Bloetnendaal, Haarlem, Keemstcde en omliggende plaatsen. sf ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR KANTOREN: Bloemendaalscheweg 49. Tel. 1837. Bloemendaal. Gedempte Oude Gracht 63. Tel. 141. Haarlem. laargang. ZATERDAG 9 NOVEMBER 1912. No. 45. iH s t Het Bloemendoolsch Weekblad. Prijs per halfjaar fl.25 hij vooruitbe taling. Prijs per J nummer fO.lO iJL Advertentiën 10 cents per regel hij herhaalde plaatsing korting. Bluer bestaat uit 4 bladzijden. i t. i e en straatverkeer. loop der begrootingsdebatten >rige week beloofde de anister- .1 burgemeester den velen, die -i slechtgeregelde straatverkeer d hadden, dat hij eens eenige V menschen naar groote steden bi itenland sturen zal om daar uzen. Hun opdracht zou voor- k hierin bestaan, op re letten hoe Hitieagent het verkeer regelt, uien, New-York, Parijs of Ber- - deze menschen niet worden maar natuurlijk naar die ste il grootte en bevolking met gelijk te stellen zijn. :beeld is nog zoo kwaad niet. lamsche agenten kunnen, zou /eggen, nog heel wat leeren. gens beste, menschen, die den gen zoo lankmoedig den weg dezen zelfs, zoo zij buitcn- in een grillig mengsel van 1 u Esperanto antwoorden, waar- radeloos gebarenspel de onduide- seii racht te verklaren; deze men- ti di.e uur in, uur uit, op de straat- siaan zonder een beweging, e< blik, zonder iets om handen ben, dag in, dag uit, jaar in, jaar m niet waanzinnig worden; deze <-hen, door een te weinig toeschietc- ho vdcommissaris kort gehouden, kort geleden gedwongen met 1st ie petten op het hoofd, lastige 1 iugsr.oestellen op den rug, en (dit alt.i.kl) een gebrekkigen rechtstoe- I ,in li un corps rond te loopendeze - nschen zijn menschen, Soms i..nverschillig, onhandig, dom, als re menschen ook wel eens kun nen 'ijn. /.i agenten," zei een raadslid, nen even goed liet straatverkeer n als die in het buitenland, zoo mar goede instructies hebben." Dit <ie meening der agenten zelf. Zij et te weinig gezag bekleed, de liou- .in iet publiek, ook van het eenigs- 1: haafde publiek, is niet waar- ei, ja vijandig soms. Zelfs liet r ministerie zou heel niet mede- en vrijwel alle processen-verbaal, e n I ^verstoorders gemaakt, naar de mand, dien Kuil der Vergeef- foeiten, verwijzen. Aldus wordt aan de fermste agenten de lust ii om in dit verband processen- op te maken. „Wat zullen us uitsloven," zoo redeneeren zij, -'ii 'iet toch geen gevolgen heeft." En is" u te komen, lijkt mij. Hebt ge I ons het maken van zulk een proces- 'il bijgewoond? In Amsterdam? Op in k verkeerspunt? el; u een nauwe straat of steeg of Ai i of andere engte tusschen de e -tapelSy die men „huizen" noemt, u deze engte opgevuld met fiet- igen, handkarren, auto's, vracht- v- *nmenschen. Ja, menschen ischelijke menschen, die onbe- ïbefietst en onbemerkt daar in 1st room der machtige menigte rlei voertuigen zich wagende den, doodsbenauwd en en arge- i die bijeenen den verzamelnaam ;nj;vn van „voetgangers". Denkt u ver midden van deze voertuigen en a* usehen, die als een verwarde knoop 1' straatengte vastzitten, een diender. ader, die wat zeggen wil. (Ditge- Hij roept een eerste waarschu- naar een voerman, die evenmin als Ier hem verstaat in het helsche dat haar toppunt bereikt, juist een stilstand. Woeste geluiden dooreen. De paarden der rijtuï- der vrachtwagens brieschen, snui- trappelen. De voerlieden, die -- latuurlijk aan niemand dan aan ven storen, klakken met de tong, a, de lippen 0p allerlei manieren jiencl en sluitend, voorwereldlijke ge- -■ voort, of schreeuwen, schelden en -en om hun paarden, die zich lieb- stgewerkt in de boomen, tressen anen van andere paarden, aa.n te /zweepslagen kletsen als een