ijwielen E.N.R. slechts eenigei.»ss ONAFHANKELIJK ORGAAN VOOR NEDERLAND. 0 skaarten. 1. STAVINGA iSBILJET. 5e jaargang. ZATERDAG, 22 APRIL 1911. No. 16. DEVENTER fietstochten steeds iebt. Waarheen ge rschaffen U grat; raagt onzen dichts V «raarne de door iets. :ien 4 weken door gebi ééne dosis van onzen 1 nden Kruidenbjilseni elieel nieuwe methode ,1 komen garantie, (teen sue- B geld terug. Ook u sti d tegen (ALE VLEKKEN haaruitval. Zending franec lieihi verpaktnaontv i postwissel a f075 tzegels) rembours ff 0 90. Sestelt ééne dosis en 1 werking zal u verba..' i lien na liet gebruik In ees nog niet geheel Ik f dan leveren wij den Kr:n f ïbalsem gelleel gratis t succes volkomen -er- ?gen is. rIEM. LABORATOR!" M „HOLLANDIA", n der Duijnstr. 10. Rolterdam 1 rt dè buitengewone aanbie- »- van een groote partij Ie kl Heeren en Dames fkomstig uit Faillissement. Idzame lage prijzen r Keuze uit 80 rijwielen, VRIJ ENTRÉE. Kleine Houtstraat 4. ephoon 2032. HAARLEM fcit biJbb fc&ii M BLOEMENDAAL. I Telefoon 911. i? Bijzondere Pension- voorwaarden tijdens de schoonmaak van 'TT uw huis en Paasch vacantie. TWTWT WTT'tVfi ..Het Bloemendaalsch Weekblad 11(ted. )ude Gracht 63. I taariem Het Bloemendaalsch (deekblo Prijs per halfjaar f 1.25 bij vooruitbe- taling. Prijs per nummer f'0.10 Advertentiën 10 cents per regel bij herhaalde plaatsing korting. Mededeelingen van allerlei aard aan de hoofdredactie schriftelijk: Vijverweg 7 te Bloemendaal Alio medodeelingen de administratie, advertentiön enz. betreflende: Ged Oude (tracht 63, Haarlem. Telefoon 141. Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht. Uit nummer bestaat uit 4 bladzijden. Verbetering van ons vorig hoofdartikel. Wij ontvingen eenige bewijzen van instemming net strekking en inhoud van ons hoofdartikel i 11 stukje geschiedenis der haarlemsche pers den toezenders zij daarvoor onze dank gebracht, t gemis aan beschaving, onpartijdigheid en ui kennis van de plichten van een ontwikkeld urantier, sedert jaren in liet krantje van liet Klokhuisplein merkbaar, heeft de ontwikkelde urgerij van Haarlem en omstreken steeds meer tot lezers van goed geredigeerde groote dagbladen 111 buiten gemaakt. Xiet alleen de X.Y. Lourens nster alleen heeft voordeel bij het verval der lokhuispleinsche krachten. Keil storende drukfout in ons artikel kunnen niet beter herstellen dan door herplaatsing de betrekkelijke zinsneden. Wij betoogden courant begon te schelden en Spaarnebode- htig te doen, en vervolgden: Een zucht van 1 lichting zal den heer Peereboom uit de longen n gevaren. Voor dezen is het thans gewonnen I. De operatie door de heeren Enschedé onder- uien, beeft slechts bloed toegevoegd aan zijn aan. In ons vorig nummer stond abusie- ijk: slecht bloed. De verlichte lezer zal fout reeds hebben opgemerkt; met deze ulkundige verbetering stonden wij er op, de lachten aan te vullen met de overweging trent de geregelde toename van lezers, die groote liberale bladen, gedurende het verval onoprechte „Opregte", hier hebben gevonden. T. ts over de beginselen van bet heden- daagsch liberalisme. (Met Thorbecke's narede.) „I11 meeniugen, die tot een onmiddellijk „voorafgaand tijdperk ljeiiooren.de betrekkelijke „waarheid te ontdekken, haar lief te hebben en „vast te houden, eischt bijzondere geestkracht „en onafhankelijkheid, die ook alleen bewaren „kuunen voor bet dwepen met het nieuwe, uit- Geen vleien van de algemeene opinie of den geest van den dag. Geen betoog, geen ver klaring, van wier waarheid hij niet overtuigd is. Den indruk, dien hij sprekende maakt, zal niemand onverschillig noemen; maar spreekt hij enkel voor liet oogenblik? De proef op de som is, of zijne redenen later nog van eclit metaal, treffend en beslissend blijken te zijn". Twee bladzijden verder vangt het gedeelte der narede, dat wij woordelijk overnemen