KERK-AGENDA.
Haarlem.
Groote Kerk, v.m. 10 u., Ds. van Paassen.
Bakenesser Kerk. (voor de kinderen),
v.m. 10 uur, Ds. Montijn.
Vereen. van Vrijz. Hervormden.
(Gebouw Protestantenbond), v.m. 10 uur, Ds.
W. Bax Sr., Emer. pred. te Haarlem.
Eglise Wallonne, 10heures du matin, Mr. Martin
Dupont. MidiEcole du Dimanche.
Remonstrantsch-gereformeerden, v.m. 10 uur,
Ds. Haentjens. n.m. 1 uur, Zondagschool
in de Kerk.
Luthersclie kerk, v.m. 10'/2 u. Ds. Meijere.
Kerk der Vereen. Doopsgezinden, v.m. 10 u. Ds.
Binnerts.
Bloemendaal.
Ned. Herv. Gemeente,
v.m. 10 uur, Ds. Klinkhamer Bredius. Em. Pred.
672 uur de heer IC. Koopman.
Heemstede.
Ned. Herv. Gemeente,
v.m. 10 uur Ds. Barger. Pred. van Meer en Bosch.
Santpoort,
v.m. 10 uur, Ds. W. Bax .Tr.
Wijk aan Zee en Duin.
v.m. 10 u., Ds. S. Berkelbach van der Sprenkel.
Woensdag 11 Febr. 7VS u., Bijbellezing. Dezelfde
llmuiden.
Ned. Herv. Gemeente,
v.m. 10 uur Ds. H. W. Creutzberg.
27s uur, Ds. H. W. Creutzberg.
Bediening van de H. Doop.
Woensdag 14 Februari 8 uur, Ds. H. W. Creutz
berg. Bijbellezing.
Doopsgez. gem. en Ned. Prot. Bond.
v.m lO'/s uur, Ds. Erkelens, van Stavoren.
Zandvoort.
Ned. Herv. Gemeente,
v.m. 10 ure, Ds. tl. Posthumus Meijjes.
Met medew. van het kerkel. Zangk.
's Av. 7 ure, Ds. G. Posthumus Meijjes.
AGENDA.
BLOEMENDAAL.
Eiken Zondag, n.m. 2.J uur. Nieuwe zaal van
„Rusthoek." Matinee „Amsterdamsch Trio."
Eiken Dinsdag en Vrijdag. 810 uur. Hotel
„Vreeburg". Bloemendaal Commando. Ge
legenlieid tot oefening in het schieten met
Marga-patronen en in het buksscliieten.
Dinsdag 13 Februari, 8j uur. Hotel „Welge
legen." Concert te geven door mej. Hermine
Scholten en de heeren Philip Loots en Mar-
tinus Wolters.
Eiken Woensdagavond, van 810 uur inliet gym
nastieklokaal der 0. L. S. te Bloemen
daal, gymnastiek-exercitiën voor leden van
Bloemendaal-Commando."
HAARLEM.
Bureau van Consultatie tot verleenen van rechtsbijstand
aan onvermogenden. lederen Vrijdag houdt
het bureau des namiddags te half 2 zitting in
het gerechtsgebouw aan de Jansstraat. Voor
zitter mr. P. Tideman, secretaris mr. dr.W.P.Vis.
Koloniaal Museum (Paviljoen.) Dagelijks ge
opend van 104 ure.
Museum van Kun stnij ver h eid. (Paviljoen.)
Dagelijks geopend van 104 ure.
Gemeentelijk Museum. Dagelijks geopend van
10—4 ure. Entree f 0.25 p.p. Ie Woensdag
van de maand vrij. Zondags van 10.'1 vrij.
Bisschoppelijk Museum. (Jansstraat 79). Ge
opend behalve Zondags en R.-K. feestdagen
van 105 ure. Toegang 25 eents.
Stads-Bibliotheek. (Prinsenhof). Dagelijks ge
opend (behalve Zondags) van 104 uur.
Groote Kerk. Dinsdags van 12 ure, en
Donderdags van 23 ure, Orgelbespeling.
