ONAFHANKELIJK ORGAAN
VOOR NEDERLAND
Bureau van Redactie en Administratie:
Bloemendaalscheweg 49. Tel. 1837. Bloemendaal.
Een Worsteling.
6e jaargang.
ZATERDAG 16 MAART 1912
No. II.
Het Bloemendaalsch Weekblad.
Prijs per
halfjaar fl.25
bij vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer fO.lO
Advertentiën
10 cents per
regel;
bij herhaalde
plaatsing
korting.
Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkonislig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 121) tot regeling van het auteursrecht.
Uit nummer bestaat uit 1 bladzijden.
Wij vernemen, dat de be-
PLAATSELIJK noeming van den heer A. J.
NIEUWS. Meyerink tot gynmastiek-leer-
aar aan de O. L. School te
verveen spoedig verwacht kan worden. Door
t hoofd dezer school is thans een aanvang
maakt met de aanschaffing der benoodigde
rktuigen voor het gymnastieklokaal.
Zondagavond dreigde eene lekkage aan een der
iterleidingsbuizen in den Rijperweg de boel
ider water te zetten. Gelukkig werd de heer
•long spoedig gewaarschuwd, die den hoofd-
voer liet afsluiten en daardoor erger voorkwam,
s' Nachts werd het ongeval verholpen.
Gedurende de wintermaanden zijn door den
uid van schietvereenigingen Haarlem en Om
reken zoogenaamde „competitie"-wedstrijden
houden. Ook ,.Bloemendaal-Commando" heeft
Eraan deelgenomen en wel met den volgenden
i.itslag
le serie 2e serie Ze serie 4e serie 5e serie
L 11. Koolhoven
185
177 '170 188
179
i. C Houtgraaf
170
176 165 '183
187
Lindeman
185
174 178 172
180
J. Koollioven
van Pelt
152
170 173 164
181
11. König
173
166 177 184
176
805.
CC
CC
00
903.
Totaal 4385.
A.s. Zondag zal door Bloemendaal-Commando
uilen meegedongen naar het kampioenschap
de buks van Noord-Holland, uitgeschreven
r den Noord-Hollandschen Schietbond.
Nieuwe firma.
De firma Langendonk Co. heeft van 1 Maart
1.1- het eleetro-technisch bureau Gratio overge
nomen en aan hetzelfde adres Bloemendaalsche-
wcg 94 hare kantoren gevestigd. Ook het telefoon
immer is gebleven 1107. Deze firma, te Zand-
oort gevestigd onder den firma-naam De Lugt
Co., heeft aldaar reeds vele belangrijke werken
o electro technisch gebied tot stand gebracht,
a. het nieuwe station der H IJ S M. aldaar,
et Grand Hotel, het Noordzeehotel enz.
Donderdagavond hebben in de bestuursver-
idering van „Bloemendaal Vooruit" de bestuurs-
'trekkingen eene wijziging ondergaan, zoodat
t bestuur thans is samengesteld als volgt: J.
i.assing, voorzitter, M. L. van Holst 2de
\oorzitter, P. C. Akkerman, 1ste secretaris, J.
1van Asdonk, 2de secretaris, F. Wittgrefe,
te penningmeester, J. W. C. van der Veer,
Ie penningmeester en H. Ilupkes.
Door de jeugdige leden der 1 Cents-vereeni-
g' „Door kleintjes Groot" is over de maanden
uari en Februari voor een bedrag van 88.50
«gebracht.
'.er het meterhuisje te Overveen.
de vreemdeling de beteekenis of het doel
e sierlijke, maar lastige puist, de vaak
schte sta-in-den-weg, alias het meterhuisje,
veen, niet bij eerste, zelfs bij x-ste ont-
kan vermoeden, is begrijpelijk. En als
door den een of anderen gedienstigen
ewijd wordt mei het doel van het malle
maak ik me sterk, dat hij het nooit
Want de heide, in hardsteen uitge-
letters W.H. aan den voorkant van 't
...je zeggen al even veel, of liever even weinig,
als het nu en dan op geheimzinnige wijze ver-
FEIILLETO X.
n.
