Avert
Kon. Ver He
Rotterdams
Toon
N.V. He
Nederlands!
Toone
Tooneel
N. V. Opera
v. h. Rembr
AGENDA.
BLOEMENDAAL.
Woensdag 23 Aug. n.m. Bloemendaalsche
Bosch. Kinderfeest der leden van de 1-Cent
Vereeniging.
Dagelijks, uitgezonderd des Zondags. Hotel „Duin
en Daal." Middag- en avond-concerten.
Toegang vrij.
Eiken Dinsdag en Vrijdag. 810 uur. Café „Slot
Vredenburg". Bloemenclaal Commando.
Gelegenheid tot oefening in het schieten met
Marga-patronen en in het buksscliieten.
HAARLEM.
Koloniaal Museum. (Paviljoen.) Dagelijks ge
opend van 10-4 ure.
Museum van Kunstnijverheid. (Paviljoen.)
Dagelijks geopend van 104 ure.
Gemeentelijk Museum. Dagelijks geopend van
104 ure. Entree f 0.25 p.p. Ie Woensdag
van de maand vrij. Zondags van 103 vrij.
Bisschoppelijk Museum. (Jansstraat 79). Ge
opend behalve Zondags en R.-K. feestdagen
van 105 ure. Toegang 25 cents.
Stads-Bibliotheek. (Prinsenhof). Dagelijks ge
opend (behalve Zondags) van 104 uur.
Groote Kerk. Dinsdags van 12 ure, en
Donderdags van 23 ure. Orgelbespeling.
Teyler's Stichting. (Spaarue.) Geopend (be-
halve Zaterdags en Zondags) van 113 ure.
De bibliotheek alle werkdagen van 14 ure.
Zondag 20 Augustus, 8 uur. Brongebouw.
Concert Haarlemsch Muziekkorps.
Woensdag 23 Augustus. 8 uur. Bron gebouw
Concert Stafmuziekkorps der Koninklijke
Marine. Alleen toegankelijk voor ahonees en
leden van „Onze Vloot".
Donderdag 24 Augustus, 8 uur. Brongebouw.
Concert Haarlemsch Muziekkorps.
ZANDVOORT.
Olympia Palace. lederen dag voorstelling.
AMSTERDAM.
Larensche Kunsthandel, Heerengracht 495 Maande
lijks afwisselende tentoonstellingen van hol-
landsehe en buiteulandsche kunst.
bestemd zullen zijn tot openbare wegen, in den
zin van artikel 1 van het Reglement op de wegen
in Noord-Holland en van artikel t>7 der Alge-
meene politieverordening voor de gemeente
Bloemendaal
binnen drie maanden na zijne dagteekening,
door adressante geen verklaring afgegeven is,
dat zij de voorwaarden, in dit besluit gesteld,
aanneemt en getrouwelijk zal nakomen.
Het raadsbesluit van den 23sten Mei 1907,
n°. 335 is ingetrokken.
Hierna werd door den raad aan mevrouw de
wed. H. A. J. Bos, te Overveen, een verzoek om
ontheffing van het bepaalde bij art. 106is der
bouwverordening toegestaan.
Punt 5 luidde: Verleenen van een gratificatie
aan den heer M. J. Doemen. Hierbij besloot de
raad den heer Doemen voor het verleenen van
zijn waarneming als hoofd der O. L. school te
Overveen gedurende het eerste halfjaar van 1911,
toe te staan eene gratificatie van 250..gelijk
staande met het verschil zijner jaarwedde en
die van het hoofd der school, berekend als volgt
Jaarwedde hoofd der school1000.
van den heer Doemen. 1100.
Verschil per jaar 500.
i 950
jj 2 'J "uu*
Het volgende puntvoorstel tot overname van
grond tot verbreeding van den Boekenrooderweg,
werd aangenomen.
Punt 7, Voorstel tot uitgeven in opstal voor
den tijd van 10 jaren van den grond waarop
het tolhuis te Overveen staat, werd aangehouden.
