AGENDA.
BLOEMENDAAL.
Zondag 28 Mei, Hotel „Harten 1 ust." Laatste
dag der Schilderijen-tentoonstelling F. Huijs-
mans. Teekeningen van Ko Honcker, en beeld
houwwerk van F. Puype. Toegang 25 ct.
Abonnee's Bloemendualsch Weekblad gratis.
Zondag 28 Mei, van 103'/„ uur. Sportterrein van
denB.B. v. L.O. Vriendschappelijke wedstrijden.
^Zie onder Plaatselijk Nieuws).
Zondag 28 Mei, 2'/s—-4l/s uur. Hotel „Duin
en Daal." Matinée.
Eiken Dinsdag en Vrijdag. 810 uur. Café „Slot
Vredenburg". Bloemendaal Commando.
Gelegenheid tot oefening in het schieten met
Marga-patronen en in het huksschieten.
HAARLEM.
Koloniaal Museum. (Paviljoen.) Dagelijks ge
opend van 104 ure.
Museum van Kun stn ij verhei d. (Paviljoen.)
Dagelijks geopend van 104 ure. Gedurende
de wintermaanden is de boekerij Dinsdags- en
Vrijdags-avonds van 79 uur kosteloos toe
gankelijk.
Gemeentelijk Museum. Dagelijks geopend van
104 ure. Entree f 0.25 p.p. Ie Woensdag
van de maand vrij. Zondags van 103 vrij.
Bisschoppelijk Museum. (Jansstraat 79). Ge
opend behalve Zondags en R.-K. feestdagen
van 105 ure. Toegang 25 cents.
Stads-Bibliotheek. (Prinsenhof). Dagelijks ge
opend (behalve Zondags) van 104 uur.
Groote Kerk. Dinsdags van 1—2 ure, Donder
dags van 23 ure, Orgelbespeling.
Teyler's Stichting. (Spaarne.) Geopend (be
halve Zaterdags en Zondags) van 113 ure.
De bibliotheek alle werkdagen van 14 ure.
Zondag 28 Mei, 8 uur. Brongebouw. Concert
Haarlemsch Muziekkorps.
Maandag 29 Mei, 8 uur. Bovenzaal Café Brink
man n. Laatste Cursus-avond Mej. Vas Nunes.
Woensdag 31 Mei, 8 uur. Sch ou wburg Jansweg.
Rotterd. Tooueelgezelschap, dir. P. D. van
Eysdeu. Medea. Treurspel. Gewone prijzen.
AMSTERDAM.
Larensehe Kunsthandel, Heerengracht 495. Maande
lijks afwisselende tentoonstellingen van hol-
landsclie en buiteulandsche kunst.
zal de poëzie zich wellicht bij haar aansluiten,
wanneer iets dergelijks plaats heeft als waarvan
onze De Genestet zong in dat lieve gedichtje, van
het kindje dat geboren was: een jongetje inde Mei.
Zóó schijnen wij allen toch wel steeds in ver
schillenden zin en beteekeuis onze Meiboomen
te planten. Sommige ervan zullen misschien geen
levensvatbaarheid hebben. Andere zullen groeien
en zich ontwikkelen, schoon de stormen des
levens om hen woeden. Ilunne bladeren zullen
door de herfststormen worden afgerukt en ver
strooid maar zij zelf zullen blijven en zich telkens
opnieuw tooien, als de Meimaand het vriendelijk
gelaat lachend ontplooit.
Wij leven snel en de verschijnselen van den
nieuwen tijd zullen wel niet, als de Meiboom,
den toets der eeuwen doorstaan. Toch blijft de
Meimaand een poëtisch waas behouden, ook voor
het meest prozaïsch verschijnsel onzer dagen,
en 't liefst zien wij haar altijd maar in het
teeken der herlevende natuur, als symbool van
het licht; het licht dat zelfs boven de dierbare
vrijheid gaat.
En daarom heeft ook voor ons nog beteekeuis
het lied der oude Germanen op hun aan Wodan
gewijden berg.
Als de bijgeloovige cliristenwachters sidderend
waakten aan den voet der hoogte, waarop de
vuren brandden, dan klonk het:
De vuurvlam zuivert zich van rook.
