ONAFHANKELIJK ORGAAN
VOOR NEDERLAND
Bureau van Redactie en Administratie:
Bloemendaalscheweg 49. Tel. 1837. Bloemendaal.
Opmerkingen van de week.
6e jaargang
ZATERDAG 24 FEBRUARI 1912
No. 8.
Het Bloemendaolsch Ueekblad.
Prijs per
halfjaar f 1.25
bij vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer fO.lO
Advertentiën
10 cents per
regel
by herhaalde
plaatsing
korting.
Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 121) tot regeling van het auteursrecht.
Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden.
Het geval Reinders-
Wildervanck de Blécourt.
Ten vervolge van ons naschrift in liet
vorig nummer van ons blad, geven wij
als onze meening te kennen, dat de heer
notaris in zijn recht was om, wanneer
lom dit wenschelijk voorkwam den heer
Reinders tot heengaan te nopen. Doch
liet ieder recht is er om er van ge-
n-uik te maken.
De heer De Blécourt heeft zich sedert
iij ons en ook bij de politie beklaagd
lat een groep personen waarbij de heer
Reinders zich zou hebben aangesloten
•li waartoe zouden belmoren de gebroeders
De Jong van Lier sedert eenigen tijd
alhier woonachtig hem hinderlijk volgen
ai openlijk honen. Deze personen zouden
zelfs zinnen op pogingen om hem, notaris,
■ij de naar zij meenen partijdig gezinde
regeering in een slecht blaadje te
irengen enz.
Wij zijn bezig een onderzoek naar
le juistheid dezer klachten in te stellen
n wanneer wij er in slagen een feit van
dien aard bewijsbaar vast te stellen
zullen wij ter wille van de rust in onze
gemeente en van het handhaven van het
fatsoen op den openbaren weg aan zoo
danig feit met naam en toenaam der
betrokken personen bekendheid geven.
In het algemeen schijnen ons de open
bare weg en openbare samenkomsten
niet de juiste plaats om persoonlijke
grieven te uitendoch waar de harts
tochten spreken, zwijgt de rede.
Pastoor van den Brink's feest.
L.l. Zondag vierde een gedeelte van
Overveen feest met zijn pastoor. Wij
wenschen den Hinken grijsaard te midden
van zijne getrouwen gaarne nog vele
jaren na deze.
Onafhankelijk van onzen wensch voor
het welzijn van dezen man naar onze
protestantsche opvatting van gelijke be
weging als andere denkende en wel-
meenende medeburgers, spreken wij den
wensch uit (in de verwachting dat hij
niet vervuld wordt) dat tengevolge van
de demokratische strooming in de room-
sche kerk, haar dienst en leer meer en
meer mogen leiden tot ware, innerlijke
vroomheid, naastenliefde en verdraag
zaamheid. Daar ontbreekt in den laatsten
tijd aan roomsche zijde te veel aanen
liet heeft er in den laatsten tijd te veel
van alsof onze lage landen door een
nieuw soort romeinsche legioenen worden
overstroomd, die tot taak zouden hebben
den nederlandschen volksaard, den vrijen
germaanschen zii'i te knechten en ons allen
te maken tot ledepoppen van een vreemd
kerkelijk gezag.
Rome is orde, zij het dan ook de orde
lijkheid van eeiT kerkhofde roomsche
geestelijkheid is in de eerste plaats zeden
politie als zoodanig heeft de roomsche
kerk groote waarde, maar Rome is de
mindere van innerlijke godsvrucht, die
den keizer geeft wat des keizers en Gode
wat Godes is.
Wil Rome onaangevochten de zege
ningen van zijn zin voor orde verder
verbreiden, dan moge het inzien, dat zijne
middelen slechts betrekkelijk bruikbaar
zijn en dat zijn zin voor orde zonder
ware naastenliefde noch hier noch hier
namaals met iets anders kunnen worden
beloond dan met uitdroging en ver
dorring.
M ie geeft ons den reinen van nature
edelen priester, met wien om te gaan
ook voor andersdenkenden eene ver
kwikking is, en die zelf voor afdwaling
van den juisten weg, in deze zondige
wereld wordt behoed niet door doode
reglementen maar door eigen sterke en
redelijke naastenliefde Wie geeft ons
den priester, die met andersdenkenden
durft omgaan?
