ONAFHANKELIJK ORGAAN VOOR NEDERLAND Bureau van Redactie en Administratie Bloemendaalscheweg 49. Tel. 1837. Bloemendaal. Twee vriendinnen. 5e jaargang. ZATERDAG, 4 NOVEMBER 1911. No. 44 Het Bloemendooluh Weekblad. Prijs per halfjaar fl.25 bij vooruitbe taling. Prijs per nummer f 0.10 Advertentiën 10 eeuts per regel hjj herhaalde plaatsing korting. Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht. Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden, j We zullen mi-maar hopen, dat de tijd spoedig zal aanbreken dat die stapelplaats zal verdwijnen En hij zal komen, het daghet reeds; een uit breidingsplan iler gemeente ligt immers ter inzage. Dan zullen, zoodra dit plan ten uitvoer wordt gebracht, alle steenen des aanstoots verdwijnen, en Heemstede zal dan wordeil. een „tuinstad". Dan zal van deze plaats kunnen worden ge sproken als van een lustoord, een sieraad van deze streek. Of wij 't nog zullen heieven? Waarschijnlijk niet, maar we hopen dat II. en W. de zaak flink zullen aanpakken, opdat, zooal niet liet tegen woordige, dan toch het komende geslacht er van zal kunnen genieten. We hopen ook dat B. en W. zullen handelen in den geest van liet: „En reken d' uitkomst niet, doch telt het doel alleen". Heb ik zoo op mijn wandeling ontmoet dat gene wat dient te verdwijnen, ik heb ook aanteekeningen kunnen maken die van betere dingen getuigen. Wat is bijv. de weg van uit den Hout tot aan 't Blauwbruggetje niet ten goede veranderd niet waar De oude, holle hoornen zijn verdwenen, jonge zijn er voor in de plaats geplant, een fiets en wandelpad zijn aangelegd, kortom, 't geheel levert een prettigen aanblik op. De plantsoen commissie komt hier zeker een woord van hulde toe, en we twijfelen er niet aan of ze zal op den eenmaal ingeslagen weg blijven voortgaan. Hun richting aanwijzen, zal ik thans niet doen, wellicht ontmoet ik op mijn wandeling een en ander dat op den weg dier commissie ligt om te laten veranderen en als dan daarop haar aandacht gevestigd wordt, twijfel ik niet of ze zullen die aanwijzing zeker gaarne in overweging nemen. Eenige donkere wolken pakken zich thans boven ons samen, want de melkverbruikers be ginnen te ageeren tegen de hun inziens te hooge melkprijzen. Of deze agitatie er toe zal voeren dat er vrede komt tusschen gebruikers en ver- koopers, we hopen het maar, want zoo'n binnen- landsche oorlog is voor een goeden gang van zaken niet bevorderlijk. 't Deed mij genoegen te vernemen, dat liet aantal abenne's op dit blad in deze gemeente gaandeweg toeneemtik vertrouw dat in den loop dezer dagen nog tal van inteekenbiljetten liet redactiebureau zullen worden toegezonden AAN ONZE ABONNEES. dan de ongeregelde bezorging van or.s weekblad buiten schuld van de postkan- i j in onze t/emeentet gedurende de laatste w ken is een einde gemaakt. Met d directie van het postkantoor te H arlem hebben wij een regeling g roffen die in het vervolg een goede e peditie waarborgt. L zingen dr. A. H. de Hartog. Dr. de Hartog blijft voortgaan het g istelijk leven in Haarlem en omstreken oj te wekken. Dit jaar zal hij leiding g en aan het denken door op de volgende a nden telkens des avonds te 8 uur in hi1 gebouw der Broedergemeente, Park- la n, te Haarlem te spreken over de li t.