Zóó louter die U eeren,
Al rooft m' ons dan de vrijheid ook,
Uw licht, wie zal het weren?
Henri.
„O mensch, keer tot u-zelven in.'
Hoor, droomer, dat beduidt:
Daal in uw hart en zoek en zin,
Maar haal er ook wat uit.'
RECHT EN De schets eener gewijzigde
WET. Bakkerswet-Talma.
In ons nummer van 29 Januari 1910 bespraken
wij „het oude en het nieuwe bakkersontwerp"
met andere woorden de bepalingen van het
arbeidsontwerp Kuyper, die ten doel hadden
den nachtarbeid der bakkersgezellen zeer te be
perken, en het ontwerp van het tegenwoordige
ewind, dat in de beperking der particuliere
vrijheid geen bezwaar zag en een algemeen ver
bod van zondags- en nachtarbeid in het bakkers
bedrijf bevatte.
Thans ontvingen wij namens het bestuur van
het bakkers-comité, een exemplaar van de door
dat comité uitgegeven „Schets eener gewijzigde
bakkerswet Talma", ter bespreking.
De grief van het comité is, dat in het door den
minister nader gewijzigd ontwerp van wet, met
de bezwaren tegen het eerste ontwerp in geen
enkel opzicht rekening is gehouden. Daarom
heeft het comité nagegaan, welke voorschriften
de meeste bezwaren zullen opleveren en gefor
muleerd in welken geest het wetsvoorstel zijns
inziens behoort te worden veranderd.
Wij hebben indertijd als onze meening te kennen
gegeven dat, afgescheiden van de vele belangens-
vragen, welke zich ten aanzien van dit vraagstuk
voordoen, men behoort uit te gaan van de gedachte,
dat het er in de eerste plaats om te doen moet
wezen, aan duizenden nuttige menschen, die thans
een onnatuurlijk leven lijden, de voorrechten
te verschaffen, die anderen in dit opzicht genieten.
Het comité heeft er zich toe gezet, te trachten
eene zoo weinig mogelijk van 's ministers voor
stel afwijkende regeling te ontwerpen; op sommige
punten, vooral wat betreft den arbeidsduur,
verder gaande dan het ministerieel voorstel.
De voordeelen van de door het comité voor
gestelde regeling worden door het bestuur als
volgt saamgevat:
1het concurrentievraagstuk wordt uit de wet
geschakeld; daar iedere bakkerij kan zorgen,
dat de voor het ontbijt benoodigde hoeveelheid
brood tijdig gereed is;
2. het verbod van arbeiden door den patroon in
eigen huis vervalt;
3. de door den minister gedachte commissiën
van advies verkapte bakkersraden uit het
eerste ontwerp vervallen.
4. er is een gezond streven naar zoo groot
mogelijke beperking van den nachtarbeid
5. er is voor gezorgd den gezel zooveel als de
eischen van het bedrijf toelaten ter wille te zijn
6. de arbeidsduur is voor den gezel in het
algemeen korter dan de minister voorstelt
7. de ovenruimte behoeft slecht weinig of
niet te worden uitgebreid;
8. het aantal zeer kleine bakkerijen zal niet
kunstmatig worden vergroot
9. het bedrijf zal niet in zijne ontwikkeling
worden belemmerd
10. de aan het districtshoofd der arbeiders.-
inspectie toegedachte bevoegdheden vervallen.
Ons bestek laat niet toe om punt voor punt
na te gaan, op welke wijze en door welke middelen
het ontwerp een en ander uitwerkt. Wij moeten
ons tot enkele opmerkingen bepalen.
Het ontwerp geeft eene definitie van bet
begrip nacht en verstaat daaronder de tijdsruimte
tusschen 9 ure des avonds en 5 ure 's ochtends,
en nu tracht het 't doel te bereiken door dg
bepaling, dat een bakkersgezel in de onderneming
waarin hij bakkersarbeid verricht, in een tijds
ruimte van veertien achtereenvolgende etmalen,
niet meer dan gedurende acht en veertig in
den nacht vallende uren werkzaam mag zijn en
dat, wanneer hij in genoemde tijdsruimte iij,
meer dan zeven etmalen gedurende den nacht
werkzaam is, het aantal van 48 uren tot 32 ver,
minderd wordt.