Ten slotte had de vaststelling der gemeente
rekening dienst 1910, die in ontvangsten
273.310.23 en in uitgaven 268.744.41 bedroeg,
plaats, nadat de finantieele commissie bij monde
van den heer jhr. mr. P. Teding van Berkhout
deze had nagezien en haar dank had uitgebracht
voor het gehouden beheer.
Bij de rondvraag vroeg de heer Koolhoven op
verzoek van mr. Jacometti, hoe het met de
regeling staat der schoolkinderen buiten de ge
meente, en hoe het met de school te Vogelen
zang gesteld is.
De voorzitter antwoordde dat de kinderen uit
andere gemeenten gelijk staan met de kinderen
uit deze gemeente en hun schoolgeld wordt be
paald naar de draagkracht der ouders. Omtrent
de school te Vogelenzang zal den raad een plan
tot verbouwing bereiken.
Daarna bracht de heer Van Tienhoven de
waterleiding in Aerdenhout ter sprake. Over
deze aangelegenheid en de watervoorziening in
Bloemendaal, wisselde de raad eenigen tijd van
gedachte. In de Septemberzitting zal een be
grooting voor de waterleiding in Aerdenhout
worden ingediend.
Hierna sluiting.
PH0NETISCHE
KRONIEK.
Spraakleer.
Door J. L. Kingma.
De E'.
Na de lipklankreeks volgt nu de reeks der
tongklanken, aldus genoemd, omdat hier de tong
bij hunne vorming een hoofdrol speelt. Zonder
tong zou deze reeks bezwaarlijk kunnen bestaan.
Om de e' (zooals in het woord hek) te kunnen
vormen, moet zij uit den ie-klank worden opge
bouwd, wijl deze een absoluut karakter draagt.
Vormt men de e' uit den n-klank zonder meer
dan is de articulatie-basis te onzeker.
Van de ie op de i' (in pit) overgaande en
vandaar uit de e' vormende, blijft die basis meer
bepaald.
Het volgende kan men ook toepassen. Men
legt de d vast, buigt daarna het voorgedeelte der
tong, van de bovenkiezen af, ik spatieer,
naar de laagte en brengt verder de tongtop aan den
voet der ondervóórtanden. Opent men dan den
mond zooals bij de o, bij trilling der stembanden,
dan ontstaat de e'.
Bij natuurlijke opheffing der tong, staande de
articulatie der a, komen de tongwanden slechts
tegen de bovenkiezen aan en buigt verder de
tong zich benedenwaarts, totdat de tongtop tegen
den voet der onder voortanden komt te liggen.
Deze verschillende manieren heb ik moeten
toepassen op patiënten die aan klankdoofheid,
betreffende den e'-klank, leden en zoodoende
andere klanken lieten hooren.
De volgende toepassing treft ook in den regel
doel:
Staande de articulatie van de a (hier de mond
hoeken streng van elkander houden) en dan de
u' trachten voort te brengen.
De kaakbeweging bij het articuleeren der
woorden haak, hek enz. is zeer gering. Van daar
dan ook dat beider hoogte- en breedte-lijn zoo
weinig van elkander verschillen, ja bijna aan
elkander gelijk zijn.
De invloed van lengte en kortheid doet zich
ook bij de e' gevoelenals ik zeg
De sterren blinken aan den verren horizon.
In de verte zagen wij den weg versperren.
Een versch vers, zoo van de pers;
dan is hier de e' van verren verte en vers
lang in de andere woorden kort.
Bij het onderwijs moet men ook hier vooral
zorgen, dat aan de kinderen geleerd worde, dat
de klank, bijv. in de woorden hek, eggen enz.
een e'-klank is en geen e, zooals in leven.
Recapitulatie.
Neusholten gesloten. Mond geheel open, onge
veer gelijk aan de a. Hoogtelijn iets kleiner en
breedtelijn iets grooter.
