leid hN WIJK I. H. KRUL I El ZEN. ALGEMEEN WEEKBLAD Btoetnendaal, }(aarlem. heemstede en omliggende plaatsen. 5ER. lodel 1912 ION 1387. VOOR KANTOREN: Bloemendaalscheweg 49. Tel. 1837. Bloemendaal. Gedempte Oude Gracht 63. Tel. 141. Haarlem. Jaargang. ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1912. No. 39. nt. t, Straatweg itvveg 187 Telef. 2400; elef. 10590. m VERBOOG. AARLEIV'. nder, enz. I ad Haarlemsche of ische Vereen»- ittende stenogra- ■slag van The os ten. int ƒ1.— per jaar ing aanvangende 'ember 1912 en Magazijnen ersvaart 106 M. Telefoon 748 CHELPEft IGRIND. INZAND. IIVIERZAEiO ilLLIJKE PRIJZEN PRIJSCOURANT, j ERVEEK. lof. 1617. PTEMBER gaai 40 5 46. 55.— 40.— 37.50 75.-10 !tt „140.13 ittd„ 50.— 6 naar Tirolj Italië, Beiei and, Budapet nd, Zweden, s- en verblijfkosten som begrepen, te rang Hotels. amma kostel: ;ch Reisbureau „De ]wal 345 AMSTERDAM. Prijs per halfjaar f 1.25 hij vooruitbe taling'. Prijs per nummer fO.10 Advertentiën 10 cents per regel bij herhaalde plaatsing korting. t nummer bestaat uit 6 bladzijden. H a n d e ,n a r b e i d. r is in den laatsten tijd iets gaande, ren elk die er even zijn aandacht ,-iig aan geven wil. wel tot blijdschap 11 moet. Wat er op het Congres den Handenarbeid gesproken werd; men in verband met deze samen- st in de bladen en tijdschriften cf; de tentoonstelling van voorwer- in bet Gemeentemuseum te Amster- gehoudeudit alles wees op een jdevol gebeuren: de'belangstelling, -t voor bet handwerk herleeft u poos lang was bet niet in aan- ij, die op dit tijdstip groote-men- i zijn, blonken er niet machtig in tiet tegendeel kon, behoudens wat 'leerbare uitzonderingen, van dit nt worden getuigd. Ai, wat staan banden verkeerd bij bet indrijven ■rii draadnagel, bij het aanzetten ■n houtschroef; boe grimmig (of al naar onzen aard; kijken wij misgeiioot aan, die ons verzoekt :i klein herstellinkje te doen aan een ander gebruiksvoorwerp, en zelfs onze luidruchtige pierewieten bun rs vragen een, natuurlijk vanzelf roken, stuk speelgoed te herstellen te lijmen, te spijkeren, te plakken naaien, dan trachten dezen met itvlucht ervan af te komen; als t doen, gaat bet bun dikwijls zoo a is waardig af, dat bet beter was ge- zoo ze bet maar gelaten hadden, ouden wel willen, maar kunnen ijk niet - wc hebben er niet veel er is geen liefhebberij, geen go- Voor bet kind, dat, moer dan -menschen menigmaal, aan daden voorkeur boven woorden geeft, boe- r wij door deze povere houding, spoe- dan anders bet geval zou wezen, 'ts van onze voortreffelijkheid in. i t is uitzicht, dat ons nageslacht "in ons de baas zal worden, verre- Ja, ook wij hebben in onze prilste i een beetje geknutseld, wij hebben rs gevlochten in twee of meer kien- wij hebben twee papiertjes aan her geplakt tot één grooter papier wij hebben plankjes doorgezaagd i t kleinere plankjes waren, en deze ot nog kleinere, totdat er eindelijk niets van overbleef. Wij hebben •I-lijsten gemaakt van sigarenpunt- aarden kruikjes volgekleefd met - gels of liet gewichtige aangetee- brieven warenwij hebben na Inwekkend soebatten wel eens een r of teil mogen verven, waarbij ize banden, zomerkieltjes en lioofd- ...r niet ontzagen; wij hebben, als we i hamer konden machtig worden, daar- zoo kwistig in alle huisraad draad. s ingedreven, da.t onze moeder bij inblik der wreede verwoestingen iv> als vastgenageld was. Wij hebben alles, en we hebben nog meer, ijse- 1 veel meer gedaan. Maar wat wij ii deden, de meesten onzer althans - dat wasmet ernst en geduld, i''i aandacht en liefde, met berekening handigheid eens een waarlijk aardig rwerp vervaardigen. En dit is het, onze kinderen wèl zullen gaan lee- 'ii "U tot bun bestwil. Men gaat dit i fermer en fermer aanpakken. In deze higi-ii van veel geschrijf over dit onder- ■r; lazen wij menige voortreffelijke iwijzing. Zoo tracht men natuurlijk j': "i'st de belangstelling van het kind i