~Tï Gevraagd s Brandstof ff KERK-AGENDA. Haarlem. Groote Kerk, v.m. 10 u., Ds. Montijn. 11.m. 2 u., Ds. de Hartog, Doopsbediening. 's Avonds 6 uur, Ds. van Paassen. Bakenesser Kerk, (voor de kinderen), v.m. 10 uur, de heer Faber. Vereen, van Vrijz, Hervormden. (Gebouw Protestantenbond), v.ni. 10 uur, Ds. S. K. Bakker, van Zwolle. Kglise Wallonne, L0'/„ heures du matin, Mr. Martin. Dupont. MidiEcole du Dimanche. Kemonstrantsoh-gereformeerden, v.m. 10 uur, Ds. A. 11. Haentjens. Luthersehe kerk, v.m. lO'/n u. Ds. Schade van West rum. Kerk der Vereen. Doopsgezinden, v.m. 10 u. Ds. Plantenga Doopsbediening. 's Avonds 7 u., Ds. C. B. Hylkema. Doopsbediening. Bloemendaal. Ned. Herv. Gemeente, v.m. 10 uur, Ds. J. A. van Leeuwen. (V/2 uur, Ds. J. A. van Leeuwen., Heemstede. Ned. Herv. Gemeente. 10 uur, Ds. J. H. Wolters. Santpoort, v.m. 10 uur, Ds. W. Bax Jr. Wijk aan Zee en Duin. v.m. 10 uur, Ds. S. Berkelbach van der Sprenkel Doopsbediening. limuiden. Ned. Herv. Gemeente. 10 uur, Ds. H. W. Creutzberg. 7 uur, Ds. H. W. Creutzberg. Doopsgez. gem en Ned. Prot. Bond. lO'/a uur, Prof. Dr. B. D. Eerdmans, van Leiden Zandvoort. Ned. Herv. Gemeente, v.m. 10 uur, Ds. G. Posthumus Meijjew. 7 uur, Ds. G. Posthumus Meijjes. AGENDA. BLOEMENDAAL. Eiken Zondag, n. m. 2.J uur. Nieuwe zaal van „Rusthoek." Matinee -„Amsterdainsch Trio." Eiken Woensdagavond, van 810 nar inliet gym nastieklokaal der 0. L. S. te Bloemen daal, gymnastiek-exercitiën voor leden van „Bloemendaal-Commando." Eiken Vrijdag. 810 uur. Hotel „Vreeburg". Bloemendaal Commaudo. Gelegenheid tot oefe ning in het buksseliieten. HAARLEM. Bureau van Consultatie tot verieenen van rechtsbijstand aan onvermogenden. lederen Vrijdag houdt het bureau des namiddags te lialf 2 zitting in het gerechtsgebouw aan de Jansstraat. Voor zitter mr. P. Tideman, secretaris mr. dr.W.P.Vis. Koloniaal Museum (Paviljoen.) Dagelijks ge opend van 104 ure. Museum van K un s tn ij ver hei d (Paviljoen.) Dagelijks geopend van 104 ure. Gemeentelijk Museum. Dagelijks geopend van 104 ure. Entree f 0.25 p.p. Ie Woensdag van de maand vrij. Zondags van 103 vrij. Bisschoppelijk Museum. (Jansstraat 79). Ge opend behalve Zondags en R.-Iv. feestdagen van 105 ure. Toegang 25 cents. S ta ds - Bi b li o t li eek. (Prinsenhof). Dagelijks ge opend (behalve Zondags) van 104 uur. Groote Kerk. Dinsdags van 12 ure, en Donderdags van 23 ure, Orgelbespeling. Teyler's Stichting. (Spaarne.) Geopend (be halve Zaterdags en Zondags) van 113 ure. De bibliotheek alle werkdagen van 14 ure. Dagelijks tot en met 28 Maart, 105 uur. Bron gebouw. Tentoonstelling met verkoop van moderne schilderijen, van bekende meesters en grootmeesters. Entree vrij. Zaterdag 23 Maart,8 uur. Schouwburg Jansweg. Rotterdamsch Tooneelgezelschap. Dir. P. D. van Eysden. Nieuwe wetten. Blijspel. Gewone prijzen. Donderdag 28 Maart, 8J uur. Hotel „Roozen." Vereen. „Vrede door Reclit." Voordracht door den heer D. de Clerij. Onderwerp„Nieuwere beschouwingen over de vredesbewegingen." Donderdag 28 Maart. 