ALGEMEEN WEEKBLAD Blocttietidaal, Kaarlem, heemstede en omliggende plaatsen. VOOR KANTOREN Bloemendaaischeweg 49. Tel. 1837. Bloemendaal. Gedempte Oude Gracht 63. Tel. 141. Haarlem. 6e Jaargang. ZATERDAG 6 APRIL 1912. No. 14. Het Bloenendoilseh Weekblad. Prijs per halfjaar f 1.25 by vooruitbe taling. Prijs per nummer f 0.10 Advertentiën 10 cents per regel bij herhaalde plaatsing korting. Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden. Levende beelden als aan stichters van misdaad. Mag men aannemen, dat alleen wie tot misdaad geboren is, ze bedrijven zal? Het is te betwijfelen. Wat is misdaad? .Misdaad is de daad van degeen die tegen den draad ingaat, van degeen die niet met allen mede doet maar juist allen tegenwerkt. Maar is wat allen doen altijd welgedaan? Is wat allen doen niet grootendeels gewoontewerk? En is ge woonte nu iets goeds of iets kwaads? Is liet op zich zelf goed of kwaad iets gere geld te herhalen of iets uit den treure tc herhalen? Wat is goed en wat is kwaad? Goed is alles wat iemand tot zijn 'bestem ming brengt. Maar is iemands bestem ming nu om b. v. ter wille van anderen (of om plaats te maken voor anderen) te gronde te gaan of is zijne bestem ming om anderen dienstbaar te maken aan eigen ontwikkeling? Goed in maatschappelijke!). zin is vaak wel te omschrijvenen wat goed is voor tie enkele persoon is vaak ook wel te omschrijven. Maar wat voor de maat schappij goed is, is zulks niet altijd voor de nekele persoon. Wiens belang gaat nu voor? La.ten wij een ander geval nemen: indien de belangen van Edison strijdig zijn mot die zijner werklieden, welke belangen gaan dan voor? Inderdaad zul len de bnlaiigeii der sterks.ten voorgaan. Maar wie is de sterkste? De geweldigste of de verstandigste? De groote menigte, of do groote persoonlijkheid? De onont wikkelde of de ontwikkelde. De menigte zegt natuurlijk - de ontwikkelde. Wij zouden zeggennatuurlijk is de onontwik kelde. maar geestelijk is de ontwikkelde het sterkstzoolang als't duurt. Maar of mral' inderdaad in den eenen of in den anderen zin de belangen der sterken voor gaan, hiermede hebben wij nog geen ant woord op de vraagwelke belangen 1) eboore n voor te gaan, die der ont wikkelden of der onontwikkelden? Na tuurlijk die der onontwikkelden, roept de zoogenaamde democraat, want hoe zouden zij zich anders kunnen ontwik kelen? Men vrage hem, waaraan zou de onontwikkeldheid de begeerte, den lust, den prikkel tot ontwikkeling ontleenen, anders dan aan de ontwikkelden en bun hoogere stelling in bet leven? Neen, zoo roept de zoogenaamde aris tocraat, de belangen der ontwikkelden gaan voor, want wat onontwikkeld is, beeft geen waarde. Men vrage hem, waaraan ontleent de ontwikkeldheid hare waardeimmers niet aan baar ver fijning, die omslaat in overbeschaving, maar aan hare gestadige ontwikkeling, die omboog groeit van onderop. En zoo hebben beiden gelijk en ook beiden weder ongelijk. Inderdaad al de onontwikkelden zijn in menig opzicht de ontwikkelden de baas. Welke belangen behoor en nu voor te gaan? Alles op zijn tijd. Ieder belang krijgt zijn beurt, zijn tijd en zijn plaats om vooraan te staan, maar beeft te eeniger tijd ook weder zijn tijd gehad en boet zijn plaats weder in. Met andere woorden er zijn geen belangen die vast en onveranderlijk de eerste zijn, noch die van den godsdienst, noch die van de kunst, noch die van de wetenschap, noch die van de maager zijn ook geen voor zieningen, die „het eene noodige" geven. Alles wisselt, alles stroomt, alles leeft, alles verandert. En zoo verandert ook datgene wat behoort en wat niet be hoort. En zoo is er ook geen vast ant woord te geven op de vraag: welke be langen behooren voor te gaan. Eu zoo is er ook geen vast antwoord te geven op de vraag: wat is misdaad. Noem misdaad zelfs volstrekte zelfzucht, dan nog laat zich eene maatschappij denken zoo slap van wezen, zoo week en bibberig van gestadig