V
Bloemendaalsch Weekblad
BIJVOEGSEL VAN
lerdag 30 November 1912. No. 48.
iicteekeuis der woorden
bij de roomse hen.
(SlotJ
ureede staaltje nu van zulke wooixl-en-
js-verwisseling is het reeds genoemde
rielit", dat uw medewerker heeft ge
us, andersdenkenden, schuilt in het
„godsvrucht" een beetje verbleekte
urcht", al is ook de „Vreeze des
bij vrijzinnig modernen niet vaak
•n element van Godsbescliouwmg. T oor
jische is dat begrip er totaal uit ver-
Hij denkt er niet meer bij aan God
rste plaats, maar pas in de tweede of
Al kent. zeker de officieele r.-kerk
,s voor God, den „Rex treinen-
tajestatis", bij den leek is het
iiegrip „God" schuil gegaan achter,
liet- opgegaan in die ééne verpersoon-
von het Godsbegrip: Christus; en
i is zijn vrees voor God zoo goed als
verdwenen in die, veel meer voorstel-
rees voor vagevuur en hel. Ruw gezegd
ii kunnen bewerende roomsclie vreest
od maar de straffen in het liierna-
al moet inen dit dan nemen cum
n o.
t men nu aan het woord „godsvrucht"
niet-roomsclie beteekenis, dan zou die
.eer aan te geven zijn als „eerbied voor
oei rmd deels uit vrees, deela uit liefde
Hem of tot Hem, waarbij dan het hoo-
sta dpunt dat der reine liefde is."
spreekt vanzelf dat, de definitie zoo-
uiiste moet la,ten, dat zij voor alle pro-
teu past.
r de „roomsclie godsvrucht" is niets
ui een stemming, een „sentiment",
verouderde kunstwoord weer eens op
•pen, en wel een „sentiment van devo-
dat vengoed van pas is tegenover een
tegenover Maria en dat trouwens
ontkennen of natelaiten is tegen
bod). En het is onmiskenbaar
rd „vrucht" niet meer den room-
Furcht" of „vrees", door de ge-
alt, maar als wezenlijke „vrucht",
>lg", „Frucht", wat wel emaneert
Jezus, maai' niet bepaald tot
t te voeren. Zoo bidt dan ook
meermalen (bidden hier gedacht
n om een gunstbewijs) o m gods-
jr andersdenkenden prima.ir zou
bidden aanzet, dat is voor den
undair, als gevolg van eetn gebed,
ook geen zeldzaamheid, in z.g.
te vinden, dat er aan de Hei-
zelve gebeden wordt om de 1100.
-ruoht" bij een aanstaanden pel-
•ttar een genadeoord, dat aan haar
ijld, of naar een' beeld van haar-
e gedachtengang is daarbij onge-
Maria, de Moeder Gods (Jezus),
t vermogende hemelsche voor-
ij haren Zoon. Wil men, dus een
od afsmeken, dan doet men hef
■t haar te wenden. De gave nu,
l wordt, is juist dat men bij de
1 vereering de behoorlijke innige
iming' moge hebben; en daar deze
,ui aandacht, of „godsvrucht" ,van
jmt, zoo bidt men dus Maria om
„rdere speculatie bij deze gegevens
niet te spreken. Wie echter liet
lorkomende genoegen heeft een
nontwikkelde roomsche over zijn
1 n vertrouwen en zonder argwaan,
preken, kan do meest verrassende
protestanten, zeer wonderlijk
e gevolgtrekkingen te hooren krij-
msche Bachvereeniging.
■de concert op Dinsdag 19 Nov.
's avonds ten 8 ure.
Residentie-orkest onder leiding
au Mr. Henri Viotta, (Eerelid der
IS. V.). Soliste: Miss Maude Fay,
Bayr. Kammersangerin uit Mün-
■hen.