8 uur. De Kroon. Ned. Bond van Licli. Opvoeding, afd. Haarlem en O. Algemeene vergadering Zaterdag 30 Maart, 8 uur. Sociëteit Vereeni- ging. Concert orkest Joh. Steenman. f 1.50, 1—0.50. AANSTEKEN DER LANTAARNS. De lantaarns van rijwielen, motorrijwielen en automobielen moeten deze week ten 6.43 ure aan gestoken worden. <le vroeger meegedeelde beginselen ons voed sel zooveel mogelijk zóó kiezen en samenstel- sen, dat de schade zoo gering mogelijk wordt. Verder dienen we er voor te zorgen, dat het kalkrijke en stevige voedsel door de jeugd goed gekauwd wordt en dus krachtige kauworganen kunnen ontwikkeld worden. Spijzeresten mogen niet noodeloos en lang aan en tusschen de tan den blijven kleven, zoodat men voor geregeld gebruik van den tandenborstel dient te zorgen. Merkwaardig genoeg laten vele menschen het tandenpoetsen des avonds na en gaan pas 's ochtends de overblijfselen van den gisteren genoten maaltijd verwijderendan echter, als 's nachts de mond in rust was en de verzuring en bacteriënwerking hun gang hebben kunnen gaan, is 't kwaad reeds geschied vooral 's avonds schuieren moet dus het wachtwoord zijn. En daarna den kinderen geen stuk brood of andere eetwaar meer verstrekt Zijn er echter in weerwil van deze reinigings methode tocli hier ot daar gaatjes in tanden of kiezen ontstaan, dan brenge men het kind naar een tandarts, opdat die de aangerichte schade tijdig kan hèrstellen. En op dit woordje „tijdig" dient de nadruk te vallen. Niet eerst mag worden ge wacht tot door het uithollingsproces het binnenste deel, de kern zou ik willen zeggen van den tand is bereikt. Deze kern, gewoonlijk ..de ze nuw" genoemd, is het orgaan, dat ons bij ont steking de hevige en gevreesde kiespijn veroor zaakt liet gat dient gestopt te worden vóór het ziekteproces zoover is voortgeschreden dan be hoeft de behandeling niet veel last te veroor zaken en is de tandarts in staat eer in te leggen met zijn werk, dat van duurzanien aard kan zijn. Vele menschen echter worden zelfs door de pijn in dezen ontstoken „zenuw" nog niet wijzer, maar wachten nog af tot eindelijk de wortel van den tand of kies ontstoken raakt en een ver zwering ontstaat, waaraan in vele gevallen slechts de verwijdering van het aangetaste orgaan een eind kan maken. En dan is de tandarts de booze man, terwijl hij van kant volkomen recht heeft den menschen te verwijten, dat zij niet tot heni zijn gekomen toen "t nog tijd was. In dit verband dient er nog op te worden ge wezen, dat bij veel menschen het dwaalbgrip heerscht, dat de z. g. melktanden gerust aan hun lot kunnen worden overgelaten „omdat de kinderen er toch andere voor in de plaats krij gen." Dit nu is geheel onjuist. Afgezien van j, feil dat pijn in melktanden de kinderen even lievig kan plagen als bij volwassenen 't geval is, heeft een slecht melkgebit een noodlottigen invloed op de blijvende tanden en kiezen, die in zoo'n verontreinigde mondholte langzamer hand doorbreken en meestal jarenlang' den in vloed van hun zieke melk-collega's ondervinden en dan veelal eindigen met zelf ook slecht, te worden. De beste manier is tweemaal per jaar de kinderen naar den tandarts te brengen om door dezen te doen onderzoeken, of er aange stoken tanden zijn en zoo ja, ze te doen be handelen. (Wordt vervolgd.) Predikbeurten in 1912, KERKNIEUWS. van de Vereeniging van Vrijzinnig Hervormden te Haarlem, te houden in het gebouw van den Protestantenbond. (Ingang Jacobstraat). Aanvang des