AGENDA. BLOEMENDAAL. Dagelijks, uitgezonderd des Zondags. Hotel „Duin en Daal." Middag- en avond-eoncerten. Toegang vrij. Eiken Dinsdag en Vrijdag. 810 uur. Café „Slot Vredenburg". Bloemendaal Commando. Gelegenheid tot oefening in het schieten met Marga-patronen en in het bukssehieten. HAARLEM. Koloniaal Museum. (Paviljoen.) Dagelijks ge opend van 101 ure. Museum van Kunstnijverheid. (Paviljoen.) Dagelijks geopend van 104 ure. (i e m e e n t e 1 ij k Museum. Dagelijks geopend van 104 ure. Entree f 0.25 p.p. Ie Woensdag van de maand vrij. Zondags van 10;1 vrij. Bisschoppelijk Museum. (Jansstraat 79). Ge opend behalve Zondags en R.-K. feestdagen van 105 ure. Toegang 25 cents. 8tads-Bibliotkeek. i Prinsenhof). Dagelijks ge opend (behalve Zondags) van 104 uur. Groote Kerk. Dinsdags van 12 ure. Donder dags van 23 ure, Orgelbespeling. Teyler's Stichting. (Spaarne.) Geopend (be halve Zaterdags en Zondags) van 113 ure. De bibliotheek alle werkdagen van 14 ure. Zondag II Juni, 8 uur. Brongebouw. Concert Haarlemsch Muziekkorps. 13 Juni. n.m. 4 uur. Opening van het ge bouw der Nuts-Spaarbank aan de Jansstraat 19. Donderdag 15 luni, 8 uur. Brongebouw. Concert Haarlemsch Muziekkorps. AMSTERDAM. Larensche Kunsthandel, Heerengracht 495 Maande lijks afwisselende tentoonstellingen van hol- landsche en buitenlandsche kunst. valt voor ons niet te klagen; dat ook hij moest aftreden was ons tengevolge van een fout in liet provinciaal jaar hoekje van Noordholland, waarin wij een te groot vertrouwen stelden, tot nu toe onbekend. Zoowel de heer Van Lennep indertijd, als de heer Teding van Berk hout later, zijn door den heer De Waal Malefijt voor raadslid uitgekozen en door diens initiatief raadslid geworden. Reeds daardoor zal het dengenen die den heer De Waal Malefijt lang hebben gadege slagen duidelijk zijn, dat de lieer Teding van Berkbout niet behoort tot de per sonen die in staat zouden zijn het beleid van den wethouder te begrijpen en op diens handelingen geregeld met de 1100- dige scherpte toe te zien en daartegen zoonoodig met kracht op te komen. Desniettemin achten wij den heer Teding van Berkhout als type van den nederlandschen landjonker, ter vervan ging van den heer Boreel in den bloe- mendaalschen raad volkomen op zijn plaats. Wij houden hem voor christelijk- liistorisch, doch meer uit traditie dan uit overtuiging, maar van zoodanige onafhan kelijkheid, dat hij bij het bepalen van zijn stem zich niet door eenig verlangen van zijne kiezers veelmin door de eene of andere politieke coalitieleus zal laten leiden. Alle politiek heeft volgens den man die 't weten kan, Ivuyper, een vuilen kant die afgeeft en de heer Teding van Berkhout houdt niets van vuil ook niet aan eenig uiterst kantje. Voor het beheer eener gemeente als de onze waren eenige raadsleden als bij met een paar ijverige eerlijke en openhartige burgerlui als wet houder voldoende. Naar het schijnt zijn er eenige bespre kingen gevoerd tusschen besturen van kiesvereenigingen om met behulp van een vergelijk omtrent de keus der 6 personen eene stemming onnoodig te maken. Overveen scheen in beginsel niet ongeneigd aan Bloemendaal de twee nieuwe plaatsen over te laten. Naar onze berekening zou dan in vele gevallen de doorslagstem in den raad die van den heer De Waal Malefijt zijn, tenzij de heer De Waal Malefijt begrijpt dat na het gebeurde in de waterleiding-zaak zijne positie tegenover burgemeester en raad te scheef is geworden om overeind te kunnen blijven. In ieder geval zouden wij versterking van zijne positie voor de gemeente noodlottig achten. Als goede krijgslieden hebben intus- schen de r.