Heemsteedsche Brieven.
XXI.
Bij den barbier te Haarlem. „Goeje morge
menheer, mooi weertje vandaag hèEr zijn van
morgen ook weer heel wat aannemers naar Heem-
steè vertrokken".
„Zoo," antwoordde ik, „welk groot werk wordt
er aanbesteed?"
„O, heelemaal geen werk, ik bedoel aannemers
van die kaas" en meteen hield hij zijn rechter
hand op.
„Aha, bedoel je dat soort aannemers, ja dat is
verbazend zooveel van die lui je op Heemstee
ziet, 's Woendags vooral, dan is 't bar."
Maar van die soort aannemers gesproken,
daar heb je soms typische lui onder.
Ik kan de neiging, om, als ze bij mij aan de
deuren koinen, niet altijd weerstaan een praatje
met hen aan te knoopen, zoodat mijn vrouw
wel eens zegt: wat sta je toch met die kerels
te kletsen, ik zou me schamen.
Maar van morgen was mijn vrouw haars on
danks wel genoodzaakt eenige tellen zoo'n man
aan te hooren. Er wordt gescheld, mijn vrouw
opent toevallig zelf de deur, wat ze bijna nooit
doet, en daar staat voor haar een dier aanne
mers die 's Woendags geregeld aankomt om z'n
tractement in ontvangst te nemen, en het oogen-
blik dat mijn vrouw noodig had om haar beursje
voor den dag te halen, zegt hij in één adem
door:
„Zoo, juffrouw ik heb u in lang niet gezien,
och ik leef maar met mijn vrouw samen, meest
tijds zeg ik vrouw, ook wel's Marie, en als 't
wat erg an is hartlap, ik zou zoo vrage hoe oud
is u, u is zeker jonger dan menheer, die is
jonger dan ik, ik ben 52" Zonder iets te
zeggen geeft m'n vrouw hem het wekelijksche
salaris, doet de deur dicht, aannemer af. In de
kamer lachsucces van de meisjes, m'n vrouw
en mij zelf.
Nou, zeg ik, is 't nu niet prettig, met zoo'n
kerel eens te kletsen, die lui doen je lachspieren
nog eens in beweging kernen, en lachen is ge
zond, dat doet je de lever schudden.
Onder die aannemers heb je menschen met
verstandige koppen. Hoe ze zoo op lager wal
zijn geraakt, is soms wel eens de moeite waard
om aan te hooren. Je hebt er onder die ondanks
hun op lager wal zitten, hooge zedelijke eischen
aan zich zelf stellen.
Natuurlijk heb je er ook tuig onder, maar
dat zit onder alle klassen der maatschappij.
Indertijd heb ik met genoegen gelezen het
werkje van Bernard Canter „Twee weken bede
laar". Bernard Canter, een journalist die zich
als bedelaar vermonde en twee weken onder
hen lee:de en met hen meedeed.
Ik kan u aanbevelen dat boekje eens te lezen,
't Geeft in een diepen blik in de z.g.n. aan
nemerswereld.
Canter komt tot de slotsomGeef, geef uw
aalmoes, er zijn er onder die ge er zoo'n weldaad
mee bewijst, er loopen er onder door die 't ver
zuipen, och geef, geef, want door niet te geven
stoot ge ook van u af zij die 't waardig zijn!
Daarom zeg ook ik, bewoners van Heemstede,
wanneer gij, 's Woensdags inzonderheid, bestormd
wordt door een heirleger van aannemers, geeft,
geeft uw aalmoes, 't maakt u niet armer en 't
maakt menigeen gelukkiger
Helpt zoo bij te dragen een bloem te strooien
op het dikwijls zoo doornige pad der aannemers.
Eex Heemsteder.
De land- en tuinbouw-ongevallen-
verzekering.
LAND EN III.
TUINBOUW. Wat goeds hebben de Landbouw-
Onderlinge en de Tuinbouw-Onder-
linge nu reeds gedaan?
In November 1901 is den land- en tuinarbeiders
in de Tweede kamer toegezegd, dat spoedig voor
hen óók een ongevallenverzekering zou tot stand
komen. Wij schrijven nutien jaar later
en nog steeds hebben de opeenvolgende regee
ringenniets gedaan voor de land- en
tuinarbeiders.