voormiddags 10 uur 24 Maart, ds. S. K. Bakker, Zwolle; 7 April (Paschen), dr G. Visser, Assen; 14 April, prof. dr. II. Ooit. Leiden; 28 April, ds. J. ten Ilove, Haarlem; 12 Mei, ds. J. van Loenen Martinet, Bussum; 26 Mei (Pinksteren), dr. J. Herderschee, 's-Hertogenbosch9 Juni, ds. G. W. Melehers, Almelo; 23 Juni, dr A. van Iterson, Dordrecht 7 Juli, prof. dr. B. D. Eerdmans, Leiden21 Juli, ds. C. Th. Cramer von Baumgarten, Hoorn; 4 Augustus, ds. ,T. ten Hove, Haarlem; 18 Au gustus, ds. J. L. X. Zillinger Molenaar, Dordrecht i September, dr. G, A. v. d. Bergh van Eysinga, Helmond; 15 September, prof. dr. T. Cannegietev, Utrecht29 September, prof.dr. Knappert, Leiden.; 13 October, dr. W. Haverkamp, Nijmegen; 27 October, dr. C. .1. Niemeijer, Bolsward: 19 Novem ber, ds. S. Winkel, Franeker; 24 November, prof. dr. L. Knappert, Leiden; 8 December, ds. Joh. ten Bruggenkate, Let uwarden22 December; dr. R Vorenkamp, Leeuwarden; 25 Decembej-, (Kerstmis), ds. F. W. Drijver, Naarden; 31 De cember (Oude jaar), zal nader worden bekend gemaakt. Er wordt gezongen uit de Psalm- en Gezangbimdels, die in de Xed. Herv. Kerk gebruikelijk zijn. Alle niet verhuurde plaatsen zijn vrij. Voor het huren van een plaats vervoege men zich tot dén Concierge van het Bondsgebouw. Bij het einde der godsdienst-oefening wordt gecollecteerd ten behoeve van onze Vereeniging en ten behoeve van hulpbehoevende geestverwanten. Bezwaren tegen het HANDEL EN Ont werp-Bak kers w et. NIJVERHEID. Door de vereeniging van Brood bakkerspatroons uit de Luxe-, Gemengde- en Middenbedrijven gevestigd te Haarlem, voorzitter de beer II. Franken Jr., secre taris de heer G. H. Japikse, is aan de Tweede kamer een uitvoerig adres verzonden, waarin niet aan drang verzocht wordt de aanhangige Bakkerswet te verwerpen. De slotsom waartoe liet adres leidt is vervat in de volgende regelen le. Bij de voorloopige behandeling der Bakkers wet zijn do patroons uit de Luxe Gemengde- en Middenbedrijven buiten hun wil en in strijd met de waarheid tot de voorstanders van Af schaffing van nachtarbeid gerekend. 2e. De (inancieele bezwaren zijn voor velen zoo overwegend, dat liet hun onmogelijk zal blijken hun bedrijf voort te zetten. 3e. Voor twee volkomen gelijkwaardige cate gorieën van Staatsburgers, als de leden onzer vereeniging en de banketkakkers, schept de wet voor de eerste willekeurig zulke beperkende bepalingen, dat het hun niet mogelijk blijft den Btrijd om het bestaan vol te houden, dat is onrechtvaardig 4.e Het is in hooge mate onrechtvaardig, dat een bakkerspatroon in de toekomst voor het onderhoud van zijn huisgezin zijne arbeidskrach ten voor vrouw en kinderen niet zal mogen aanwenden op de wijze als hem zelf goeddunkt. 5e. De moreele en iinancieele schade aan een belangrijk deel der nijverheidsbevoiking toege bracht is door geen enkelen maatregel ongedaan te maken. Ook het Bakkers-Comité, voorzitter dr. J. Roeters van Lennep, secretaris Mr. Blauwpot ten Cate, heeft een geschrift liet licht doen zien: „Bedenkingen tegen de Bakkerswet Talma", 3de deel, zijnde een bespreking van de memorie van antwoord op liet Voorloopig Verslag naar aan leiding van de nieuwe overweging in de afdeelin- gen van de tweede kamer van liet Ontwerp- Bakkerswet. In