Zijn energie was nu geheel uitgedoofd; als hij'
nu terugdacht aan de „stralen der waarheid, die
hem op nieuwe, nog niet ontdekte wegen" voe
ren zouden, dan was het niet meer met bitter
heid, afgunst of woede, maar met een mede
lijdend glimlachje en later met algeheele onver
schilligheid. Hij genas de menschen, zooals dat
jaren lang gebruikelijk geweest was, hij kreeg
een tamelijke praktijk, hij verlangde nooit meer
terug naar een centrum der beschaving. Kwamen
er patiënten tot hem, dan dacht hij betaal maar
gauw en maak dan, dat je weg komt!
En tocli nu, thuisgekomen na het vieren van
den verjaardag van den pastoor, maakte hij..zich
nog eenmaal de hevigste zelfverwijten. Al lang
had hij bemerkt, dat de apotheker zeer demo
cratische meeningen begon te huldigen, tot groote
woede van den pastoor. Ook heden had hij
heftige disputen tusschen deze twee bijgewoond
en hij wist maar al te goed, waar dat heen
moest: dat zou uitdraaien op vriendschap tus
schen hem en den apotheker, een vriendschap,
gegrond op hunne gelijke wereldbeschouwingen.
I >an zou hij hem voorslaan gemeene zaak te
maken, hij zou ellenlange recepten schrijven en
zij zouden de winst samen deelen. Hij voorzag,
dat hij geen kracht zou Lebben deze aanbieding
af te slaan en zijn hart vloeide over van bitter
heid. Wat is er van hem geworden, dat Hij
niet aan dit geknoei ontkomen kan, waarom is
Hij zoo grenzenloos lui geworden, een karikatuur
van den man, die naar Walgdorp gekomen was?
dwijnen van een man in en daarna onder liet
gebouwtje. Iu den drukken tijd, als onze gemeen
te, en meer in 't bijzonder Overveen, liet voor
recht geniet, door stadsmensehen, bij gelegenheid
van hun dagje naar buiten, bezocht te worden,
kan de buurtbewoner meerdere malen op een
dag opmerken, dat een of andere vreemde wan
delaar, die niet gewoon is, de dingen om'zich
heen maar klakkeloos voorbij te lo<ujj|flJÈgr' Voor
blijft staan, 't van onder tot boven, soms ook
van binnen, bekijkt, en 't verlaat niet een gezicht,
waarop duidelijk te lezen staat„ik zie 't wel,
maar doorgrond 't niet". Is er dan een inboor
ling van Overveen in de buurt, die vriendelijk
genoeg is, om den man in 't voorbijgaan in te
lichten, dan komt Hij te weten, dat 't ,,'t meter
huisje van de waterleiding" is. Met een gezicht,
alsof hem nu opeens alles klaar is, zegt de
vreemdeling dan in den regel op een toon, die
zelfs den minsten twijfel aan zijn vlugheid van
begrip moet voorkomen: „oo, zoooo! Ja, ja!"
Maar noch toon, noch gelaatsuitdrukking hebben
mij ooit kunnen verleiden om te denken, dat
die klaarheid veel boven die van koffiedik ging.