innen. Daarvoor kiest men, bij voor al, de voorwerpen, die, behalve dat i makkelijk te vervaardigen zijn, ook 'igens.chappen bezitten, waardoor erlingen er - uzelf belangstelling uilen voelen, b.v. voorwerpen voor uen gebruik als: vlieger, tol, slaghout, •nzi - voorts; of voorwerpen, die geschikt -in door de kinderen aan ouders of ail ie ten geschenke gegeven te wor- waarbij dus het besef van eenig nli'lijk nut (want bet voorwerp is ocd. dat men het zelf gebruiken k of aan volwassenen ten geschenke n) en in verband daarmede de eerste i ardeering (want zij, wie men het •mi. edt, zijn ermee in hun schik of liou- eb althans zoo) den leerling waarde ijn werkstukje doen gevoelen. Ver- i' laat men voorwerpen maken, die bo- m.ii.yaam kunnen zijn bij liet onderwijs adere vakken, als teekeningen, plakprenten, gekleurde modelletjes van vruchten en bloemen (bruikbaar voor de lessen in de natuurkennis) van hui zen, wapenen, schilden (bruikbaar bij de lessen in de geschiedenis) en zoo meer. Het deed cieugd te zien op de laatste reutoonstelling wat er op deze manier al niet was bereikt; vanaf her leutig potloodgekrabbel der kleine leer lingen tot de fraaie teekenmgen der ouderenvan het koddigste papierknip- sei der jongeren tot bet uitmuntend be dachte cn vervaardigde, soms zelfs heel smaakvolle, voorwerp dep-r de leerlin gen bij bet middelbaar onderwijs ge maakt, bet getuigde alles van lust en be langstelling, van geduld envan per soonlijkheid. Ja, menigmaal ook van per- sóóulijkhoiddie onmisbare eigenschap van bet goede handwerk, evenals van allo andere kunst. En uit die laatsten kunnen bolleboozen groeien. Ge zult bet zien, wanneer deze jongens groot zijn, zal er behoefte aan werkelijk knappe bandenarbeiders wezen. De steeds eentoniger voorwerpen, in reus achtige hoeveelheden door de fabrieken gemaakt, gaan meer en meer den men- scben van goeden smaak tegenstaan. De wenscb, degelijk overdachte en ernstig voltooide voorwerpen, z-ooals de fabrie ken die niet vervaardigen, te bezitten, wordt allengs meer algemeen. Gaande weg vinden meer menschen behagen aan fraai uitziende voorwerpen van dage- lijkscli gebruik. Binnenhuis-architecten, modelwoningen, plateelbakkers, kunst smeden, winkets als die van Liberty enz. dedèn veel om een zuiverder inzicht te verbreiden. Naast het labrieksbedrijf, dat zicli op groote voortbrenging toelegt zonder zicli veel om den vorm te bekom meren, ziet men liet edele handwerk, dat minder aflevert, maar naar den fraaien vorm zoekt, zijn plaats hernemen. Aan zulk een wederopbloei der kunst nijverheid zal later menigeen, die nu op de school bij den handenarbeid uitmunt, zijn deel hebben. Natuurlijk zal van a.l de kinderen, die onderwijs in bet handwerk krijgen, maar een betrekkelijk gering deel zich daar aan later wijden, maar voor de anderen waren die lessen ook geen verloren uren. Wordt bun wil daardoor niet geoefend! En hun verbeelding? Hun schoonheids zin? En wat dan toch, zelfs bij wie bet minst van dit onderwerp meenamen, altijd gewin iszo zullen wat handiger zijn dan bun, verder bovenstebeste, ouders. Er kan ook nog een breeder, alge- meener voordeel groeien uit bet eerher stel van don handenarbeid, naar bet mij wil toeschijnen. Men ziet in onze dagen heel veel mensehen uit den werkmans- en kleinen burgerstand zich tot in bet dwaze inspannen om toch in godsnaam van hun zoon een „beer" te maken. liever een berooiden „lieer" dan een min of meer welgesteld handarbeider. De rangschikking van den handwerker in een lagere orde heeft in veel kringen de onverstandige begeerte gekweekt naar een uiterlijk, zoo yoos, zoo bedriegelijk als maar denkbaar is. Er is waarlijk niet veel inzicht in de samenleving noo- clig om te zien, dat op dien weg veel teleurstelling, armoede en zorg zijn te vinden. Kon bij een juister erkenning en waardeering van het handwerk dit niet anders worden, en zal men dan niet een weinig