ONAFHANKELIJK ORGAAN VOOR NEDERLAND Bureau van Redactie en Administratie Bloemcndaalscheweg 49. Tel. 1837. Bloemendaal. Twee vriendinnen. ie jaargang. ZATERDAG. 16 DECEMBER 1911. No .50 Het Bloemendntdsch Weekblad. Prijs per halfjaar fl.25 bij vooruitbe taling. Prijs per nummer fO.10 Advertentiën 10 cents per regel hjj herhaalde plaatsing korting. Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht. ij dit nummer behoort een bijvoegsel Donderdagmiddag ve rgaderde GEMEENTE- de raad te 2 ure.- Voorzitter de BESTUUR. burgemeester. Afwezig waren de heeren Van Hooff en Roozen. N'a lezing der notulen die onveranderd werden ïdgekeurd, werden de ingekomen stukken be- ndeld. Hieronder bevondt zich een schrijven dr. Sleeswijk om ontheffing van art. 10 bis, welk echter te laat was ingekomen om nog len in beha ideling te worden genomen en ;evolg naar B. en W. werd verwezen. Verder i schrijven van de Binnenlandsche waarin :e weigert een aandeel te-betalen in het leggen een waterleidingbuis in den westelijken g van Ivweekduin. De voorzitter deelde naar ileiding hiervan mede dat verzuimd was in aanbesteding op te nemen de kosten van bij lgen hierin en dat de raad dit nog moest vast- len. De raad keurde goed dit later alsnog loen. lierna kwam een voorstel van B. en W. aan orde om op onderslaande donkere plaatsen in gemeente lichtpunten aan te brengen, en wel ichtpunt aan het Hofje van Put, 1 aan het je van Stoel, 1 aan den Verbindingsweg tus- en Boschlaan en den De Genestetweg, 1 aan Laantje van I'atma, 1 aan de Zomerzorger- tusschen den De Genestetweg en de Verlengde i. pellaan, 2 aan den Zandvoortscheweg tuSschen 'u"'laan en Sparrelaan, 4 aan de Dompvloeds- en 3 aan het Binnenpad. De laatste zeven men ter vervanging der zich aldaar bevindende i roleumlantaarns. Met algemeene stemmen erd het voorstel aangenomen. Punt 2: Verzoeken om onthe ffing van art. 10 bis. .'.an den heer P. 8. Rijnierse, wonende te msterdam, werd op een desbetreffend verzoek treffende een perceel aan den Zijlweg ont- i'fing verleend. Bii punt 3, overnemen van grond tot verbreeding negen besloot de raad onder dankzegging te an vaarden voor ƒ1.een strook grond van licev J. Eldering, deel uitmakende van i et perceel kad. bekend als sectie A, No. 4884, verbreeding van den Bloemendaalscheweg. 1 arna besloot de raad voor den tijd van één met ingang van 1 Mei 1912 tegen een prijs van zes honderd gulden aan den heer 1 A H. de Haas te verhuren het huis met den iij behoorenden stal kad. sectie A. No. 2679. Iet 5de punt der agenda was: Regeling borg- iivan den gemeente ontvanger. In deze besloot raad den gemeente-ontvanger onder de vol- ude voorwaarden toe te staan om in stede >ii eene inschrijving op een van de Grootboeken Nationale 8chuld of van eene eerste hypo- i< ek, certificaten van inschrijving of effecten nurkomende op de lijst, bedoeld bij het 3de en e .,1 van art. 21 der weduwenwet voor de riï'jnaren 1890, in onderpand te geven: de beurswaarde der te verpanden certificaten nschrijving en effecten, berekend naar den Idenkoers, zooals die laatstelijk is genoteerd s de prijscouranten van de ter beurze van msterdam verhandelde efl'ecten, moet het be- rag der zekerheid met ten minste 10 pCt. te iven gaan; big zoodanige daling van de beurswaarde i ertificaten van inschrijving of der effecten, zij het bedrag der zekerheid niet langer met pCt. te boven gaat, is de gemeente-ontvanger erplicht op eerste aanschrijving van den raad lianen één week het onderpand zoodanig aan a uilen, dat de waarde der verpande certificaten van .nschrijving of der effecten het bedrag der theid weder met tenminste 10 pCt. te boven gaat, - :e verpande certificaten van inschrijvingen eeten worden bewaard in eene safe ten kantore n le Hollandsche Crediet- en Deposito-bank, Ritsema te Haarlem, waarvan de sleutel i der berusting is van Burgemeester en Wet- iouders; de ruiling van de verpande certificaten van hi-cbrijving en effecten geschiedt op aanvrage dsn gemeente-ontvanger, die bij de aanvrage vkeurig opgeeft, zoowel de terug te nemen -i de in ruil te geven stukken; ndien bij Burgemeester en Wethouders tegen de voorgenomen ruiling geen bedenking heeft de ruiling plaats en treden de in ruil gegeven stukken geneel in de