Verder is bepaald dat de bakkersgezel noclj
in een etmaal, noch in eenige tijdsruimte van,
20 achtereenvolgende uren, langer dan een zeker,
aantal uren mag werkzaam zijn, welke uren
varieeren tusschen acht en elf, naarmate meer
of minder zijner arbeidsuren in den nacht val^
len. Het getal bedraagt b.v. acht uren, wanneer
zeven of meer arbeidsuren in den nacht vallen
en b.v. elf uren, wanneer ten hoogste een dei-
arbeidsuren in <len nacht valt.
Des zondags mag ook volgens het ontwerp
geen bakkersarbeid worden verricht, maar onder
deze bepaling zijn voor dit geval ook beschuit-,
koek- en banketbakkerijen begrepen.
Waar nu toch het verbod van arbeiden voor
den patroon in eigen huis vervalt, is het ons
minder duidelijk, waarom hier Zondagsarbeid
verboden is. Als de gezel maar niet verplicht
kan worden er deel aan te nemen, dan moet,
dunkt ons, de patroon overigens vrij blijven.
Bij de regeling die het comité zich nu be
houdens de noodzakelijkheid door de eischen
der praktijk gevorderde uitzonderingen heeft
voorgesteld, zal naar zijne meening elke niet om
technische of economische redenen strikt nood
zakelijke nachtarbeid uit de bakkerij verdwijnen.
Ieder ondernemer heeft er belang bij, zoo weinig
mogelijk nachtarbeid te doen verrichten, omdat
de toegestane maximum-arbeidsduur des nachts
korter is dan des daags. In verband met dp
vaststelling van het begrip nacht (95 uur) zal
in elke broodbakkerij, waar men den geheeleii
dag werkzaamheden wil doen verrichten, een
ploegenstelsel moeten worden ingevoerd.
Op het algemeen verbod moest echter eene
uitzondering worden opgenomen voor de bakke
rijen die geen ploegenstelsel kunnen of willen
invoeren. Vandaar het gemelde voorschrift dat,
wanneer een bakkersgezel in een tijdsruimte
van 14 achtereenvolgende etmalen in meer dan
zeven etmalen gedurende den nacht werkzaam
is, het aantal toegestane nachturen per gezel
wordt verminderd tot 32. In verband daarmede
zullen niet meer dan 21/» der arbeidsuren in dén
nacht mogen vallen. De arbeidsduur bedraagt
dan tien en een half uur.
Het toegestane aanvangsuur van half drie des
morgens (Zaterdags half twee) komt aan liet comité
voldoende voor om de voor het ontbijt voor een
dergelijke kleine bakkerij benoodigde hoeveelheid
brood tijdig gereed te hebben. Slechts de met
één gezel werkende bakkerspatroon zal niet het
ploegenstelsel kunnen invoeren, doch deze patroon
zal zoo noodig zelf den noodigen voorarbeid
kunnen verrichten, zoodat bij opkomst van den
gezel om half drie reeds veel voorbereid kan zijn.
De liefhebbers van het versche brood aan het ont
bijt kunnen hiermede dus gerust zijn en het
concurrentiebezwaar is opgeheven. Wij voor ons,
die noch aan het eene noch aan het andere veel
hechten, zouden reeds daarom geneigd zijn ons
met dit ontwerp te vereenigen, wijl het, met
handhaving der vrijheid van bedrijf, zich
bepaalt tot het verbod van arbeid der gezellen.
Of er voor de laatsten nog niet een voordeeliger
regeling denkbaar zou zijn is een andere vraag
en ook overigens spreekt het wel van zelf dat
iedere regeling hare eigenaardige bezwaren met
zich zal brengen, die nooit geheel te ondervan
gen zijn.
Laat ons nu maar hopen dat uit den smelt
kroes de parlementaire discussies ten slotte iets
bruikbaars moge te voorschijn komendaarom
toch gaat het.
Opmerker.
„Het menschenhart behoort den Heere!
En daar is vrede, vreugd noch licht
Dan op den engen weg van Plicht."
Iets over Gobeline.