aan, met de aanduiding van liet kenmerk van den liberalen staat en van een liberaal bewind, in deze woordendat zij de ontwikkeling van zelfstandige kracht bevorderen, zelfstandige kracht in provincie, gemeente, vereeniging, individu. Bevorderen, dat beet, ile algemeene voorwaarden scheppen waar mede die' ontwikkeling mogelijk wordt. „Wil dit zeggen", zoo gaat Thorbecke voort, „dat de Staat voor alles te zorgen, aile kwalen en gebreken der maatschappij te genezen liebbe? Willen wij op een omweg terugkeeren tot den toestand, waarin ieder gezellig werk leven, wijding en zegel aan de regeering des Staats scheen te moeten ontleenen? Integen deel. Eene eerste wet is onthoudingonthouding van hetgeen zijne roeping als regtsvereeniging te buiten gaat. Het zijn in wezen, bestemming en middelen andere levensmagten dan de Staatsmagt, welke de kerk, liet onderwijs, weten schap, kunst, maatschappelijk te vormen en te besturen hebbenmagten in wier sfeer burger lijk overheidsgebod of dwang niet te pas komt. Met deze en zoovele andere sociale belangen, regeling van stoffelijken arbeid en goederenver keer, in aanraking, van alle kanten gedrongen door vragers, niet zoozeer 0111 vrijheid, die den wil 0111 zich zeiven te helpen onderstelt, als otn bijstand van het gezag, ondervindt de Staat, dat onthouding soms grooter kunst dan handelen is. Ook zou hij, op eenmaal zich binnen zijne grenzen terugtrekkende, leemten in de zamenlevihg doen ontstaan, die een algemeenen stilstand of achter uitgang zouden veroorzaken. Intussehen is het een eiseh van liberale regeering, dat de Staat hetireen niet tot het uebiecl van het rent behoort en toe te passen als waren het privaatregten als kvvame het, gelijk bij de laatste doorgaans, in de politiek enkel op de vraag aanwat is mijn regt? en niet vooral op het gebruik dat men van zijn regt maakt. in de constitutioneele Monarchie is de Kroon eene zelfstandige magt, en is de Volksvertegen woordiging eene zelfstandige magt; maar zelf standig gelijk in een ligchaam de leden. Verwart men zelfstandigheid met volstrekte onafhanke lijkheid, doet elke magt, alsof zij alleen en de eenige ware, haren wil gelden, dan wordt het organiek verband en geheel verbroken. Het is een Koninklijk regt, de Kamers te ont binden, opdat in buitengewone gevallen eene nieuwe verkiezing tussclientijds mogelijk zij. Moet nu dat regt dienen niet om een grooten ■maatregel aan eene nieuwe proef te onderwerpen, maar als middel van dwang 0111 aan een ver oordeeld Ministerie, tot persoonlijk behoud, eene volgzame meerderheid te verschaffen, dan wordt liet hoogste beroep op het volk de ergste ver krachting der constitutionele vrijheid. De Minister kan niet dan in overeenstemming met het Parlement besturen, en hij is verant woordelijk aan het Parlement. Wordt dit zoo begrepen, dat hij dienaar der meerderheid is, blijft liet niet vaststaan, dat het Gouvernement dienaar is van de Landswet en het Landsbelang, geroepen tot uitoefening van de regten en pligten der Kroon naar eigen begrip en overtuiging, niet naar de begrippen of den wil van anderen, Vorst zoo min als partij, dan gaat een der hoofdorganen en waarborgen der constitutionele Monarchie, en de ministeriële verantwoordelijkheid zelve te niet. Beperkt men door vooropstelling van een per soonlijken wil van den Vorst, de ministeriële verantwoordelijkheid, dan legt men eene brug voor autocratie, en tast men het wezen van den i constitutionelen Staat aan, dat op volle, onver- deelde aansprakelijkheid van het Bewind berust. Ondanks deze gevaren en afwijkingen, die wij t ij ondervinding leerden kennen, heeft de prak tijk mij in het geloof aan de constitutionele bevestip-d. zwakheid of dyskrasie, aan herstel zoumogen wanhopen; genegen, de laatste, eer aan ontwik kelingsziekte, dan aan ontbinding toe te schrijven. In de schatting