V Bloemendaalsch Weekblad BIJVOEGSEL VAN lerdag 30 November 1912. No. 48. iicteekeuis der woorden bij de roomse hen. (SlotJ ureede staaltje nu van zulke wooixl-en- js-verwisseling is het reeds genoemde rielit", dat uw medewerker heeft ge us, andersdenkenden, schuilt in het „godsvrucht" een beetje verbleekte urcht", al is ook de „Vreeze des bij vrijzinnig modernen niet vaak •n element van Godsbescliouwmg. T oor jische is dat begrip er totaal uit ver- Hij denkt er niet meer bij aan God rste plaats, maar pas in de tweede of Al kent. zeker de officieele r.-kerk ,s voor God, den „Rex treinen- tajestatis", bij den leek is het iiegrip „God" schuil gegaan achter, liet- opgegaan in die ééne verpersoon- von het Godsbegrip: Christus; en i is zijn vrees voor God zoo goed als verdwenen in die, veel meer voorstel- rees voor vagevuur en hel. Ruw gezegd ii kunnen bewerende roomsclie vreest od maar de straffen in het liierna- al moet inen dit dan nemen cum n o. t men nu aan het woord „godsvrucht" niet-roomsclie beteekenis, dan zou die .eer aan te geven zijn als „eerbied voor oei rmd deels uit vrees, deela uit liefde Hem of tot Hem, waarbij dan het hoo- sta dpunt dat der reine liefde is." spreekt vanzelf dat, de definitie zoo- uiiste moet la,ten, dat zij voor alle pro- teu past. r de „roomsclie godsvrucht" is niets ui een stemming, een „sentiment", verouderde kunstwoord weer eens op •pen, en wel een „sentiment van devo- dat vengoed van pas is tegenover een tegenover Maria en dat trouwens ontkennen of natelaiten is tegen bod). En het is onmiskenbaar rd „vrucht" niet meer den room- Furcht" of „vrees", door de ge- alt, maar als wezenlijke „vrucht", >lg", „Frucht", wat wel emaneert Jezus, maai' niet bepaald tot t te voeren. Zoo bidt dan ook meermalen (bidden hier gedacht n om een gunstbewijs) o m gods- jr andersdenkenden prima.ir zou bidden aanzet, dat is voor den undair, als gevolg van eetn gebed, ook geen zeldzaamheid, in z.g. te vinden, dat er aan de Hei- zelve gebeden wordt om de 1100. -ruoht" bij een aanstaanden pel- •ttar een genadeoord, dat aan haar ijld, of naar een' beeld van haar- e gedachtengang is daarbij onge- Maria, de Moeder Gods (Jezus), t vermogende hemelsche voor- ij haren Zoon. Wil men, dus een od afsmeken, dan doet men hef ■t haar te wenden. De gave nu, l wordt, is juist dat men bij de 1 vereering de behoorlijke innige iming' moge hebben; en daar deze ,ui aandacht, of „godsvrucht" ,van jmt, zoo bidt men dus Maria om „rdere speculatie bij deze gegevens niet te spreken. Wie echter liet lorkomende genoegen heeft een nontwikkelde roomsche over zijn 1 n vertrouwen en zonder argwaan, preken, kan do meest verrassende protestanten, zeer wonderlijk e gevolgtrekkingen te hooren krij- msche Bachvereeniging. ■de concert op Dinsdag 19 Nov. 's avonds ten 8 ure. Residentie-orkest onder leiding au Mr. Henri Viotta, (Eerelid der IS. V.). Soliste: Miss Maude Fay, Bayr. Kammersangerin uit Mün- ■hen. I.et eerste „buitengewone" concert In veel opzichten was 't ook een v' concert, want we hebben zeer pende werken van zeer verschillend rehoord. Volgens mijn opvatting 'hoven aan, niet alleen op 't pro- ar ook wat gehalte van muziek 'Tuit in de symphonie No, 2 op: 38 Beethoven is alles zuivere, reine inleiding: „Adagio molto" en V' 1 .e deel „Allegro con brio" was begin van den avond. Ook het aide „Larghetto" waarin het lief- gerige thema en de mooie volle ïvergelijkelijk schoon zijn en blij- rna. net geestige „Scherzo" als iende tegenstelling, iven is altijd evenwicht' en har bij groote tegenstellingen in t of overgang van toonsoorten h geheel" met eenheid in len 't is nooit schol of pijn- 'ooren. De finale: „Allegro mol- i al leven. Over de vraag of dezo r opvatting van Beethoven beter s dan die van het orkest van