HANDEL EN Onze lezeressen en lezers zullen
NIJVERHEID, ongetwijfeld in het vorig num
mer van dit weekblad eenige
aandacht gewijd hebben aan de advertentie der
Gobeline, die tot heden nog niet geplaatst was.
Waarschijnlijk zal bij menigeen het verlangen
opgekomen zijn iets naders hieromtrent te ver
nemen, en vertrouwen wij dezen met het volgende
van dienst te zijn.
Toen de firma Hermann A. Schreuder Co.
besloot Gobeline in den handel te brengen, was
zij zich bewust een moeilijke taak voor de borst
te hebben. Wel was zij zelf van de deugdelijk
heid en de goede eigenschappen van het fabrikaat
overtuigd, maar dit baatte weinig zoolang niet
in de praktijk gebleken -was dat ook anderen
door het in toepassing te brengen tot dezelfde
meening gekomen waren.
Aanvankelijk werd het fabrikaat door vaklieden
met een zekere argwaan ontvangen, wat niet ge
heel te verwonderen was. Iloevele soorten water
verf toch heeft men niet als deugdelijk aanbevolen,
die na korten tijd blijk gaven niet te voldoen
aan al hetgeen er van werd voorgespiegeld en
waardoor de verbruikers menigmaal werden
teleurgesteld in hunne dikwijls te hoog gespannen
verwachting.
Toen echter na het eerste jaar waarin hét
fabrikaat was toegepast, aan de afnemers gevraagd
werd hoe Gobeline hun voldaan had, kwamen
de meest vleiende berichten hieromtrent binnen,
met velerlei opmerkingen over de verschillende
gunstige eigenschappen die het bezit. Toch werd
de critiek niet bespaard en niet allen waren
voldaan. Enkelen beweerden n 1. niet die resul
taten verkregen te hebben die zij luidden ver
wacht en meenden dan, dat zulks aan het fabri
kaat lag, terwijl zij voorbij zagen eerstens hunne
onbekendheid met het artikel, vervolgens dat
zij er een eigenwillige werkwijze op na hielden
waardoor zij het artikel bedierven en ten slotte,
dat zij de meening waren toegedaan, dat de
Gobeline nu eens een verf was, en dan nog wel
een waterverf, die overal goed voor was, zooals
men bijv. enkele geneesmiddelen ziet aangeprezen
als kunnende helpen tegen elke kwaal. Het
was dus niet uitsluitend een zegetocht, die Go
beline maakte; vele toch waren de moeilijkheden
die overwonnen moesten worden. Onkunde en
vooroordeel gingen dikwijls samen om den voort
gang te belemmeren. Maar de Gobeline overwon
toch en thans kan deze waterverf zich in een
populariteit verheugen zooals ze verdient. Weg
dan met de ellendige witkalk van muur en pla
fond, die dikwijls door dit ouderwetsche middel
totaal bedorven zijn. Weg met 8elicaat, Natron
Waterglas, dat lastig te verwerken goedje, waar
mede, zoodra men er met kleuren in werkt,
zelden een goede, gelijkmatige tint verkregen
wordt en hetwelk bovendien nog het nadeel
heeft, dat, wanneer men er later met olieverf
over schilderen wil, de Natron een zoo vernielenden
invloed op die nieuwe verf uitoefent, dat deze
spoedig verteert. Weg met elk preparaat dat,
als een waar Dorado voor massa's bacteriën,
slechts dienen kan nadeelige invloeden op de
gezondheid uit te oefenen. Weg dus met dat
alles en Gobeline er voor in de plaats, want
Gobeline geeft nooit af, kan gereinigd worden,
kan met water worden afgewasschen, geeft fijne,
decoratieve tinten en behoeft niet telken jare
te worden overgedaan. Bovendien, Gobeline is
aangenaam en zacht voor het oog.
In inrichtingen van den meest uiteenloopenden
aard kan Gobeline hare toepassingen vinden. In
hotels, bad-inrichtingen, ziekenhuizen, sanatoria,
scholen, kerken, kloosters, zoowel, voor buiten
gevels als de muren der lokalen, voor alles is
Gobeline de verfsoort, die met slechts weinig
kosten prachtig, gelijkmatig werk levert.