De statistiek wijst aan, dat in den land- en
tuinbouw per jaar heel wat dooden vallen, in de
afgeloopen tien jaar minstens eenige honderden.
En voor de weduwen en weezeu van deze hon
derden dooden wordt van regeeringwege niets
gedaan.
Waren deze dooden arbeiders in de industrie
geweest, dan was er voor hun nabestaanden wel
gezorgd. Men ziet hieruit van hoe groot belang
het voor de land- en tuinarbeiders is, dat voor
hen een ongevallenverzekering wordt in het
leven geroepen. En nu spreken wij nog niet eens
over de duizenden en duizenden ongevallen, die
niet met den dood eindigen, doch voor de be
trokkenen zeer onaangename gevolgen hadden.
Wat de opeenvolgende regeeringen tot heden
hebben verzuimd, is door de Land- en Tuin-
bouw-Onderlinge ter hand genomen en nu is
het wel interessant eens na te gaan, wat goeds
deze organisaties reeds hebben gedaan in den
korten tijd van haar bestaan. Wij herinneren er
nog even aan, dat afgescheiden van enkele
kleine verschillen, die van geen beteekenis zijn
de Land- en Tuinbouw-Onderlinge aan de ge
troffen arbeiders dezelfde uitkeering doen als de
Ongevallenwet.
De knechts van de land- en tuinbouwers, die
bij de Land- en Tuinbouw-Onderlinge zijn aan
gesloten, zijn dus bijna even goedverzorgd alsof i
de regeering voor hen een wet had gemaakt.
Wat de regeering naliet, daarvoor hebben de
patroons, die bij de Land- en Tuinbouw-Onder-
libge zijn aangesloten, zelf gezorgd, op hun eigen
kósten. Reeds dit is een daad van groote sociale
en moreele beteekenis. De 10689 land- en tuin
bouwers, die bij de Land- en Tuinbouw-Onder-
liüge zijn aangesloten, worden in hun bedrijf bij
gestaan door ongeveer 45000 arbeiders; voor
deze arbeiders is dus gezorgd.
En dat dit wat beteekent blijkt uit het staatje
van ongevallen, die plaats hadden in den korten
tijd van het bestaan der Land- en Tuinbouw-
Onderlinge.
Er werden:
24 arbeiders gedood door een ongeval.
16 arbeiders werden levenslang invalidedus
ongeschikt om verder hun brood te verdienen
722 ongevallen duurden korter dan 10 dagen;
1373 ongevallen duurden langer dan 10 dagen
eii korter dan 2 maanden;
108 ongevallen duurden langer dan 2 maanden.
Totaal 2344 ongevallen.
De gestorven arbeiders lieten 11 weduwen en
10 kinderen beneden 16 jaar na. Deze weduwen
hebben nu levenslang een pensioen gekregen,
terwijl de kinderen worden gesteund tot zij 16 jaar
z(jn.
De 16 arbeiders die levenslang invalide werden,
hebben eveneens een pensioen gekregen. Bij
elkaar zijn er dus door de Land- en Tuinbouw
Onderlinge 27 mannen en vrouwen gepensioneerd.
De 722 arbeiders wier ongeval korter duurde
dan 10 dagen hebben voor zooverre zij daaraan
behoefte hadden, gratis geneeskundige hulp ver
kregen. Hierdoor is wellicht erger voorkomen,
want bij kleine kwetsuren gaat een arbeider niet
spoedig uit eigen beweging naar een geneesheer.
Aan de 1373 getroffenen, wier ongeval langer
dan 10 dagen en korter dan 2 maanden duurde,
ep aan de 108 arbeiders, wier ongeval langer
düurde dan 2 maanden, werd behalve gratis
geneeskundige hulp, ook gedurende al dien tijd,
vanaf den eersten dag, een geldelijke uitkeering
gegeven.
Drie arbeiders ontvingen een som in eens voor
een ongeval met minder dan 10"/„ arbeidsonge
schiktheid, terwijl een blijvende rente, liooger
dan 10%, wordt afgekocht.
En hoeveel geld is voor al deze ongevallen
besteed
Men zie het volgende staatje;
f 10.863.22 is uitgekeerd aan geneeskundige
hulp
f24.589.56 was noodig voor tijdelijke uitkee-
ringen voor de eerste 2 maanden,
f6.356.60 is gebruikt voor tijdelijke uitkeerin-
gen na 2 maanden en f42.000.is gereserveerd
voor de uitkeeringen aan de weduwen, weezen
en blijvende invaliden.