plaats van de teruggenomen stukken. Vervolgens werd bij punt 6 het reglement van orde voor de vergaderingen van den raad veranderd in dier voege dat uit artikel 4 van voornoemd reglement vervallen de woorden ,,Het openen der vergaderring zal door het luiden der Raadhuisbei worden aangekondigd". (De heer Bijvoet lachte). Bij punt 7: Inrichting run een keuringsdienst van levensmiddelen gaf de voorzitter een toelich ting, in 't kort hierop neerkomende Er bestaat een vereeniging van burgemeesters der omliggende gemeenten. In een gehouden vergadering dezer heeren is de wensclielijkheid besproken om voor rekening der gemeenten uit den omtrek een gemeenschappelijken keurings dienst in te richten. Alvorens hiertoe echter kan worden overgegaan, moeten de gemeentebesturen hun adhaesie er aan hechten. Er zullen 2 keur meesters aangesteld worden, die vermoedelijk elk een salaris van ƒ1500.— zullen ontvangen. De helft dezer kosten zullen bestreden worden door de deelnemende gemeenten en de helft door de inzenders van monsters. Nagenoeg alle dagelijks voorkomende levensmiddelen, uitge zonderd boter, welk artikel onder de rijkswet valt, zullen aan een keuring moeten worden onderworpen. De gemeenten die een uitnoodi- ging tot deelname hebben ontvangen zjjn Haarlem, Bennebroek, Bloemendaal, Haarlemmer- liede en Spaarnwoude, Schoten, Haarlemmermeer; Heemstede, Spaarndam en Zandvoort. Nadat door eenige leden inlichtingen waren gevraagd en de heer Koolhoven er met klem op had gewezen, dat bij eventueele totstandkoming ook consequent de hand aan de verordening zou worden gehouden nam de raad met algemeene stemmen eene adhaesie-betuiging aan. Hoewel niet op de agenda staande, deed de voorzitter mededeeling dat B. en W. van de Kennemer Electriciteit-Maatschappij eenige vragen omtrent afwijken der concessie hadden ontvangen. Aangezien deze zich uitsluitend op technisch gebied bewogen, en B. en W. huiverig zijn zich aan eenige afwijking der concessie, die zoo goed in elkaar zit, te wagen, hadden zij zich in ver binding gesteld met het electrotechnisch-advies- bureau en laboratorium Van der Hegge Zijnen, te Utrecht, om voorlichting. Deze firma zal voor het verstrekken harer adviezen 125. rekenen. De raad hechtte zijn goedkeuring aan een en ander. Bij de rondvraag vestigde de heer De Roo van Alderwerelt de aandacht op eenige reclame bordjes in de gemeenteplantsoenen, die z. i. de omgeving ontsieren. De voorzitter antwoordde dat de betreffende firma het recht heeft wegens gratis aanbrengen van groen en bloemen en op ver gunning van B. en W. hier eenige van die bordjes te plaatsen; hij geeft echter toe dat ze wel met wat overdrijving zijn aangebracht. Hierna zitting met gesloten deuren ter behan deling der reclames in zake plaatselijke belas tingen. KUNST. Tentoonstelling van werk van Hobbe Smith in het gebouw „De Roos" te Amsterdam. Hobbe Smith, die verleden jaar te Bloemendaal een tentoonstellinkje hield van zijn werk, heeft thans een grootere collectie geëxposeerd in de kunstzaal van het gebouw „De Roos" te Amsterdam (Rokin 13). Er zijn doeken bij, die we verleden jaar reeds zagen, maar er is meer nieuw werk. En dit nieuwere werk getuigt door zijn quantiteit van des schilders naarstigheid, door zijn qualiteit van des kunstenaars vaardigheid. Vaardig is Smith als weinig anderen. Zijn werk is kloek gedaan, met de bewustheid van kunnen. Hier is geen zoeken meer, maar gevonden hebben. Magistraal zijn de stadsgezichten, waarin ude grootheid van visie treft, evenzeer de knapheid van uitvoering. Smith goochelt niet met wazigen mist, die bij zooveel anderen aan het oog onttrekt toevallig juist wat voor uitbeelding buitengewone eischen stelde aan habiliteit. Hij verbergt niet gebrek aan teekenkunde achter mysterieuze luchten, maar hij zet zijn figuren in hun omgeving raak neer. En vervalt toch niet in het nuchtere, wijl wat hem goed dacht voor zijn doek, iets bekoorlijks bad voor zijn schoonheid zoekend kunstenaarsoog. Van „Land in zicht" kennen wij den rustigen ernst, in „Eindelijk 'n brief van hun zoon" leeren wij kennen de eenvoudige uitingen van moeder lijke bezorgdheid en vaderlijke belangstelling. O, zeg niet, dat hij op dit laatste doek de vreugde tranen vergeten heeft, die