auto's balken, brommen, blaten, hinneken en loeien; som- rnnner zingen koraalgezangen. De agent schreeuwt luider dan daareven, maar zijn stem is als die des roependen in de woestijn. Nog eens schreeuwt hij, nög luider thans. Het baat nieter moet wat men noemt worden ingegrepen. En hij grijpt in, dat wil zeggenhij komt van zijn plaats, tracht zich door de menigte heen te werken naar den voer man, in wiens hand de oplossing der narigheid rust, want die zit juist zoo, dat hij door eeen verstandige wending de belendende voertuigen kan vrijmaken, en het verkeer herstellen. De koetsier ech ter doet of hij den naderenden agent niet ziet. Maar deze, intusscben, zij het een weinig verfonfaaid, naderbij geworsteld, „treedt met den mond op", zooals de vak uitdrukking luidt. De koetsier glimlacht, geeft knipoogjes, vloekt of beklaagt zich, al naar zijnen aard, maar volgt in elk geval de aanwijzingen van den diender niet op. Het volk mompelt zijn bijval. De gesmade man des gezags zal nu, hoe ongaarne ook, zijn opschrijfboekje te voorschijn brengen; de belangrijke daad, die men „bekeuren" noemt, gaat geschie den. In een steeds enger wordenden kring van slagersjongens, boogscliappenloo- pers, wandelaars en kassiersbedienden, die in de enge paadjes tusschen de wielen overal aandringen, ontbloot de agent onder het gegrinnik der omstan ders zijn handen, brengt potlood cn boekje te voorschijn, en gaat schrijven. Bij de nu volgende gedwongen samen spraak tusschen hem en den voerman is de diender het mikpunt der schimp scheuten en hoonende lachjes der om standers, en wordt door niemand een beetje gesteund, want het publiek, dat zich over het slecht geregelde verkeer beklaagt, is den diender, die in het be lang van dat verkeer een enkelen keer optreedt, niet eens zoo vriendelijk ge zind. "Wanneer de aanteekeningen na. veel wijdloopigheid en tegenstribbelingen ein delijk gemaakt zijn, en de agent zich onder het verholen spotgegiechel of het onwelwillend gelach van de omstanders verwijdert, is de koetsier natuurlijk vlot geraakt, en gaat het verkeer, even onderbroken, nog woester en ijzingwek kender voort, waarschijnlijk om de schade in te lialen. De beproefde diender moet nu zijn potlood in een aan het boekje bevestigd kokertje steken, het geheel wegbergen, zich wat herstellen van zijn verklaarbare boosheid en ont roering, zijn wijde witte handschoenen weder aantrekken, en verder alles doen wat de laatste sporen van dit voorval aan zijn persoon kan doen verdwijnen, en dit alles onder het onwelwillend oog van het publiek, dat hemeerder vijandig dan vriendschappelijk gezind is. Is het wonder, clat de man zulk een karwei liefst niet meer herhaalt, indien hij bemerkt, dat het toch vergeefsche moeite is? Die menschen hebben natuurlijk, als wij, heel veel gebreken. Maar is de schuld van hun gebrek aan flinkheid geheel aan hen? In menige plaats in het buitenland zie Londen is er achting voor de politie, die ook de achting waard is. Bij ons is dat zoo anders. Uit vaderlands olie geschiedenisboeken en uit den mond van onze onderwijzers vernamen wij, dat wij behept zijn met een „hartstochtelijke liefde voor de vrijheid", en ik twijfel daar heel niet aan, maar wat men ons ook wel eens als uitingen van dien vrij heidszin te verduwen geven wil, is menigmaal lompheid en verwildering. De amsterdamsche burgemeester ver klaarde zich in dezelfde zitting tegen maatregelen, die den rechtstoestand bij de politie verbeteren konden, vreezend daardoor aan de vereischte tucht te tor nen. Is daarmede niet een goede poging verzuimd in de richting tot het ver beteren van den geest bij de politie Het kon zijn. Wij willen overal