Bij sommige vragers hoorde ik soms een eigen
meening geven. Zoo bracht een knorrig uitziend,
oud-achtig heer, die zeker geen voorstander was
van de „sentimenteelheid", waarmee men tegen
woordig de jeugd behandelt, 't hokje in zeker
verband met lastige elementen op de vlak bij
staande school. X. i. was 't dus een soort van straf
kolonie of tuchthuis. Weer een ander was van
meening, dat de letters W.H. misschien een
andere aanduiding' waren voor de meer bekende
groepeering W C. Deze gedachte vind ik te on
smakelijk, vooral nu het betreft het huisje van
de d-r-i-n-kwaterleiding, om er nog langer bij
stil te staan. Nog weer een ander verkeerde, en
misschien nog velen met hem, in de meening,
dat er op warme zomerdagen gelegenheid was,
zicli te laven aan limonade, spuit- oi sodawater,
op de manier dus van de bekende kioskjes van
Van Keeken uit de groote steden. Dit denk
beeld was nog zoo verkeerd niet, en indien
do eigenaar van 't huisje-, de gemeente
Haarlem dus, 't als zoodanig wilde inrichten,
'k wed, dat er genoeg liefhebbers zouden op
dagen om 't te pachten. Maar dan zou 'k er
voor zijn, dat den pachter de verplichting werd
opgelegd, om aan den haarlemsche jongens, die,
na zich in 't duin warm en dorstig geravot te hebben
en nn maar brutaalweg de bewoners uit deze
buurt „opbellen" om „asjeblieft een kommetje
water", gratis drinkwater te verschaffen. Dit
terwille van de rust der zooeven genoemde be
woners.
Deze voorbeelden van meeningen omtrent het
doel van 't gebouwtje zouden nog met andere
vermeerderd kunnen worden, 'k Wil 'ter echter
bij laten.
Toch wil 'k van een voorvalletje, dat zich
bij het huisje moet afgespeeld hebben, nog even
melding maken.
't Was een 1911schen zomerdag, tusschen licht
en donker, dat twee Overveners, pijpjesroolcend,
nakeuvelden over de warmte. Een van ben was,
„al zei hij het zelf, een echte grapjas". Plaats
5 ii 6 pasjes links van de limonadekiosk. Personen:
de pijpjesrookers en verscheidene wandelaars,
onder welke een eenigszins op jaren zijnd ver
tegenwoordiger van 't uitverkoren volk, echter
iemand, die zich, blijkens het volgende, Dog geen
hoefijzers voor paardenbiefstnk liet verkoopen.
De trein van negenen, die hem weer naar Mokum
zal brengen, is op komst. Er is echter nog tijd
genoeg om aan de beide keuvelaars even te
vragen, wat dat toch voor een ding Is, nl. het
meterhuisje. Hierop gaf de reeds gemelde grappen
maker ten antwoord: „Ja, mijnheer, da's zoo heel
En met tergende duidelijkheid zag hij een
beeld voor zich van zichzelf in al zijn krachte
loosheid. En hij stond voor het raam en trom
melde op de ruiten en dacht, totdat de scheme
ring inviel en de dikke sneeuwvlokken bijna
niet meer te zien waren. De stem van zijn huis
houdster, die iemand ervan overtuigen wilde,
dat dokter niet te spreken was, brak zijne over
peinzingen af, en om aan zijn kwellende ge
dachten te ontkomen, ging hij naar de keuken.
Een lange boer, in een gele schaapspels, nam
zijn groote bonte muts af, boog tot op den grond,
streek zich het lange haar van het voorhoofd
en wilde een lang relaas gaan houden.
„Wat wil je," vroeg de dokter.
„Ik wil maar zeggen, zeer edele lieer, dat de
sellout mij gestuurd heeft."
„Wie is er ziek?"
„De schooljuffrouw Hij ons op het dorp is
ziek geworden, ze heeft het erg te pakken, toen
zegt de schout neem den wagen, zegt hij, en ga
naar den edelen dokter want misschien, zegt
hij..
„Goed, ik ga mee, hoe zijn de paarden?"
„Hoe zouden ze zijn? als ze naar huis gaan,
loopen ze als hazen".
Dr. Paul verheugde zich op den rit, op de
vermoeienis, zelfs op de gevaren, die hij tegemoet
ging. Met animo zocht hij zijn pels, zijn dikke
schoenen en zijn muts op en maakte zich gereed
om in den wagen te stappen. De boerenpaarden
waren klein, maar goed gevoerd, de wagen een
reusachtige huifkar met stroo bedekt en met
eigen geweven linnen overtrokken. De dokter
ging diep in het stroo liggen, de boer maakte
de teugels van den bok los en ging op liet
kleine voorbankje zitten, en voort ging het.