Achtergedeelte der tong heft zich op en raakt
de bovenkiezen tot aan de voorsten. Vandaar
daalt de tong en legt haar breeden tongtop aan
den voet der ondervoortanden.
Lipstand wijzigt zich eenigszins tengevolge van
de tongverheffing, klankvorming a.
P i c t u r a-t e n t o o n s t el 1 i n g.
KUNST. Op deze tentoonstelling, gehouden
in de Studenten-sociëteit, Heiligeweg
26, Amsterdam, is werk te zien van Lizzy An-
singh, Ans C. v. d. Berg, Tjerk Bottema, Leo
Gestel, P. v. d. Hem, C. Huidekoper, L. J.
Jordaan, G. IV. Knap, Henk Meijer, Hart Nibbrig,
J. Badecker, Coba Ritsema, Jan Sluijters, C. Spoor,
Jaap VVeyland.
Josef Israëls. 1824— 911.
De heer II. L. Berckenhoff schrijft in de .V. li.
Ort. van 14 Aug. over onzen koning-schilder het
volgende
In dezen mensch was het merg van twee rassen
bezonken en versmolten. Het kenmerkende, in
het reinste, dat zij bezitten en waarin zij elkaar
ontmoeten, vond in zijn ziel den vruchtbaren
bodem om er uit op te bloeien, tot volle kracht
en heerlijkheid.
Het Binnenhuis moge misschien geen vin
ding zijn van onze hollandsche kunst, het is
door onze schilders toch tot eere gebracht en
uit zijn afhankelijkheid en minderwaardigheid
vrijgemaakt en geadeld tot een zelfstandige kunst
uiting van door niemand meer ontkende dichter
lijke macht.
Maar geen, die het genre in zijn intiem karakter
zóó diep doorvoeld heeft en zóó aangrijpend weer
gegeven als Josef Israëls, die met het patriarchale
van het Jodendom, in zijn hechtheid van den
familieband, den hollandschen zin voor huiselijk
heid zóó zeer verinnigd heeft en de intimiteit
van het genre verheven tot een geestelijke eigen
schap, welke ook de doode stof bezielt en de
omgeving één doet worden met wat daarbinnen
in lijdzaamheid gedragen en gedeeld wordt en
in vreugde hoogtijd viert.
Wat heiden rassen zijn stempel geeft, is daarbij
door zijn fijnen geest gezift, gewand.
Niet de uitgelatenheid van het pathetische en
de in rhetoriek verzwommen overdrachtelijk heid
van het gevoel, zich uitend in het drok gebaar
en de overspannen exclamaties der oostersche
heetbloedigheid vindt men in zijn werk maai
de hollandsche soberheid, het in zich zelf gekeerde
en stille en ingehoudene van ons wezen is er
door dat oostersche in verweligd en verteederd
tot een gevoeligheid en meewarigheid, die uit
den joodschen geest zich spiegelt tot in den oog
opslag en de gelaatstrekken van den Israëliet.
Ook in deze is Israëls tegelijk een zoon des
ouden volks en een glorie voor het land, waarin
hij is geboren en getogen, dat de wilskracht en
nooit versagende volharding, waarmee hij zijn
kunst heeft opgebouwd, niet rustend alvorens
hij het hoogste er in bereikt had tegelijk
uit joodsche en hollandsche afkomst te verklaren
is, althans twee trekken in beeld brengt, die aan
beide rassen in zóó treffende wijze gemeen zijn.
Zoo geeft zijn Oeuvre het beeld onzer voort
schrijdende ontwikkeling, van vast aaneengesloten
gang, waarbij tred voor tred de evolutie is te
volgen, die hij heeft doorgemaakt.
Een overzicht over dit ook in aantal
minder waarde worden gehecht aan de afgelegde
gelofte
Ik ben met mijn moeilijkheden bij vader ge
komen. Ik zag geen uitweg. Ook je denkbeeld
van het aan scherven springende kristal voldeed
me niet. Waarom is een vereeniging van twee
zielen, die nog in het lichaam zijn, onmogelijk?