zullen de meeningen wel heel zijn. I k kan mij beter met deze reenigen dan met, die van Men- r ik deze juister acht, aan- roven-muziek niét op „gevoels- "okend is, doch uiting geeft aan ■e gedachten, en het geestelijke ak is. Het volgende orkest- i - het werk van een nog levenden C. D. Oberstadt. Deze „Suite ten Stile" für Streichorcliester 1 r aangenaam en frisch, vooral en Musette". Ik ben 't volkomen mand, die opmerkte: „Deze mu- geen groote ontroering, maar je °P." Nu is dit op zich zelf reeds :>ote verdienste te beschouwen. - in alten S.tile" kon ook wel „im heeten, want de geestelijke Vader Each, was cr duidelijk iu te Voor gende verklaringen dsedelzak, een soort zak. pijp een kaidelflke dans s maait (vröegéi in Frankrijk zeer bemind liet vasten, door klinken*' 11 - t - wezig, is Itiide toege ui* Hij is in 1><71 te Tilburg k] i ':s van Cla Schumann en compositieles van Bargiel, J: nuizieks. ii ga) nog een zeer schoone vertolking van het „Vorspiel zu Tristan und Isolde" en met de zangeres „Isoldes Liebestod", waarin zij zich in al hare dramatische kracht kon toonen, en toch betreur ik het, dat vele opera- of dramazangeressen als concertzangeressen op treden.. Het is altjjd zooiets heel anders; bij voorbeeld deze beide Wagner-fragmenten doen in de concertzaal niet. Bü Wagner-werken is de omgeving en bet geheel juist ook zóóvéél. B.v. deze „Aria der Elisa beth" uit Tannhiiuser was nu niets in ver gelijking van wat ze zijn ka.n in het geheele werk, in de passende omgeving uitgevoerd. De stem en voordracht van Miss Fay vond ik grootsch. Van de drie liederen van R. Strauss vond ik No. 2, de „Heimlich© Auffor dening" het mooiste, wat muziek en voor dracht beide aangaat. De zangeres werd zeer goed begeleid aan don vleugel en ik kan mij denken dat zij, als „Sieglinde" voortreffelijk was en meer in haar element da.n te midden van de lessenaars op 't podium. Voor de lei ding van Mr. Henri Viotta heb ik niets dan lof en hoop dat velen met mij ook zijn zeer groote verdiensten als leider van het Residentie-orkest zullen erkennen en waar- deeren. Naschrift. Voor belangstellenden zal ik aan de redactie een 2o-tal exemplaren ter beschikking stellen van een „Kleine ver klarende I ii w ij d i n g' in „Das l'aradies und die i'eri" van R. Schumann. -Maandag en Dinsdag' zullen die tegen den prijs van ad ct. verkrijgbaar zijn Ged. üude Gracht b3. Concertzaal „De Kroon". Zaterdag 16 November 1912, 's avonds 8 uur. Con cert door den heer Heinrich Fied ler (violist) en mejuffrouw Gisela Fiedler (pianiste). De weinigen, die dit concert bezochten, zullen zeker geen spijt gehad hebben, want deze beide kunstenaars gaven ons veel schoons te hooren. Allereerst in do sonate vqor viool en piano Van R. Strauss, waarvan vooral het tweede deel „Andante cantabile" zeer zangerig was. Ook in het eerste deel was veel moois, evenals in 't derde en laatste deel. Er is geen opus-getal bij opgegeven, maar mij dunkt dat dit werk ontstond vóór dat Strauss in zijn hyper-moderne periode washierin was werkelijk muziek te hooren. Vervolgens hoorden we: Concert d moll voor viool (en pianobegeleiding in plaats van or kestbegeleiding) van Leclair, een werk, ge componeerd in Bachsclien stijl, eenvoudig, sober en klaar. Na. de pauze droeg mejuf frouw Gisela Fiedler een paar solo-nummers voor piano voor n.l. „Des Abends" en „Papil- lons" van R. Schumann, waarin zij zich deed kennen als een zeer begaafde pianiste, ik geloof, dat zij liet eigenaardige van Schu mann ook zeer goed en juist weer gaf. Het laatste nummer: „Airs hongroises" voor viool en piano van Ernst werd buitengewoon mooi uitgevoerd, want de violist heeft hierin een zeer moeilijke partij te vervullen met al die dubbele noten, enz. Hiermee bewees de heer Fiedler dat hij oen