„Is het ver?" vroeg de dokter.
„Het zullen zoowat drie werst zijn, misschien
ook meer".
gauw niet verteld. Heeft u de „Camera" van
Beets gelezen? Ja? Dan weet u, dat daarin al
sprake is van de onderaardsche schietblaasbalg.
Kp, die heeft men hier in toepassing gebracht.
Kijk, 's zomers komen er nogal vreemdelingen,
die niet altijd voldoende voorzien zijn van hol-
landsch geld. Nu loopt er uit dit gebouwtje zoo'n
onderaardsche schietblaagbalg „linia recta" naar
een amsterdamsch wisselkantoor. Je behoeft maar
een partijtje dollars of ponden of zooiets in de
hijs te doen. even op een knopje te drukken
en rrrtze hebben je geld al in Amsterdam.
Even wachten en rang! daar is ie al terug met
hpllandsehe guldens, rijksdaalders en vienluit-
st juk ken, berekend naar den koers van 't laatste
kwartier. Prachtige uitvinding hè mijnheer?" En
met een stalen gezicht gaf de grapjas een knip
oogje aan zijn dorpsgenoot „Zoo, zooda's prachtig,
da's enormwas 'het antwoord van den vrager
En met een nog staler gezicht vroeg deze: „En
is dat nogal een iiinke bus? Is ie groot genoeg
oip er een niet al te snuggere amsterdamsche
kwajongen in over te schietblaasbalgen, om jullie,
goocheme Overveeners, eens te verteilen, dat
jullie geen stommer plek had kunnen uitdenken
voor dit ding?" En na op zijn beurt een knip
oogje geworpen te hebben op nummer li van
het gezelschap, zegt hij de pijpjes menschen
„bonzwaar heerenhen alleen latend met de
gelegenheid om tot de gevolgtrekking te komen,
dat 't voor twee Overveeners een gewaagde
onderneming is, één amsterdammer, en dan nog
al zoo eentje, er tusschen te willen nemen.
Naar wij vernemen, zullen binnenkort huis
bezoeken worden afgelegd met het doel het aantal
leden der afdeeling Bloemendaal van liet- Centraal
Genootschap voor Kinder-Herstellings- en
Vacantiekolonies te vergrooten, teneinde liet
bestuur de gelegenheid te verschaffen dit jaar
meerdere kinderen naar buiten te zenden dan
't den voiigen zomer kon doen.
Dit als voorloopige mededeeling. In een onzer
volgende nummers zullen wij deze aangelegenheid
uitvoeriger behantleteti.
Wij ontvingen van den heer F. A. Smit Kleine
een ingezonden stuk over de Electrische Cen
trale voor West-Friesland ter beantwoording
van de beschouwingen des heeren Van der Hegge
Zijnen, dat wij tot ons leedwezen wegens plaats
gebrek tot een volgend nummer moeten laten
liggen.
Uit het politie-rapport.
Processe n-v e r b a a 1 zijn opgemaakt wegens
het loopen over verbodt-n gronden; het rijden
door het Bloemendaalscheboschhet rijden zon
der licht; diefstal van goederen uit een per II.
IJ. S. verzonden pakket en venten zonder arm
band.
Gevonden en terug te bekomen aan den
politiepost te Bloemendaal een band van een
kinderwagen; bij den heer Dudok de Wit, Bloe
mend. Park een grijze mantelbij II Joore,
Jan Gijzenvaart, overgordijn bij Hotel Duin en
Daal een verguld zilveren armband; bij De Bruin,
Verlengde Koepellaan, een huissleutelbij C. E
Prins, Oranjeboomstraat 27, Haarlem, een bontje
bij politiebureau Overveen, een huissleutel ge
merkt P. V. E. en bij mevrouw Thijssen, Bloemen
daalsch Park een zilveren kinderarmband.