deze „bedenkingen" worden de groote bezwaren, die zoowel in als buiten de tweede kamer tegen bet ontwerp zij t aangevoerd, besproken en voor zoover noodig, gestaafd door cijfers, ontleend aan liet jongste rapport der Arbeidsinspectie. Door den amsterdamschen KUNST. kunstbandelaar Izak de Vries wordt in het Brongebouw te Haarlem wederom eene tentoonstelling van schil derijen gehouden, die een bezoek waard is. Er zijn doeken van bekende meesters, waarvan reeds eenige verkocht zijn. De zalen zijn voor dit doel, wat ruimte en licht betreft, zeer geschikt en de heer De Vries is uit den aard der zaak een be voegde leider en uitlegger bij de aanschouwing der doeken. De tentoonstelling blijft tot en met den 28sten dezer maand geopend. Tot heden trekt zij een druk bezoek. Schouwburg Jansweg te Haarlem. TOONEEL. Donderdag 4 April zal het Delftsch Studenten Tooneelge zelschap in den schouwburg een voorstelling geven voor een liefdadig doel. Gespeeld wordt Victorien Sardon's welbekend blijspel Vrienden ran ons. De opvoering in Deflt vond grooten bijval. In het volgend nummer zullen wij een uit voeriger mededeeling over deze voorstelling ver strekken. Is liet u wel eens overkomen, VAN BOEK EN lezer, dat ge te werken hadt TIJDSCHRIFT, en niet kondt? Dat de arbeid wachtte, en uwe handen als het ware werden tegengehouden, uwe gedachten af dwaalden, her- en derwaarts om zich eindelijk te sluiten tot een stiiag-vloeiende droomerij al verder van wat vóór u lag? Vandaag gaat het mij zoo. Op de tafel liggen boeken, waarover ik voornemens was, hier met u te spreken, naar aanleiding van wat ik in een vorig nummer zeide over „De Groote Ingewijden". Deze handelen namelijk over dien éénen grooten ingewijde, van wien Eduard Schuré in zijn werk niet repte Siddharta Gautaina-Boedha. Van hoek en tijdschrift heet dit rubriekje en tot dusverre werden daarin behandeld bijna uit sluitend nieuw uitgekomen werken. Een enkele keer maakte ik een uitzondering en vroeg uwe aandacht voor „geen nieuws onder de zon", en ook ditmaal had ik willen schrijven over twee boekjes, die reeds eenige jaren geleden het licht zagen, maar die nóg het overdenken en bespre ken waard zijn, juist omdat wij in deze laatste weken in dien stroom van laat ons zeggen gods- dienstige-mystieke lectuur geraakt zijn. Dus „van boek en tijdschrift" schreef ik kloek neer, tweemaal onderstreept ten teeken van vetten druk voor den zetter, en wilde be ginnen Ik hfb het raam opengezet opdat de zachte lentelucht - wat is Februari mild dit jaar - vol op in mijn kamer dringen kanprielewiet-tu-tu, zingt een vroege lijster ergens in een reeds groenend tuintje en onze kleine gele kanarie antwoordt vroolijk: piet! piet! Bij de buren staan ook alle ramen en serre deuren wijd open en nu en dan klinken on duidelijke stemmen op. Schuin achter on-t woont een oud paar, dat bij zacht weer thee drinkt in liet miniatuur-tuintje van hun benedenhuis. Zij hebben een pianola-piano, waarop hij speelt en waarnaar zij dan luistert, tevreden-vergenoegd met laar breiwerkje in de hand, en als er be zoek is - zij hebben veel aanloop - speelt liij zijn gansche voorraad af, met geestdriftig handgeklap toegejuicht, waarop zij dan telkens niet blij- trotsche stem