ALGEMEEN WEEKBLAD
Bloetnendaal, jtoarlctn, heemstede en omliggende plaatsen.
VOOR
KANTOREN
Bloemendaalscheweg 49. Tel. 1837. Bloemendaal.
Gedempte Oude Gracht 63. Tel. 141. Haarlem.
6e Jaargang.
ZATERDAG 20 JULI 1912.
No. 29
Het Bloemendaolsch UeeKMod.
Prijs per
halfjaar fl.25
by vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer fö.10
Advertentiën
10 cents per
regel
bij herhaalde
plaatsing
korting.
Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden.
Alles goed uiteen houden!
Wij leven in een tijd, waarin het ver
stand het op velerlei wijs, praktisch
aflegt, tegenhet onverstand. Wat
is het kenmerk van het verstand? Het
onderscheiden, het ééne denken en het
andere daarnaast denken, het andere
niet i n het eene denken, het onderschei
dende denken, d.W z. 't niet gemengd den
ken. Het verstand heelt de dingen niet
door elkaar, het houdt ze uiteen. Boven
het verstand staat nog de lioogere be
zinning, die het uiteengehoudene. bijeen
houdt, konder ze te laten dooreenvloeien
machtiger dan het verstand is het rede
lijk inzicht of de wijsheid. Er wordt veel
geschermd met die groote woorden rede
lijkheid, wijsheid, men kan honderden
malen hooren, dat deze of gene uitlating,
deze of gene maatregel niet van wijsheid
getuigt, maar te weinig wordt beseft,
dat redelijkheid of wijsheid door en door
verstandig is, al heeft zij boven en be
halve het kenmerk des verstands name
lijk behalve „het vermogen, om alles
goed uiteen te houden'', andere kenmer
ken, eigen aan de hoogere persoonlijk
heid, als mildheid, zich kenmerkende in
geven en nemen, veelzijdigen zin, zin
naar eenheid in de verscheidenheid,
liefde.
Wij leven in een tijd, die aan de rede
lijkheid of wijsheid nog lang niet toe is
en die eigenlijk niet eens meer weet,
dat er zoo iets als redelijkheid of wijs
heid bestaat. Wij leven in -den tijd der
slimmen en ruwen. De ruwen vormen de
onderste laag der samenleving, hen zijn
de slimmen de baas, in dezen behoort,
maar heerscht nog niet het verstand.
In de verstandigen gloort de redelijk
heid. (Men mag van de voormannen 'eener
gemeenschap eischen, dat zij niet be
lmoren tot den ondersten vorm of de
minst-ontwikkelde laag der samenleving.
Een ruw heer hoort niet thuis in een
vertegenwoordigend lichaam en eigenlijk
een slimmerd evenmin. Want ook de
slimmerd staat nog maar op een zeer
lage trap van ontwikkeling. Dat alle
voormannen van het publieke leven van
zgn. democratische volken redelijke lie
den zijn en wijs, is ook niet te eischen,
daarvoor is het meerendeel der lieden,
door wie zij moeten worden gekozen, te
laag ontwikkeld. Maar men mag wel
verwachten, neen, men moet eischen,
dat de lieden die een gemeenschap be
sturen, minst genomen verstandig zijn,
dat zij alles wat het besturen van hun
gemeenschap betreft goed weten uiteen
te houden. Wanneer dwaze maatregelen
het verkeer, de goede stemming, de aan
gename omgang, de welvaart van een
volk belemmeren of ondermijnen, dan
zijn die dwaze maatregelen meestal af
komstig van lieden, die niet behoorlijk
de dingen uit elkaar hebben gehouden.
Ons volk van heden levert een goed-
geteekend voorbeeld op van een volk
dat, ofschoon in opbloei, bedorven wordt
door dwaze bedenkselen en maatregelen
van lieden die niet uit elkander houden
wat uit elkander gehouden moet worden.