Teyler's Stichting. (Spaarne.) Geopend (be
halve Zaterdags en Zondags) van 113 ure.
De bibliotheek alle werkdagen van 1—4 ure.
Zaterdag 10 Februari, 8 uur.Schouwburg Jans-
weg. N. V. Het Tooneel. Dir. W. Royaards.
De Violiers. Tragi-komedi. f 2.50, 2.—, 1.75,
1.50, 1.25, 1.—, 0.(10, 0.40. Abonnementskaar
ten geldig.
Zondag II Februari, 8 uur. Schouwburg Jans-
weg. Ensemble Solser en Hesse. Kom je ook
op de Bruiloft van Mietje? f 2.1.50, 1.25,
1.—. 0.75, 0.60. 0.40.
Dinsdag 13 Februari, 8 uur. Schouwburg Jans-
weg. Rotterdamsch Tooneelgezelsohap. Ilir.
J. Mulder. Jan Ongeluk. Blijspel, f 1.50, 1.
0.75, 0.50, 0.40.
Dinsdag 13 Februari. 7J uur. Nutsgebouw. Zijl
straat. Cursus Bolland.
Donderdag 15 Februari, 9 uur. Brongebouw.
Bal-Masqué f 1.-
Vrijdag 10 Februari, 8 uur. Sociëteit Veree-
niging. Concert „Zang en Vriendschap."
Residentie-orkest.
VOETBAL.
HAARLEM.
Zondag II Februari, 2 uur. Haarlem Sparta i Rotter
dam). Terrein Schoterweg.
AANSTEKEN DER LANTAARNS.
De lantaarns van rijwielen, motorrijwielen en
automobielen moeten deze week ten 5.26 ure aan
gestoken worden.
den, naarmate het weefsel der tanden losser, we
zouden haast zeggenmeer poreus is. En nu is
het juist dit soort van weefsel, waaruit de tanden
der meer beschaafde volken is opgebouwd.
Ook de geaardheid van het voedsel speelt een
groote rolnaarmate het meer papperig, meer
kleverig is, zal het zich makkelijker aan en
tusschen de tanden vasthechten en moeilijker te
verwijderen zijn.
We hebben dus na te gaan welk verband er
bestaat tusschen onze beschaving en het voort
schrijden der cariës, om daarna in groote trekken
aan te toonen welke de gevolgen dezer landziekte
zijn voor het individu en voor de gemeenschap.
Tenslotte, zoo we er in kunnen slagen te be
wijzen, dat deze laatste evenals het individu
groote schade lijdt door het veelvuldig voorko
men dezer ziekte, hebben we naar middelen om
te zien waardoor de cariës als volksziekte kan
worden bestreden.
Omtrent de tentoonstelling
HANDEL EN van handel, industrie, land- en
NIJVERHEID tuinbouw, scheepvaart, jacht en
visscherij, nering en bedrijf,
scheepsbouw, kunstgeschiedenis, verkeersmid
delen, onderwijs, hygiëne, sport, weldadigheid,
vrouwenarbeid, architectuur, enz., enz., te houden
te Dordrecht van (i Juli tot 15 September 1912,
ontvingen wij de volgende opgaaf.
Beschermheeren: Mr. Th. Heemskerk,
minister van binnenlandsche zaken, te 's-Gra-
venhage; A. S. Talma, minister van landbouw,
nijverheid en handel, te 's-Gravenhagemr. E.
C'. Baron Sweerts de Landas Wyborgh, commis
saris der koningin in Zuid-Holland, te 's-Gra
venhage.
E ere-voorzitter: H. J. Wichers, burge
meester der gemeente Dordrecht, te Dordrecht.