-christelijke godsdiensten: op 16 en 3t Nov., 14 Dec., 18 Jan. en 1, 15 en 2' Febr. a.s. :1e onderwerpen zijn te machtig om i kortstondige kennismaking bij de h rders zooveel bekendheid met feiten e lata en hun redelijk verband na te laten, fi i eigen studie achterwege kan blijven. V hopen dus dat de geleerde spreker lalve de van hem te verwachten iterlijke uitbeelding dier godsdiensten, c> bronnen zal geven, althans noemen, 1 reikbaar voor intelligentiën met matige 1 urzen. Wij kunnen onze lezers niet ge- g aanraden naar den begaafden spreker gaan hooren. Wij geven dien raad om e redenen. Ten eerste valt het in ze lijn alles wat in Haarlem en om ving tot opleving van het geestelijk i wustzijn, tot het ontvonken van intel- I entie leiden kan te bevorderen, ten t :ede verwachten wij tengevolge van de ;ende wisselwerking tusschen spreker hoorders, leeraar en leerlingen, van druk bezoek van uiteen loopend i evoeden en denkenden aan dr. De II tog's cursussen een spreken van hem v -al op wijsgeerige wijze, terwijl wan- alleen zijne gemeentenaren of ge le isgenooten deel uitmaken van zijn g< oor de magneetnaald als vanzelf meer ii Ie richting eener bepaalde kerkelijke en hetgeen haar aanbeveelt wijst, voor het begrijpelijk maken van In behandelde onderwerp in het alge- :n noodig schijnt. En dit zou jammer zijn. Heemsteedsche brieven. V. Is wel jammer maar 't kan niet anders, ik .e 'Ci nog eenmaal de aandacht vestigen op een in den weg". Het Wilhelminaplein, 't welk genoemd kan i" den bet centrum van het dorp., wordt n. 1. zeer ontsierd door een stapelplaats van deN.-Z.-H. stoomtram, 't Schijnt dat de gemeente er niets aan ■en kun, want ze zou die stapelplaats gaarne weg willen hebben. meen me namelijk te herinneren, dat de tram- maatschappij indertijd had verzocht een wissel te mogen leggen op het Wilhelminaplein, maar 'lat B. en W. hebben geantwoord dit alleen dan te kunnen toestaan, wanneer de maatschappij de' rommel daar opruimde. Blijkbaar was deze daar niet toe genegen, want de wissel is er niet gekomen. Een Heemsteder. UIT DEN VREEMDE. De laatste paarden- omnibus te Londen V e r d w ij n t. (Overgenomen uit I)e Auto.) 't Is ongelooflijk hoe in enkele jaren liet aan zien der londensche straten veranderd is door liet gestadig afnemen der paarden-voertuigen, door het voortdurend toenemen der motorwagens van allerlei soort en gedaante. De hansom's, de karakteristieke echt londen sche rijtuigjes met den koetsier achterop, zijn zoo goed als verdwenen en deze week is de laatste paarden-omnibus uit het verkeer genomen. De laatste paarden-omnibus Voor hem wil ik een grafrede schrijven! Zoovele, vele jaren is hij onze trouwe dienaar geweest. Hoe dikwijls ben ik 't ijzeren trapje op geklauterd naar de imperiaal met de houten ban ken, in dubbele rij in gelid geplaatst, als in een schooltje. Dan installeerde ik me liefst voorop om van uit de hoogte ver te overzien dien woe- ligen stroom van caps, hansom's, bussen, karren, om ver uit te zien in de lange straten, de hoofd verkeerswegen van de reuzenstad: Piccadilly, Eegentstreet, Oxford-street, Strand, om beneden me de koppen, de ruggen, de flanken te zien van de kloek voortdravendë paarden, stevige goed verzorgde beesten, die geen medelijden af dwongen, die hun taak met lust schenen te ver vullen. Daar zat ik dan vlak achter den „driver", die niet in uniform, maar met een dopje op en met witten boord, soms iemand leek, die voor zijn eigen genoegen de teugels hanteerde en de zweep liet spelen boven de paardenruggen. Hij en de conducteur konden zoo grappig de nien- schen inviteeren in te stijgen, en zonder ge heel te stoppen, werd dan een vrachtje opgepikt even meehollen, een sprongetje en gesteund door den conducteur was je binnen in 't voortrollend vehikel. Ik herinner me, hoe ik vier jaar geleden te Lpnden was, en voorop bij den koetsier op zoo'n paardenomnibus gezeten, een verkennings- tqebt door de stad maakte. In dien tijd begonnen er al heel wat motorbussen te loopen, maar zo waren nog lang niet zoo geperfectioneerd als en witte boord. Xeen, „the motorbus at London was no failure!" dit zullen vele „drivers" met bitterheid in 't hart hebben moeten erkennen. Zij werden onttroondze moesten afdalen van hun verheven zitplaats en gelukkig degenen, die nog krachtig en energiek genoeg waren om 't nieuwe bedrijf te leeren, en na een korten