-k. hunne mannetjes gewaar schuwd te zorgen in het begin van Juli thuis te zijn om zoo noodig te stemmen. Pastoor en kapelaans, deze wakkere ver kiezingsagenten, zullen voor het ter stem bus brengen der geloovigen zoo noodig ook ditmaal zorg dragen. De vrijzinnige kiesvereeniging te Bloe mendaal heeft vele nieuwe leden ge worven, terwijl oude leden die voor eenige jaren bedankten wederom toe traden. Onze lezers vinden elders in dit nummer de vermelding van het adres, waar men zich voor het lidmaatschap kan opgeven. De plaatselijke afdeeling der vrijfe li beralen is zoo noodig ook op strijd voor- i rp bereid Wegens onvoltalligheid kon GEMEENTE- j.l. Donderdagavond de raads- BESTUUR. zitting niet doorgaan. Met den voorzitter en een wethouder waren slechts 2 leden opgekomen. Gedachten, ontleend aan den cursus van Mej. E. Yas Nu nes, te Haarlem. I. Het philosophische denken heeft door de eeuwen heen steeds de waarheid, d. i. het onvergankelijke, liet oneindige, gezocht, het eeuwig geldende in alle tijdelijkheden. Na ongeveer 2000 jaar is het, in Hegel, tot het begrip gekomen van het oneindige in zich zelf, heeft liet eigen omvang, eigen macht leeren kennen. In de geheele beschaafde wereld blijkt thans de behoefte, tot Hegels denkwijze terug te keerenin ons land wordt aan die behoefte voldaan door het werk van professor Bolland. Om Hegel's leer te doordenken zijn meer dan gewone geestesgaven noodigom haar te durven verkondigenmoid, want de Hegelaar weet, dat hij gehaat moet zijn door alle partijen, wijl hij geene in hare eenzijdigheid reeds liet ware kan noemen. De leus kan evenwel thans niet zonder meer zijn terug naar Hegelprof. Bolland zet Hegel's arbeid vóórtde Duitsclie pliilosophie der vorige eeuw heeft zich ontwikkeld tot de Nederland,sclie wijsbegeerte van onzen tijd. Zijn de geledingen van Hegei's leer zuivere lyqica en natuur- en geestesphilosophie, of toegepaste logica, dan is dus zijne geheele leer Denk leer. En alleen in dien vorm kan de leer der waarheid verschijnen; reeds volgens het oude adagium is waarheid overeenstemming van het denken en zijn voorwerp, en die overeenstemming is dan het meest volkomen, wanneer het denken zelf het voorwerp is van het denken, wanneer de geest zich nagaat. Het ware, het oneindige, is derhalve te he grijpen op voorwaarde dat wij onszelf begrijpen. Het Pelphisehe „Ken tl zeiven" was een gebod, niet door eenen God huiten den geest, maar door den geest zelf zich opgelegd. Reeds Clemens van Alexandrië heeft gezegd: Wie zich zelf kent, zal God leeren kennen; en Plotinus: Ont wikkel het eeuwige in u en ge zult uwe eeuwig heid leeren kennen. En VoltaireEt pour nous élever, descendons dans nous-mêmes. Fichte, Schelling, Schopenhauer, ja, de wijzen van'■alle eeuwen spreken dezelfde gedachte uit. Als denk baarheid vinden we het Heelal, d.i. het Oneindige zoowel als de eindigheden, in onszelf weer spiegeld. De ware wijsbegeerte is geen geloof. Alleen het begrijpelijke geldt; het oneindige hebben wij te begrijpen in ons; het oneindige zou het on eindige niet zijn, indien het zich niet ook in ons, niet in alles, verwerkelijkte. Het ware gpldt overal. Het leven van de mier en de beweging der planeten worden beheerscht door dezelfde Wet. Op alles, wijl op eigen inhoud, drukt het oneindige zijnen stempel,, gelijk de kunstenaar op zijn werk; alle eindigheden zijn verschijnsel van het