naar binnen roept: „Toe man, speel nu nog eens een stukje, je doet het zoo mooiEn ik kan me zoo voorstellen hoe hij dan met een Caesargelaat zich weer voor de toetsen zet aan een nieuwen rol, onbewust, ge lukkig, van de alles behalve vleiende beoor- deeling van zijn „spel" door zijn buren. Zong onze meid niet bij liet vaten wassehen met luider stem op de wijze van Die Herren von Maxim Die vervelende ouwe Zit weer te douwe Zoo van trala- lala- lala- lalo, welk werkwoord ik een inderdaad kostelijke benaming vind voor pianola-verrichtingen. Maar dadelijk daarop was ze weder bewusteloos. Hij trooste zich met deze ééne seconde van bewustzijn en dacht: „hé als ik nu chininehad, waar blijft toch de jongen Toen de morgenschemering aanbrak, ging de dokter door hooge sneeuwhoopen het dorp door, om den bode tegemoet te gaan. Een akelig voor gevoel beving hem. In de kale takken dei- populieren ruischte de wind, ofschoon de storm opgehouden had. Uit de hutten kwamen de vrouwen om water te halen, de rokken tot over de knieën opgeschort. De knechten gingen het vee voederen en overal kwam rook uit de schoorsteenen. Dr. Paul ging naar de liut van den schout en liet een slee aanspannen een knecht voer daarmede voor de school. Nadat hij zich nog eens naar de zieke begeven had, klom hij in de slee en reed naar Walgdorp. Tegen 12 uur 's middags was hij op den terug weg met zijn apotheek, wijn en een massa levens middelen. Eindelijk kwam hij voor de school maar stiet een gil uit en bleef in de slede zitten. De ramen van het huis stonden open en voor de deur verdrong zich een hoopje kinderen. Eindelijk' ging hij, wit als een doek voor het raam staan en keek naar binnen. Op een bank in de schoolkamer lag het lijk van de schooljuffrouw, twee oude vrouwen wiesschen het. Kleine sneeuwvlokjes dwarrelden door het raam en vielen op de schouders en het natte haar van de doode. De dokter ging de kleine kamer binnen en, zonder zijn pels uit te trekken, ging hij bij het leege bed zitten, Het was uit, alles was uit. Hei bed was onopgemaakt, de deken lag midden in de kamer, het hoofdkussen van zweet door trokken hing er half uit. De ijzeren vensterhaken sloegen voortdurend tegen de ramen: de bladereu van een plant in een bloempot waren ineen geschrompeld van kou. Door de deur, die op een kier stond, zag hij boeren, die rondom het lijk knielden, kinderen, die uit oude gebedenboeken, hardop gebeden lazen en den wagenmaker, die de maat voor de kist nam. Hij bedacht zich, dat hij op de een of andere wijze de familie van het overlijden in kennis moest stellen en begon heel zorgvuldig de boeken, papieren, en manuskripten in orde te brengen. Dij vond tusschen de papieren het begin van een brief: Lieve Ilaia, in den laatsten tijd voel ik me niet wel en zal waarschijnlijk weldra dit aardschë tranendal moeten verlaten. Wanneer we elkaar werkelijk eerst hiernamaals mochten weder zien, vraag dan aan den schout om mijne hoeken. Eindelijk heb ik „de Natuurkunde vóór het Volk" af, waar we al zoo lang over gepraat hebben, werk het verder uit, als je tijd hebt. Ik ben aan den boekhandelaar 16 roebel schul dig, betaal hem met mijn mantel, geld heb ik niet. Neem als herinnering'De laatste woorden waren onleesbaar. De brief