leertijd over te gaan in dienst van de omnibus-maatschappijen, Voorheen en thans. De londensche paarden-omnibussen. welke dezer dagen voor het laatst gereden hebben. Bovenstaande afbeelding is een reproductie van een foto, welke 3 jaar geleden genomen werd bij Gaiety Corner i Wellingtonstreet). nutelkens hadden ze averij en zag men zoo'n modern vervoermiddel „en panne" staan. Ook np zagen we een fonkelnieuwen, gliinmenden autobus aau den kant van de straat staan; de uitgestapte passagiers in een groepje er om heende chauffeur zwoegend om den recalcitran- ten motor weer aan den gang te krijgen. De „driver" van mijn paarden-bus keek met een spottend, medelijdend lachje van ter zijde naar liet geheele zaakje en heel rustig, zelfbe wust, orakelde hij vanaf zijn troon„The motorL bus at London is a failure, a complete failure." Maar de motorbus bleek geen mislukking te zijn. Ernstig werd door de constructeurs voort als chauffeurs der moterbussen. Zoo kwam het einde der paardenbussen ras nader en deze week reed de laatste der London General Omnibus Co. voor 't laatst door de lon densche straten. Wij zijn vrienden van den vooruitgang; wij zijn zoo door snelheid verwend, dat onze liefde voor de paardenbussen langzaam'aan versieten is; de snelle motorbussen bewijzen ons veel betere diensten. Maar toch willen we even een eere-saluut brengen aan den verdwijnenden vriend uit vroegere jaren. Kijk, 't ging er mee, als hadden we langen tijd een prettigen, gesc hikten, trouwen dienaar gehad. Doch de dienaar werd Voorheen en thans. Dc tegenwoordige gearbeid 0111 tot grootere zekerheid, tot grootere volmaking te komen. Er werd gerekend en met verstand en overleg dienstregelingen in elkaar gesteld, om te geraken tot een voordeel afwerpende exploitatie. En als een niet terug te houden natuurkracht, won de motorbus steeds'veld, werd steeds algemeener, verdrong steeds meer en meer de paarden-bussen met de toch kloekdravende paarden en den gentleman-koetsier met dopje aanblik van Gaiety Corner te Londen. oud, naast hem namen we een jongere kracht in onzen dienst, die eerst wat onervaren, wat onhandig' was, maar die weldra ons uitstekend bediende; veel vlugger, veel beter dan de oude dienaar. En we voelden, dat het moment moest komen, dat de oude dienaar gepensionneerd werd. Hij mocht 11a zijn werkzaam leven opzijn lauweren gaan rusten. Zoo zien we ook den laatsten paar- denbus weggaan uit ons alledaagsleven. FEUILLETON. XVIII.. Lieve Keetje, Je brief, in hoofdzaak handelend over ernstige zaken, heeft mij toeh in een luimige bui gebracht, en weet je waarom? Eaad eens! Waar ik heen wil, zul je misschien niet begrijpen, hoewel 't zoo voor de baud ligt, maar ,ie bent zelf een blinde in deze zaak, dus dien ik wel een licht voor je te ontsteken Weet je wat het geval is? Je zegt men moet op de zinnen werken, 0111 de mensehen te krijgen waar je ze hebben wilt en nu zeg ik, dat Ver maren te veel op jouw zinnen heeft gewerkt Zeg eens eerlijk, is het niet zoo? En van zijn kant nu, ik weet het nog zoo met. Ik heli hem eens hooren zeggen, dat hij zooveel hield van donker haar en donkere oogen, en wie kan bogen op genoemde schoonheden? Mary zeker niet En als je er in geslaagd was je lievelingsidee, je weef welke, zooals ik ze gewoonlijk noem te verwezenlijken, dan zou dat een daad zijn geweest van heroïsme, ja zeker, want je meent mij op het ware pad te moeten houden en hoopt zoo een oplossing van het probleem „Mary" te vinden. Want in je hart, Keetje-lief, beschouw je mij als een verloren schaap, zoolang' ik niet in de veilige haven van een pastorie geland ben, is 't niet zoo? Maar gelukkig, de Voorzienigheid weet liet beter en ik zal nu maar kalm afwachten de gebeurtenissen, die komen zullen, nog voor geen sterfelijk oog waarneembaar, gehuld als ze zijn in