waar zulks mogelijk is, trachten waardeering voor de politie bij hun moeilijken en nuttigen arbeid te wekken. Het is echter ook noo- dig, dat die politie van den anderen' kant door goede tucht en gelijktijdig door eene menschelijke behandeling wordt opgevoed tot lieden, die ook vol komen récht op onze .waardeering' heb ben. S. E en zware verantwoord el ij kliei d. Tiet is onzen lezers bekend, dat de voorziening van Bloemendaal met eene eigen duinwaterleiding, biet zoo heel gemakkelijk gaat. Het is alsof het niet mag, alsof in de geschiedenis besloten ligt, •dat het niet moet. Waarom is het ook noodig, dat Bloemendaal grooter doet dan onvermijdelijk is? We hebben eerst de wrakke historie gehad met de proefboring aan "den Doodweg. De wethouder De Waal Malefijt had daarop zijne zinnen gezet. Het mocht niet tot iets degelijks leiden. Het water was te zacht, zou de bestaande leidingen hebben aangetast. De intellectueele leiding van die wa terleiding was niet in degelijke handen. De ge meenteraad zag' dat in, zag dat later weer niet in, maar toch bleef alles bij het oude, met uitzon dering van den inhoud der gemeentekas. Tien duizenden zijn er mee verloren gegaan. Wat nood; Bloemendaal is rijk. Men betaalt er te weinig belasting. Aan gemeenten wordt gaarne geleend, ook aan het „rijke" Bloemendaal. Zou men zich niet met Haarlem verstaan om trent uitbreiding der leiding? Haarlem, dat vroe ger de M3 water aan Bloemendaal leverde voor 15 cent, was reeds afgedaald tot 10 cent. Men had nu laten zien, dat Bloemendaal geen duizend, ook geen duizenden en geen tienduizend spaarde om te toonen wat het mans was, als het wilde. Op Haarlem scheen dit wel indruk te hebben ge maakt. Onderhandelingen met die gemeente bracli-. ten een aanbod aan Bloemendaal van waterleve ring voor 8 cents de M3. Had men liet er om gedaan, het had niet beter kunnen loopen. Dit was dan toch met de Doodweg-historie bereikt? Neen, Bloemendaal maakte van dien gunstigen afloop geen gebruik. De wethouder De Waal Male fijt, blijkbaar ontmoedigd door zijne ondervinding in zake liet plan Doodweg-Knijpers, had de intel lectueele leiding wel in handen eener raadscom missie zien overgaan, maar gaf niet de wensch op mede te helpen aan het stichten van een groot cn duur werk, belust ook om dit daarna te beliee- ren. Hij is nu eenmaal ijverig, zij 't meer een ijver, die geene verantwoordelijkheid gevoelt en.... Haarlem haat. Zoo alleen is te verklaren dat deze, wanneer liij wil invloedrijke, en toch naar men zegt technisch ook wel begaafde man, hoewel een tegenstander van het plan waarmede later gezegde raadscommissie te berde kwam, niet daartegen stemde en niet de hand dorst leenen aan eene flinke actie tegen dat plan. Eene actie die dat plan verdiende, want ook het plan der raadscommissie deugde niet. Men vindt vooraan in ons nummer 3d van 7September 1.1. eene uitvoerige nabetrach ting van den gemeenteraad, waarin wordt aange toond, dat het rapport van die raadscommissie, of eigenlijk gezegd van den ingenieur Holmberg de Beckfelt de ondeugdelijkheid van het nieuwe plan zelf aantoont. Het bevatte op een zeer belangrijk punt, den prijs door Haarlem aangeboden, een besliste onwaarheid, bij de berekening van den kostenden prijs op 4 cents gesteld, had men zich schromelijk vergist, en verzouting van liet water was volgens het rapport, zelf te vreczén. De wet voorziet in het geval, dat een gemeente bestuur, zelf onkundig, toch een besluit, de volks gezondheid betreffende staat te nemenverplicht dan het gemeentebestuur liet. advies in te winnen van de gezondheidscommissie; deze kan op haar beurt deskundigen raadplegen. De wijze, waarop