van hen, wier eerst en eenig beginsel is, dat de volkswil onbepaald regere, is de constitutionele Monarchie eene kunstige be perking, die voor den drang der republikeinsche vorderingen weldra wijken moet. Inderdaad staat deze theorie van den onbe- perkten volkswil niet minder scherp, dan van den anderen kant autocratie, tegen het stelsel der constitutionele Monarchie over. Is liet alleen de vraag, wat het volk of de meerderheid wil, dan vervalt de vraag naar het geen regt, waar, goed en uitvoerbaar is. Met het feit eener verklaring van den wil des volks is alles beslist. Geen zelfstandige Vertegenwoordi ging. Kiest het volk afgevaardigden, hunne rol is, zich door de kiezers te laten besturen. Het volk mag niet, zoo oordeelt men volkomen te regt, werktuig in de hand der Begeering zijn; maar Regeering en Vertegenwoordiging worden enkel werktuigen in de handen des volks. De constitutionele Monarchie kent éénen ab- soluten wil niet; zij bestaat in een verband van elkander wederkeerig beperkende organen, aan gelegd om met vrijheid zamen te werken tot eene wetgeving en een bestuur, die aan de eischen van een juist, regtvaardig, nationaal verstand beantwoorden. Geregeld, beraden initiatief en overleg van wetten of andere maatregelen, uit voering en verantwoordelijkheid zijn in den con stitutioneel monarchistischen Staat beter, dan in eenigen anderen, verzekerd. Maar is hij niet aan politieken vooruitgang van de volksmagt, de bron van hetgeen de Staat worden en scheppen kan, in den weg? Is hij met gestadige uitbreiding van het kiesregt, naar gelang van toenemende ver spreiding van kennis en verhoogden burgerzin, in strijd In het minst niethoe meer algemeene deelneming eener verlichte natie aan de regering, des te sterker Monarchie en Staat. Het is mijne meening niet kwaad vandeVer- eenigde Staten van Noordamerica te spreken, wier republikeinsche instellingen uit hunne ge- BIJVOEGSEL VAN van Zaterdag 8 April 1911. No. 14. Het ..Ingezonden Stuk''-VAN KESSEL. Volgens onze toezegging- herplaatsen wij Van Kessel's 2e stuk hier niet onze opmerkingen in den tekst. YVnt in het onmiddellijk hierop volgende tus- schen haakjes staat is dus van ons. Mijnheer de Redacteur, Vergun mij s.v.p. nog eenmaal een plaatsje in uw blad om nog even te antwoorden op het naschrift, dat de lieer Tideman onder mijn inge zonden stuk plaatste. Neen mijnheer T dat is niet het stuk wat ik inzond beantwoorden. (Daar is u geen toezegging v;in een antwoord gedaan). Enkele regelen wijden aan de zaak waar liet om gaat. en vervolgens op een ander stramien gaan borduren wat mét de zaak als zoodanig niets te maken heeft. Ik zal ii daar dan ook niet volgen, omreden dat u op het gebied van «Ie katli. godsdienst, niet van een leek als ik ben een meester moet maken, iDaarom hebben wij gevraagd: laat uw meester zieli laten zien. doch hij is weggebleven). Maar ik geef li in 'overweging uw licht eens te gaan opsteken bij meer onderlegde personen, en dan verwijs ik u naar de cursus in de kath. geloofs- en zedenleer, die gehouden wordt Dinsdags- en 1 )onderdagsavond in de St. Bayo, aan de Leidsche- vaart, waar ook voor anders denkende toegang- is. en ook uw stellingen tegen het katholisisme schriftelijk kenbaar te maken, en deze zullen dan zeker in behandeling komen. (Deeds behan deld in onze vorige aanteekeningen.) Wat nu verder de zaak zeil aangaat. V schrijft wanneer de schoolopziener de bekwaamste heeft voorgedragen is hem niets te verwijten. Ik heb het tegendeel niet beweerd, maar daar naast kunt u mij ook niet de verzekering-geven, dat het de bekwaamste waren welke zijn voor gedragen. (Wie iets beweert moet bewijzen, en goede trouw wordt verondersteld. Het was dus aan dé tegenstanders van een protestant als hoofd der school te Overveen om te bewijzen, dat de schoolopziener niet te goeder trouw was of de bekwaamsten niet had voorgedragen. Plet spreekt voorts van zelf dat bekwame r.