Eere-leden: Mr. A. P. R. C. baron van der
Borch van Verwolde, lid der tweede kamer der
staten-generaal, te Verwolde bij LarenN. Bonten
Az., burgemeester der gemeente Papendrecht,
te PapendrechtA. J. A. de Bosson, wethouder
der gemeente Dordrecht, le Dordrecht; P. J. A.
de Bruine, burgemeester der gemeente Zwijn-
drecht te Zwijndrecht; mr. J. C. A. Everwijn,
referendaris bij het departement van landbouw
nijverheid en handel, afd. handel, te 's-Graven
hage; jhr. mr. D. J. de Geer, lid der provinciale
staten van Zuid-Holland, te Rotterdam; jhr.
mr. W. Th. Gevers Deynoot, lid der provinciale
staten van Zuid-Holland, te 's-Gavenhage; 8. M.
Hugo van Gijn, oud-lid der tweede kamer der
staten generaal, te Dordrecht; E. van der Gijp
Barendrecht, lid der provincialle staten van
Zuid-Holland, wethouder der gemeente Dord
recht, te Dordrecht; J. Hordijk Jac.zn., wet
houder der gemeente Dordrecht, te Dordrecht;
C. Houtman, luitenant-kolonel, commandant van
het korps pontonniers, te Dordrecht; D. 11. Jas,
burgemeester der gemeente Dubbeldam te Dubbel
dam; N. A. de Joncheere, burgemeester der ge
meente Puttershoek, te Puttershoek; N. P. Jong-
kindt, lid der provinciale staten van Zuid-Holland,
te DordrechtP. J. de Kanter, lid der tweede
kamer der staten-generaal, te Dordrecht; mr. K.
Meyer Wiersma, president van de arrondissements
rechtbank, te Dordrecht; Jhr. Mr. P. A. G. de
Milly van Heyden Reinestein, burgemeester der
gemeente H.-I.-Ambaeht, te H.-I.-AmbachtMr.
G. J. W. van Trieht, officier van justitie, te
DordrechtJ. T. Visser, lid der provinciale
staten van Zuid-Holland, te PapendrechtF. van
Vliet, burgemeester der gemeente Nieuw-Lekker-
land, te KinderdijkJ. P. A. Wyers, voorzitter
der kamer van koophandel en fabrieken, te
DordrechtS. E. Ypeyburgemeester der gemeente
Sliedrecht, te Sliedrecht.
Hoofdbestuur: H. de Graaf, voorzitter;
A. H. P. Augustijn, 2e voorzitter; Mr. J. II.
Mulock Houwer, secretarisW. H. de Vos, 2e
secretaris N. D. van Gijn, Penningmeester B. van
BilderbeekP. J. BosC. M. van Diemen
J. O. W. F. de Kat van Hardinxveld.
Finantieele commissie: Mr. L. W. A.
Colombijn, voorzitterP. D. Schuilei' tot Peur-
sum, secretaris; Mr. J. J. BergsnuiN. D. van
GijnJ. I. de MuijnkCarel Tenenti.
Rechtskundige adviseurs: Mr. .1. Salo-
monson en mr. A. F. Telders.
Waarborgfonds-commissie: P. J. de
Kanter, voorzitterJ. O. W. F. de Kat van Har
dinxveld, secretarisW. H. van Bilderbeek
P. J. A. de BruineF. C'. Déking DuraP. van
DrielS. M. Hugo van GijnE. van der Gijp
BarendregtJ. W. van HerwaardenH. O. de
Joncheere; E. II. LebretJ. Lips Bzn. L.
van OldenborghJ. P. A. Wyers.
Accountant: J. van Zee.
Algemeen secretaris: Mr. J. II. Mulock
Houwer.
internationale gastentoon stelling
te Amsterdam.
Sedert geruimen tijd heeft in Nederland geene
internationale tentoonstelling op het gebied van
toestellen voor gasgebruik plaats gehad De
tecniek is inmiddels sterk vooruitgegaan, doch
niettegenstaande de pogingen van fabrikanten
en handelaren om hiervan het publiek te door
dringen, blijkt het voortdurend, dat tal van
toepassingen van gas en verbeteringen in de
toestellen, welke voor het gebruik dienen, on
voldoende bekend zijn en derhalve niet die waar
deering genieten, waarop zij ten volle aanspraak
mogen maken.