Totaal een bedrag van f 80.809,3S.
Dit bedrag is door de land- en tuinbouwers
vrijwillig gestort om daarmede hun knechts te
steunen als zij een ongeval in het bedrijf krijgen.
En waren de Land- en Tuinbouw-Onderlinge
nu niet opgericht,dan waren de weduwen, weezen
en getroffenen geheel aan hun lot overgelaten.
Door de Land- en Tuinbouw-Onderlingen is dus
heel wat ellende gelenigd.
De Land- en Tuinbouw-Onderlinge hebben
dus reeds heel wat goeds gedaan door het ver-
leenen van hulp en steun aan de knechts en
hun nagelaten betrekkingen.
Maar zij zijn op andere wijze ook direct nut
tig geweest.
In de eerste plaats hebben zij aangetoond hoe
hoog noodig liet is, dat voor de land- en tuin
arbeiders een ongevallen-verzekering in het leven
wordt geroepen. Als bij de 10689 land- en tuin
bouwers, die bij de Land- en Tuinbouw-Onder
linge zijn aangesloten, in ruim anderhalf jaar 2344
ongevallen /plaats hadden, dan kan men eens
nagaan hoeveel ongevallen er in ons geheele
land in den land- en tuinbouw geschieden, als
wij weten dat er in hef geheel iets meer dan
200.000 land- en tuinbouwers zijn Volgens een
matige berekening zou dit minstens worden een
17 a 18000 ongevallen per jaar.
Verder is aan de regeering getoond hoe op
practische wijze een doelmatige land- en tuin-
bouwongevallen-verzekering moet worden inge
richt.
En ten slotte hebben de Land- en Tuinbouw-
Onderlinge bij de land en tuinbouwers de over
tuiging gewekt, dat door onderlinge samenwer
king inderdaad grootsclie dingen kunnen tot
stand komen.
Nog nimmer namen de werkgevers, in welk
bedrijf ook, zulk een onderneming op hun
schouders; en dit werk is schitterend oekroond.
De arbeiders tot zegen, de land- en tuiubou-
bouwers tot voordeel en de regeering tot voor-
breiddat zijn de gelukkige gevolgen
van de doelmatige werking van de Land- en
Tuinbouw-Onderlinge.
Zieke tanden, een gevaar
VOLKS- voor de volksgezondheid
GEZONDHEID. III.
Ontaarding door te weinig
gebruik geldt niet alleen van de tanden, maar
ook Van de kaken. Als men met enkele lijnen f
een type zou moeten teekenen van een krachtig
man, zou men zijn toevlucht nemen tot recht- i
hoekige figuren: vierkante schouders, vierkante I
kin en kaken, waarin (ie krachtige tanden ruim
schoots plaats vinden.
Hoe daarentegen schetst men het type van
de hoogbeschaafde en verfijnde engelsche miss?
Een lang smal gezicht met dito kaken, waarin
de tanden geen plaats meer vinden maar lang
en smal van stuk, naar voren puilen, als ze
niet door plaatsgebrek kris en kras door elkaar
staan en allerlei abnormale schuilhoeken ople
veren, waarin de verzuringsprocessen der spijs-
resten vreedzaam kunnen geschieden.
En hiermede komen we tot het noodlottige
feit, dat het tegenwoordige voedsel door zijn
papperige geaardheid veel meer resten in den
mond achterlaat, dan goed is voor de instand
houding van liet gebit. Een enkel voorbeeld
slechts: Wie weet niet bij ervaring, dat witte
brood veel meer slijmerig beslag achterlaat op
de tanden dan bruinbrood of roggebrood? En
zoo zijn de tanden van het tegenwoordige ge
slacht aan veel meer schadelijke invloeden onder
hevig, dan die onzer voorouders.
In het zuiden van Zweden, waar het eigenge
bakken bruine brood als volksvoedsel inheemsch
was, deed, zooals elders, de broodfabriek met
het fijne wittebrood haar intredede daar ge
vestigde tandheelkundigen hadden den gelukkigen
inval van den beginne af de toeneming der
fabrieken op de landkaart aan te teekenen en
zoo deed zich het interessante verschijnsel voor,
dat de lijnen waardoor op de kaart den weg der
broodkarretjes door het land werden aangegeven,
samenvielen met die waaruit het toenemen der
tandziekte bleek.