in dit geval het advies der gezondheidscommissie is gevraagd, laat zich beter berispen dan beschrijven, hetgeen hier beide reeds is geschied. Daarbij werd tevens gewezen op het eigenaardige feit, dat gedeputeerde staten van Noordholland den aankoop van grond en het slui ten eener leening te dezer zake goedkeurden zon der advies der gezondheidscommissie, dat daarop middellijk betrekking had, van het gemeente bestuur te hebben ontvangen. Hoe liet zij, men besteedde het kostbare werk aan, dwars tegen redelijkheid en verantwoorde lijkheidsgevoel in, en ging allengs ƒ200.000,in den grond steken, zonder een enkelen waarborg, dat niet binnen eenigen tijd zal zijn te proeven, dat dit alles nutteloos is, terwijl, wanneer men zijn wettelijk voorgeschreven plicht had gedaan, opvolgen van het advies der gezondheidscommissie, daartegen zou hebben behoed, welk advies evenwel in den raad niet eens is voorgelezen. De gezondheidscommissie, die slechts voorloopig had geadviseerd en een nader advies had toege zegd, zat niet stil. maar vroeg en verkreeg door bemiddeling van den commissaris der koningin te dezer zake het deskundig advies van de staats commissie voor drinkwatervoorziening. Deze com missie verklaart aan het slot van haar op 31 Oc tober ingekomen advies (11. Woensdag in de ver gadering der gezondheidscommissie voorgelezen en behandeld, zonder dat den leden eenige geheim houding of terughouding te dezer zake is opge legd of verzocht), het volgende: „De staatscommissie is dan ook van meening, „dat eene waterwinning, ingericht als in het rap- ,,port (Holmberg de Beckfelt en raadscommissie. Bed. III. W.) „wordt aanbevolen, den degelijken „grondslag mist, welke naar hare meening voor „het opzetten van een zoodanige onderneming on- „misbaar is en waarop, naar het haar voorkomt, „de gemeente Bloemendaal. zoowel met het oog „op de daarbij voor haar betrokken hygiënische „belangen als om financieele redenen, aanspraak „mag maken." De staatscommissie beveelt, in overeenstemming trouwens met den heer Van der Sleen, in het Bloe- mendaalsche rapport genoemd, een deugdelijk on derzoek met voortgezette pompproeven aan, alvo rens op de aan zoo ernstige bedenkingen onder- lievige voorstellen der raadscommissie wordt inge gaan. Daar staat nu de burgemeester, daar staat nu de raadscommissie, daar staat nu de geheele ge meenteraad van Bloemendaal, daar staat nu de heer De Waal Malefijt, die de hem meermalen geboden gelegenheid om zich openlijk tegen deze plannen te verzetten, opzettelijk ongebruikt liet. Men is bezig liet geld in den grond te vermorsen, en niemand, nocli die daar toezicht op heeft, noch die daar zeggingschap in heeft, komt er tegen op. Alleen het publiek uit hier en daar luide zijne ontevredenheid over het samentreffen van zooveel onnadenkendheid en zooveel gemis aan verant woordelijkheidsgevoel. „Het komt er eigenlijk niet op aan", dat is de leus, die, wij moeten het tot ons leedwezen zeggen, in het bizonder sedert het optreden van den tegenwoordigen burgemeester en van den wethouder De Waal Malefijt, onder het wapen met de drie kruidnoten past, en sedert het medeoptreden van den heer C. J. van Tienhoven als wethouder is daarin geen verandering geko men. Men wil blijkbaar groote dingen doen en het talent missende dat b.v. in Heemstede voorzit, brengt men ten slotte alleen tot. stand, groote gapingen in de kas en een groote persoonlijke ver antwoordelijkheid voor de bestuurders. Het is ons niet gebleken of het Dagelijkseh Bestuur, oi althans de heer De Waal Malefijt persoonlijk der gemeente hebben terugbetaald, wat deze armer is geworden door de uitgave in zake de Doodweg-waterleiding-proeven, voor