Om hieraan te gemoet te komen is de gemeente
Amsterdam voornemens in 1912 aldaar eene
internationale gastentoonstelling te doen houden,
welk doel zal zijn een overzicht te geven van
alle gastoestellen, die zoowel voor verlichting
als voor huishoudelijk en industrieel gebruik
kunnen worden aangewend en die zal worden
gehouden in het Paleis van Volksvlijt, dat door
zijne centrale ligging en groote ruimten in zalen,
galerijen en tuin de meest geschikte gelegenheid
biedt. Zij zal geopend worden op den llden
September 1912 en gesloten worden den 6den
October 1912, terwijl liet recht is voorbehouden
den duur met ééne week te verlengen.
Het voornemen bestaat gedurende de tentoon
stelling in een daartoe nader aan te wijzen zaal
van het Paleis voordrachten over verschillende
onderwerpen op gasgebied te doen houden, welke
het gasgebruik kunnen bevorderen en de belang
stelling in ile talrijke toepassingen van liet gas
kunnen opwekken.
Het lijdt geen twijfel o! hier wordt een zeer
gunstige gelegenheid voor fabrikanten en hande
laren geboden, om aan hunne artikelen de noo-
dige bekendheid te geven. De voorwaarden,
waaronder gelegenheid tot tentoonstellen zal
worden verleend, benevens een plattegrond der
ruimten en het daarin beschikbaar gestelde eta-
leeringsoppervlak zijn in bewerking. De gehuurde
ruimte zal naar gelang van de plaats tegen eene
vergoeding van f 25 tot f 5 per M2 berekend
worden, terwijl het op de tentoonstelling door
de exposanten eventueel te gebruiken gas en de
voor den toevoer benoodigde leidingen tot de
standplaatsen gratis geleverd zullen worden.
Een aantal diploma's voor bekroningen zal
beschikbaar worden gesteld.
Het ligt in de bedoeling van de inzendingen
een catalogus samen te stellen.
Om dezen voor belanghebbenden van meer
blijvende waarde te doen zijn zal aan de inzen
ders gelegenheid worden gegeven daarin tegeii
een matig tarief afbeeldingen en beschrijvingen
hunner artikelen te doen opnemen. Verdere in
lichtingen kunnen worden aangevraagd bij de
directie der gemeentegasfabrieken, hoofdkantoor,
Amstel 29a.
Domary. Reïncarnatie of
VAN BOEK EN Antwoord op ddrragenWorden
TIJDSCHRIFT, wij als zelfstandige wezens op deze
planeet herborenHoe moet dan
de Ouderliefde beschouwd worden? Uitgave van
G. A. W. van Straaten, Middelburg.
Dit vlugschriftje, niet ter bespreking toege
zonden, maar behoorende tot mijn eigen ver
zameling, is belangwekkend genoeg om over
dacht en behandeld te worden. Ik dacht bij het
lezen er van dadelijk aan een ander werkje,
mede in mijn bezit, 't welk ik ter vergelijking
Irer ook-noem: Reïncarnatie en Karma., twee preeken
van Ds. Louis A. Bdhler1903 Gedrukt voor
rekening van den schrijver, Oosterwolde (Friesl.)
Hiervan de éérste der beide preeken.
Reïncarnatie, weder-vleeschwording, weder
geboorte, zielsverhuizing. Deze leer is geen Chris
telijke. en heel oud. Het mag dus wel eigenaardig
genoemd worden dat in onzen tijd ook predikanten,
zooals ds. Biihler en vele andere, zich met die
leer bezig houden niet alleen, maar haar ook
aangenomen hebben, haar tevens aanpassend aan
wat de bijbel leert omtrent het leven hierna
maals. Zij nu, spreken niet langer alleen van
een voortbestaan, maar ook van een „voor
bestaan", it van een hiernamaals naast een „hier-
voormaals".