groot kunstenaar jsdie zelfde airs heb ik in dezelfde zaal wel eens hooren mishandelenGelukkig lieten de uitvoerenden zich niet beïnvloeden dooi de ongezellig leege zaa.l; de aanwezigen_ge- noten veel. LJ (Door plaatsgebrek bleven de bovenstaande stukken een week liggen. Red.) Mevrouw Martini. Maandagavond a.s. zal in „De Kroon" een lie deravond plaats vinden, te geven door mevrouw Ih'lene MartiniSiegfried uit Berlijn. Begeleiding miss Melville. Schouwburg .Tansweg. Opera Italiana. „II barbiere di Siviglia", van Rossini. Best, boor. Bovenst best. Die Italianen mogen er zijn. Die schitterende, heerlijke, ouderweiscbe gevoeg lijke Barbier van Sevilla! Of, zooals wij vroeger kortweg zeiden, „de barbier". En deze aanduiding is voldoende. Iedereen begreep wat je meende. Er is maar één barbier. Dat is die van Sevilla. Zooals mevrouw Cassani de schier ongeëvenaard moeilijke partij van Rosina zong, was voortreffelijk. Haar stem sterk en zuiver, en fraai van toon. Haar spel mag eveneens worden geroemd, want bet was waarlijk geestig. I)on Basilio werd door Curei kranig gezongen, en dat wil nogal wat zeggen, want deze partij is lang niet zoo malscb. Ook zijn spel voldeed deer Ook Nadal. die Almaviva vertolkte, valt in velerlei opzicht te prijzen. Zijn stem heeft soms een bizonder mooien open klank. Figaro van Ferran stond ons ook zeer goed aan. Ook de verdere rollen werden heel bevredigend vervuld. Het orkest ditmaal niet door Ilubino bestuurd, speelde wellicht iets minder harts tochtelijk dan anders, maar niet minder zuiver, en rijk van klank. Dit orkest weet uit Rossini's muziek te halen wat er in is, en dit is waarlijk niet weinig. T00NEEL. Schouwburg Jansweg. Koninklijke Veree- niging „Het Ned. Tooneel", Freuleken, komedie in 3 bedrijven, dooi: II. C. J. Roelvink. Op verzoek kregen we bier een herhaling van liet aardige tooneelspel Freuleken van H. C. J. Ihxivink Fen nogal goed bezette zaal bewees, dat de Haarlemmers de inwilliging van dit ver zoek, uit hun midden, te waardeeren wisten. Hun bijval bewees dat bovendien nog eens na elk der bedrijven Ge kent den inhoud. Een jongedame, die langen tijd de gast van een tante was, komt naar de vaderlijke woning terug, om in de plaats der over leden moeder zoo goed mogelijk liet huishouden te besturen. Zij is een lief. zachtzinnig meisje, iiaar vader en broers dragen haar. zooals men dat noemt, op de handen. Zij mag een potje bij hen breken. Hiervan maakt zij gebruik om menige weloverwogen hervorming in te voeren. Een vriend van haar broer vraagt haar hand. Zij voelt zeer veel voor den jonkman, en stemt oorloopig toe, maar denzelfden dag bemerkt zij, lat de jonkman in een gemeenzame verhouding 'aat tot het dienstmeisje. Zij ontstelt daarvan •er hevig, en wil dan niets meer van liem weten. II ;ar broer Job echter weet haar te overtuigen, 1st de verhouding tot het dienstmeisje in alle en deugd is, waarop „Freuleken" zoo wordt de jongedame in huis genoemd hem vergeeft, en hem toestaat terug te komen na een jaar. Dan zal ik, zegt Freuleken weer zooveei ouder en dus wijzer en sterker zijn, want iemand als jij, heeft wel een vrouw noodig, die een beetje wijs en een beetje sterk is. Zoo wordt de zaak tot genoegen van alle be langhebbenden geregeld, ook tot dat van de ver laten dienstbode, die van een broer in Amerika juist een aangeteekenden brief krijgt, waarin geld voor den overtocht. Zij heeft een oud zwak voor haar familie, en geeft. zooals zij pleegt te zeg gen de voorkeur aan éigen boven vrèemd. Zoo vertrekt zij dus naar liet verre Westen en is zeer tevreden. Een tante, die het huishouden vóór Freulekens terugkomst bestuurde, verdwijnt, tengevoïgt van gekibbel met alle huisgenooten, achter de kim der vergetelheid, en wordt door niemand be treurd. F.miiia