oneindige. Zoo heeft reeds Spinoza gezegdGod is geen zout, zwavel of zuur, maar toch is geen zout, zwavel of zuur buiten God. En die inhoud van het absolute, de ver schijnselen, worden gesteld en opgeheven door het absolute zelf er is niets anderszoo ligt het in het begrip van het oneindige, dat dit niet is het abstracte, maar het concrete oneindige,' dat zich in alle eindigheden weervindt. Zoo is het ware niet een bepaald gegeven zonder méér, maar de bestendige werkzaamheid, waaruitelk gegeven en elk gebeuren resulteert. Niets anders dan het oneindige kan verschijnen, en: biet anders kanhet verschijnen dan als eigen tegen deel, als zelfvereindiging. In, aan en dóor de eindigheden zullen wij de oneindigheid hebben te herkennen en te begrijpen. De eindigheden kunnen wij vinden, hier of daar, het on eindige is niet te vinden, want het is niet hier of nu, het werkt altijd en overalhet onein dige hebben we te denken. Was de waarheid eenvoudig kenbaar, dan zou zij opgaan in eene eindigheid was zij zonder meer onkenbaar, dan zou zij buiten ons denken, dus óók eene ein digheid, zijn. Het oneindige is noch eenvoudig kenbaar, noch eenvoudig onkenbaar. Over ombe paalde onkenbaarheid der waarheid klaagt niet de wijsheid, maar de dwaasheid. (Prof. Bolland Het Boek der Spreuken, no. 74). Denken we het werkelijke oneindige, dan denken we er alle werkelijkheid in als zijnen inhoud. Het oneindige zonder meer is het oneindige zonder wer kelijkheid; in de wérkelijkheid van het oneindige is het eindige opgeheven als het vooronderstelde. (Spr. 172). Wij moeten gaan begrijpen, wat in den godsdienst wordt gevoeld, als het heet dat het Koninkrijk Gods niet hier of daar, maar binnen in ons is. Het ware oneindige of oneindige ware is niet het ware buitende werkelijkheid, en God niet een God aan den anderen kant van de sterren. (Spr. 173). Het ware stelt de wereldjbn- zer kenbaarheden, het is er in te vinden, al gaat het er niet in op. Het ware woont niet t'in' en het woont niet 'buiten' de wereld onzer kenbaar heden hel doonooont ze. (Spr. 78). Eene spiegeling van het ware zullen we derhal ve óók vinden in en als onzen geest. Ja, deze is de zuiverste en daarom de hoogste spiegeling van het oneindige. Even weinig toch als dit, is onze geest in eene eindigheid bevangen of door eenige eindigheid nitgesloten. Want evenzéér als dit is onze geest het werkzame Eene, dat in al het andere niets dan eigen verbizonderde veel heid, veruitwendiging van eigen wezen, herkent. Ons bewustzijn is een geval van het ware. In het tot wijsheid gerijpte denken is het oneindige tot aanzijn gekomen, zoo, dat het zich zelf denkt en begrijpt. De geschiedenis der wijsbegeerte is de ge schiedenis van de zelfbewustwording van den geest als het tot zichzelf gekomen ware. Ligt het, gelijk wij zagen, in het begrip van het alomvattende, concrete, oneindige, dat oitze geest het openbaren moet, dan wil dit tevens zeggen, dat de ware wijsbegeerte, de denkleer, niet eene wetenschap op zicbzelve is, maar leer van datgene, waarom het in alle afzonderlijke wetenschappen gJat. Het gaat in de wetenschap pen niet om de ervaring als zoodanig, maar om de eeuwige wetten, die wij naar aanleiding daar van in ons vinden. Dit nu beteekent niet, dat, gelijk men zoo vaak beweerd heeft, de Ilegelisch- Bollandistische wijsbegeerte met verachting op de ervaring neerziet. Herhaaldelijk zegt Hegel, dat de wijsbegeerte de ervaring tot uitgangspunt heeft. Het ware is echter juist daarom niet de ervaring