Domary vestigt er in zijn vlugsclirifje de aandacht
op dat de leer der reïncarnatie aanleiding heeft
gegeven tot ontzaglijk veel misverstand, heftige
woorden, twistgeschrijf. Misverstand zeker, en ik
zou er aan kunnen toevoegen: voortspruitend
uit domheid of bekrompenheid. Zeide niet eens
iemand, een dominé nog wel, van een vegetariër,
die ook geloofde aan reïncarnatie: „O, ik begrijp
wel, waarom X geen vleesch eet, is hij niet bang
vandaag of morgen zijn eigen grootvader op te
peuzelen?" Mogelijk, dat Zijn Eerwaarde een
grapje ten beste wilde geven, ik mag het lijden
voor hem, want een dergelijke opvatting van de
leer der zielsverhuizing is haast te ongerijmd om
er lang bij stil te staan. Omdat er evenwel zijn
die zulke domheden nog denken, gewaagde ik
er van.
Domary spreekt van deze leer, alsof ze uit
sluitend werd beleden door de spiritistendie
daarin lijnrecht staan tegen de spiritualisten. Dat
er echter nog andere aanhangers van zijn
blijkt in de eer*te plaats uit het werkje van
ds. Biihler (die voor zoover ik weet géén
spiritist of wat ook is, maar zich noemt Christen-
anarchist) en dan niet te vergeten de groote groep
der theosofen. En zelfs buitendien telt de leer
der zielsverhuizing vele belijders, ernstige en
minder ernstige, overtuigde en weifelende, maar
alle min of meer doordrongen van het gevoel
dat voor hen de vraag naar rechtvaardigheid
door die leer het best wordt bevredigd.
Domary en ds. Biihler zijn er beiden vurige
apostelen van, en het is belangwekkend hun
betoog naast elkander te leggen ter vergelijkende
overdenking. In hoofdzaak komen zij overeen,
beiden toch trachten bewijzen te geven voor hun
geloof aan zielsverhuizing, en beiden bestrijden
op vrijwel gelijke wijze hun tegenstanders.
Domary is alleen wat gematigder in zijn woorden.
Waarom toch, zoo vraagt Domary, vindt het
denkbeeld van een wedergeboorte zooveel tegen
kanting? Misschien wel voornamelijk uit angst.
Het leven, zegt men, is voor de meesten zoo
hard, dat zij terugschrikken van de gedachte
alles opnieuw te moeten doormaken, zij het dan
ook onder geheel andere omstandigheden wel
licht. Domary beschouwt het leven op aardeals
een school, of nog beter als een klasse van een
school, en, zegt hij, heeft men ooit wel gehoord
dat van een school slechts één klasse doorloopen
wordt? Is het niet redelijker aan te nemen dat
men van die levensschool (deze aarde) de ver
schillende klassen (levens) doorloopen moet al
vorens tot een hoogere school toegang te kunnen
verkrijgen? Een leven op deze aarde, zegt Domary,
is te kort om alle lessen op te nemen die de
aarde te geven heeft. Een ander bezwaar is dat
men telkens opnieuw moet beginnen en van
zuigeling moet opgroeien tot volwassene. Hier
tegen brengt Domary het feit. dat reeds bij het
zeer jonge kind bepaalde geesteseigenschappen
zich vertoonen en in zes stellingen weerlegt hij
dan de meening der spiritualisten, als zouden
die eigenschappen van 't kind afkomstig zijn
van ouders of voorouders, of wel, dat vroegwijze
en z. g. wonderkinderen mediums zijn. Ik zal
hier die stellingen niet gaan overschrijven of in
den breede bespreken, liever raad ik aan het
werkje zelf te lezen, omdat ze klaar en ferm ge
noeg zijn om overdacht te worden, al zullen
zij misschien den ernstigen twijfelaar niet
overtuigen. M.i. is het n.l. zoo goed als onmoge
lijk een geloofsleer te bewijzen door redeneeringen
alleen. Domary gaat dan voort een uiteenzetting-
te geven van de 1 er der zielsverhuizing volgens
de spiritisten, en beroept zich daarbij behalve
op eenige spiritistische werken, ook op de vele
theosofische geschriften over dit onderwerp.