Er zijn wel voorbeelden van innig-gelukkige,
ware huwelijken, al zijn zij schaarsch.
En juist in die sehaarschte vond vader een
oplossing: geen vergemakkelijking van echt
scheiding, maar vermoeilijking van het tot
stand komen der huwelijken!
Vader heeft het in de jarenlange uitoefening
van zijn beroep als predikant helaas maar al te
vaak bijgewoond: er worden huwelijken gesloten,
wier grondvesten op zand waren gebouwd, neen
erger, die in het geheel geen grondvesten hadden.
Het heeft vader vaak genoeg pijn gedaan paren
te moeten „inzegenen" van wie hij zag, dat zij
niet bij elkander behoorden. Geen wonder dat
zijn trouwpreeken niet altijd in den smaak vielen
Drum prüfet wer sich ewig bindet
Ob sich das Herz zum Herzen findet,
Der Wahn ist kurz, die Reu ist lang.
In mijn vorigen brief zeide ik: iedere vrouw
is geschikt de echtgenoote te worden van den
man dien ze liefheeft. Het komt er nu maar op
aan dat iedere vrouw een klaar begrip heeft
omtrent dat liefhebben, dat zij „liefde" niet ver-
warre met „verliefdheid"
Hier vangt de grenslijn aan, je weet wel, in
inijn fourage-magazijn van gedachten. Het onder
werp is zéker de moeite waard, maar zou iemand
verleiden tot al te persoonlijk worden en een
tipje op te lichten van den voorhang des tempels.
Niet alleen de tong ontheiligt, maar de pen
ook. Als ik niet zoo nauwkeurig was, (een deugd
overgehouden uit mijn schooljaren die mij wijs
hebben gemaakt na de schade en schande van
véle blauwe foutstrepen aan de kantlijn van ver
waarloosde geslachten, naamvallen en uitgangen)
las ik nooit een brief na, en deed hem na het
opvloeien dadelijk op de bus. Het geeft me altijd
een raar gevoel zoo mijn gevoelens zwart op wit
te zien staan, bestemd ter lezing van een ander.
En dat gevoel wordt er niet beter op nadat de
brief gepost is. Steeds vraag ik me met eenige
ongerustheid afhoe zou die of die uitlating
opgenomen worden Zou men me wel begrijpen
En heb ik niet te veel gezegd?
„La véritable eloquence consiste a dire ce qu'il
faut et a ne dire que ce qu'il feut," zegt een
fransch schrijver, en geldt dit op mondelinge
gedachtenwisselingen, op schriftelijke niet min
der. Bij beide laat men zich wel eens gaün, maar
zoo machtig levenswerk, zal men thans niet ver
wachten. Met verwijzing naar werken, die hier
in onze musea aanwezig zijn en velen zullen
voor oogen staan, mogen enkele opmerkingen
hier volgen.