Morel speelde „Freuleken" met levens lust en natuurlijkheid; de tante was bij mevrouw SchwabWeiman in goede handen, terwijl me vrouw LoboBraakensiek van het dienstmeisje een aardig, boersch type maakte. Ook de andere iicespelenden droegen liet hunne bij tot het wel slagen dezer vertooning van dit gemoedelijke, prettige tooneelstuk, waar geen zweempje kwaad iu steekt. De Big van 't 108e. Men meldt ons: Het „Vroolijk Tooneel", hetwelk in geen jaren in Haarlem is opgetreden, al a.s. Zondag de be kende klucht l)e Big van 't 168e in den schouw burg Jansweg opvoeren. Het is een groot lach succes en door geheel Nederland is (leze klucht met enormen bijval ontvangen. De verschillende hoofdrollen zullen worden vervuld door de dames Cath. KinsbergenRentmeester, Alary Beekman, Leila Kleïj, Greta BuziauBeekman, Jeanne RuijsHopman, A. Sluijtersv. d. Lugt, en de hoeren Gerrit Pilger, Ad. Verzijl, Jacq. Sluijters Jr., Jaeq. Sluijters Sr., C. Kiihn, Henri Stroethof, P. Urban, Louis Timrott. F. Corel, F. Munnickman en Z. Waaioerg. Schouwburg Jansweg. N. V. Tooneelvereeni- eing, Directie Herman Heyermans. „Alle Negen", komedie in 3 bedrijven, van A. Belot en Edm. Villetard. „Alle Negen" zijn de negen familieleden, welke de erfenis van oom Girodot anderhalf millioen franken komen deelen. Het blijkt echter, dat deze negen liefhebbers heel niet als erfgenamen in het testament voorkomen. De uitvoerder van des overledenen laatsten wil, blijkt een oud-vriend, die heel geen bloedverwant is Het testament beslist, dat de nalatenschap, die onverdeeld aan één bloed verwant moet komen, door onderlinge stemming tusschen de negen bloedverwanten aan één hunner moet worden toegewezen. Om deze stemming nu beweegt zich een levendig tooneel van geharrewar en een dolle verwikkeling van kuiperijen. Het besluit is, dat een juffrouwtje, nichtje van den overledene, den zoeten buit inhaalt, en met dezen buit een edelen jonkman, die haar toen zij nog arm was, ten huwelijk vroeg, en op deze wijze nu liet loon voor zijn belangeloosheid ontvangt. Dit is ongeveer de hoofdzaak. Bijzaken, hoe aardig ze soms ook kunnen zijn, blijven bijzaken. Liet stuk is nogal vermakelijk. De vertolkers deden hun best en best gedaan is al gedaan. Het was alles echter heel matig. Van de bezetting dei- zaal kon men dit nog niet eens zeggen. De zaal was zelfs zoo goed a's leeg. GEMEENTEBESTUUR. Donderdagmiddag vergaderde de raad te 2 uur. Voorzitter was de burgemeester. Alle loden aan wezig. Op de notulen der vorige vergadering was geen aanmerking ingekomen. Het eerst werden de ingekomen stukken be handeld. Van den lieer E. vail Nederhasselt, te Aerden- liout, was een verzoek ingekomen om een aan de gemeente bchoorend stuk grond, gelegen aan den Aerdenhoutsduiniveghoek Eikenlaan, met hem te verruilen voor een even groot stuk grond, hem toehehoorende, en gelegen in de onmiddellijke nabijheid, nl. aan den Bentveldsduinweg hoek Doodweg. De heer Van Nederhasselt zegt in zijn adres, van meening te zijn, dat beide partijen door dezen ruil gebaat zouden worden, daar het door de gemeente te verkrijgen stuk grond door zijn vorm zoowel als door zijn ligging, aan een vijf sprong van wegen en bij de halte der electrisehe tram. de voorkeur verdient boven het haar nu toehehoorende. Op voorstel van B. en W. werd dit verzoek in hun handen gesteld om advies. De heer Tl'. P. J. T. van Linden Tol, te Heemstede verzoekt om hem het recht te verlceuen om voor liet volgend jaar hem een terrein in Klein Bent veld in huur af te staan voor jachtterrein, tegen een jaarlijksche huurwaarde van tien gulden. Ook dit verzoek ging op voorstel van B. en VV. denzelfden weg op als het vorige. Door hel hoofdbestuur van de Ncdcrianusehc vereeniging lot afschaffing van alcoholhoudende dranken