den geheimzinnigen sluier der toekomst. En als je dit nn leest, krijg je misschien een kleur van verontwaardiging (staat overigens heel goed bij donkere oogen) en sluit boos den brief weg en dan ga je heftig stof afnemen of kopjes wasseken, al naarmate de noodzakelijk heden zich voordoen. Om op je vorig schrijven terug te komen, er is veel waars in wat je zegt ten opzichte van onze kerken en ik kan ook niet dwepen met de schoonheid, eigen aan die gebouwen, schoonheid van gras-groen saai op stijve banken of wit-en- rood beddenovertrek op keukenstoelen. De kerken zelf zijn mooi en interessant genoeg, wat bouw en vensters aangaat, maar helaas ontdaan van alle overtollige tooi, zooals dat de behoefte was der calvinisten, die, een afschuw hebbend van alle huichelarij en beeldenaanbidding, voor eeuwig wilden laten verdwijnenuiterlijk vertoon en het koninkrijk gods wilden zien in den geest, want zooals Jezus zegt„Mijn koninkrijk is niet van deze wereld". En ik kan dat zoo goed begrijpen; je zult merken de Puritein komt weer aan het woord, en het is hard en koud zul je misschien zeggen, maar ik kan er in komen. Ik kijk bijvoorbeeld met genoegen naar liet portret van Erasmus, door Holbein, naar dat gezicht met liarde trekken, met een mond en kin als van ijzer, vastberaden en onvermurwbaar, het gezicht ook van een asceet, die afstand deed van alle aardsche genietingen. En terwijl ik dit schrijf, vanuit Parijs temidden van liet fransche volk, voel ik toch zoo dat ik zeer veel verschil van dit volk, dat een volbloed fransche dit niet zou voelen, daarvoor moet je een}!kind uit het noorden zijn. Het fransche ras zou men kunnen noemen een vrouwelijk ras, „avec Fame catholique", en wij in het noorden zijn door onze landaard protestant, een mannelijk ras, dat koeler denkt en harder oordeelt. Je znit zeggen, maar de protestanten in Frank rijk dan? Als antwoord kan ik je zeggen dat het slechts een klein gedeelte is en dat het meest Fransch- Zwitsers zijn, in elk geval geen volbloed-franschen, en dat kleine groepje menschen doet moeite genoeg hun geloof aan het volk te brengen en ingang te doen vinden, maar ik meen te mogen zeggen dat de resultaten gering zijn. De franschen zijn of katholiek of hebben afgedaan met alle geloofszaken, zooals helaas, in de wereld der intellectueelen, der studenten enz. is te eon" stateeren. Je vraagt of ik de „Madeleine" gezien heb, ja zeker en als ik haar vergelijk met de „Notre- Dame", (waar ik natuurlijk nog eens heen ging, toen het mooi weer was met helderen hemel) dan geef ik de voorkeur aan de laatste. In het genre is de Madeleine heel mooi, een moderne' kerk in pseujo-klassieken stijl, zooals je uit de bekende afbeeldingen wel weet. Maar ik houd zoo bijzonder veel van Gotliiek, dat geen ander gebouw in staat is mij meer in geestdrift te doen geraken, dan een kerk in Gothischen stijl, 't Is onbeschrijfe lijk indrukwekkend en men voelt de bekoring, de godsdienstige vereering, liet idealisme dat uit gaat van dezen stijl, een stijl van zooveel eeuwen vóór ons, en zoo ontzaglijk veel grootscher en verhevener dan welke kunst ook onzer dagen. Er zijn heerlijke vensters, met kleuren, die je in vervoering brengen en waar je uren naar kunt kijken en nog niet genoeg gezien hebt, van de afwisseling der motieven en tinten, als even zoo vele ingevingen en gedachten van den kunste naar, die dat alles schiep. Links is een groot rozet-venster in" kleuren en schakeeringen van blauw, die onvergelijkelijk mooi zijn, van 't blauw der lucht, 't blauw van 't water, 't blauw der saffieren gevat in een rozet, samengesteld uit ontelbaar vele traceeringen. Dan tref je in een venster een blauwe bloem, met een vuurrood hart, als een symbool, en ik zou niet klaarkomen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1911 | | pagina 1