De omstandigheid, dat de jaren zijner schoolsche
vorming en van zijn eerste zelfstandige kunstbe
oefening vallen in een tijdvak van kunstverval,
verklaart hoe Israëls lange jaren in de engte
heeft gezeten eener onpersoonlijke kunst, die
zocht te bekoren door een zoet behagelijk mooi
van door starre omtrekken begrensde geglaceerde
kleuren. Tot de oudste werken, die van hem in
ons Stedelijk Museum aanwezig zijn, behoort het
historie-stuk: „Margaretha van Parma en Prins
Willem". Het draagt het jaartal 1855. De schilder
was dus toen reeds 31 jaar. In dezelfde zaal is
te vinden een werk van Pieneman. den meest
vermaarde uit de schilderschool omstreeks de
eerste helft dezer eeuw. Wie Israëls werk ver
gelijkt met Pienemans„Rembrandt in zijn atelier",
krijgt den indruk als waren beide stukken ge
schilderd naar eenzelfde methode en van een
zelfde palet. Maar reeds in een volgend werk,
„De gang langs liet kerkhof" (1856), verheft hij
zich tot een hoogte, die Pieneman nooit bereiken
zou. Hoewel de compositie wel eenigszins het
opzet verraadt om het stuk touchant te maken,
wij voelen toch in dit doek den forschen greep
van den zichzelf bewust geworden kunstenaar
en ook een streven om de omgeving, de van
droefheid zwangere lucht, te doen samenstenmien
met wat er door de ziel vaart van dezen vader,
met zijn moederlooze kinderen, schrijdende langs
het kerkhof. Maar in zijn volle kracht en hoog
heid vertoont de meester zich in het magistrale
doek: „Een zoon van het oude Volk". Het komt
uit de breede rij van Israëls werken als een
zijner moest geconcentreerde en aangrijpendste
scheppingen naar voren.
Een koninklijk schilderij, al geeft het maai
de beeltenis eens menschen, uit de onderste
lagen des volks, in nooddruft geboren en voor
beschikt in nooddruft te sterven. Een joodsche
uitdrager, gezeten op den drempel zijner schamele
woning in het Ghetto. Boven hem het woord
klinkt als ironie: een tropee van afgedragen
kleeren; naast hem een schrale uitstalling van
halfversleten blik- en koperwerkzijn negotie
Hij zelf versjofeld; gestoken in een vale jas, in
valsche plooien over de borst toegeknoopt, wijd
gapend aan den hals. De voeten versloft door
den zwerversgang langs 's heeren stratenhet
ruige hoofd gedekt door een met schunnig bont
omzoomden muts.
In het stoppelig gelaat een mond met vast-
gesloten lippenoogen, verdoofd van glans, wee
moedig starende in de ruimte. De armen met de
uitgerekte grove handen over elkaar geslagen
beeld van duldend zwijgen en stil berusten.
Een schepping van klassieke soberheidwaarbij
alle die als vastgegroeid is in haar omgeving.
Welk een machtig gevoel moet den kunstenaar
bewogen hebben, toen hij het model van dezen
joodschen schacheraar aanschouwende, in zijne
ziel eene zóó aangrijpende schepping voelde
levendig wordenHet werk dagteekent uit 1889.
Reeds te voren blijkt uit teekeningen en schilde
rijen, hoe het portret van Jacob Stedel een
haagsch joden-type den meester bezig hield.
Maar eerst in „Een Zoon van het oude Volk"
is het beeld des joodschen kramers onttrokken
aan zijn bijzonder bestaan en veralgemeend tot
eene schepping, die de geschiedenis van eeuwen
omvat; eene schepping, die de herinnering in
ons oproept aan de smart en smaad en weder
waardigheden van dat eens zoo hooggezeten volk,
verstooten van het erfdeel zijner vaderen, ver
strooid naar alle streken van de aarde van
dat volk, dat in onwankelbaar vertrouwen op
de ontferming van zijn God, het oogenblik ver
beidt, dat Hij zijn kinderen weer verzamelen
zal in de Heilige stede van Jerusalem. Hoe de
meester zelf dit werk, als een der hoofdpunten
in zijn oeuvre beschouwt, blijkt hieruit, dat
hij het ter gelegenheid van zijn tachtigsten ver
jaardag uitverkoor om te worden gereproduceerd
en uit de zorg, waarmee hij de ets, door prof.
Dake toen gemaakt, in haar ontwikkeling volgde
en met den heer Dake samenwerkte om de ets
tot den voortreftëlijken staat op te voeren, waarin
wij haar thans bezitten. En elk exemplaar voor
zag hij van zijn handteekening.