De firma is thans in het bezit van een groote
hoeveelheid brieven van afnemers, waarin als
om strijd haar waterverf wordt geprezen en aan
bevolen. Die ze ter lezing wil bekomen, vrage
ze slechts aan; gelijktijdig met eene gebruiks
aanwijzing en prijsopgaaf zal zij ongetwijfeld per
keerende post worden verzonden.
Besluiten wij dezen lofzang met de mededeeling
dat Gobeline laag in prijs is.
Ziet hoe het te allen dage
Geweest is hier beneên.
Het wordtschoon 't u mishage,
Nooit anders, naar ik meen.
Tentoonstelling
UIT ANDERE kleederdrachten.
GEMEENTEN. In bet museum van kunstnij
verheid te Haarlem wordt thans
een tentoonstelling van kleederdrachten uit vroe
gere dagen en daarmede in verband staande
stoffen en onderdeelen gehouden, die ruim be
zoek verdient. Heel veel moeite heeft het den
heer Von Saher gekost voor hij in het bezit was
van een voldoende voorraad goederen de moeite
waard om te doen bezichtigen. Met de organisatie
dezer tentoonstelling, aldus bericht de directie
van het museum in een circulaire die aan eenige
genoodigden gezonden is, werd een eerste stap
gedaan om hetgeen op het gebied der kleeder
drachten uit vroegere dagen in particulier bezit
ten onzent nog aanwezig is, voor belangstellenden
bijeen te brengen. De kleederdracht van een
volk toch staat in direkt verband met zijn ver
leden, zijne zeden en gebruiken, met zijn handwerk
en zijne prestaties op het gebied der textielkunst.
Zoodat het voor velen van beteekeuis is, de
overblijfselen, welke onze vaderen tot kleeding
hebben gediend, in oogenschouw te kunnen
nemen.
Het is eene eigenaardigheid, dat zoowel bij pratri-
ciers-familiën als onder den burgerstand steeds
heeft geheerscht, dat kleedingstukken, zoodra
de m ode voorbij was, van de band werden ge
daan, werden verknipt, of op andere wijze te loor
gingen, zoodat ook bij deze gelegenheid is geble-
keu, dat nog slechts zeer weinige stukken uit
de 17e eeuw in ons land voorhanden zijn.
Hetgeen kon worden bijeengebracht stamt
voornamelijk uit de 18e en 19e eeuw en vooral
uit het laatste tijdperk werd een aanzienlijk
aantal vrouwenkleederen ingezonden, waarvan
de meeste wat coupe betreft weinig belangrijks
bieden en sleclits wegens de degelijke grondstof,
waarvan ze zijn vervaardigt, voor deze tentoon
stelling van eenige beteekenis zijn.
Oude sitsen kleedingstukken met hunne kleurige
patronen en hun afwisselende dessins, welke in
verschillende provinciën van ons land gedragen
werden, alsook kinderkleeding van allerlei aard
en schoeisel van verschillende landen en volkeren
zijn ruimschoots op de tentoonstelling vertegen
woordigd.
Teneinde het licht te doen vallen op de tegen
stelling, die de kleeding uit andere landen biedt,
zijn enkele specimen van volksdrachten uit Iler-
zogewina, alsmede eene kleine verzameling orien-
taalsche costuuins aan deze tentoonstelling toe
gevoegd, die door hun uitgezochte grondstoffen
en rijke versiering zeker de aandacht zullen
trekken.
Behalve eenige musea en dames en lieeren
uit verschillende plaatsen van ons land werd
aan de tentoonstelling deelgenomen door de
dames Bakels, mevrouw van DapperenFeenstra,
den heer F. W. Ebert, mej. Ter Gast, mej. Heil,
den heer Van 't Hof, mevrouw HopperusBuma,
mevrouw A. JungBronkhorst, mevrouw A. C.
Keeser't Hoen, mevrouw PilaarVan Benthem,
allen te Haarlem, mevrouw TidemanEman, te
Bloemendaal, den heer A. G. van Tricht en
mejuffrouw S. M. H. Troste beiden te Haarlem.
Sedert de opening van de tentoonstelling is
eene algemeene belangstelling voor dit onderwerp
merkbaar.