zelf, niet de eindigheden, niet de tijde lijkheden, maar ontwikkelt zich pas in ons, wanneer wij, naar aanleiding van de waarnemingen, van de hloote ervaringen, zijn ingekeerd tot ons zelf. Het eeuwige ziet men niet en hoort men niet, zegt Hegel, het eeuwige is geest voor den geest. Óns denken spiegelt het oneindige niet alleen, als bet alomvattende Eene, dat in alle objecti viteit slechts eigen wezen herkent, maar het spiegelt het oneindige ook als werkzaamheid Gelijk het oneindige zich te buiten gaat tot de eindigheden, of, zooals het in de taal van het geloof heet, God zich te buiten gaat tot den Zoon, den Godmensch, om zich daarin weer te vinden en met hem één te blijven, zoo ver- bizondert het begrip in ons zich tot bepaalde begrippen, die zich tot het begrip zelf verhouden als de eindigheden tot hare oneindigheid Het begrip stelt begrippen, om ze op te heffen en tevens blijft het de eenheid zijner begrippen. Zoo is dus ook ons menschelijk denken eenheid van zich zelf en van het andere, dat het uit zich zelf te weegbrengt. En dit is het begrip der vrijheid vrijheid is niet. het vrij zijn van allen band; maar het bij zich zelf zijn in al het andere men is niet vrij zonder wetten, maar in de ban den der wetten, zoodra men in haar weerspie gelingen van eigen wil ziet. De begrippen, welke de verbijzonderingen zijn van het begrip in ons, zijn niet wat men er daarbuiten van denkt: afgetrokkenheden, zonder realiteit, neen, elk begrip in ons heeft den vorm der eeuwigheid Wel is het niet congruent met een ding daarbuiten; het stoffelijke dekt het ideëele niet, het denken bestaat niet zooals een tastbaar ding bestaat, en niettemin of juist daar om geldt het overal. De meest concrete denkbaar heden zelfs: natuur, ziel, maatschappij, kunst, godsdienst, wetenschap, kunnen we niet anders bespreken dan in de ijle kategorieën, die in ons leven; de kategorieën, zegt Prof. Bolland in zijne „Zuivere Rede en hare Werkelijkheid", zijn het onverbreekbare en niet te ontlóopen kristal lijnen net, waarin alles bevangen blijft. Zij zijn het wezenlijke, de ziel en de geest van alles. Daarin is echter begrepen, dat de ware logica als kennis van het menschelijk denken moet medebrengen de ware natuur- en geestesleer als datgene, wat we in ons gaan begrijpen, het ware, dat is het algemeen geldende is aan alles buiten ons, dan moet de zich ontvouwende geest uit zich zelf medebrengen de waarheid omtrent al het andere. De logica blijkt dan niet enkel de inleiding tot, maar de neutraliteit van de afzonderlijke wetenschappen. „De rede is de idealiteit eau de wereld", zij is idealiter alles, realiter niets. Dat het denken geene waarneembaarheid, noch de waarneem baarheid als zoodanig gedachte is, heeft reeds de sophist Gorgias gezegd: er is niets en als er iets was, konden wij liet niet denken en als wij het denken konden, konden wij het niet zeggen. Maar al is de realiteit geene idealiteit, noch omgekeerd de idealiteit geene realiteit, eeuwiglijk verkéért zich het een in het ander, openbaart het eene als zijne waarheid het andere. Ons denken komt daarom eerst tot waarheid, als het zich spiegelt, waar maakt in het andere van zich zelf: de objectiviteit. Maar ook deze heeft op zich zelf geene waarheid; om tot hare waarheid te komen, moet zij gedacht worden, moet zij zich in ons tot denkbaarheid verheffen. De werkelijkheid is eenheid van geobjectiveerde subjectiviteit en gesubjectiveerde objectiviteit, van veruitwendigde inwendigheid en verinwen- digde