had geen adres en kon dus niet weggestuurd worden. In de lade van de tafel vond de dokter de „Natuurkunde voor liet Volk", in het kastje een beetje ondergoed en een oud zwart japon netje. Terwijl hij zoo bezig was, zag hij in de school kamer den jongen, dien hij om medicijn ge stuurd had. „Waarom ben j.e niet behoorlijk op tijd terug gekomen?" riep hij hem woedend toe. „Ik ben verdwaald in de velden, het paard was moe, toen ben ik te voet gegaan, de juffrouw was al „Leugenaar". De jongen antwoordde niet, maar toen de dokter hem aankeek, aanschouwde deze oogen, waaruit een stomme, wilde, dierlijke vertwijfeling sprak. „Hier heb ik de boeken teruggebracht, die ze me geleend heeft", zeide hij, eenige smoe zelige boekdeeltjes uit zijn zak halend. „Maak, dat je weg komt", riep de dokter en keerde weder naar het kamertje terug. Maar toen hij weer tusschen de boeken en papieren stond vroeg hij zich zelf af, wat hij daar eigenlijk deed, met welk recht hij daar stond. En eensklaps voelde hij, dat hij angst voor zich zelf had, angst om waanzinnig te worden als hij nog langer hier bleef. Zijn zelfzucht kwam boven en ried hem aan, alles hier zoo te laten als het was en weg te vluchten zoo snel mogelijk. Nadat hij besloten had dadeljjk te vertrekken, Onze benedenbuurman dus, met zijn instrument verheugt zich niet in onze onverdeelde gunst, te meer omdat hij mij al meermalen met zijn muzikale prestaties 'van het werk heeft gehouden. Door het geopende venster stroomen ook nu plotseling het gezang van lijster en Bietje over stemmend, pianolaklanken binnen. Reeds rijs ik op om zuchtend het raam maar weer te sluiten als ik stil sta, verrast luisterend. Die melodie ken ik, herken ikHet is een heel ouderwetsch stukje dat daar gespeeld wordt Ilarpe Aeolienne heet het, wie de componist er van is weet ik niet meer, en het is lang geleden dat ik het hoorde. De pianola heeft ditmaal bij uitzondering verbazend veel van een door men- schenhand bespeeld instrument en terwijl het lied voortzingt, weemoedig- eenvoudig zouals al die ouderwetsche muziek, waarbij men hield van eindelooze „variaties op hetzelfde thema" maai de melodie zelve zuiver bleef uitzingen, zijn mijn gedachten als door tooverslag weg van Boedha- Gautama, verplaatst in mijn kinderjaren, rijst voor mijn geestesoog een Indische binnengalerij bij avond, waar een petroleumlamp een getemperd licht werpt op, bruin-houten wipstoelen met rottan zittingen om een ronde tafel met marmer blad, op witgekalkte muren waar zwartgelijste ouderwetsche gravures op plekken, terwijl heel bovenaan tegen het „bielikken" plafond een tweetal hagedisjes af en toe hun gezellig tji-tjak laten hooren op hun jacht naar muskieten en ik zelf, een kleuter van vijf, prentenboek op schoot zit in een klein laag wipstoeltje bij de zwart-glimmende pianino, waar bij flikkerend kaarsenschijnsel mama speelt: Harpe Aeolienne. En nu verhuizen uit een vergeten hoekje van mijn boekenkast een viertal zorgvuldig uit die oude dagen bewaarde prachtbandjes die ik in de plaats leg van de nu op zijde geschoven: „Licht tan Azië" en „Navolging van Boedha". Nogal géén verschil, roept ge uit? Ge hebt gelijk, maar die gedachten van mij volgen nu weerspannig het spoor door die Harpe