Een deel van ons volk doet zijn gods
dienstige overtuigingen invloed oefenen
op zijn staatkundige en omgekeerd, in
3tede van die twee uiteen te houden
sen ander deel van ons volk geeft aan
zijn persoonlijk belang de plaats die
toekomt aan het algemeen belang en
omgekeerd. Ons volk zal daaraan niet
te gronde gaan, want het verkeert in
opbloei, maar het zal in die omstandig
heden niet opgroeien dan met allerlei
misvormingen en het zal nu en in de
tekomst meer te lijden hebben.
En zooals het is met betrekking tot
onzen staat, zoo is liet met betrekking
tot onze gemeente. Ook onze gemeente
zal niet te gronde gaan aan liet feit,
ciat zijn bestuur onverstandig optreedt
<-,zich belachelijk maakt, de bloei der
g •meente zal zich spoediger in achter-
u .gang verkeeren, en de bloei zal van
rnader beteekenis zijn voor de ingeze
tenen en voor de omgeving, er zullen bij
dien groei tal van misvormingen ont
staan, maar er zal altijd wel zoo iets als
een bloemendaalsche gemeenschap in
deze streek blijven bestaan al is 't dan
later, noodgedwongen, als onderdeel
van eene grootere gemeenschap wel met
verstandige lieden aan het roer. Want
dit is het gewoon verloop van diergelijke
zaken. Een volk, dat onverstandig wordt
bestuurd, wordt op den duur door een
naburig volk dat verstandiger lieden
aan het roer heeft door dien staat inge-
Xialmd. Het spreekt van zelf, dat meest
al slechts de onderscheiding is te ma
ken van een meer of minder aan ver
stand geen in de samenleving zich stand
houdende persoon is zoo, dat hem niet
eenige mate van verstand kan worden
toegeschreven. Wanneer, gelijk het ge
val is, ons gemeentebestuur in de meest
bevolkte van een groot aantal verstan
dige lieden voorziene plek in de nabij
heid, reeds eenigen tijd zoo nu en dan
vergeleken wordt bij „een rijk geworden
slager, die van gekheid niet weet wat hij
met z'n geld beginnen zal," dan is liet,
alreeds treurig met ons gesteld. Het is
dus goed, zooveel mogeiijK te wijzen op
de gevallen, waarin het verstand ten
raadnuize het praktisch aflegt tegen
het onverstand, en wij wekken onze le
zers op mede te doen aan dit „wijzen
op"hoe gemakkelijk het ook is voor
eene redactie, noodig is het daarbij
geenszins dat de „wijzer" zich laat gel
den onder zijn eigen naam. Mits de
redactie zelf den naam kent van den
schrijver om te kunnen nagaan of zijne
gegevens juist kunnen zijn en zijn oor
deel betrouwbaar, neemt zij de verant
woordelijkheid voor het in dit weekblad
geschrevene op zich.
Daar een schoen altijd gemakkelijk
aanvliegt -wanneer hij zelf trekt, wien
zo past dan dat een ander trekt, willen
wij ditmaal eindigen met een paar vra
gen, het geven van antwoord overlatende
aan hen, die op dit oogenblik zelf het
gemeentebestuur, vormen.
Ze betreffen de zaken der tram, der
diphtheriebestrijding en der waterleiding.
Wanneer de antwoorden die het ge
meentebestuur in deze zaken op deze
vragen zich zelf geeft (want in het
openbaar worden over onze gemeente
lijke aangelegenheden geene antwoorden,
die hout snijden, gegeven) duidelijk
maken, dat in die zaken allerlei elemen
ten zijn dooreengewarreld die voor eene
verstandige beoordeeiing en behandeling
met oordeel des onderscheids uiteen
hadden moeten worden gehouden, dan
hebben wij daarmede dit tweeledig voor
deel bereikt, dat ons gemeentebestuur
zelf begint te beseffen, dat .onverstand
meer eigenaardig zijn kenmerk is dan
verstand, en dat het begint te beseffen,
dat 't vriendelijke woord, onoprechtheid
en dat in het algemeen de gewoonte van
het betreden qp duistere wegen, ja dat
zelfs slimheid, ijver en welwillendheid
in den strijd om het bestaan nog als
schild noch als wapen iets zijn, zonder
het oordeel des onderscheids. Dat die
eigenschappen met dat oordeel gepaard
gaande, den mensch nog niet tot een
edel wezen stempelen, gingen wij reeds
na, maar doet hier nu niet meer ter zake.