I.et eerste „buitengewone" concert
In veel opzichten was 't ook een
v' concert, want we hebben zeer
pende werken van zeer verschillend
rehoord. Volgens mijn opvatting
'hoven aan, niet alleen op 't pro-
ar ook wat gehalte van muziek
'Tuit in de symphonie No, 2 op: 38
Beethoven is alles zuivere, reine
inleiding: „Adagio molto" en
V' 1 .e deel „Allegro con brio" was
begin van den avond. Ook het
aide „Larghetto" waarin het lief-
gerige thema en de mooie volle
ïvergelijkelijk schoon zijn en blij-
rna. net geestige „Scherzo" als
iende tegenstelling,
iven is altijd evenwicht' en har
bij groote tegenstellingen in
t of overgang van toonsoorten
h geheel" met eenheid in
len 't is nooit schol of pijn-
'ooren. De finale: „Allegro mol-
i al leven. Over de vraag of dezo
r opvatting van Beethoven beter
s dan die van het orkest van
zullen de meeningen wel heel
zijn. I k kan mij beter met deze
reenigen dan met, die van Men-
r ik deze juister acht, aan-
roven-muziek niét op „gevoels-
"okend is, doch uiting geeft aan
■e gedachten, en het geestelijke
ak is. Het volgende orkest-
i - het werk van een nog levenden
C. D. Oberstadt. Deze „Suite
ten Stile" für Streichorcliester
1 r aangenaam en frisch, vooral
en Musette". Ik ben 't volkomen
mand, die opmerkte: „Deze mu-
geen groote ontroering, maar je
°P." Nu is dit op zich zelf reeds
:>ote verdienste te beschouwen.
- in alten S.tile" kon ook wel „im
heeten, want de geestelijke Vader
Each, was cr duidelijk iu te
Voor
gende verklaringen dsedelzak, een soort zak.
pijp een kaidelflke dans s maait (vröegéi
in Frankrijk zeer bemind liet vasten, door
klinken*' 11 - t -
wezig, is Itiide toege ui* Hij is in 1><71 te
Tilburg k] i ':s
van Cla Schumann en compositieles van
Bargiel, J:
nuizieks. ii ga)
nog een zeer schoone vertolking van het
„Vorspiel zu Tristan und Isolde" en met de
zangeres „Isoldes Liebestod", waarin zij zich
in al hare dramatische kracht kon toonen,
en toch betreur ik het, dat vele opera- of
dramazangeressen als concertzangeressen op
treden.. Het is altjjd zooiets heel anders;
bij voorbeeld deze beide Wagner-fragmenten
doen in de concertzaal niet. Bü
Wagner-werken is de omgeving en bet geheel
juist ook zóóvéél. B.v. deze „Aria der Elisa
beth" uit Tannhiiuser was nu niets in ver
gelijking van wat ze zijn ka.n in het geheele
werk, in de passende omgeving uitgevoerd.
De stem en voordracht van Miss Fay vond
ik grootsch. Van de drie liederen van R.
Strauss vond ik No. 2, de „Heimlich© Auffor
dening" het mooiste, wat muziek en voor
dracht beide aangaat. De zangeres werd zeer
goed begeleid aan don vleugel en ik kan mij
denken dat zij, als „Sieglinde" voortreffelijk
was en meer in haar element da.n te midden
van de lessenaars op 't podium. Voor de lei
ding van Mr. Henri Viotta heb ik niets dan
lof en hoop dat velen met mij ook zijn zeer
groote verdiensten als leider van het
Residentie-orkest zullen erkennen en waar-
deeren.
Naschrift. Voor belangstellenden zal
ik aan de redactie een 2o-tal exemplaren ter
beschikking stellen van een „Kleine ver
klarende I ii w ij d i n g' in „Das l'aradies
und die i'eri" van R. Schumann. -Maandag en
Dinsdag' zullen die tegen den prijs van ad ct.
verkrijgbaar zijn Ged. üude Gracht b3.
Concertzaal „De Kroon". Zaterdag 16
November 1912, 's avonds 8 uur. Con
cert door den heer Heinrich Fied
ler (violist) en mejuffrouw Gisela
Fiedler (pianiste).
De weinigen, die dit concert bezochten,
zullen zeker geen spijt gehad hebben, want
deze beide kunstenaars gaven ons veel
schoons te hooren. Allereerst in do sonate
vqor viool en piano Van R. Strauss, waarvan
vooral het tweede deel „Andante cantabile"
zeer zangerig was. Ook in het eerste deel
was veel moois, evenals in 't derde en laatste
deel. Er is geen opus-getal bij opgegeven,
maar mij dunkt dat dit werk ontstond vóór
dat Strauss in zijn hyper-moderne periode
washierin was werkelijk muziek te hooren.