afschuivende teederheid, dat zelfzucht daarin maatschappelijke deugd zou moeten heeten en volstrekte zelfzucht dus volstrekte deugd. We zullen dus afstand moeten doen van bet gebruik van bet woord: geboren misdadiger, en de aan het begin gestelde vraag is blijkbaar slecht gesteld. Maar hoe is de praktijk? Wanneer wij het woord „apache" neer schrijven, weet iedereen waarop wij doe len. Wij doelen dan op het maatschap pelijk verschijnsel, in Frankrijk bet dui delijkste tot uiting komend, waarvan deel uitmaken do lieden, die alle ande ren, zelfs hunne eigene vrouwen, als hunne lijfeigenen behandelen, en die wa nen dat alle goed ook hun goed is, als zij het maai' kunnen bemachtigen. Het zijn die lieden die tot de instandhouding der ten gemeenen nutte strekkende in stellingen en inrichtingen niets bijbren gen, integendeel deze slechts zooveel mogelijk aftakelen. Het zijn de lieden der verwildering. Krijgen ook hunne belangen een tijd en plaats om vooraan te staan? Alleen dan en waar verwildering en aftakeling noodzakelijk zouden zijn tot instandhouding van het leven. Het laat zich denken, dat eene maat- 'Schappelijke samenstelling zoodanig be drukt komt te zitten tusschen haar eigen bedciikselen, haar eigen instellingen en inrichtingen, dat het leven er stelsel matig in wordt doodgedrukt, zoodat nieuw leven alleen ontluiken kan als het oude geheel is vernield. Elk hervormingswerk heeft zijn ver nielenden kant. In hoever is de daad van een „apache" verwant aan een daad van een staatkundig, revolutionnair, in hoever deze aan dén daad van een staat kundig partijleider, die zijn leven wijdt bij voorbeeld aan het omverwerpen van liet „conservatisme" of van het „libera lisme", in hoever deze weder aan den daad van den denker, die een nieuwe denkwijze ingang tracht te doen vin den? Er is tusschen allen verwantschap. Zij allen gelijken op elkander in dozen zin dat zij gelijkelijk staan tegenover hen die hun leven uitsluitend hebben gewijd aan het bestendigen van den bestaanden vorm. Zoo is dan inderdaad niemand onzer, d. w. z. van hen, die noch eenzijdig liet oude halstarrig willen vasthouden, noch eenzijdig het bestaande willen vernielen, geheel zonder verwantschap mot wie ge voegelijk de grootste en gevaarlijkste misdadigers kunnen genoemd worden van den tegenwoordigen tijd. En wij zouden in plaats van de vraag, aan den aanhef gesteld, kunnen stellen een ieder is in zekeren zin tot misdaad geboren, al hebben hij en de zijnen te zorgen, dat hij er niet toe vervalt. Heeft het eenig nut dit te bedenken? Het komt ons voor van wel. Uit deze gedachte vloeit voortbe scheidenheid en billijkheid in het oor deel en inzicht, dat de misdaad inner lijke drijfveeren heeft die bij den een wel, hij den ander niet zijn ontwikkeld, en dié de misdaad en hare bestrijding tot zielkundige grootheden maken, even goed als maatschappelijke. Men bestrijdt de misdaad niet alleen van buiten uit, maar ook van binnen uit. Men bevordert ook de misdaad van binnen uit en niet alleen van buiten uit. Vaii uit liet liart zijn de wegen des levens, en wie mijn bloed vergiftigt, ver giftigt mij alles. Zoo komt van zelf de vraag aan de ordegeeft het tegenwoordig maat schappelijk leven gif aan zijne leden, waardoor hun hart vergiftigd, hunne zinnen bevangen en zoo hunne hande lingen misdadig worden? Het antwoord moet o. i. luiden, het tegenwoordig leven geeft dit te over. Naar aanleiding van de laatste roo- versaanslagen in Parijs willen verlichte koppen de vertooningen van levende beel den, die de verbeelding brengen op aller lei wegen, waarop ze uit zich zelf niet kwam, stellen onder voorafgaand toe zicht. Het denkbeeld de vergiftiging der volksverbeelding tegen te gaan, lijkt uit nemend onder drie voorwaarden 1°. dat het niet worde uitgevoerd dan onder leiding vaii hen die in de volks opvoeding vooraan staanniet een amb tenaar van politie, zelfs niet een burge