„Een Zoon van het oude Volk." Ook uit den
titel blijkt, dat Israëls aan zijn werk een meer
algemeene, eene diepere beteekenis heeft willen
toekennen, dan uit zijn sujet op zich zelf be
schouwd, zou voortvloeien. En hier komen wij
op een eigenaardigheid in zijn kunstopvatting
en zijn kunststreven, die hem een zeer aparte
plaats verzekert in onze moderne schilderschool.
Israëls is sujet-schilder, d w. z. bij hem wekt
het schilderstuk niet enkel qua schilderstuk emotie,
maar dit doet ook de voorstelling. Hij schildert
dramatische momenten, zieleliandelingen, zich
afspiegelende in de houding en het uiterlijk zijner-
figuren en hunne omgeving. Reeds van den aan
vang af teekent deze richling in zijn kunst
opvatting zich bij hem af, immers, in het his
torisch genre, waarmee hij begon. Hij trok ten
gevolge van dezen door hem op het sujet gelegden
nadruk, al dadelijk de aandacht van het groote
publiek, dat in de voornaamste plaats geboeid
wordt (loor een sprekend gegeven. Voor een deel
verklaart dit Israëls vroege populariteit. Reeds
de titels, die hij aan zijn schilderijen geeft, be
palen den aard zijner kunst in deze. Titels als:
„Na den Storm", „Alleen op de Waereld", „De
gang langs het Kerkhof', „Van Duisternis to
Licht", zijn als bruggen waarover de aandacht
wordt samengetrokken op slechts één figuur,
publiek de strekking der voorstelling geleidelijk
tegemoet treedt.
Maar men onderselieide wel terdegeDe kunst
kent slechts ééne wet: reproduire par le coeur,
zooals De Concourt het in vier woorden uitdrukt.
Voor kunst mag men alleen datgene houden,
-waar een „ziel" uit schijnt, de ziel des kunstenaars,
die in vervoering werd gebracht onder de aan
schouwing, het in zich opnemen, verwerken
doorleven van hetgeen hij in beeld bracht. Dit'
veronderstelt natuurlijk het bgzit van technische
vaardigheid, die echter buiten de kunst staat en
tot liet handwerk behoort. Zij kan tot zekere
hoogte zich door bijna ieder in voldoende mate
worden eigen gemaakt, als vrucht van ijverige
oefening.
(Wordt vervolgd).
De textielverzameling van het
UIT ANDERE Museum van Kunstnijverheid te
GEMEENTEN. Haarlem werd onlangs uitgebreid
met een groot aantal weefwerken
uit den Indischen Archipel, waaronder zich de
meest zeldzame exemplaren bevinden. OokJkat-
weefsels van Biliton, Palembang, Bali, Timor,
Koetei en andere gewesten zijn in deze ver
zameling opgenomen.
Bij de reorganisatie van liet museum zal eene
afzonderlijke afdeeling voor de textielkunst
worden ingericht, waarin weefwerken van ver
schillende landen plaatsing zullen vinden.
Zondag is de toegang tot het museum kosteloos
De K e li n e m e r Pa d vinder s.
Een eigenaardige plechtigheid had 1.1. Dinsdag
middag in den tuin van het Brongebouw te
Haarlem plaats, n.l. de installatie van de eerste
79 Kennemer padvinders. De burgemeester van
Haarlem, benevens de plaatselijke commandant
der infanterie, eenige autoriteiten en andere ge-
noodigden waren aanwezig. Verder vele ouders
der padvinders en belangstellenden.
De voorzitter der Kennemer padvinders te
Haarlem, de heer J. van der Kop, nam het
woord en sprak de jongens kernachtig toe. Hij
wees hen op hunne plichten die zij na het afleggen
der belofte te vervullen hebben en sprak zijn
vertrouwen uit dat allen, zoo zij liet nog niet
waren, zouden worden echte hollandsche jongens,
uit één stuk. Ook wees hij er op dat de pad
vindersbeweging niets te maken heeft met d
politiek, noch met godsdienstgeschillen en dat
ook het soldaatjespelen geenszins in de bedoelim
ligt. Maar discipline moet er zijn.