Jammer dat hij er niet dadelijk bijvoegt dat deze
laatste het nadeel hebben voor oningewijden vaak
onduidelijk of te geleerd te zijn, wijl zij dadelijk
vervallen tot de fout van het gebruik van allerlei
termen, die voor den leek abracadabra zijn. Zoo
als Domary de leer voorstelt, moet zij den niet-
reïncarnist, die bovenal onbevooroordeeld is, wel
aantrekkelijk schijnen. De spiritisten, zegt hij
nemen een langzame geleidelijke ontwikkeling
aan van den Goddelijken kiem die in al't gescha
pene aanwezig is. Die kiem heeft hier op aarde een
ontwikkelingsgang van zeer vele stoffelijke vor
men totdat hij den menschvorm bereikt. Ook
die menschengeest keert telkemale na ern rust-
pooze van overpeinzing in het leven terug, tot lat
alle lessen der aardsche school geleerd zijn om
daarna in andere sferen tien weg der „evolutie"
te vervolgen. Toch zal een reeds vergevorderde
geest nogmaals op deze wereld kunnen terugkeeren
om zijnen broeders en zusters tot voorbeeld te zijn.
Zulke Leeraren kunnen alle volken aanwijzen
en zij zijn de groote Ingewijden.
Zoo ziet men, zegt Domary, dat de leer der
reïncarnatie het meest beantwoordt aan de wetten
van liefde en rechtvaardigheid. Het algemeen
kerkelijke antwoord aan armen en ongelukkig™
dat zij het hiernamaals zooveel beter zullen
hebben, bevredigt om verschillende redenen den
denkenden inenseh niet
Ds. Biihler zet in zijn preek uiteen waarom
niet, en laat het volle licht vallen op de schijn
bare onrechtvaardigheid in het menschelijk leven,
wanneer men niet gelooft aan reïnca. natie. Hij
poogt dan die leer te bewijzen, zooals men een
stelling bewijst, en levert zijn betoogen uit een
stofgeleerd, sterrenkundig, zielkundig en godgeleerd
oogpunt. Of zij een van alle afdoend zijn voor
den niet-reïncarnist, betwijfel ik eenigzins, maar
zij zijn toch aardig om te lezen en knap gevon
den, helder en bevattelijk gesteld. Ds. Biihler
gewaagt dan nog van twee bezwaren tegen de
leer der zielsverhuizing. De eerste noemt Domary
ook, te weten: wij herinneren ons niets van een
vorig leren. Domary noemt dat een voorrecht.
„Voor menig mensch zou de herinnering daaraan
„een ernstig beletsel zijn om verder te gaan,
„daar wij dan menige bevlekte, donkere bladzijde
„in ons levensboek zouden aanschouwenIk
zou hierbij kunnen voegen dat het óók maar
gelukkig is dat de mensch zich van een vorig
bestaan niets herinnert, omdat het hem wellicht
zou verleiden tot een terug-verlangend gemijmer
vaak, dat voeren zou tot een nutteloos nietsdoen.