gretiger bet Wezen kiezen vóór den Schijn? Bedrieg ik mij niet, dan is er toe komst voor de waarlijk bedreven hand arbeiders; zij zullen de maatschappij overtuigen van de waarde hunner zoo bruikbare kunst. Zij zullen bet zotte vooroordeel tegen bet ambacht bekam pen met hun aldoor volmaakter werk manschap. S, Dr. Bronsveld's September- kr o n i e k. Wie tc stemmen in 191S? Het beeld van een liberaal geteekend. Maria- vergoding. De Juni-maand van 't jaar 1913 is nog ver van ons verwijderd, en het heeft den schijn van voor- karigheid, nu reeds te spreken over den verkie zingsstrijd, waarvan wij nog door zoo vele maan den gescheiden zijn. Maar ijlt de nimmer moe- gerende tijd in onze dagen niet met nooit-geken- den spoed? Bovendien hebben wij slechts ééns in de maand gelegenheid, om onze gedachten in deze Stemmen" uit te spreken. Wij zijn trouwens de eeuigen niet, die reeds alarm blazen. Van mer-r dan één zijde rust men tot den kamp zich toe; ja, in meer dan één kiesdistrict is men reeds overgegaan tot het stellen van een candidaat. Wat wij ons nu voornemen ie doen, is niet anders dan het geven van een getuigenis. Wij treden hier niet op als het hoofd van een politieke partij, maar meenen uit te moeten spreken wat co, evangelisch geloovig christen voor zijn land en kerk gewensclit aclit. Wij doen dit niet voor het eei\st, maar Paulus zou verklaren: hetzelfde te zeggen is u niet onnut. Nog altijd betreuren wij het, dat zoo velen in 0115. land niet zijn af te brengen van den regel W|e het evangelie belijdt moét anti-revolutionair zijn. De belijdenis van het evangelie brengt mee. dat men overal zal opkomen tegen verkrachting van hetgeen eerlijk en recht is, voor vrijheid en vrede maar een politiek program ligt er niet in opgesloten. Gladstone was in zijn staatkunde liberaal, en tegelijkertijd een trouw lid van de cagelsche Staatskerk; en de tegenwoordige engel- sejie minister Lloyd George die radicaal in zijn politiek is, belijdt als christenmensch puriteinsche beginselen. De heer Groen van Prinsterer is jaren lang op koloniaal gebied conservatief geweest, maar hij is. zonder van geloofsovertuiging te veranderen, on der den invloed vooral van Keuchenius gewonnen voor het streven van de indisch-radicalen, gelijk dit met zijn geestverwanten Mackay en Eiout reeds eol vroeger het geval is geweest. Tegenwoordig werken liberalen en anti-revolu tionairen samen, waar 't geldt het bestuur onzer koloniën, en ziet men hier dus tastbaar aange toond, dat wie gelooft aan het evangelie, met libe ralen kan samenwerken. Spreekt men dan ook niet van een „neutrale zone"? Wanneer dat vasthechten van de anti-revolutio naire partij aan 't geloof wordt losgelaten, is veel gewonnen. In 1897 waren mannen als dr. Be VG- s'U, mr. Verkouteren en vele anderen 't met het hierboven staande volkomen eens. Een tweede zaak, welke wij betreuren en afkeu ren, is dat zoo velen als zij het woord „liberaal" hooren, terstond een geweldigen schrik krijgen, en voor uw geest als in een bioscoop de outzettendste dingen laten voorbijgaan. Het laatste van die lafereelen, waaronder er zelfs zijn van bloedigen aard, is de Commune, is het in vlammen opgaand Parijs van 1871. Ik vind die wijze van handelen wel geschikt om eifekt te bejagen, en „boeren, burgers en buiter lui" bang te maken; maar ienpind die wel bij zin nen is, neemt de vrijheid, om na te denken. Het is niet tegen te spreken, dat ook in ons land, de liberalen dingen hebben gedaan, die wii zoo sterk mogelijk afkeuren. Ze zijn doctrinair geweest, en meer nog dan Tliorbecke, hebben man nen als Kappeijne, en zijn aanhang den naam liberaal bij velen gehaat gemaakt. Trouwens man nen als All. Pierson hebben zich terstond tegen dat doctrinaire liberalisme verklaard, en de libe ralen van heden zijn niet dc liberalen van vóór 40 jaar. Maar, zoo zegt men, met logische noodzakelijk heid voert het liberalisme tot de