De sitsen kleedingstukken, die in vroeger
dagen zoo veelvuldig gedragen werden, waaronder
een compleet oud-hindelooper costuum met onder
deelen en sieraden, trekken door hunne groote
verscheidenheid van patronen de algemeene
aandacht.
De beide cliineesche groepen kunnen als uit
stekend geslaagd worden beschouwd, terwijl
Hoeden en mutsen van de meest verschillende
vormen en typen eene groote afwisseling in het
geheel brengen.
De tentoonstelling is tot den 11 den Juni geopend.
Congres gemeentebelangen.
Gelijk bij circulaire en in het orgaan der
Nederl. Vereen, voor Gemeentebelangen (bij
voegsel van het tijdschrift Gemeentebelangen)
van Januari bereids is medegedeeld, werd aan
het slot van het in Juli 1910 te Scheveningen
gehouden congres over gemeentebedrijven alge
meen instemming betuigd met een voorstel om
meer dergelijke bijeenkomsten te houden, of
wel een permanent congrescomité in het leven
te roepen, en werd na eene met het bestuur
der vereenigjng voor Handel, Nijverheid en
Gemeentebelangen te 's-Gravenhage gehouden
bespreking het bestuur der Nederlandsche Ver-
eeniging voor Gemeentebelangen uitgenoodigd
het organiseeren van zoodanige congressen op
zich te nemen. Dit bestuur heeft zich hiertoe
bereid verklaard niet dien verstande, da'
congressen niet uitsluitend tot de bedi
zouden dienen te worden beperkt, maar
ook tot andere onderwerpen de gemeente ral
zullen uitstrekken.
Het bestuur heeft een tweetal vraagpu:
gekozen, doch heeft dit niet gedaan, alvc
de leden der vereeniging alsmede de leden
het congres 191u in de gelegenheid te hebben
gesteld vraagpunten op te geven, teneinde bic
mede bij de keuze rekening te houden.
Van die gelegenheid is door eenigen gehra
gemaakt, hetgeen er toe heeft geleid om a
de orde te stellen
lo. de vraag of en in hoeverre eeiu m
wettelijke voorziening vereischt wordt h r la
dering van gemeenschappelijke regeling di
gemeenten van hare zaken, belangen enz.
2o de vraag in hoeverre de gemeente geschikt
is hare medewerking te verleenen bij de uitvoering
der sociale wetgeving.
Het congres zal ook dit jaar te Scheveningen
in de congreszaal van het Nurlutis worden ge
houden en wel op Vrijdag 23 Juni te 1] um-
en Zaterdag 24 Juni te 10 uur. Vrijdag komt
het eerste, Zaterdags het tweede vraagpunt aan
de orde.
Nadere inlichtingen kunnen worden gevraaud
aan den secretaris, den heer l'lbo J. Mijs te
Middelharnis.
Dr. W. G. 11 uet. f
Na eenige maanden lijdende te zijn geweest, is
dr. Huet, in en buiten Haarlem als een bekwaam
psychiater bekend, 1.1. Zaterdag te Arnhem over
leden. Er wordt veel aan dezen bekwamen medicus
verloren.
Woensdagmorgen had de teraardebestelling
op Westerveld Driehuizen plaats, bij welke
plechtigheid algemeene belangstelling betoond
werd.
„Wie denkt, Overwint."
Bij gelegenheid van haar jaarlijksehe centrale
bijeenkomst, op Hemelvaartsdag in „De Nijver
heid" gehouden, heeft de afdeeling Haarlem van
de vereeniging „Wie denkt, Overwint" een eigen
aardig werk verricht.
Het denkbeeld, n.l. om tooneelstukken te
lezen, is betrekkelijk nog nieuw en waar dit al
gebeurde, had dit plaats met zoogenaamde clas-
sieke stukken. „Wie denkt, Overwint" heeft i
echter ook eens geprobeerd met een stuk, „spe
lende in den tegenwoordigen tijd", n.l. „Boven-
menschelijke kracht" van Björnsterne Björnsmi.