Na zijn toespraak, die blijkbaar bij de knapen
in goede aarde viel en in alle deelen begrepen
scheen te zijn, had het afleggen der belofte plaats.
Iedere jongen sprak op zijn beurt: „Dat beloof
ik". Tot slot weerklonk een driemaal herhaald,
krachtig hoera voor de hoogste vertegenwoor
digster van het gezag: II. M. de Koningin, dat
gevolgd werd door het spelen van het oude
Wilhelmus, door alle aanwezigen met ontbloot
hoofd aangehoord.
De plechtigheid werd opgeluisterd door de
muziek van het 10de. De lieer Rap dirigeerde.
Het eerste nummer was een door den heer Rap
krachtig gezet stuk op motieven van volkslie
deren, beginnende met het lied van „De Zilver
vloot" en eindigend met ,,'t Is plicht dat ieder
jongen". De frissche muziek droeg niet weinig
tot het welslagen van het geheel bij en het
met piëteit gespeelde Wilhelmus gaf er werke
lijk wijding aan.
Zijn er wellicht in Bloemendaal en Bloemen-
daals omgeving leden en vrienden van den
Protestantenbond, die hun logeerkamer en hunne
gastvrijheid willen aanbieden aan bezoekers van
de algemeene vergadering, die 24 en 25 October
te Haarlem zal worden gehouden Mogen w j
dan aan hen, die hun huis voor één of meer
gasten ter beschikking stellen, vriendelijk ver
zoeken daarvan s.v.p. schriftelijk mededeeling t
zenden aan het gebouw van den Protestanten
bond te Haarlem?
Onze plaatsgenoot de heer J.
HANDEL EN D. Richards is benoemd tot lid
INDUSTRIE, der internationale jury, voor de
tentoonstelling van fruit, produc
ten uit vruchten bereid, gereedschappen ten
dienste van het ooftteelkundig bedrijf en ver
pakkingsmateriaal, welke van 29 September tot
2 October a.s. te Eist wordt gehouden. Deze ten
toonstelling, indertijd opgezet door den heer
Lovink onder leiding van de Nederlandsche Po-
mologische Vereeniging, heeft in het bijzonder
betrekking op de vruchtenteelkunde en wat daar
mede verband houdt. Voorzitter der jury is de
heer F. B. Löhnis, inspecteur van den Landbouw.
Blijkbaar is de heer Richards uitgenoodigd mei
het oog op de inzendingen van vruchten, jams
en sappen in bussen en glazen.
Van de N.V. Philips metaalgloeilampenfabriek
te Eindhoven ontvingen we een reclame-vloei-
drukker met 't verzoek, dezen op ons kantoor
in gebruik te willen nemen. Als er één verzoek
gemakkelijk was in te willigen is't zonder twijfel
dit. De bovenkant van den vloeidrukker, van ge
ëmailleerd ijzer, is fraai in kleuren bedrukt eii
stelt voor een glundere, brabantsche schoone uit
de omstreken van Eindhoven, die uit het donker
te voorschijn treedt en door middel van een
Pliilips-lamp licht in de duisternis brengt.
dit laten gaan is verschillend in gesprekken en
in brieven. In gesprekken n.l. is het woord als
een pluimbal, die heen en weer wordt gekaatst,
in allerlei richtingen, waaronder heel grillige
vaak. In brieven spreekt één persoon, en gelijkt
zijn rede op een rustigen gelijkmatigen stroom.
Ik schrijf beter dan ik spreek. Ik schrijf ook
liever dan ik spreek. In een gesprek kan een
soms onwillekeurige beweging, een blik van
mijn hoorder mijn gedachten stop zetten of
afleiden. Er is ook een zekere schroom bij het
mondeling uitspreken van mijn gevoelens, omdat
ik dan tegenover me heb als het ware een
spiegel waarin zij weerkaatst worden, welks
oppervlak soms meer heeft van een goedkoop
vensterglas, waarin je jezelf vaak in de aller
dolste verdraaiingen aanschouwt. Bij het schrij
ven van brieven kun je rustig hij je gezegden
nadenken, hier wat schrappen, daar wat bij-
krabbelen, ginds een zinswending vermooien.