Een poging van den beschaafden mensch om
de schade, door het weeke voedsel gesticht,
te keeren, is te vinden in .liet tandenpoet
sen om de spijzeresten te verwijderen. Een
onontbeerlijk middel, dat echter- slechts kunst
matig datgene tracht te bereiken, wat door den
natuurmensch en door de dieren tegelijk geschied-
met het kauwen der vaak harde schurende voet
dingsmiddelen.
Zoo zien we dus als uitkomst van onzen be
schavingstoestand: zwakke, slecht verkalkte en
vaak onregelmatig staande tanden, waarop de
verzurende werking der zachte spijzeresten ge
makkelijk vat heeft en waarin het ziekte-proces
snellen voortgang maakt.
(Wordt vervolgd).
Spraakleer.
Door J. L. Kingma.
PH0NET1SCHE ,T
KnnniiFR Vorming der mede-
KKUNitK klinkers, of lioe ze worden
voortgebracht.
De R. (zie No. 7 BI. Wbl.)
Bijna geen letter in liet alphabet die bij het
spreken meer verwaarloosd wordt dan de r.
Meestentijds moet zij plaats maken voor de
brouw- of keel-r, waarbij schier de geheele tong
in rust blijft en alleen tongwortel en zacht ge
hemelte met elkander in aanraking komen, bij
trilling der stembanden.
In dien toestand kan zij vergeleken worden
bij de z.g. schruap-g, die slecht voor de keel is,
spoedig vermoeidheid bij het spreken kan wekken
en ook den klank wijzigt waarachter zij staat.
Zoo komt dan bijv. de a eenigszins in het kader
van den e'-klank en de oo (in boor) in dat van
de u' te staan.
De r. kan op de volgende wijze worden voort
gebracht.
Men plaatst de tong in den stand van de u'
en sla a t (ik spatieer), dan heel losjes den breeden
tongtop tegen het voorgedeelte van het harde
gehemelte aan, waar de voortanden zitten, met
sterke doorvoering der h, en spreekt dan snel
het volgende uit:
li-du', li-du', h-du'h-do', li-do', h-do'h-du', du',
du', du';, h-do', do', do', do' enz. enz.
Men moet hier vooral zorgen dat het keelgat
zoo ruim mogelijk blijft en het achtergedeelte
der tong geen opwaartsche beweging maakt,
waardoor zij allicht tegen het zachte aankomt
en dan de brouw-r doet ontstaan.
Daar bij de r. de tongtop eene trillende be
weging maakt, is hare phonetische benaming
Gevibreerde triltongtopkl ank.
Zij is de letter bij uitnemendheid om de tong
lenig te houden, wat zoozeer den anderen mede
klinkers ten goede komt.
Haar articulatie is danook verre te verkiezen
boven de brouw-r.
Zij wordt voortgebracht met breeden mond
stand, die zich wijzigt bij de o', o, oe. en uu.
Tengevolge van haar trileigehsóh'ap oefent de
r, acljleraan geplaatst, op de lengte van sommige
klanken invloed uit. Zoo klinkt bijv. de oe (in
boer) langer dan die in boek, hoef enz. Bij den
«'-klank wijzigt zij ook het letterteeken, dat dan
en wordt, bijv. in deur, geur, keur enz.
Recapitulatie.
Neusholten gesloten.
Het articulatiepunt ligt tussclien breeden tong
top en hard gehemelte, onmiddellijk bij de voor
tanden.
Articulatiegrondslag een breeden mondstand
die zich wijzigt bij de o' o, oe, u en uu.
In het stedelijk Museum te
KUNST. Amsterdam wordt tot 5 Maart
a.s een tentoonstelling van schil
derijen en leekeningen gehouden door Johan
Gebhard en August Legras. Van eerstgenoemden
kunstenaar zijn teekeningen naar sprookjes en
legenden aanwezig, terwijl de heer Legras schil
derijen, schetsen en teekeningen heeft ingezonden
ontleend aan het leven en het bedrijf in Noord-
Afrika (Algérie en l'unésie).