Vervolgens hoorden we: Concert d moll voor
viool (en pianobegeleiding in plaats van or
kestbegeleiding) van Leclair, een werk, ge
componeerd in Bachsclien stijl, eenvoudig,
sober en klaar. Na. de pauze droeg mejuf
frouw Gisela Fiedler een paar solo-nummers
voor piano voor n.l. „Des Abends" en „Papil-
lons" van R. Schumann, waarin zij zich deed
kennen als een zeer begaafde pianiste, ik
geloof, dat zij liet eigenaardige van Schu
mann ook zeer goed en juist weer gaf. Het
laatste nummer: „Airs hongroises" voor viool
en piano van Ernst werd buitengewoon mooi
uitgevoerd, want de violist heeft hierin een
zeer moeilijke partij te vervullen met al die
dubbele noten, enz. Hiermee bewees de heer
Fiedler dat hij oen groot kunstenaar jsdie
zelfde airs heb ik in dezelfde zaal wel
eens hooren mishandelenGelukkig lieten
de uitvoerenden zich niet beïnvloeden dooi
de ongezellig leege zaa.l; de aanwezigen_ge-
noten veel. LJ
(Door plaatsgebrek bleven de bovenstaande
stukken een week liggen. Red.)
Mevrouw Martini.
Maandagavond a.s. zal in „De Kroon" een lie
deravond plaats vinden, te geven door mevrouw
Ih'lene MartiniSiegfried uit Berlijn. Begeleiding
miss Melville.
Schouwburg .Tansweg. Opera Italiana. „II
barbiere di Siviglia", van Rossini.
Best, boor. Bovenst best. Die Italianen mogen
er zijn.
Die schitterende, heerlijke, ouderweiscbe gevoeg
lijke Barbier van Sevilla! Of, zooals wij vroeger
kortweg zeiden, „de barbier". En deze aanduiding
is voldoende. Iedereen begreep wat je meende.
Er is maar één barbier. Dat is die van Sevilla.
Zooals mevrouw Cassani de schier ongeëvenaard
moeilijke partij van Rosina zong, was voortreffelijk.
Haar stem sterk en zuiver, en fraai van toon. Haar
spel mag eveneens worden geroemd, want bet was
waarlijk geestig.
I)on Basilio werd door Curei kranig gezongen,
en dat wil nogal wat zeggen, want deze partij is
lang niet zoo malscb. Ook zijn spel voldeed deer
Ook Nadal. die Almaviva vertolkte, valt in velerlei
opzicht te prijzen. Zijn stem heeft soms een bizonder
mooien open klank.
Figaro van Ferran stond ons ook zeer goed aan.
Ook de verdere rollen werden heel bevredigend
vervuld. Het orkest ditmaal niet door Ilubino
bestuurd, speelde wellicht iets minder harts
tochtelijk dan anders, maar niet minder zuiver, en
rijk van klank. Dit orkest weet uit Rossini's muziek
te halen wat er in is, en dit is waarlijk niet weinig.
T00NEEL.
Schouwburg Jansweg. Koninklijke Veree-
niging „Het Ned. Tooneel", Freuleken,
komedie in 3 bedrijven, dooi: II. C. J.
Roelvink.
Op verzoek kregen we bier een herhaling van
liet aardige tooneelspel Freuleken van H. C. J.
Ihxivink Fen nogal goed bezette zaal bewees,
dat de Haarlemmers de inwilliging van dit ver
zoek, uit hun midden, te waardeeren wisten. Hun
bijval bewees dat bovendien nog eens na elk der
bedrijven
Ge kent den inhoud. Een jongedame, die langen
tijd de gast van een tante was, komt naar de
vaderlijke woning terug, om in de plaats der over
leden moeder zoo goed mogelijk liet huishouden te
besturen. Zij is een lief. zachtzinnig meisje, iiaar
vader en broers dragen haar. zooals men dat
noemt, op de handen. Zij mag een potje bij hen
breken. Hiervan maakt zij gebruik om menige
weloverwogen hervorming in te voeren.
Een vriend van haar broer vraagt haar hand.
Zij voelt zeer veel voor den jonkman, en stemt
oorloopig toe, maar denzelfden dag bemerkt zij,
lat de jonkman in een gemeenzame verhouding
'aat tot het dienstmeisje. Zij ontstelt daarvan
•er hevig, en wil dan niets meer van liem weten.
II ;ar broer Job echter weet haar te overtuigen,
1st de verhouding tot het dienstmeisje in alle
en deugd is, waarop „Freuleken" zoo wordt
de jongedame in huis genoemd hem vergeeft,
en hem toestaat terug te komen na een jaar.