meester of een wethouder der bioscopen Worde er mede belast, maar in elke plaats een raad van hoofden van scholen, Openbare cn bijzondere, die in onderling overleg de reepen met beelden keuren 2°. dat eene rangorde worde inge voerd van bioscopen van plat of boertig tot wijs en kunstzinnig, zoodat ieder man of vrouw van hoogeren of lageren aanleg zijne gading kan vinden, terwijl uit alle gelijkelijk worde geweerd wat met algemeene stemmen bepaald wordt in de gegeven omstandigheden van tijd en plaats misdadig te zijn of volkomen leelijk 3°. dat het niet worde uitgevoerd van overheidswege, maar dat de burgers zelf zich er mede belasten om zonder schijn 4f schaduw van dwang liet in dat opzicht goede te bevorderen, het andere te keeren. Eigenlijk was deze zaak er eene ter behartiging voor de pers. Maar om onbe vangen iets dergelijks ter hand te nemen, moest de pers onafhankelijk staan van vriend of vijand, die adverteert, wat mot nagenoeg alle bladen bet- geval niet is. T. Fok en Brok in Bloemendaal. F o k. Sapristi, Brokkie, wat ben ik blij je weer eens te zien. Brok. "Wel sapperloot lieb ik van me leven, jij daar weer, dat wordt een goeie boel, en zoo in Bloemendaal, liet neusje van den zalm der zalmen, en waar heb jij intus- schen uitgehangen I1' o k. Uitgehangen Heelemaal niet ge hangen, en niet gezeten ook, ik heb alleen maar gerezen, gereisd wil ik zeggen naar Oost en West, van Haarlem naar Slikkerveer en van Nieuw-Vennep naar B r o k. Schei maar uit Fok, want het is weer net als vroeger, als jij eenmaal aan 't zwetse, kletse of baweren bent, dan F o k, Sapristi, wat danDan hoor je nog eens wat gezonde kost opdissohen en daar kun je tegenwoordig zwaar naar ver langen, zonder dat je ze te hooren krijgt. Wil ik je 's wat zeggen, Brok, jullie in Bloemen daal bent hier met mekaar '11 troep ge kreukelde laplanders. Jullie verdienen alte- maal geld als water, hoewel je 't eigenlijk niet verdientdegene die liet verdiend heb ben verdienen 't in jullie oogen nog het minst, en ik heb dan ook nog nergens op mjjn reizen zoo'n groot dorp gezien met zooveel gelukkige mensclien en zooveel scheeve oogen. B r o k. Sapperloot, Fok, wat je daar zegt is een verwoeste logen, jij komt hier voor 'n dag en ik woon hiel' nu al drie jaar, maar er is geen geen vriendelijker, gezonder volk dan de Bloemendalers, vraag dat maar eens aan de tramconducteurs, en aan de taxibazen, de makelaars, de straatklinker- fabrikanten en de bezemleveranciers. Nee, in ernst, Fok, als er in Haarlem of omstreken wat te redderen, te teekenen, te betalen of te bedisselen valt, vast dat je er wat Bloe mendalers bij vindt en niet van de minste ook. Ik zeg altijdBloemendaal dat is net zoo'n rustbank voor Haarlem, en jij hebt hier altijd aardige dingen die je elders niet ziet. F 0 k. Ja, daar heb je bijvoorbeeld die leeszaal van jullui weekblad, waar geen kip kwam en die nou maai' weer is omgezet 111 een eetzaaldan heb je het Bloemendaalsclie Bosch, daar ze bouwterrein van gaan maken, en 't meertje van Caprera, waar ook al zooveel malen liet een of ander kransje van geld- menschen omheen heeft geschoven om er een schutting bij te plaatsen met: Bouwter rein te koop, te bevragen bij den makelaar Overakker, daar heb je Brok. Je bent, sapperloot, niettegen staande je reizen en trekken toch nog aardig op de hoogte, maai' aan je toon en manieren zie ik, dat je spotje weet niet wat het zeggen wil de sclioonstgelegen, voornaamste, rijkste F o k. en duurste alstjeblieft. Brok. eu gemakkeljjst bereikbare plattelands-gemeente van heel Noord-Hol land te bewonen. Vraag 1111 maar uit Aalscholverveen of waar je uit mag hangen je ineutings- en je verliuisbrief op, doe je tent omhoogrijzen in een van onze 265 ver maarde hotels of pensions, wordt lid van „Bloemendaal Vooruit" en je zult eens zien, geeu confituur ligt gezelliger in een taarten- doos dan jij bij 011s en we praten dan nog