-k. onder wijzers met de hoofdakte zich niet beschikbaar stellen voor het openbaar lager onderwijs, dooi den paus een „pestilentie" genoemd, of beter gezegd, dat de zoodanigen niet eens beschikbaar zijnomdat dezen in de r.-k. bijzondere scholen hun plaats hebben gekregen, waar zij dan on gestoord op Willem van Oranje kunnen afgeven). Vervolgens heeft de raad zich in deze toch niet af te vragen, wat er in de toekomst bij de kath. op gebied van het onderwijs zal gebeuren. De voor spellingen die daarover gemaakt worden komen meer van de zijde der niet kath., dan van de kath. zelf. (Neen die voorspellingen en met name deze: dat, wanneer een r.-k. hoofd benoemd werd er te Overveen geen r.-k. bijzondere jongens school zou wordén opgericht komen van de r.-k. zijde. O. i. zijn het voorspiegelingen zonder eenige waarde. Niet de heeren Roozen of Bijvoet zelfs niet de pastoor te Overveen bepalen of er een r.-k. bijzondere school nu of later zal komen maar de r.-k. bisschop doet dit, die zijn tijd afwacht). Dus volgens den inzender van dat ingezonden stuk, waar u het mede eens zijt (Wij hebben met belangstelling in het ingezonden stuk, w aarop Van Kessel doelt, gelezen, dat het aantal protestantsc.be kinderen dat der r.-k. te Overveen overtrof. Wij hebben naar dat stuk verwezen, het latende voor verantwoordelijkheid van den inzender. Heel duidelijk is de door Van Kessel gebezigde zin niet), mag men dit argument waar of onwaar, maar alvast in de toekomst gebruiken. Dat u in het maatschappelijk leven niet veel knappe katholieke mannen ontmoet, och daar leent u werkkring zich misschien niet best voor, maar dat u niet twijfelt dat ze er zijn, doet mij genoegen. (Onze werkkring brengt ons in aan raking met alle rangen, alle standen, alle be drijven; dat de ontwikkeling onder de r.-k. over het algemeen te wenschen overlaat, dat b.v. de volksontwikkeling' in Brabant en Limburg ver geleken bij die in de Zaanstreek of in Groningen en Friesland gering is, wordt algemeen erkend en ligt voor liet grijpen. Het is ook zoo begrijpelijk. De r.-k. geestelijkheid heeft destijds gezegd, dat op de lagere scholen bidden en godsdienst onderwijs den hoofdschotel moesten vormen, welnu de gevolgen daarvan kunnen niet uit blijven. Dit is ook de reden waarom sommigen de toekomst van ons volk nog niet zoo donker inzien. De kostbaarste zaken komen ten slotte altijd in handen van degenen, die het meeste betalen. De meest bedreven jongens komen daarom op den duur op de beste plaatsen. Zoolang niet vaststaat dat le r.-k. zedelijk hooger staan dan de protestanten komen dus de meest bedreven werkkrachten uit die scholen en huis gezinnen waar, niet het bidden, maar het leeren hoofdzaak is; de jongens afkomstig uit huis gezinnen waar eene gepaste mate van vrijheid heerscht, afkomstig van de openbare en niet al te dweeperige bijzondere scholen, zullen dus in het dingen om plaatsen op kantoren en werk plaatsen de r.-k. voorbijstreven. Van v-k. meisjes gewagen wij in liet geheel maar niet; wat dezen weten is buitengewoon weinig, en de klachten van ontwikkelde r.k. dat zij in hun eigen stand zoo weinig r.-k. meisjes vinden waar dig hun echtgenoote te worden zijn niet nieuw. Geestelijke ontwikkeling en lichamelijke bedre venheid vereischen beide nadenken en nadenken leert alleen degeen, die in staat is vele dingen onderling te vergelijken. Het tegenwoordig stelsel alles wat r.