En laten we er maar direct bijvoegen, dat zij
hierin uitstekend geslaagd is. Dank zij de duch
tige voorbereiding en dank zij het feit, dat de
lezers op zekere hoogte, in innerlijk overeen
stemmen met den gemoedstoestand van d< u
schrijver werd er iets geleverd, dat wel in staat
bleek, de talrijke aanwezigen van 't begin tut
't einde te boeien.
Het komt ons voor, dat deze wijze van „op
voeren" uitstekend geschikt is, om de menschen
op goedkoope manier bekend te maken met
goede tooneelstukken. We hopen, dat deze w el-
geslaagde proefneming voor „Wie denkt, Over
wint" een aansporing moge zijn, om 't bij dit
stuk niet te laten.
Gelijk uit de advertentie van den heer 11.
Piet blijkt, is aan diens automobielen- en rljivle-
lenzaak thans een garage verbonden die heden
avond geopend wordt. Belangstellenden kunnen
een kijkje komen nemen. De heer Piët zal hen
gastvrij ontvangen.
Het eind der wijsheid
Blijkt altoos meer:
Wij weten weinig
Te weinig, Heer.'
Naar wij heden-morgen ver-
PLAATSELIJK namen, hebben heeren directeuren
NIEUWS. van Teyler's Genootschap den
conservator van het prentenka
binet gemachtigd op onze tentoonstelling een
der teekeningen van den schilder Frans Huijs-
maus voor het museum aan te koopen.
Vergadering „Vol k shond."
Gisteravond vergaderde de afdeeling Bloemen
daal van den Volksbond in „Van ouds het Raad
huis" te Overveen. Als gewoonlijk was de
opkomst zeer gering. Slechts 4 van de 170 leden
waren aanwezig.
De notulen der vorige vergadering werden
ongewijzigd goedgekeurd, 't Jaarverslag van den
secretaris, dat in hoofdzaak handelde over den
gehouden huisvlijtcursus te Bloemendaal, bevatte
de minder aangename mededeeling, dat 't leden
aantal achteruitgaande is. Tegen het slot van -
verslag, waarin de secretaris gewag maakt van
de weinige belangstelling, die de leden voor den
bond voelen, meende de heer M. Vrij te moeten
opkomen. Hem was wel anders gebleken.'t Niet
bezoeken der vergaderingen is niet altijd 't ge
volg van gebrek aan belangstelling
De heer W. J. C. Verhulst werd benoemd tot
afgevaardigde naar de in September te Almelo
te houden algemeene vergadering, terwijl de heer
P. J. C. Mettau, na het bedanken van den heer
M. Vrij, werd benoemd tot plaatsvervanger. De
reis- en verblijfkosten van den afgevaardigde
werden bepaald op een maximum bedrag van f 20.
De behandeling van de punten van den be
schrijvingsbrief gaf weinig aanleiding tot bespre
king. Den afgevaardigde werd opgedragen te
stemmen „in den geest der vergadering." De
aftredende bestuursleden, de heeren J. Th. Boni
water en H. Ilogenbirk werden bij acclamatie
herkozen. De heer Bornwater nam zijn benoeming
echter voorloopig weer aan.
Vervolgens deed de heer Bornwater eenige
mededeeliugen over de gehouden huisvlijtcursus.
Deze was, volgens spreker, tot aller genoegen
afgeloopen en een succes geweest voor de afdeeling
en de leiders. Een door spreker voorgestelde
motie van dankbetuiging aan de leiders dei-
cursussen, den heer en mevrouw Vrij, in 't bizonder
en de commissie voor huisvlijt in 't algemeen,
werd aangenomen.
De tentoonstelling der vervaardigde voorwerpen,
op 2e Paasclidag gehouden, had zich in veler
belangstelling mogen verheugen.
De kosten der cursussen bedroegen f513,60s.
(geraamd was föOO.J Deze werden bestreden uit
een gemeente-subsidie van f 100, uit f 289 aan
particuliere bijdragen, terwijl uit de kas der al-
deeling de ontbrekende f 24 60' werden bijgepast.
Dr. Verhulst raadde aan, met 't oog op de kosten,
een volgenden cursus een maand te bekorten. De
heer Vrij, die als secretaris van den huisvlijtcursus
verschillende mededeeliugen deed, waaruit de
belangstelling van vele ingezetenen voor dit