Vragen die met het bovenstaande ver
band houden zijn:
In zake de tram.
Is het waar, dat B'. en W. aan de
'N. Z. H. E. Si. hebben toegezegd, dat
de gemeente voor f 30.000,of althans
een vrij groot bedrag middellijk of on
middellijk deel zou nemen in den aanleg
ëener lijn HaarlemBloemendaal of in
het kapitaal der onderneming zonder
daarbij uitdrukkelijk te maken het voor
behoud )van goedkeuring van den raad
Is het waar, dat de raad bij het
toestaan dezer f 30.000,niet alleen
niet heeft bedongen dat deze gelden
wanneer de maatschappij of de lijn
winstgevend werd desverlangd weer
moesten worden teruggegeven, m. a. w.
de aandeelen weder a pari moesten wor
den teruggenomen, maar zelfs niet dat,
mocht de lijn niet worden doorgetrokken
naar Bloemendaal, deze bijdrage zou
vervallen?
In zake de diphtherie-bestrijding.
Is het waar dat B. en W. zoowel als
gemeenteraad hebben besloten geen man
en geen cent meer voor de stelselmatige
bestrijding van het diphtherie-gevaa.r te
zulllen geven? Op welke deskundige ad
viezen steunen zij daarbij Wat beschou
wen zij als het voornaamstehet oogen-
blikkelijk belang van eenige ingezete
nen en hotel-maatschappijen bij struisvo
gelpolitiek of het duurzaam belang dat-
de gemeente bekend sta als eene waar
heen men des zomers veilig trekken kan
omdat er gedaan wordt wat de stand der
moderne wetenschap aangeeft, dat in
zulke gevallen gedaan moet worden?
Is het waar, dat de burgemeester, in
stede van het voorbeeld te geven tot cor
rect optreden een ingezetene, wiens per
ceel van een briefje „diphtherie" was
voorzien, bij zich op het raadhuis heeft
doen verschijnen, om dezen te bewegen
een anderen huisdokter te nemen, (jaar
zijn huisdokter van oordeel was, dat het
gevaar voor besmetting in zijn perceel
nog niet was geweken en het briefje
dus nog ter waarschuwing van het pu
bliek aan moest blijven zitten?
In zake de waterleiding.
Is het waar, dat het advies der ge
zondheids-commissie wijzend op hygië
nische en finantieele fouten in de rappor
ten van den heer Holmberg de Beck-
feldt, voor de raadsvergadering door ver
schillende raadsleden niet is bestu
deerd kunnen worden, maar niettemin
in de raadsvergadering zelfs niet is
voorgelezen
Is het waar, dat men niet gedurende
een half jaar of langer pompproeven
heeft genomen?
Is het waar, dat men het water wil
onttrekken aan een zoetwaterlaag, die
ligt niet alleen op de gewone diepe
zoutwaterlaag, maar ook onder een zout
waterlaag en dat vrijwel zekerheid be
staat, dat laatstbedoelde zoutwaterlaag,
soortelijk zwaarder dan het zoete water,
daarvan niet is gescheiden door een
dichte leem- of kleilaag?
Is het waar, dat de heer Holmberg de
Beckfeldt alleen tot een opvoerprijs van
het water van 4 cent de M3 is kunnen
komen door nai te laten jaarlijksche
kapitaal-aflossing en rente op de exploi
tatie-rekening te plaatsen?
Is het waar, dat de raads-commissie
nog verder is gegaan door het te doen
voorkomen alsof die 4 cent voorstelde de
prijs van de M3 water met druk en al ge
reed om in de distributiebuizen te vwor-
den gebracht.
Is het waar, dat aan de gezondheids
commissie door B. en W. 10 dagen tijd
is gegeven om van advies te dienen op
het rapport waarover ongeveer een jaar
gewerkt is en dat ruim 34 folio< blad
zijden druks groot was?
Is het waar, dat de gezondheids-com
missie op haar aanvraag geene exem
plaren van dat rapport van het gemeen
tebestuur heeft kunnen bekomen?