eens weer met mekaar. F o k. Top zeit ie, dat doe ik, maar dan zullen ze hier geen gemakkelijke aan mij hebben, want ik leef nog altijd va.11 mijn ren ten, ik heb niets te cloeu, schuif den god ganse helij ken dag langs 's heeren wegen, zie alles, hoor alles, en praat, waar ik maar twee man met een paardekop bij mekander zie. Daar is geen burgemeester die 't tegen mij uithoudt in de praterij. B r 0 k. Ik weet wat beters, Fok, jij laat die natuurlijke historie maar in z'n eigen vet gaar smoren en als je praten wil, praat je met mij ik zal wel zorgen dat 't heele dorp liet'boort; we zetten ons' praatje gewoonweg in de krant. F o k. Waarachtig, nee maar, afgespro ken hoor, dat is je ware pisang, en 't zal mij verwonderen, als we niet in een paar maan den 't heele dorp uit elkaar en weer in elkaar hebben gepraat. B r o k. Je denkt er om, inenting- en verhuisbiljet, hè F o k. O, dacht je soms dat ik nog bij meneer IJzerman op school moest? B r o k. Daar zou je anders nog heel wat kunnen leercii, mannetje en dan kon je nog voor Kweekschool, Hoogere Burgerschool of Gymnasium worden klaar gemaakt, en kon je later met '11 gezonde Bloemendaalsclie kleur' naar do Haarlemsclie bedruktheid verhuizen. I' 0 k. God zegene de greep. Brok. Ik moet je anders vriendelijk verzoeken dergelijke kernachtige uitdrukkin gen te bewaren voor je kegelclub. Buiten de werkplaats, de herberg of de kegelolub wordt in Bloemendaal alleen kerk- of salon- taal gesproken; straattaa', kerktaal en huis taal komt zelfs bij Van den Ende, of van Dijk en op liet rijtje van het alfabet af 111 de toebakwiükels van Akkerman, Van Leeu wen of Va.11 't Biet niet voor. F o k. Wat '11 zaligheid, ik zal mé 'n paar glacé-bandschoenen en een hondje laten maken. Vooruit met de geit., hard gaat-ie. B r o k. Sapperloot Fokkie, hard niet, maar fijntjes wel, dat zul je eens zien, Mis schien eindigen we nog wel met naar mijn heer Merens te gaan, die hier weer is komen wonen, om te vragen de Bloemendaalsehe avondjes weer overeind te zetten F o k. Ik herinner mij daar van vroeger iets vanmaar eerst Brok, moeten we den 8-urigen werkdag invoeren. 8 uur slapen, 8 uur werken. 8 uur liefhebberen, dat is je ware leven, en 't ware leven is kort, 't andere is allemaal: pier je mij, ik pier je Ik bedoel eigenlijk dat 't leven tegenwoordig één groote pierenbak is. Maar ik moet 1111 naar huis, atjuus. Brok. Atjuus(Tot zich zelf:) 'n rare toch, die Fok, daar zullen we nog wat aan beleven en dat tegen de komende ge meenteraadsverkiezing, die de burgemeester naar ik hoor weer net als vroegen', pif paf alia, morgen stemmen, ineens uit zal schrij ven. Nou ik heb er m'n leut inFok krijgt in 't vervolg mij niet meer aan een glaasje, we zullen thee en kwast drinken, de man mocht zich eens opwinden. En bovendien, ik wil helder blijven, overdag moet ik (le burgemeester, de wethouders, de gemeente werklieden en de gemeenteraadsleden, en 's nachts de lui van de nachtveiligheidsdienst in de gaten houden, sommige vanwege den eerbied, sommigen vanwege de controle, je kunt nooit weten Liefhebbers van fraai mos PLAATSELIJK wordt aangeraden een kijkje NIEUWS. te nemen in de Krullelaande Schapeduinen, geruimen tijd afgesloten geweest, hebben zich op de paden inet een nieuw mosbed bezet, dat ook reeds op afstand een allerliefsten aanblik biedt. Verschillende bewoners van den Bloemen- daalschen weg tusschen Overveen en 't dorp willen den raad verzoeken, in 't geheel geen tram langs den Bloemendaalschen weg te laten ioopen. Het leggen van de nieuwe trambaan langs den Vijverweg heeft zeker iets voor ten' bespoediging' "van de bebouwing der daar liggende gronden in de eerste plaats, maar moeten er om de vele bochten te nemen of 0111 andere redenen boomen gerooid worden, dan zal de gemeenteraad wel doen de tram lang's een anderen weg te leiden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1912 | | pagina 1