Aeolienne aangewezen. Ik belóóf tt, een volgend keer beter op te passen en het raam dadelijk te sluiten als de „ouwe" weer begint tc „douwe" Vier prentenboekjes. Of ze nu nog te krijgen zijn, weet ik niet. Ik hoop het voor u, indien ge zelf kleuters hebt die van versjes bij plaatje? houden. Misschien komt het doordat ik voor deze een zwak heb, maar ik stel ze boven het gros der hedendaagsche kinderboeken dat jaai in jaar uit tegen .Sinterklaas vooral, worden uitgegeven. Ze lieeten: Wilt ge een versje leeren Teekeningen van Lizzie Mack en It. A. Bell, bij versjes van Agatha, Blijde Kinderdroomen versjes van Ant. L. de Hop, teekeningen va; Lizzie Mack en Robert E.lice Mack, Bij de Haard, door Ant. L. de Hop met teekeningen van H. M. Bennett, en t Is lang geleden, keur van tooversprookjes opnieuw verteld door An L. De Rop, alle vier uitgaven van Jac. G. Rol bers, Amsterdam. Van deze vier is misschien hel eerste boekje het liefste, ofschoon, als 't r op aan komt, zou ik waarlijk geen keuze kunnen doen. De versjes zijn alle kinderlijk, zoo èch zoo allerliefst, de plaatjes zoo fijn, teer en reit dat de boekjes ware juweeltjes mogen genoem worden. Ik zou ze u een voor een willen laten zien en lezen, opdat ge zelf oordeelen kondt, n zal ik me bepalen tot een greep hier en daa Zie hier al 't eerste plaatje het beste van Wilt ge een versje leerenHet stelt voor: het kindje op den .grond, en het, vers er., naast kou geen juistere beschrijving geven: Komt kinderen, eens raden, wie ligt op den grond Met oogjes zoo helder, met wangetjes rond? Met armjes zoo mollig. met bandjes zoo klein, Met haartjes zoo donzig een huid als satijn? Met oogjes als schelpjes met lipjes zoo rood Met beentjes als marmer het voetje ontbloot, Een neusje zoo grappig een lachje om den mond, Zeg, of je wel ergens zoó'n engeltje vond! En dit plaatje van „Blonde Elsje" in Blijde Kinderdroomen is een waar schilderijtje va fijne lijnen en tinten, terwijl verderop De Avond ster méér is dan een versje, ja, haast niet. onder doet voor menig stemmingsvol gedichtje va. een onzer hedendaagsche dichters 't Duister valt en 't dorpje In nog wijd en ver, Maar aan blauwen hemel Fonkelt de avondster. En het koeltje lispelt Met zoo zoet geruisch: Nog wat moet gehouden, Spoedig zijt ge thuis. Zie dan het. snoeperig plaatje in Bij den Haard Van vier konijntjes met het versje dat zoo oolijk eindigt En de staartjes wipten mede. Bij hun lustig: hop-hop-hop. En verderop het allerliefsteIn liet Weiland, waar „ons blondje" een kalfje een ruiker bloemen voorhoudt met de héérlijke vraag Als gij nu groot geworden zijt, Al duurt dat nog een langen tijd kon hij reeds zijn vertwijfeling in mooie phrase? lucht geven, en dat hielp hem zijn ellende dragen. Hij liet inspannen, boog zicli nog eens over het doode meisje en sprak ter.harer eer woorden, die de domme menschen, die erbij waren, grootelijks verwonderden. Even bleef hij met de knop van de deur in de hand staan, en dacht, of het maar niet beter was ook te sterven, maar dadelijk daarop drong hij door den hoop boeren heen en besteeg de slede en de paarden renden met hem weg en hij lag voorover op de deken krampachtig te snikken. De dood van juffrouw Stanislawa maakte indruk op dr. Paul. Hij