uitwendigheid. De leer ran de werkelijkheid, elke leer in werke lijkheid is onmiddellijk dubbelzijdig. (Spr. 64). De vraag, hoe men over de werkelijkheid moet den ken, laat zich beantwoorden in eene werkelijkheids- leer, die denkleer, in eene denkleer, die werkelijk- heidsleer moet blijken. (Spr. 63). De volgende maal over liet verband tusschen de pliilosophie en de wetenschap en het verband tusschen de philosophic en hare geschiedenis. PLAATSELIJK NIEUWS. De Directeur van het post- en telegraafkantoor te Bloemendaal brengt ter kennis van belangheb benden dat met ingang van heden 10 Juni, de laatste verzending van de brieven- eu pakketpost zal geschieden per trein 8.49 n.m, (in plaats van 9.15 n.m.) in verband waarmede de daarop betrekking hebbende buslichtingen een half uur zullen worden vervroegd en thans zullen geschieden op de tijdstippen, als op de bussen nader zal worden aangegeven. Het vandalisme te Meerenberg. Naar aanleiding van den bouw van beambten- woningen tegenover het gesticht Meerenberg is het volgende verzoekschrift door een aantal be woners van Bloemendaal en Santpoort verzonden aan de Provinciale Staten van Noord-Holland: Geven met verschuldigden eerbied te kennen de navolgende ondergeteekenden, allen wonende te Bloemendaal of Santpoort in de nabijheid van liet gesticht Meerenberg, ten deze domicilie kiezende ten huize van den medeondergeteekende W. Berdenis van Berlekom te Bloemendaal aan den Johannes Verhulstweg, dat zij met leedwezen hebben waargenomen de wijze waarop een gedeelte van de bekende schilderachtige Schapenduinen, gelegen tegenover voormeld gesticht, gesloopt wordt en gebruikt wordt tot het bouwen van woningen voor be ambten van voormeld gesticht. dat, hoewel het geaccidenteerde en boschrijke terrein alle gelegenheid bood om, volgens den geest, van den tegenwoordigen tijd, een schilder achtige tuinstad te stichten, naar de bescheiden meening van ondergeteekenden, alles is verzuimd wat tot dat doel kon leiden, dat toch alle hoornen en heesters zijn gerooid en het terrein volkomen vlak is gemaakt en bebouwd is met eentonige gelijkvormige arbei derswoningen, zooals men deze in de grootere steden kan waarnemen, dat toch hierdoor moedwillig en zonder eenig redelijk motief een der schoonste gedeelten de gemeente Bloemendaal van alle natuurscho wordt beroofd en daardoor alle aantrekkelijk]» verliest, tengevolge waarvan de waarde der den omtrek gelegen onroerende goederen onnood' wordt gedéprécieerd, dat ondergeteekenden een dergelijke wijze; handelen in strijd achten met liet publiek bela in het algemeen en van de gemeente Bloenie daal in het bijzonder, terwijl zij overtuigd z, dat door een grondiger studie van het vraagstu door een betere aansluiting van deze beboiuvi van het Schapenduin, aan die van het Duinlt park en vooral door de leiding dier werken t te vertrouwen aan een bekwaam en arthtj, ontwikkeld vakman, een schoon geheel worden verkregen, waarop de Provincie ten alle tijde met trots zou kunnen wijzen en waard de belangen der geheele omgeving niet benadeeld doch bevorderd zouden worden. Redenen waarom ondergeteekenden zich eerbi dig tot U wenden met beleefd, doch dringend vet zoek uw bijzondere aandacht aan bovengeme)1 zaak te wijden en maatregelen te beramen o verdere bebouwing op dezelfde wijze, èn in l, belang van het gesticht Meerenberg, èn in cl van de Gemeente Bloemendaal, in liet bijzundt van bewoners uit den omtrek, te voorkomt opdat liet natuurschoon van deze lieflijke streel zooveel mogelijk behouden blijve. 