Ds. Biihler voert tegen dit bezwaar aan dat
de mensch zich evenmin herinnert geboren te
zijn, en Domary voegt er aan toe: „Weet gij u
nog te herinneren wat er op uw 1ste, 2e jaar of
wat er 15 en twintig jaar geleden in dit leven
gebeurd is? Iloevele, zelfs belangrijke gebeurte
nissen in dit leven verdwijnen vaak uit onze
herinnering! Hij had er bij kunnen zeggen dat
de mensch dikwijls oogenblikken heeft, dat zijn
geest zich wel degelijk iets schijnt te herinneren
van een vorig bestaan. Wie onzer is het niet
eens overkomen dat we bij een of ander gezicht
of gebeurtenis niet plotseling vaag gevoelden:
zoo iets al eens eerder te hebben gezien of mee
gemaakt, terwijl men toch met den besten wil
ter wereld datzelfde in dit aardsche leven niet
kan terugvinden
Het tweede bezwaar, waar ds. Biihler het over
heeft, is dat men over reïncarnatie niets in den
Bijbel leest. Er zijn bijbelplaatsen die door som
mige reïncarnisten als bewijzen wel degelijk wor
den aangehaaldB. betwijfelt evenwel of zij dat
werkelijk zjjn. Volgens hem is dat bezwaar echter
van geenerlei waarde „Gelijk het Jodendom het
„dat der onsterfelijkheid heeft overgenomen van
„het Parsisme, zoo mag het Christendom het
„hoe der onsterfelijkheid wel overnemen van het
„Boedhisme Het Christendom zal er bij winnen,
„want het zal dan meer in overeenstemming
„komen met de wiskunde en met de wetenschap,
„het zal ons dan veel van ons lot verklaren en
„ons over vele dingen troosten
Domary geeft tot besluit een antwoord op de
vraag: „indien de reïncarnatie waar is, hoe moet
dan de ouderliefde beschouwd worden Hij kan
zich niet vereenigen met de heersehende op
vatting over „ouderliefde", omdat, zoo men aan
neemt dat het kind ook naar den geest een deel
der ouders is, ouderliefde menigmaal slechts
bedekte eigenliefde is. Hoe verhevener is de ver
onderstelling dat ons kind een onafhankelijke
geest, is, die als pand door den hemelschen Vader
ons ter verzorging werd toevertrouwd. Van dit
Ktandpunt bezien is het ook begrijpelijk waarom het
verkeerd is een kind in een bepaalde richting
te willen drijven en tot een zeker bedrijf te
willen dwingen. „Dus, lieve ouders, laten wij
„den gast, dien wij staan te ontvangen, met open
„armen en innige ouderliefde als ons kind welkom
„heeten, maar dan alleen omdat het een pand
„is, ons door God toevertrouwd, ter voortzetting
„van zijn geestelijke ontwikkeling en niet, omdat
„wij meenen. een deel van omzelven als kind
„te zullen ontvangen".
A. van der MeeiiBrondqeest.
Inlioud van De Auto van 8 Februari No. 6 OfRciëele
raededeelingen van de N. A. C.;De wormwieloverbrenging
bij de automobiel; Ken tentoonstelling van vrachtauto's:
Letsel door schuld: Waarom slijten onze banden; Tweede
llallye Automobile dc Monaco; Ontwerp van een automu-
bielweg: De Automobielen in 191*2; De Klaxon; Gummi
boezen voor automobiel-pedalen: DekleppenloozeDarraeq-
wagen; Het veilgheidtoestel „Protector": De Generaal
Waarschuwing MotorwielrijdenOft'. med. van de N.M.V.
Ken wasehechte panne; Ken signaalinstrument: Uit de
practijk van den motorwielrijder; Een merkwaardig pro
pagandist voor het motorwielrijdenIngezonden mededec
lingen van lezers; Vrageubus voormotorwielrijders; Indu
striëcle mededeelingen; Handels-en fmancieëleinededeoliii
gen; Ontvangen boekwerken;Allerlei; Rectificatie.
Haarlemsche Bach-
MUZIEK. vereeniging.
Derde concert op Dinsdag (i
Februari 1912.
Orkest van het Concertgebouw te Amstsrdaiu
onder leiding van den heer Willem Mengelberg
eerelid en lid van verdienste der H11.Y
Voor den aanvang van 't concert deelde de
president der II.B V. mede, dat de zangeres-een
telegram gezonden had met het bericht dat zij
verhinderd was hedenavond te zingen. Hierop
volgde een eigenaardig gegons in de zaal en
daarna begon het orkest met de Ouverture
Euryante van O. M. von Weber (178(11826.)