las in zijn vrije uren Dante's Hel, speelde zelfs een tijdlang geen whist meer en stuurde zijn vierentwintigjarige huishoudster weg. Langzamerhand echter kalmeerde hij. Nu gaat het hem zelfs uitstekendhij is dik gewor den en heeft een aardig duitje opgespaard. Hij interesseert zich ook voor het algemeen welzijn en dank zij zijne krachtige propaganda rooken alle burgers van Walgdorp cigaretten van een bijzon der soort van hulzen voorzien, die geheel onscha delijk voor de longen zijn! Vrij vertaald naar het Poolseli van S. Zeromski, Bazel, Mei 1911. door dr. A. B. d. V. Krijg ik dan vraagt ons bh Een glaasje warme melk va Kalfje èn kind op liet plaatje t Is lang geleden geeft de wordende en altijd weer aantrek van Hans en den Boonenstenge Wonderlamp, Robinson Cruso slaapster, en zelden zag ik zul fijne verluchtingen bij hun t afbeelding van het snoeperig \lladin is een aandachtige bes terwijl de opvatting van het dat woonde in een schoen"eei haar nachtpon met de armen v hondjes en poesj-s in gróóte be dribbelend, alleraardigst is. De Harpe Aeolienne is lang en ik heb maar voort zitten i oude vrienden, de prentenboek De namiddagzon is verdwenei geworden in de lucht en in glimt een roodachtig schijnsel, morgen voorspelt Eensklaps verscheurt een draai volle stilte met een ratelend, b Y i p-ay-addy-ay-ay I don 't care what becomes When she plays me that swi De woorden zijn toepasselijk, worden En door die nieuwe melodie zi ineens weer wip! in een niei en toef ik in mijn verbeelding haven van St. Petersburg, op j namiddag als dezen, toen de i dei-gaande zon glansde op het water en de reuzige, donker- weeglijke scheepsrompen waan ten fijn zicli afteekenden teg hemel, terwijl een gramophon gelsche vrachtbooten naast lied speelde; 1 don 't care what becomes When she plays me that sw Welk een tijd, .welk een aft Harpe Aeolienne in die stille galerij en het Yip-av-addy bij de Peterburgsche haven ons langs wonderlijke wegen. Mijn oog valt weer op liet liggende Bij' den Haard met (i terugroept tot de werkelijk!» aanmaning: Een rietvink zong een Aan 't kantje van de Het was zijd laatste lie< Bij 't dalend avondro Vier kikkertjes vernam Dat heldere gefluit, En sprongen op de plo Al ras het water uit. Daar bleven zij toen lu Naar 't einde van lie Èn doken toen luide k Weer onder kroos en 1 Ver Ie, werk! zoo kwekti Werk klinkt eerst vo Werk, werk, dat is veel Dan 't fluiten van zo A. VAN DER ME Weel u al MUZIEK. vraag: Hoe- li De antwoord erschillend zijn, want A ii hoort dus ook anders en anders. Over de 7e Symphonie va laatste Bachconcert uitgevoer rkest) vond A, dat de Symp uitgevoerd, 't Klonk mat e niet meesleependB vond dez tegen bijzonder mooi, zoo waar Wat is nu 't juiste oordeel Welk soort muziek is mee een Beethoven-symphonie worden? Ik vind Beethover gend, wel opheffend, verste omdat ze gezond, rein en ni i- Muziek die meesleept is en hoogste en Beethoven's wel. Iemand maakte de opi verschil voelde tusschen 't I t C'oncertgebouw-orkest, mas tegen 1 April te Bloemend i of 2 ongemeubileerde kameri Brieven met opgaaf van p onder letter 8, bureau van blad, Bloemendaalscheweg Bloemendaal. OVERVEEN. Telef. 1617.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1912 | | pagina 2