijk verkeer, zonder
bloemendaalsch weekblad ten prooi aan liet
ongerechtvaardigd gevoel, dat ze worden gefopt en
verlaten, terwijl ze zich zelf foppen door op
aanstoken van hunne dwepers en ij veraars hunne
„andersdenkende" landgenooten te verlaten ter
meerdere eereRampolla's.
Van een ruimer uitzieht bezien vertoont deze
gang van zaken te Overveen ons eène vóórspie
geling, een toekomstbeeld van dé roomsche
gemeenschap in haar geheel.
Door bemiddeling van Kuyper, die toeli eigenlijk
niet anders is geweest dan een eerzuchtige oud
testamentische jood, tot staatkundige doeleinden
gebruikt door den veel hooger staanden Schaepman,
zijn thans, staatkundig gesproken, in ons land
hooge invoerrechten en accijnzen geheven op
alle andere artikelen dan bloembollen. Fin daar
staan ze nu allen naast elkaar netjes op een rij, onze
roomsche landgenooten, ze zijn somtijds, samen,
een pracht voor de oogen, een genot voor den neus,
elk hunner is met zorg gekweekt. Zij worden
geëxporteerd, maar tegenwoordig nog meer van
uit het Zuiden geïmporteerd, maar wij vragen u,
waar de voordeelen, die zij afwerpen, slechts
komen in de zakken van limine geestelijke vaders
of verzorgers, wat heeft het land er aan? Als
wij oorlog krijgen of hongersnood, dijkbreuk of
hagelslag? In den ernst van den strijd tegen dood
en ziekte, zonde en misdaad, leelijkheid en schijn-
besohaving, bangheid, domheid en eenzijdigheid,
hebben wij Nederlanders aan de zich als bloem
bollen op een veld te zamen pakkende roomsche
landgenooten, zij mogen dan Overveners heeten
of ICatwijkianen, niets. En de heer A. F. Bijvoet,
die in een plaats als Bloemendaal, scharlaken
rood van hartstocht, middenuit het bloemenveld te
pas en te onpas roept dat het bloembollen-stand
punt is het eenige standpunt, verwekt niet anders
dan een meewarig kreunen der oude wijze boomen
in de buurt en een schaterlachen van de bladen
der heesters, waardoor de wind der vrijheid speelt
Neen warempel, de mensch leeft niet bij bloem
bollen alleen.
We moeten vaststaan in de waarheid, maar uiterst
fijn onderscheiden of we niet bijgeval voor ons zelf
inplaats van voor de waarheid vechten.
De Jonge Vrijzi 11 nigen te Haarlem.
Zij, voor wie politiseeren nog iets anders is
dan het uitzien naar middelen om kiezers te
lokken op bepaalde personen te stemmen, zullen
in haarlemsche bladen niet zonder genoegen
hebben gelezen, dat niet velen dezer dagen
gehoor gaven aan de uitnoodiging van de Jonge
Vrijzinnige propaganda-club „Haarlem" 0111 den
lieer D. van Ernbden, die voorzitter is der
Afd. Amsterdam van den Vrijz.-dem. Bond, te
hooren over wat spreker waagde te noemen
Een nieuwe Scheidingslijn tusschen rechts en
links, niet langer geloof tegen ongeloof, maar
Conservatisme tegen Democratie.
We heer Van Embden is hoogleeraar te Amster
dam en voorzoover dit iemand recht geeft allerlei
boute beweringen ongestraft te uiten heeft hij
daarvan ruimschoots gebruik gemaakt. Van eenige
nieuwheid dier zoogenaamde nieuwe scheidings
lijn is in de eerste plaats niets te bespeuren.
Jaar aan jaar hebben de vrijzinnig-democratische
woordvoerders ook in dit opzicht der Sociaal
democratische als van op een afstand 11a spre
kende in Tweede Kamer, in meetings, in geschrif
ten, bijzonderlijk in tijdschriftoverzichten en
verkiezingslectuur den goedhartigen nederland-
schen kiezer trachten wijs te maken dat er een
andere scheidingslijn dan nu tusschen rechts en
links loopt moet komen, en dat deze grenslijn
die van overgang tusschen ziekelijke althans zelf
zuchtige behoudzucht en onzelfzuchtige hervor
mingsgezindheid, samen viel met de lijn die
voor- en tegenstanders en algemeen kiesrecht
scheidtomdat men bij dit zich volkomen imagi-
neeren van een grenslijn toch iets werkelijks moest
hebben 0111 tegen te vechten, werd dan de
partij der minst vrijzinnig-democratisch gezinde
libera'en, die der vrije liberalen tot mikpunt
van hatelijkheden en geestigheden gekozen
als waarop ook thans de haarlemsche Jonge
Vrijzinnigen door den heer Van Embden zijn
vergast. Wij hebben er niets geen bezwaar tegen,
dat ook de heer Van Embden de jeugdige haar
lemsche vrijzinnigen op zijne hoogst eenzijdige
onaangename immers insinueerende en intimi.!
deerende wijze komt suggereeren van het libe.