was, ingevolge een besluit eener alg-- meene-vergadering dezer vereeniging, gehouden op 29 Juli 11. een verzoek tot den raad gericht, waarin werd aangedrongen een besluit te nemen om voortaan in de door de gemeente op te maken bestekken van aanbestedingen de bepaling op te nemen, dat hel ten strengste verboden is, op die merken alcoholhoudende dranken te gebruiken. Door den voorzitter werd medegedeeld, dat be doelde bepaling reeds in de bestekken voorkomt, zoodat het adres voor kennisgeving wordt aah- s genomen. In zake de op 24 October jl. aangegane geld- leening voor het leggen der waterleidingbuizen Ie AerdenhoutBentveld, groot 230.000.-—. was door ged. staten bezwaar gemaald, op grond dat de aflossingen, dooreen genomen, voor de negen 111 de memorie van toelichting gespecificeerde doel einden zich niet over een tijdvak van meer dan dertig jaren uitstrekken, tenzij men een aflossing bij dalende bedragen mocht verkiezen, in welk geval de eerste twintig jaren toeli ten minste 1 /30 zou moeten worden gedelgd. Door B. en W. werd voorgesteld aan dit be zwaar tegemoet te komen, door jaarlijks minstens 8000,af te lossen, te beginnen in 1914, met uitzondering van liet laatste jaar, waarin liet overblijvende gedeelte, zijnde ten hoogste 0000, zal worden afgelost. Zonder beraadslaging keurde de raad dit goed. In zake de watervoorziening, had de gezond heidscommissie voor Bloemendaal het volgend schrijven ingezonden: Bij ons advies d.d. 10 Juli I). 578 werd door onze commissie bekend gesteld dat den tijd toe gemeten door het uitbrengen van het gevraagde advies zeer kort was en onze commissie zich voornam na volledig onderzoek een nader advies ting van ons advies. Zij adviseerde daarom aan uwen raad het voorstel der raadscommissie neergelegd in haar ontwerp-raadsbesluit aan te houden, in afwach ting van ons nader advies Uw raad heeft in afwijking daarvan in zijne vergadering d.d. 11 Juli 1912 besloten grond aan te koopen achter „Karmel" en tot dekking- der kosten van de uitbreiding der waterleiding volgens aan ons (zij 't ook onvolledig) om advies gezonden plannen een geldleening aan te gaan, groot 90.000, Onze commissie meende door dat besluit niet ontheven te zijn van de verplichting die zij in haar bovengenoemd advies bad op zich geno men en heeft zich daartoe krachtens de haal bij artikel 27d der Gezondheidswet toegekende bevoegdheid, gewend tot een autoriteit wier com petentie wel geen twijfel zal overlaten, nl. de staatscommissie voor drinkwatervoorziening. ITet advies der commissie bieden wij uw raad hierbij aan en meenen ons daaraan te mogen refereeren, terwijl wij uw raad in overweging- geven ten opzichte van de reeds in uitvoering zijnde werken te handelen, zooals door het be doelde advies aangewezen schijnt. Aan dit schrijven was het volgend advies van de staatscommissie toegevoegd Uit uw hierboven aangehaald schrijven en uit de besprekingen, welke haar wnd. secretaris met u hoogedelgestrenge mocht hebben, is der staats commissie voor drinkwatervoorziening gebleken, dat u prijs steldet hare meening te kennen over de in de bij uw hierboven aangehaald schrijven gevoegde „rapporten betreffende de watervoor ziening van de gemeente Bloemendaal", aan die gemeente te dier zake aanbevolen maatregelen. Dat de staatscommissie niet eerder van hare meening blijk heeft kunnen geven, vloeit voort uit de omstandigheid, dat zij eerst dezer dagen, na herhaald verzoek, kennis heeft kunnen nemen en van de teekening, aangevende het boorpro- fiel van de proefboring in het park Duin en Daal te Bloemendaal en van (1e gegevens om trent het daarbij verkregen water. Nu die waarnemingen haar bekend geworden zijn, moet zij tot haar leedwezen doen opmer ken, dat eene waterwinning, als die welke in het. advies aan het