sociaal-democia- t.ie. Ziehier de toonladder: vrije liberalen, unie liberalen, vrijzinnig-democraten, sociaal-demoera ten. De heer Van Karnebeek zij rose, maar van lieverleê gaat die zachte kleur over in het felle rood der hh. Troelstra c. s. En daarop lettend, daarvoor bevreesd, stemt men „rechts!" Voor het aloude: „liever turkscu dan paapsch!" klinkt het nu: „liever paapsch dan liberaal!" Met de roomschen, zoo zegt men, heb ben wij nog altijd het algemeene christen-geloof gemeen, maar de liberalen geven om God noch zijn gebod; staat, huisgezin, maatschappij, kerk alles loopt gevaar, indien wij ons land overleveren aan hen. Tegenover dat „doordraven" willen wij kalm eenige dingen in 't midden brengen. Allereerst: wij worden niet gesteld voor de keus„rechts" of socialist. Er is plaats voor midden-termen, voor een mid denpartij. De sojïanl-democratea worden, helaas, gedreven door haat. Zij haten de kerk, zij haten de dynastie, zij haten de menschen van liet kani- taal. Zij schilderen een ideaal voor de oogen der menigte, dat nooit is te bereiken. Zij ondermijnen elke vastigheid. Nu spreekt men van een „vrijzin nige concentratie." Wanneer men daarmeê be doelt, ook de sociaal-democraten daarin op te ne men, dan zou het de plicht wezen van ieder vriend van hetgeen ons het dierbaarst is, zoo krachtig mogelijk tegen die concentratie te protesteeren Willen de liberalen hun eigen graf delvenlaat hen dan optreden in verbond met de sociaal democraten! Hetgeen onlangs in België voorviel, moge een afschrikkend voorbeeld zijn. In de poli tiek der liberalen, in hun liefde voor vrijheid en voor den individu is altijd veel geweest, dat ons aantrok; maar hoe zouden zij ons teleurstellen, indien zij nu de hulp zochten der sociaal-demo craten. Zij bohooren niet bij elkander; en sloten deze beiden zich aaneen, dan was de zegepraal der ..coalitie" verzekerd. Ik zou daarom de echte liberalen willen toeroe penals gij bondgenooten verlangt, zoekt ze dan niet bij de sociaal-democraten, maar bij de velen, die het gezag der coalitie gaarne zagen eindigen, doch niet er toe meê willen werken, cm ons land over te leveren ann de hh. Troelstra, Schaper en g eest'ver wa n t en Wij weten, dat velen, die in 1909 „rechts" stem den, dit nu niet zullen doen, indien Candida ten op treden, die het protestantsch karakter van Neder land willen handhaven tegenover ultramontaan- sche aanmatiging en invloed; cn die voorts zich verzetten tegen het algemeen kiesrecht, dat der vrouwen daaronder begrepen, al zou men geleide lijk tot uitbreiding van het kiezerspersoneel willen overgaan. Voorts zou men verlangen, dat op elk terrein, ook op dat der sociale wetgeving, het particulier initiatief aangemoedigd en de staatsbemoeienis tot het onvermijdelijke beperkt werd. Men zou moeten eisclien, dat de openbare school als voor werp van staatszorg eerlijk bleef gehandhaafd, met erkenning van het recht eener relatieve neu traliteit, terwijl daarbij het vermenigvuldigen van allerlei kleine scholen niet meer in de hand werd gewerkt. Als leden en vrienden van de Ned. ITurv. Kerk zou men verlangen, dat zij, als historisch bolwerk van het protestantisme, door den Staat, niet werd belaagd, maar erkend als een waarborg van orde, vrijheid, goede zeden, liefde voor ons vorstenhuis, eerbied voor de overheid. Als een echt liberaal zou onze candidaat natuurlijk tegen het protectionisme zijn, cn bereid wezen om onze weerbaarheid te bevorderen tegenover den vreem de, terwijl hij zal doen wat in zijn vermogen is, om aan den strijd tussclien arbeid en kapitaal bet karakter van bitterheid te ontnemen, waardoor hij riu gekenmerkt wordt, en de gezonde ontwikkeling der maatschappij tc leiden. Onnoodig is het hier aan toe te voegen, dat in onze koloniën en het moederland niet mag vergeten worden, dat wij een christen-natie zijn, met een verleden, dat ons liooge en heilige verplichtingen oplegt, en