-k. is in éen groote goudvisschenkoni tezamen te brengen en de overige deelen der samenleving aldus met een vasten wand van de room schcn af te scheiden, maakt voor dezen het denken, immers het met kennis van zaken vergelijken, moeilijker. Knappe roomsche mannen en vrouwen zullen dus in de toekomst nóg meer tot de uitzonderingen behooren). Gaarne vernam ik van den lieer T. eens het verschil tusschen katholiek en roomsch-katholiek, omdat dit verschil voor mij niet bestaat. (De vorige maal is reeds het een en ander hierover gezegd het woord katholiek beteekentalgemeen, en onder katholiek kan men verstaan: algemeen chris telijk; roomsch-katholiek is in elk geval het lid* van dat speciale kerkgenootschap dat den opvolger van den bisschop te Rome als heerscher over deze wereld, als president van onzen aard bol heeft uitgeroepen en die zich door of namens hem niet alleen alles laat zeggen en bevelen, maar om diens bevelen op te volgen hij alle andere handelingen zou nalaten.) Dat iemand die de pauselijke vlag uithangt daarmede afstand doet van de nationale, geloof ik niet. (Dit is geen vraag van geloof, maar van weten; wanneer in de meeting gehouden in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam zonder protest uit, integendeel met bijval van de vergadering, door een of' ander voorman der roomschen dezen op het hart wordt gebonden den paus veel geld en wereldlijke macht te verschaffen en altijd te ge hoorzamen, dan geeft dit den voorrang aan een pauselijk bend boren elk ander en doet degeen die zich daaraan bij voorbaat onderw erpt afstand van zijne onder den wil en onder de bescherming van onze grondwet en andere wetten gestelde nationaliteit. De eerste minister van Italië heeft eergisteren gezegd wat ieder mail, die den teggM- wöordigen tijd verstaat, op dit gebied denkt. Hij kondigde als program der regeering het volgende aan: In de betrekkingen tusschen Staat en. Kerk zullen wij, gehoorzamende aan het beginsel van de ruimste vrijheid en alle gods dienstige gevoelens eerbiedigend, krachtig in alle regeeringsdaden vasthouden aan de onschendbaar heid van de sourereine rechten van den Staat en aan de handhaving van de wetten.) F schijnt slecht o]) de hoogte te zijn. Als wij katholieken een pauselijk feest vieren, dan steken wij de nationale vlag uit en verbinden tevens aan den stok den geel-witten wimpel eii niemand maakt er ook bezwaar tegen behalve de lieer T. (Wij maken daartegen geen bezwaar; wij kunnen die feiten niet veranderen, wij ergeren er ons zelfs niet aan, w ij constateeren en karak- teriseeren slechts. In het kort komt onze karak teristiek van de nationale vlag met den pause lijken wimpel hierop neer, dat zij beduidt: voor ons roomsch-katholieke nedeiianders is niet de koningin maar een vreemd heerscher daar ergens in het zuiden de eerste persoonlijk heid, aan wien wij gehoorzaamheid verschuldigd zijn en genegenheid en liefde toedragen hoven elk ander) eerst daarna erkennen wij ook neder- landers te zijn, als Nederland ons roept zullen wij alvorens op te trekken afwachten of de paus ons daartoe toestemming geeft; het lot van Ne derland ligt dus nog voor 2 5 in 's pausen hand.) Dat de heer T. in den raad nooit zijn stem heeft gegeven niet het oogmerk op partijbelang, hier van neem ik goede nota. Voor die benoemingen welke ik op liet oog had, sla de heer T. de raadsverslagen maar eens op. Dan zal hij wel zoo'n benoeming tegen komen welke zooveel opzien baarde. (De inzender blijft hier even duister als te voren, of doelt de inzender hier op de benoeming van den gemeente-secretaris, den heer Van der Flier? In aanmerking genomen de om standigheden, als menseh en als ambtenaar, lieefl de heer Van der Flier destijds het stem men - aantal van de meerderheid van den raad op zich vereenigd, niettegenstaande de geestelijkheid te Overveen heeft getracht op een niet altijd aan haar leiband loopend lid persoonlijken invloed te oefenen in roomsche richting.) Dat er in Schoten katholieke ouders zijn die weigeren hun kinderen af te halen van het school te Bloemendaal en ze te plaatsen op de roomsch- katholieke school aldaar, op bevel, het zal wel op aanraden geweest zijn, (dat zal wel