Daarna, d. w. z. als het antwoord komt, kijk je
in den spiegel, met een zekere nieuwsgierigheid,
gemengd met onrust.
„Ik krijg liever brieven dan dat ik ze schrijf,"
zeide eens iemand.
„En ik precies het omgekeerde," antwoordde
ik lachend.
Niet, dat ik het stapeltje dat vaak naast mijn
ontbijtbord ligt, graag zou missen! Maar, je be
grijpt me wel, er zijn brieven èn brieven. Er
zijn er, die ik graag lees, en herlees, en er zijn
andere, waarbij ik mezelf afvraagmoest nu
voor zulke oimoozele beuzelpraat een postzegel
verknoeid wordenJe hebt van die epistels,
waarin je hoort de zucht met welke zij werden
begonnen en die bij "elke nieuwe wending her
haald werd: „Waar moet ik het nu toch in
vredesnaam over hebben? Er is niets te
schrijven
Niets te schrijven! Leeft er dan niets in dat
hart en achter dat voorhoofd dan opmerkingen
over het weer en de gezondheid? Al zat ik
midden in de Sahara-woestijn, met wat papier,
pen en inkt enne een flinke parasol boven
mijn hoofd, pende ik fluks een ellenlange ont
boezeming over het zand aan mijn voeten en
de luchten boven mijn hoofd.
En jij, Mary?
Keetje.
plaatselijk
nieuws.
terras van hote]
van de De Genest
daal door de
van het Algenn
Er was veel be
van het dagelij 1
daal. waren v
eenigingen a:
de rede, die in
Loosjes te Hi
is. Zij bevat v
door iedereen
ons tot overdi
de spreker tot
dracht genadei
„En zoo is di
van deze genie
ik namens ou
overdragen, dii
den steun vi
ons land, oud
ver, tot in de
Vergun mij
de medewerk
buiten deze gei
Daar is hier
„Bloemendaal'"
toen wij liet
van de geschikt
hopeloozen striji
aandacht eerst
te krijgen, ple
lijke samenwe:
van de vereen
Dan de hotel]
zoo vriendelijk
Bertling ons
te bieden, juiï
hoopten wegen
Bloemendalers
hun bezwaren
breed uitmate
den heef Bertl
zaak zal ik stee
En buiten
heid, waarmee
Vreugde voor
kneedde evenz°
zin die U aa
bewonderen.
Ook mr. J.
warmen dank
den dichter, d
hij ons het
nader bracht.
En dan resl
dank aan den
gevraagd zijn
tan een waai
ons dat meelev
diegenen die
Bloemendaal
hadden wij het
Juli 1.1. konden
som ons gewaa
verder binnenl
wachten. Buitei
ons, dat wij c
voor een gedeel
want het is be
wordt door z
dank aan de
blijft er even
En ten sloi
Breggen van
bank voor va
een planten-
dank.
Na' mij van
gekweten verzo
teeken voor
toekomst vooi
innering aan
blijven in dit
geslacht zal
volk van de
geëerd heeft t
Toen dr. Sch
zich naar de
bloemen en
het omhulsel
aan Z.E.A. de
die haar aam
zorgen aan de
De plechtig!
HAAI
Onderstaand!
schappen zul]
Seizoen A B
VOORSTEL
Dir. P. D. A
Dir. WILLE!
Dir. LOUIS I
Balcon kaarten
Stalles
Parket
Frontloge
Parterre
Zijloge
Aniphitheather
Nog verkrijg
plaatsen beneve
Inlichtingen
krijgbaar Bur
Jansweg 53.