Misschien herinnert u zich nog uit de Weber
beschrijving, die ik u verleden jaar gaf, dal
Weber zelf de Euryanthe zijn „Schmerzenskind"
noemde; in tie Ouverture zijn gedeelten en har
monieën waarin men dien „Schmerz" wel he
merken kun: andere motieven zijn weer zeel-
lieflijk en teeder, zoowel wat melodie als rhyt-
mus betreft. Heeft u ook opgemerkt de hoogst
muzikale overgangen van accoorden b.v. in 't
begin: van As gr. t. over f. kl. t. naar C. gr. t.V
Zeer goed merkbaar was ook het verschil in
toonsoort van het Largo gedeelte en Overgang
Moderato tot den terugkeer van liet eerste tempo
Allegro marcato con molto fuoco. Nu met vuur
heeft het orkest deze Ouverture vertolkt; 't was
heerlijk die bekende muziek weer te hooren
die door de dynami-che afwisseling en het pittige
rhytmus toch altijd frisch en zeer welluidend
blijft.
Het tweede orkestwerk van dezen avond was:
de Vijfde Symphonie van Beethoven (17701826).
Over deze Symphonie zou veel te schrijven zijn,
te veel voor een „korte bespreking over een
concert". U weet, dat deze Symphonie gewoon
lijk de „Schicksalsymphonie" genoemd wordt
omdat het eerste motief als 't „kloppen" van
het „Schicksal" beschouwd wordt. Is deze Sym
phonie van alle Symphonies 't meest uitgevoerd
Op de Bachconcerten zeker wel, zoodat die bij
de hoorders zeker ook wel de meest bekende
is. Van het begin tot het einde uit zich hier
Beethoven's grootegeest, die altijd groot engrootsch
blijft, a in 't Allegro con brio, 6. Andante con
moto, e. Scherzo, en d. finale, Allegro. Men hoort
van az, een logisch muzikalen gedachtengang
en ook verband tusschen de verschillende deelen
bij p.p. en tl', blijft de tegenstelling toch wel
luidend; Beethoven geeft geestelijke muziek, die
los van en verheven is boven 't aardsche. Bij 'f
hooren van deze Symphonie, moest ik denken
aan iets wat Beethoven over kunst zegt, n. 1
„Jede echter Erzcugung der Kunst ist unab-
liangig, machtiger als der Künstler selbst; sie
kelirt durch ihre Erscheinung zum Göttlichen
zurftck ünd hangt nur darin mit dem Menschen
zusammen, dass sie Zeugnis gibt von der Ver-
mittlung des Göttlichen in Tihm!" Ja ziet u, dat
Göttliche is bij Beethoven het sterkste en
machtigste van alle componistenvandaar ook
de opheffende kracht die van zijn muziek uit
straalt op de hoorders, die zijn werken begrijpen
Na de pauze hoorden we nog: Ein lleldenleben
van R. Straus1, door het orkest schitterend uit
gevoerd. De gedeelten, waar de solo-viool (dooi
den heer Louis Zimmermann voortreffelijk ge
speeld) de hoofdpartij vervulde, waren zeer aan
genaam om te hooren, evenals andere fragmenten
waar de klankmassa en klankcombinaties binnen
zekere grenzen bleven. Ook in dit werk komen
gedeelten voor die meer Larm dan Musik zijn
en eenige geluiden, die allerwonderlijkst klinken
't. Moet toch wel eigenaardig en zonderling in
't brein van dezen componist zijn, die zulke
muzikale gedachten in zijn hersens hoort! Hij
zal wel doodmoe zijn na zulke heidensche, ver
warde geluiden! Ik kan daar onmogelijk het
„Göttliche" in hooren. Wat hoort en begrijpt U
ervan? Vindt LI 't verheffend? Eerlijk gezeg 1
kan ik daar niet bijmisschien ben ik niet rijp
er voor en niet nieuwerwetsch genoeg om die
hyper-moderne muziek te bewonderen, hoewel
ik voor de uitvoering van het orkest en Mengel-
berg's leiding de grootste bewondering heb.
Maar van zooveel onderaardsche, buitengewone
geluiden van wonderlijke uitheemsche instru
menten heb ik niet 't ware kunstgenot, omdat
ware kunst juist al die buitengewone effecten niet
noodig heeft en op zich zelf reeds kunst is zonder
gekunstelde bijzonderheden. „Du Sublime au ridieul
etc., u weet wel wat er volgt.