slot van gemeld rapport wordt aanbevolen, naar hare meening, geen voldoende waarborgen oplevert voor eene ook in de toekomst deugdelijk blijvende watervoor ziening dier gemeente. Klaarblijkelijk ligt het daarbij in het voor nemen het water te onttrekken aan de vrij grove diluviale zandlaag, waarin ook volgens de teekening, het definitieve bronnenfilter, na melijk van 106116 M. N. A. P. is geplaatst. Uit dezelfde teekening blijkt echter tevens, dat zich op nog geen 30 M. daarbeneden water be vindt van een zeer boog zoutgehalte. Van niet of zelfs maar weinig doorlaatbare lagen van eenige beteekenis is geen sprake. Integendeel treft men niet anders dan zand aan en is dit in liet meeréndeel der lagen, hoewel iets fijner, dan in de voor wateronttrekking bestemde laag, grof genoeg om daarin vrij gemakkelijk water beweging toe te laten. Ook boven de voor wateronttrekking bestemde laag, bevindt zich, zij het dan ook in eene, onder normale omstandigheden, weinig waterbeweging gedoogende formatie, water van zeer hoog chloorgehalte. Onder die omstandigheden komt de staats commissie, de door de gezondheidscommissie in haar advies tot uitdrukking gebrachte vrees voor verzouting van het te onttrekken water, alles zins gegrond voor. Bij eenigszins beteekenende afzuiging bestaat immers alle kans, dat door de doorlaatbare formaties beneden het filter, een beweging van brak water kegelvormig omhoog zal plaats heb ben, welk water langs den onderkant van liet filter daarin binnentreden zal. Ook van boven dreigt het intreden van zout water uit de leem- lioudende zanden, welke water van hoog chloor gehalte bezitten. Dat de „Commissie voor de waterleiding uit den gemeenteraad" aan deze mogelijkheid niet voldoende aandacht heeft gewijd, is merkwaar dig, omdat de reeds bij 5 van (1e 6 bestaande bronnen der Duin-en-Daalsche waterleiding ge constateerde verhooging van het chloorgehalte, die uit het staatje aan den voet van blz. 31 in het rapport blijkt, op een geheel analoog ver schijnsel duidt, en haar deskundige adviseur zich met de op groud daarvan door den heer Van der Sleen uitgesproken verwachting, dat bij voortgezet pomrpen op die bronnen, het chloor gehalte voortdurend zal stijgen", verklaart zich volkomen te kunnen vereenigen, evenals trou wens de staatscommissie dit doet. Ook onder deze bronnen bevindt zich, indien men ten minste mag aannemen, wat zeer waarschijnlijk is, dat de met water van hoog chloorgehalte doortrokken formatie op ongeveer gelijke diepte ook onder deze bronnen aanwezig is, op onge veer 30 M. diepte zout water, waarvan liet zout gehalte bij lange na echter niet (lat van zee water bereikt, hetwelk onder de diepe zoct- waterzöne is te verwachten. De laag brak-water op ongeveer 70 M. diepte, is echter van de bron nen gescheiden door leemhowdende zandlagen, die voor waterbeweging veel minder geschikt zijn, dan de op grooter diepte voorkomende gro vere zandlagen. Duidelijk blijkt uit het bovenbedoelde staatje, boe zelfs bij veel geringere onttrekking dan voor de op grooter diepte te maken bronnen noodig zal zijn, toch ook hier zich het water met een hooger chloorgehalte omhoog heeft ge werkt Het gevaar voor verzouting der nieuwe bron nen zou misschien kunnen worden tegengegaan, door bij de wateronttrekking slechts eene onbe- teekenende afzuiging van den bronwaterspiegel toe te passen. Vermoedelijk zou dan echter de capaciteit der bronnen zeer veel kleiner blijken, dan waarop thans wordt gerekend en zou men dus over moeten gaan tot het plaatsen van een grooter aantal bronbuizen. Slechts dan, indien zich in do laag, waaraan het water zou moeten worden onttrokken, een ondergrondsche zoetwa- terstroom bewoog van zoodanig vermogen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1912 | | pagina 5