een onwaar dichter uit de oogen der moeder zou doen druppelen. Zeg niet, dat die vader te weinig uitdrukking geeft aan gevoelens. Deze menschen zijn niet exuberant.; het leven heeft hun meer gelatenheid gelaten. En toch, met een enkel stukje hier en daar wordt u ontsluierd, hoe beel binnen in die harten omgaat wat het uiterlijk verheelt. Van groote dramatische kracht is „Geen red ding". Die man en die vrouw zijn geen modellen, die in gestelde droefenis geposeerd hebben. Neen, het zijn treurenden, gezien aan het strand. Daar is waarheid bovenal in deze doeken. Het zijn geen opgepoetste visschers, die aan den drempel van het atelier hun klompen hebben uitgedaan en zich de haren glad gestreken. Het zijn levende zeebonken, met de kenteekenen van hun bedrijf gesneden in het gelaat, met zeemans handen en visscherskleeren aan. Zie nu het „Landschap met molen". Hieruit spreekt de bekoring van het stille buiten tot u. Ook weer niet opgesmukt met kleurtjes, die ge nooit buiten ziet, maar die voor een schilderij zoo goed „doen". Neen, waar gezien en waar weergegeven. Maar daardoor dan ook juist van zooveel bekoring voor wie niet verleerd heeft het natuurlijke mooi te vinden. Ach, wat kunnen de hypermodernen veel van dezen „eenvoudige" leeren. Hij stelt zich niet aan. maar vertelt met zijn penseel eenvoudig. Deze werken zijn als de goede gedichten der waarlijk groote dichters. Ge worstelt niet met den zin bouw en zoekt niet naar de beteekenis der woorden. Maar het gansche lied is u klaar en zingt u in de ziel. Het is niet curieus, dit werk, maar het is groot en grootsch. En wie het heeft, leert het liefhebben, omdat er steeds meer mooi in wordt gevonden, omdat het, als de natuur zelve, bij verandering van lucht, verandert van sfeer, levendig is als de natuur zelve. Hobbe Smith is een der weinigen, die niet hebben behoeven te wachten op den roem tot na hun dood. Hij vindt thans reeds waardeering, heeft thans reeds naam en succes. Toch spreekt er, schoon zelfbewustheid, geen zelfgenoegzaam heid uit zijn werk. Er zit arbeid in en de vaar digheid heeft hem niet tot oppervlakkigheid verleid. Deze tentoonstelling is inderdaad een expositie van werk, dat mag gezien worden. Geen werk, dat belooft, maar dat toont, hoe de belofte ge houden is, welke reeds jaren her in de studies lag, die nooit zijn atelier hebben verlaten. Het is een tentoonstelling, die men niet onbe zocht moet laten, als men voelt voor ware, kloeke, gezonde kunst- Schouwburg lansweg te Haarlem. T00NEEL. Het is bekend, dat Z. K. H. Prins Hendrik met eene bijzon dere voorliefde de vereeniging „Het Oranje-Kruis" in het leven heeft geroepen en daaraan voort durend zijne groote aandacht als voorzitter wijdt. Het schoone streven van deze echt nationale instelling, om bij rampen, welke ons vaderland mochten treffen getuige de storm van 30 Sep tember j.l. in Zeeland een' belangrijken steun te verleenen, heeft het bestuur der Koninklijke Letterlievende Vereeniging „J. J. Cremer" er toe geleid, om voor dit edel doel een kunstavond te organiseeren op 22 December a.s. in den Schouw burg, te Haarlem. Reeds mocht Z. K. H., op de laatst gehouden vergadering te Arnhem, met groote waardeering gewagen van het streven der Vereeniging „J. J. Cremer". De namen van talentvolle medewerkenden op instrumentaal en vocaal gebied zullen het pro gramma sieren. Ook de heeren Martin hebben zich gaarne bereid verklaard met eenige dames eene artistieke dans voor dat doel in te studeeren, terwijl op letterkundig gebied de Vereeniging „J. J. Cremer", onder leiding van den heer Nolst Trenité, zal opvoeren de door ZEd. be werkte tooneelsehets in 4 tafereelenDe Adver tentie of Iloe het Weeuwtje uit het Hof van Holland gevrijd werdnaar Potgieter's novelle. Het Eere-CLmité, dat zich wel beschikbaar wilde stellen om dit doel te steunen, bestaat uit de heerenmr. dr. W. F. van Leeuwen jhr. mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden, jhr J. T. van Spengler, F. W. baron van Tuyll van Serooskerken, jhr. H. W. M. van Coehoorn van Sminia, Herbert Cremer, C. J. van Tienhoven, H. M. van Bemmelen, dr. G. Nolst Trenité, J. B. Schuil. Italiaansche Opera. Morgenavond wordt de 2de voorstelling door de Italiaansche Opera te Haarlem