't Welk doende, enz. W. Berdenis van Berlekom. Ph. A. van 01- G. A. Zeeman. J. I). Matthieu. I. P. Ziegeh P. M. Wijnbergli. J. II. Unger. M. C. Bronsveld P. M. Moussault. F. Heckman. B. M. Stcr J. G. Iieuchlin. I). J. Weerman. W. .1. 0.Wijsmuller J. W. R. Wenckebach. N. P. Hulshof!' Iv J. Groenewegen Hz. A. P. van Alphen. J de Griendt. Bertling. Wed. Mr. D. Wouters- Bertling. A. Vinke. J. L. Unger. II. M. Tiggelaat C. Kleijn. Hudig. J. Harmens. J. van Hissel C. Verweij. B. Bloemen. G'. Baptist Vallegh J. de Bruijn. C. Flemming. Tuijmelaar. J. Lange. J. A. Pool. Ilenry Roder. Jac. P. Thijsse A. W. Jacometti. D. F. Reuchlin. P. Verschuif K. E. Veltman. G. O. Quarles v. Ufford. C. (1. v. Meulen. L. P. de Stoppelaar. Bloemendaal, Santpoort, Mei 1911. 15e lijst van bijdragen voor de De Genestet- Bank, opgegeven door den penningmeester vat het comité, Mr. H. Ph. 't Hooft, Groote Hout straat 164, Haarlem. C'. en II., Haarlem, fl.Mej. A. C. Bran denburg, Leiden, fl.Giza Ritschl, Bloemen daal, f2.50. Marnix Gymnasium, Rotterdam, f25.H. B. S. Stadbouderslaan, Den Haag, f 14.75. Dames Stuart, Amsterdam, f2.50. 3 E H. B. S. v. M., Amsterdam, f4.65. Dr. W. Mid- delberg, Vreeland, f 2.50. Pinksterfietstocht f'5. J. André de la Porte, Bloemendaal, f 2.5'i. lts. P. Heering, Den Haag, f3.Mej. N. N., Haar lem, fl.„Bloemendaal vooruit", Bloemendaal, fö.'t Kolkje, f3.50. Puck Hans, fl.Vroo- lijke landman, fl.Jonge reeders f 0.25. Totaal f76.15. :Uit het politie -rapport. Processen-verbaal zijn opgemaakt wegens het rijden zonder licht, het rijden zonder het rijden met motorrijtuigen met grootere snel heid dan 20 K.M. per uur, het geven van eet signaal met de flmtfnnilèn de bebouwde Dm het venten zonder armband, het rijden dom-hei Bloemendaalschebosch, het rijden over de >et- paden en in verboden richting berijden van een weg. Gevonden voorwerpen: 1 portemonnaie. terug te bekomen bij Meester villa „de Rijp'; Bloemendaali paar witte handschoenen, Ic 51. de Jong, Korte Kleverlaan, Zijweg n 1. 1 zilveren broche, politie-post Bloemendiuil: handtaschje en een r.-k. kerkboekje idem: dienstboden-blouse, politie-bureau Overveen; fietspomp, Hij Sevenhuijsen, Tetteroderstraat 98, Haarlem1 postduif, bij Wed. Vogel, Militaire»;» te Overveen. Verloren voorwerpen: 2 sleutels, 1 portefeuille met kw itanties, 1 zwart kanten sjaal 1 Duitsch boekje, 1 portemonnaie, 1 tasch van een motorrijwiel, 1 beurs met gouden knip, 1 zwart deksel van een bandendoos, 1 parasol, 1 bos sleutels, 1 portemonnaie1 armband, 1 ko peren gesp, 1 zilveren armband, 1 portefeuille met inhoud en een portemonnaie met inhoud. Y r ij zin n i g e Kiesvereeniging. Ter aanmelding voor het lidmaatschap der Vrijzinnige Kiesvereeniging kan men zich ver voegen hij de heeren mr. P. Tideman, Vijyerwegi C'. W. van Rietschoten, postkantoor, N. Stoel, Zomerzorgerlaan 25, M. de Vries, Potgietenveg 17 of P. N. Bras, broederhuis gesticht Meerenberg- De contributie is vrij mits 0.25 per jaar of daarenboven; uieuwe leden ontvangen eene op roeping tot de in de komende week te houden vergaderingen. BURGERLIJKE STAND. Van Zaterdag 3 Juni tot en met Vrijdag 9 Juni Geboren: z. van F. Hulsebosch en C. G. de Groot; d. van G. J. van Dijk en .1. Nijveld<1. van F. L. van der Bijl en M. 1B. Goede; z. van J. Heuperman en J. W. Peters De Eerste Nederlandsche Rijwiel- en Machinefabriek te Deventer. De soldeerinrichting in werking.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1911 | | pagina 4