Is het waar, dat, gelijk uit het rapport
zou blijken, aan de waterleiding van
Bloemendaal (le post der kapitaal-reke
ning) slechts zou zlij'n ten koste gelegd en
niet uit winst gedelgd, f 38.000,waar
in dan nog f 25.000,— voor overname
dei Duin-en-Daalsche waterleiding be
grepen moet zijn?
Is het waar, dat vanwege het gemeen
tebestuur invloed is geoefend op de pers
bij de beoordeeling der waterleiding-
plannen
Is dit alles knoeierij, of moet dit eer
lijk spel of wellicht „besturen" verbeel
den?
Is het niet waar, dat het der gezond
heids-commissie koud behoort te laten
en inderdaad koud laat, of de gemeente
Bloemendaal smijt met het geld, en
eveneens of Bloemendaal zijn water be
trekt van Haarlem of van zichzelf, mits
de zekerheid bestaat, dat goed water zoo
goedkoop mogelijk aan de ingezetenen
wordt geleverd?
Is het waar, dat het vorige jaar
f 10.000,- is verknoeid met proefboring
en plannen aan den Doodweg?
Is het waar, dat men het nu wil doen
voorkomen alsof dit niet heel erg is,
daar wij immers in het warme jaar 1911
ruim f 10.000,op de waterlevering aan
de ingezetenen hebben verdiend?
Is er ooit een verdedigbare winstbe
rekening van het waterleiding-bedrijf ge
maakt? T.
VOOR ONZE DAMES.
In dezen tijd van reizen en trekken, lijkt het me
wel nuttig, eens iets te schrijven over het pakken
van koffers, een werkje dat gewoonlijk op de huis
vrouw neerkomt, 't Is verbazend hoeveel er met
overleg in zoo'n kleine ruimte onder te brengen
is, en hoe netjes en ongekreukeld alles dan te
voorschijn komt. „Zorg dat alles vast ligt, en er
geen speling is," ziedaar het ware pakadvies.
Zoetjes en zachtjes worden de koffers niet behan
deld. Zijn ze geheel gevuld, dan hindert dit
niet, maar o wee, als dit niet zoo is.
Zorg er voor, dat breekbare waar in het min
den van den koffer gepakt, en door kleeren en
andere zachte dingen beschermd wordt. Onderin
behooren boeken, doozen, enz., dan komen de klee
ren, die niet gekreukeld mogen worden. Het ge
makkelijkst is, japonnen en mantels over den kleer
hanger op te vouwen en de vouwen met vloeipapier
on te vullen. Overtuig u dat fleschjes goed geslo
ten zijn. Bind, indachtig dat voorkomen makke
lijker is dan genezen, een vinger van een hand
schoen over de kurk.
Dek alles zorgelijk toe met een kofferkleedje,
waarop door lieve handen „goede reis" gewenseht
is, of behelp u, bij gebreke van zoo'n sympathie-
blijk, met een meer prozaïsch servet of handdoek.
Er zijn vele vrouwelijke eigenschappen, die als
even zoovele godsgaven de vrouw sieren. Wie
het voorrecht bezit, een goede gastvrouw te
zijn, bezit een goddelijke gave, want wanneer
voor iets, moet men zeker hiervoor tot in het
kleinste fijngevoelig zijn. Het reisseizoen biedt
velen onzer, gelegenheid met die gastvrouwelijke,
lang niet te versmaden gave te schitteren, en
er anderen mede te verwarihen. Zoo zal nummer
een, de logeerkamer tot in de puntjes in orde zijn,
en men er die kleme geriefelijkheden aantreffen,
waaruit de logées blijkt, dat hun aanwezigheid op
prijs gebeld, en alles gedaan wordt om hun ver
blijf te veraangenamen. Op die logeerkamer is het
bed zeker als „het" meubelstuk te beschouwen,
moge het meer of minder luxueus zijn, hoofdzaak
is, dat het'behagelijk is. Dan komt de waschtafel
met- gewone benoodigdheden en een stukje onge
parfumeerde zeep, daar niet iedereen van ruikende
zeep houdt. Geef het haarzakje een plaatsje aan
den wand, een toilet, of waar dit niet beschikbaar
is. zal een tafeltje onder den spiegel geplaatst, met
een haarspelden- en speldenkussen met diversé
spelden er op, het toilet heel goed vervangen. Een
kast voor berging van japonnen, behoort ook tot
de logeerkamer-uitrusting- een plank met kap
stok en gordijn kan de kast eenigszins vervangen.