zoover deze noch op het gemeentebelang, noch op de gemeente- wet, noch op eenig wettig genomen raadsbesluit hebben berust. Voor zoover wij hebben kunnen nagaan, heeft in het bizonder de heer De Waal Malefijt zich daarvan, afgemaakt met een beroep op het dalen van den waterprijs die Haarlem ten slotte aan. Bloemendaal aanbood. Wij hebben ge zien, dat het dej bedoeling niet is, ook niet van den heer De Waal Malefijt, om van die verlaging van aanbod gebruik te maken; zoodat eenig beroep op de vermeende uitwerking der Doodweg-proeven niet opgaat. Maar de zaak waarom het nu gaat, het vermor sen van f 200.000,is nog ernstiger. Wie kunnen wegens dit noodeloos ons uit den zak kloppen van belasting-penningen worden aangesproken? Wij meenen de burgemeester en alle raadsleden, dit tot het nemen van dit besluit hebben mede gewerkt, persoonlijk, en de leden van het dage lijkseh bestuur in liet bizonder. Het kan zijn, dat de te verwachten verzouting van het water, eerst na eenige jaren optreedt, ja zelfs is het denkbaar, dat niet de zittende raadsleden zeiven, maar hunne erfgenamen door het te zijner tijd anders samen gestelde gemeentebestuur te dezer zake zijn aan te spreken. Dit is een zaak van later zorg. Voor loopig hebben wij in ons hiervoren genoemd en in dit nummer eenige der feitelijke gegevens ge boekstaafd, waarop het gemeentebestuur van dien tijd zal hebben te letten. Moge die tijd niet meer ver afliggen. Wij hopen dat een onzer ingezetenen er toe zal overgaan de eerste officieele stappen tot het optreden in deze richting weldra te doen. Om te doen zien in welken geest het gemeente bestuur van Bloemendaal ten deze handelt, diene, dat ook de staatscommissie slechts één gedrukt exemplaar van liet. rapport Holmberg de Beckfelt is kunnen machtig worden en uit het feit, dal de staatscommissie, tengevolge van opzettelijke tegen werking van liet gemeentebestuur, eerst dezer da gen, na herhaald verzoek, kennis heeft kunnen nemen van de teekening, aangevende het boor- prhfiel van de proefneming in het park Duin en- Daal, en van de gegevens omtrent het daarbij verkregen water, waarom reeds in Juli of Au gustus is gevraagd. T. KUNST. De heer André Michel, conservator aan het Louvre-mnseum en professor aan de Ecole du Louvre, een der eerste fransche kunst historici en schrijver op het gebied der bouw kunst en der beeldende kansten, zal te 's-Gra- venhage een viertal voordrachten houden. De mogelijkheid bestaat, dat de heer Michel bij genoegzame deelneming in de tweede helft van November ook te Haarlem één avond zal komen, spreken over de fransche kunst in de middeleeuwen. De heer Michel heeft het onderwerp ter plaatse met groote liefde bestudeerd en daar omtrent oorspronkelijke inzichten ontwikkeld. Voor hen, die in de cultuur van dit tijd perk belang stellen, is dit zeker een eenige gelegenheid om te worden ingelicht door den geestigen conférencier, die daarbij een schat van prachtige lichtbeelden laat zien, welke de meest merkwaardige monumenten uit ge noemd tijdperk voorstellen. Nadere bizonderlieden zullen hieromtrent later worden bekend gemaakt. De tentoonstelling van A r t i te Amsterdam. Op een van deze grauwe regenochtenden ben ik er heengegaan. Het was allesbehalve vroolijk. Door de groote vensters zag men grijze, stemmige stukken van het Rokin, om lijst door de kozijnen, bedekt door het glas der vensterruiten. Het was er droefgeestig in die bovenzalen; geen straaltje van zon licht of van vroolijkheid. kwam naar binnen. Er was geen gefluister van menschen voor de schilderijen, er was geen gegiechel van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1912 | | pagina 1