Verloren een bruine damesrok, een zilveren
horlogeketting, een portemonnaie met 38.
een bankbiljet van ƒ10.een huissleutel en een
matrozenmntsje
„Je weet den weg toch wel?"
„Ik zou den weg niet weten!" en de boer
trok minachtend de schouders op.
Een felle wind blies over 't veld, de scheeve, hou
ten wagenraderen, die niet beslagen waren, drongen
diep in de verscli gevallen sneeuw, maar deze
sporen waaiden dadelijk weer dicht. De boer
praatte voortdurend tegen de paarden de dokter
voelde zich zeer wel te moe. Ze gingen door
het boschje dat bijna geheel onder de sneeuw
bedolven was en kwamen op een groote vlakte,
die heel in de verte weer door een boscli be
grensd was. Klompen bevroren sneeuw, door de
hoeven van de paarden opgeworpen, suisden aan
de ooren van den dokter voorbijhet was lieele-
tnaal donker geworden, 't werd een griezelige,
stormachtige nacht, de nacht van de leege velden.
De wind werd al sterker en sterker, de sneeuw
drong van den linkerkant den wagen binnen.
Pas op den weg", riep de dokter, eventjes
zijn neus buiten den pels stekend.
Als antwoord praatte de boer wat luider tegen
de paarden en deze draafden flink door.
Plotseling kwam de sneeuwstorm, de wind
huilde om den wagen, benam den dokter den
adem en deed de paarden snuiven. Wolken van
sneeuw, door den wind van den grond opgeheven,
dwarrelden door de lucht; van tijd tot tijd
stegen dreunende geluiden uit de aarde op en
een sneeuwhoos verhief zich in de lucht en dichte
massa's sneeuw vielen op de reizigers neer als
de draaiende wervelkolommen zich oplosten.
De dokter voelde, dat ze niet meer op den weg
waren, telkens sloeg de wagen tegen een steen
van de akkers.
„Hallo", nep hij, „waar zijn we?"
„Ik rijd maar dwars door de akkers op het
bosch aan, daar is het stiller en kunnen we tot
voor het dorp komen", was het antwoord.
En werkelijk bedaarde de wind, en hoorde
VanZaterdag 2 Maart tot
BURGERLIJKE en met Vrijdag 15 Maart
STAND. Geboren: z. van C. Molenaar
en A. Vlugt. z. vanH.deGraaf
en T. Jonkers z. van F. J. Heel Ier en A. Th.
v. Lohuizen. levenl. kind van J. Verdegaal en A.
van der Hulst. z. van W. J. van der Hulst en
G. J. II Hol. d. van D. Gerritse en C. Sorgdrager.
z. van E. J. Roullaer en B. A. E. van der Does.
Ondertrouwd: G. Roeloffzen en J. F. Wes
terman.
Getrouwd: J. Bonkenburg en J. J. Tit.
Overleden: A. van der Hulst 37 j.
Overleden in het Gesticht „Meeren-
berg: S. Roosendaal 28 j. C. Klumpenaar 51 j.
G. Ilenning j. J. Roos 84 j.
B1 o e m e n d a a 1II. F. C. 1—2
SPORT. Wanneer de heer Duynhouwer
precies om 2 uur fluit, verschijnt
Bloemendaal met 't volgende elftal:
de Vries,
v. Rietschoten. v. Maren,
v. Kessel. v. d. Bergh. Houtgraaf.
Hartogh. Roskam. Kemper. Schuurman. Lansdorp.
R F.C. verschijnt onvoltallig.
Direct na den aftrap treden de Rotterdammers
aanvallend op, doch stranden telkens op Wes
en Kees, zoodat De Vries 't nogal rustig heeft.
Thans gaat de Witte voorhoede er met den bal
van door, doch zonder resultaat.
Verder is het een saaie vertooning, vooral
v. Kessel slaat 't record (in luiheid namelijk).
Van de Bergh leidt meestal de aanvallen op
't R.F.C. doel, en 't was aardig om te zien
hoe hij soms met den bal wist te goochelen.