gegeven Opgevoerd wordt de oude doch door velen nog steeds graag gehoorde opera van Rossini De Barbier van Sevilla. De prijzen zijn de gewone van Zondagsavonds. Plaatsbespreking achten wij zeer noodig. FEUILLETON. XXIV. Lieve Keetje. wil ik het eens hebben over het meisje in de Iransche litteratuur! Een sant onderwerp, waarover ik onlangs een ;il verhandeling las, die ik je evenwel one i lijk op kan sturen. Daarom zal ik trachten je ecu fiai w idee te geven van wat er met betrekking 'ot t uiderwerp in mijn brein is overgebleven. Iransche jonge meisje is éénig in haar genre f' 't is dus niet onaardig na te gaan welke rol loeit in de litteratuur vanaf de 17e eeuw i1 op beden. 1t begin der 17e eeuw speelt zij nog geheel zij neemt geen plaats in de letterkunde, ve i als jn famiiie; de geboorte vaneen meisje in het huisgezin is geenszins een heugelijk feit en zoo spoedig mogelijk wordt zij aan de zorgen van het klooster toevertrouwd. Daar doorleeft zij haar kinderjaren, in een omgeving van strenge leefregelen en onderdrukking van alles, wat naar vermaak zweemt. Lachen zelfs is haar verboden en 't is geen wonder, dat het arme schepseltje verlegen, linksch en gesloten van karakter wordt. Aan den anderen kant werkt het leven in het klooster zeer op de verbeelding en schept zij zich een bestaan in gedachten, geheel verschillend, ja in lijnrechte tegenstelling met haar dagelijksche omgeving. De wereld is voor haar het beloofde land, de wereld met haar vermaken, toiletten, verboden lectuur en comedies Overbodig te zeggen, dat de liefde in al die schijnvoorstellingen een groote rol speelt. Wie, die haar ziet het jonge meisje in het begin der 17e eeuw, zou ook maar een vermoeden hebben van wat zich afspeelt achter dat kalme sereene voorhoofdje, wat er schuilt in de diepten van die oogen, die nog niets van de wereld gezien hebben, maar alles al in phantasie door leefden? Er komt echter licht, een schemering slechts in de duisternis, maar een begin van een nieuwen dageraad. Madame de Maintenon sticht haar school Saint-Cyr 1686. voor de adellijke jonge meisjes, met de bedoeling een vroolijke, natuurlijke en gezonde omgeving te scheppen! Fénelon schrijft zijn „Education des Filles" en geeft daarin blijk van helder, diep doorzicht en groote kennis der psychologie: „Ce sont les femmes, qui ruinent ou soutiennent une maison, elles prennent part aux bonnes et aux mauvaises moeurs!" is natuurlijk genoeg voor onze ooren, maar was een nieuwe opvatting voor zijn tijd- genooten. Wij slaan nu een blik op de 18e eeuw. Wat is er van het jonge meisje geworden, hoe heeft zij zich ontwikkeld gedurende de verloopen periode? 't Is de eeuw der elegantie, der luxe, vanden verfijnden smaak, van den dans en de opvoeding wordt in de eerste plaats: frivool. Het jonge meisje uit dat tijdperk is dan ook ongelooflijk gracieus, verfijnd geestig, ijdel en coquet, zij heeft een zekere zelfstandigheid en levenswijsheid, die ons verbaast. Naast dat type treft men een ander aan, de Virginie in „Paul et Virginie" van Bernardin de St. Pierrie, zij is het ideaal van alles wat liefelijk, rein en vrouwelijk is. De romantiek nadert en onder dien invloed zal ook het karakter van het jonge meisje zich wederom wijzigen. Vooreerst moet echter de klemtoon gelegd worden op het feit, dat de romantiek als geheel het jonge meisje niet gekend heeft en dat slechts twee auteurs, Balzac en de Musset een juiste karakterschildering hebben gegeven. Het type is in uiterlijk ook veranderd. Het heeft iets droomerigs, iets vrouwelijks, iets melancholieks, het maakt niet den indruk van vroolijke levenlustige jonge meisjes. Haar leeftijd is vaag tusschen vijftien en dertig jaar. Haar kleeding is in overeenstemming met haar innerlijk," er is iets triests, iets weemoedigs in; zooals een schrijver uit dien tijd zegt: „Piile et rose la fois, sa collerette pleurait sur son cachemire et son cachemire pleurait sur sa robe, sa robe sur ses jambes; elle pleurait sur tout Dit alles verwondert ons niet! De jongelieden uit het tijdperk der romantiek zijn zwaarmoedig, zij kennen het leven met zijn hartstochten, zijn liefde, zijn leed, zij zijn van een interessante

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1911 | | pagina 1