waaraan wij do achting te danken hebben, welke tot heden dc geheele wereld ons toedraagt. Nu hebben wij in enkele trekken, naar wij mee nen niet onduidelijk ,liet beeld geteekend van „li beralen", zoo als wij lien kennen en tot onze ver tegenwoordigers begeeren. Gelooveri zij bij dat alles in den Heiland, dan zijn zij ons lief meer clan wij zeggen kunnen; maar indien hun politiek gelijk is aan die welke wij van een geloovig chris ten verlangen dan zullen wij heil stemmen, en bidden dat God hen zegenen moge. Nu hoop ik, dat niemand meer zeggen zal, dat wij met de sociaal-clemocraten zullen of moeten optreden tegen de christelijke regeering, die nu aan "t roer is. Ook meenen wij, dat nu niemand meer uitroepen zal: gij zegt altijd wat gij niet wilt, verklaar eens, wat gij wel wilt. Laat ons er aan toevoegen, dat wij vurig verlangen naar het einde van een bewind, dat zich tooit met den naam en het kleed van „christelijk", en inderdaad dien naam bij duizenden in oneer heeft gebracht. Wel bloeit de geveinsdheid, en zitten hoe langer hoe meer succes-christenen in de gestoelten der eere, maar velen krijgen een gevoel van wantrou wen over zich, als zij iets zien aangekondigd als „christelijk". Dat is een onberekenbare schade van zedelijken aard, en lang, lang zal het duren, eer zij is hersteld, iets wat zeker onder dit régime niet gebeuren zal. Vele protestanten, tot wie ook vele leden der Ned. Herv. Kerk behooren, stemden in 1909 „rechts", ook al werd daardoor de macht der roomsclie kerk vergroot. Immers, zoo zeiden zij, dc roomschen belijden met ons tocli liet algemeen christelijk geloof, terwijl de liberalen bijna allen ongeloovigen en materialisten zijn. Dit laatste beweren is, natuurlijk, veel te alge meen om waar te zijn. Maar wat te zeggen van die geloofsgemeenschap met de roomschen? Ts zij niet eene zoo kras-mogelijke loochening van ons verleden? Hebben dan onze voorouders zich zoo vergist, toen zij in den paus, in de bis schoppen, in de geestelijken en monniken vijan den zagen van het evangelisch geloof? TTaclden zij 't mis, toen zij in de kloosters schuil plaatsen zagen van luiheid, onkunde en onzede lijk beid? Moet, de Hei delberger Catechismus ge corrigeerd worden, die in de mis een verlooche ning ziet van de eenige offerrande van Christus? Moet men Voetius berispen, omdat hij zeide: JS'umquam pax cum Roma! Of is Home sinds de 10de eeuw veranderd? Ziet eens, wat er van de landen en volken is geworden, waar nóg de room sclie kerk heérschend en alleen heerschend is. Lonk aan Spanje, Portugal en Italië, waar haast niemand lezen kan; met hun rijke kloosters en arme bevolking; en met hun revolutionaire woe lingen. En mogen wij u als een proeve van Rome's in vloed wijzen op ons Limburg, waar men zóó veel bier drinkt, dat zelfs sommige geestelijken er wraak over rot pen, en waar men, beschaamd dooi de protestanten, nu met groot vertoon optreedt tegen Cambrinus, den eigenlijken patroon van Zuid-Nederland. Maar ik wil met nadruk hier de aandacht ves tigen op het Maria-congres van 1518 Augustus jl. te Maastricht gehouden. Bij gelegenheid van dat congres is een beeld van „Maria, de Sterre der Zee", door den bisschop van Roermond ge kroond. Naar ik verneem, heeft die kroon 13.000,gekost. Ik heb hier voor mij liggen het officieel pro gramma van het congres, en ik wenschte, dat ieder, die deze regelen leest, inzage van dat document kon nemen. Gij zoudt uw oogen niet gelooven kunnen. Maria is hier waarlijk als een godin ver eerd; bij de plechtige processie werd het beeld \an „de Sterre der Zee", omringd door ridders van de maltheser orde, rondgedragen, en wij dacri ten daarbij aan Jesaia 46 6 er 7, waar wij lezen: „Zij verkwisten het goud uit de beurs zij kie zen een goudsmid en die maakt het tot een god; zij nemen hem op den schouder, zij dragen hem

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1912 | | pagina 1