Eindelijk na een half uur weten de Witten
door Roskam de leiding te nemen. Deze vreugde
is echter van korten duur, want geen 5 minuten
later maakt R.F.C. gelijk.
Rust gaat in met 11.
Na de rust weer 't zelfde spelletje. Van Kessel
vindt 't te warm om te loopen, en iaat liet over
aan Wes én Kees. Een kwartier later moet
Hartogh zelfs voor hem den bal uitgooien. Arme
Leowat had ik toen een medelijden met je
Tegen 't einde begint R.F.C. op te komen, en
zit bijna ieder oogenblik voor 't doel. De Vries
is echter op zijn post. evenals Wes en Kees.
Even voor 't eindsignaal klinkt, moet De Vries
vissehen. Nadat hij 2 maal den bal er uit had
geslagen, ging deze bij de derde maal er in.
Aldus heeft Bloemendaal door het lakschc spel
ook haar laatste competitie-wedstrijd verloren.
Bij Bloemendaal goed Wes, Kees. v. d. Bergh
en De Vries Schuurman deed goed zijn best,
maar kon niet beter. Over de rest zullen we
maar zwijgen. L. V.
Heem steedse he Brieven.
XXIII.
Wanneer wij des zomers met vrouw en kin
deren een wandeling maken, kiezen wij bij voor
keur lommerrijke wegen en in 't meer gure
jaargetijde beschutte paden.
Slechts een enkele maal begeven wij ons op
meer open terrein om te genieten van heerlijke
vergezichten.
Dit ter inleiding, omtrent eene zaak die in de
vorige raadsvergadering werd behandeld, n.l.
ondersteuning van het roeibootveer over het
Zuider Buitenspaarne in het Haarlemmerhout-
park. Op voorstel van het raadslid dr. Droog
kwam dat veer tot stand. Hij wilde er namelijk
een gemeentezaak van maken in vereenigmg
met de er bij betrokken gemeenten Dit ging
niet, een gemeenschappelijk veer daar te stichten
men liet kraken en piepen van takken.
Langzaam, daar de weg door de sneeuw niet
te zien was en' men telkens tegen boomstom
pen stootte, ging het verder. Eindelijk, nadat
onze dokter tamelijk veel angst uitgestaan had,
hoorde men in de verte hondengeblaf.
„Ons dorp, edele heer dokter".
Nu zag men hier en daar lichtjes, en rook
men dat er houtvuren gebrand hadden.
„Vooruit knollen", moedigde de voerman
zijn paarden aan, terwijl hij probeerde zich te
verwarmen door met de handen in zijn zijde te
slaan. Zij reden iu galop een rij hutten voorbij,
die tot aan het stroodak in de sneeuw zaten,
en waarvan de verlichte vensters gele strepen
op de sneeuw wierpen.
„Ze zitten daarbinnen nu aan 't avondeten"
zei de boer en herinnerde daardoor den dokter
aan zijn soupeetje, dat hij nu zeker missen zou.
Toen bleven de paarden voor een huis staan,
de boer bracht den dokter in de huisgang en
verdween. Op den tast voortgaande, draaide hij een
deur open en kwam in een kleine, armoedige
kamer, waarin een petroleumlampje brandde.
Een verschrompeld oud vrouwtje stond dade
lijk op van het bed, waarop ze lag, verschikte
haar hoofdoek en keek hem, al knippend met
de oogen, verschrikt aan.
„Waar is de zieke"? vroeg hij.
„Ach, dat arme wurm, daarginds in de
kamer ligt ze".
„Is ze al lang ziek
„Het zal twee weken zijn, dat ze ligt, maar
nu kan ze ook geen hand meer verroeren, zij
heeft het te erg te pakken"
Ze deed de deur van de aangrenzende kamer
open.
„Zoo meteen, ik moet me toch eerst warmen",
riep de dokter boos, terwijl hij zijn pels uittrok
liet was niet moeilijk zich hier te verwarmen