De aanwezigheid van een gemakkelijken stoel en
een paar boeken zal zeker door de gast, die er
van houdt een oogenblikje rustig alleen te zijn,
gewaardeerd worden.
Zorg nog voor een klok, prullenmandje, nacht
kastje met blaker, lucifers en nachtkleedje, en ge
kunt de glazen deuren der gastvrijheid openen.
Verban om niets ter wereld uitgediende vazen,
leelijke gravures, schilderijen of dergelijke naclit-
im i rie-verwekkende prullaria naar de logeer
kamer; streef voor alles naar een verkwikkende
rustigheid.
Weet ge: dat verschoten blousen, jurkjes, enz.
weer opfrisschen, als ze in water met aluin ge
spoeld worden? Ik had een blauw-linnen blouse,
die door de zon en het herhaald bezoek aan de
vasehtobbe, veel van de oorspronkelijke kleur ver
loren had, onder de armen nog donker, maar van
boven licht was, kortom de gewone verschietings-
verseliijnselen vertoonde; door haar een halfuurtje
in aluin met water te laten staan, verkreeg ik
een mooie egale tint, en ik kan dus deze bewerking
mijn lezeressen ten zeerste aanbevelen.
:dat pijpaard dat gebruikt wordt om witte schoe-
i en schoon te maken, in plaats van met -water,
met melk aangemaakt moet worden?
De pijpaard zal dan niet afgeven:
:dat het de handen frisch en blank houdt, als
men na ze gewasschen te hebben, met citroensap
wrijft?
MOUCHE.
MUZIEK.
Nationaal muziekcongres
te Amsterdam.
Naar aanleiding van het „muziekcongres te
Amsterdam" is in de dagbladen reeds zeer veel
en uitvoerig geschreven en geen wonder, want er
werden zeer belangrijke onderwerpen behandeld.
Het is te liopen dat het aan de verwachtingen
beantwoord heeft en de gewenschte veranderingen
en verbeteringen tot stand zullen komen. Ver
wacht u niet van mij dat ik u nog eens van az
me deel, wat er besproken is, want dan zou ik in
herhalingen vervallen. Over de vraag „cijfers of
noten" en „cijfers en noten" zal nog lang gepraat
kunnen worden door de vóór- en tegenstanders en
zij zullen 't mischien nooit eens worden, omdat
beide methodes veel goeds hebben. Vooral voor
zangonderwijs op lagere scholen heeft de „cijfer"-
methode over 't algemeen veel voorstanders. Vol
gens mijn persoonlijke opvatting zou ik de cijfers
alleen toepassen voor 't leeren der intervallen en
't transponeeren en voor „tref"-oefeningen. Voor
't overige zou ik niets met cijfers aan kinderen
leeren, daar geen enkele componist zijn werk in
cijfers schrijft, doch noten gebruikt om zijn muzi
kale gedachten te uiten. In veel opzichten vind
ik dat het notenschrift duidelijker en aanschou
welijker is, daar de noten van een stijgende me
lodie b. v. ook stijgend geschreven worden, terwijl
cijfers voortdurend op dezelfde hoogte staan. Ik
vind cijfers dor en saai, er is geen kleur of lijn
in, daarom zou ik nooit de cijfer-methode uitslui
tend leeren. I)
Op den eersten dag heeft dr. H. F. Wirth het
onderwerp besproken: Over de beteekenis van het
volkslied. Tot mijn leedwezen kon ik daarbij niet
tegenwoordig zijn, doch wanneer het boek uitge
komen zal zijn, kan ieder belangstellende het
lezen.
1) Zie brochure Dr. J. H. Gunning: Noten en cjjfeis.