niet, en is ook niet zoo, de kapelaans of pastoors komen bij de eenvoudige lieden gewoonlijk met, deze woorden: denk je er om er is nu een roomsche school enz. Dit denk je er om houdt ook in: herinner je je niet meer die en die preek, waar in het schrikkelijke lot der ouders werd geschil derd die hunne kinderen noodeloos aan de „pes tilentie" van het openbare onderwijs bloot durf den stellen?) van de geestelijkheid. Ik kan hier niet over oordeelen (wij wel). Verschillende om standigheden kunnen er zijn, die daartoe mede werken o.a. schoolgeld en dan de ouders wisten bij ondervinding hoe het onderwijs op Bloemen daal was, wat ze op de roomsch-katholieke school in Schoten nog niet wisten. Ziedaar al eenige redenen, maar de heer T. deelt geen bijzonder heden mede. (Wij zullen ons daarvan onD houden, want- het lot der betrokken ouders zou zeker niet heel vroolijk zijn, wannéér hunne namen aldus werden prijsgegeven aan de open baarheid en den haat der gelijkdenkenden.) Ik stel daartegenover, u moet maar eens onderzoeken hoeveel roomsch-katholieke meisjes te Overveen nog gebruik maken van de openbare school. (Natuurlijk zijn daar weinig- roomsch-katholieke meisjes. De gemeente-school te Overveen was tot dusver van den tweeden snit. Het hoofd was goed om in verkiezingstijden voor de roomsch-katholieke overveners braaf te werken, maar men liet hem overigens liggen aan de linker zij. Trouwens wat jaren geleden aan die school gebeurd is, moedigde de ouders niet aan er hunne meisjes te bren gen, en er was een zuster-school.) liet gaat ten slotte toch niet om de enkeling maar om de groote massa. (Bij u misschien, hij ons niet. Bij u mogen de mensehen worden gesteld bij het pond, liet vat of per kudde, hij ons pro testanten gaat het om eiken enkeling afzonder lijk, want naar onze overtuiging draagt ieder enkeling Gods beeld in zich en eene oneindige mogelijkheid van ontwikkeling en deugd, wij vragen dan ook naar de qualiteit, meer dan naar de hoeveelheid.) Ten slotte zegt uhaat tegen de katholieken koesteren wij niet. Maar u geeft toch den schijn. (Dan moet gij uwen geestelijken raadsman het onderscheid eens vragen 1 usschen schijn en wer kelijkheid, tusschen schijn en wezen; waar onze actie u aan doet denken is uwe zaak, wanneer gij maar niet denkt, dat liet ons „nergens om te doen is", deze woorden zijn door ons nooit gebezigd, en met beuzelingen die nergens toe dienstig zijn houden wij ons niet op. liet is ons onder meer er om te doen onzen tijd, onze medeinenschen, onze geschiedenis te begrijpen en aan anderen begrijpelijk te maken. Het is ons onder meer er om te doen daarbij niet de vraag te stellen of wij er Jan een genoegen mede doen of Piet. Het is ons onder meer er om te doen kennis, inzicht, begrip te vergaren en te verspreidenomdat kennis en inzicht is macht over natuur en zonde. Het is er ons om te doen aldus mede te werken dat de door een afschuwelijk elericalisme bedorven atmosfeer in ons vaderland langzamerhand worde gezui verd. Wij verzoeken den inzender een volgend maal zakelijker en beleefder te zijn dan aan dit slot:) Het doet mij zoo denken aan den wolf, die geregeld om den schaapstal loopt te huilen en toch zegt het is mij nergens om te doen. I' dankend voor de verleende plaatsruimte teeken ik mij, J.G. van Kessel. Wij willen onze polemiek niet den heer Van Kessel sluiten met eene aanhaling uit de rede door prof. P. J. Muller bij de oprichting van den christelijk-historischen kiezersbond (toen die nog niet aan den leiband van Kuyper liep) gehouden, waarin hij zeide: „Overal waar Rome de baas wordt komt vroeg of laat revolutie", eene uit- spraak sedert door het gebeurde in Frankrijk, Portugal en Spanje en door het uitblijven eener revolutie in Italië schitterend gestaafd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1911 | | pagina 1