Dan zal ik, zegt Freuleken weer zooveei
ouder en dus wijzer en sterker zijn, want iemand
als jij, heeft wel een vrouw noodig, die een beetje
wijs en een beetje sterk is.
Zoo wordt de zaak tot genoegen van alle be
langhebbenden geregeld, ook tot dat van de ver
laten dienstbode, die van een broer in Amerika
juist een aangeteekenden brief krijgt, waarin geld
voor den overtocht. Zij heeft een oud zwak voor
haar familie, en geeft. zooals zij pleegt te zeg
gen de voorkeur aan éigen boven vrèemd.
Zoo vertrekt zij dus naar liet verre Westen en
is zeer tevreden.
Een tante, die het huishouden vóór Freulekens
terugkomst bestuurde, verdwijnt, tengevoïgt van
gekibbel met alle huisgenooten, achter de kim
der vergetelheid, en wordt door niemand be
treurd.
F.miiia Morel speelde „Freuleken" met levens
lust en natuurlijkheid; de tante was bij mevrouw
SchwabWeiman in goede handen, terwijl me
vrouw LoboBraakensiek van het dienstmeisje
een aardig, boersch type maakte. Ook de andere
iicespelenden droegen liet hunne bij tot het wel
slagen dezer vertooning van dit gemoedelijke,
prettige tooneelstuk, waar geen zweempje kwaad
iu steekt.
De Big van 't 108e.
Men meldt ons:
Het „Vroolijk Tooneel", hetwelk in geen jaren
in Haarlem is opgetreden, al a.s. Zondag de be
kende klucht l)e Big van 't 168e in den schouw
burg Jansweg opvoeren. Het is een groot lach
succes en door geheel Nederland is (leze klucht
met enormen bijval ontvangen. De verschillende
hoofdrollen zullen worden vervuld door de dames
Cath. KinsbergenRentmeester, Alary Beekman,
Leila Kleïj, Greta BuziauBeekman, Jeanne
RuijsHopman, A. Sluijtersv. d. Lugt, en de
hoeren Gerrit Pilger, Ad. Verzijl, Jacq. Sluijters
Jr., Jaeq. Sluijters Sr., C. Kiihn, Henri Stroethof,
P. Urban, Louis Timrott. F. Corel, F. Munnickman
en Z. Waaioerg.
Schouwburg Jansweg. N. V. Tooneelvereeni-
eing, Directie Herman Heyermans. „Alle
Negen", komedie in 3 bedrijven, van
A. Belot en Edm. Villetard.
„Alle Negen" zijn de negen familieleden, welke
de erfenis van oom Girodot anderhalf millioen
franken komen deelen. Het blijkt echter, dat
deze negen liefhebbers heel niet als erfgenamen in
het testament voorkomen. De uitvoerder van des
overledenen laatsten wil, blijkt een oud-vriend, die
heel geen bloedverwant is Het testament beslist,
dat de nalatenschap, die onverdeeld aan één bloed
verwant moet komen, door onderlinge stemming
tusschen de negen bloedverwanten aan één hunner
moet worden toegewezen.
Om deze stemming nu beweegt zich een levendig
tooneel van geharrewar en een dolle verwikkeling
van kuiperijen. Het besluit is, dat een juffrouwtje,
nichtje van den overledene, den zoeten buit inhaalt,
en met dezen buit een edelen jonkman, die haar
toen zij nog arm was, ten huwelijk vroeg, en op
deze wijze nu liet loon voor zijn belangeloosheid
ontvangt. Dit is ongeveer de hoofdzaak. Bijzaken,
hoe aardig ze soms ook kunnen zijn, blijven bijzaken.
Liet stuk is nogal vermakelijk. De vertolkers
deden hun best en best gedaan is al gedaan. Het
was alles echter heel matig. Van de bezetting dei-
zaal kon men dit nog niet eens zeggen. De zaal
was zelfs zoo goed a's leeg.
GEMEENTEBESTUUR.
Donderdagmiddag vergaderde de raad te 2 uur.
Voorzitter was de burgemeester. Alle loden aan
wezig.
Op de notulen der vorige vergadering was geen
aanmerking ingekomen.
Het eerst werden de ingekomen stukken be
handeld.
Van den lieer E. vail Nederhasselt, te Aerden-
liout, was een verzoek ingekomen om een aan de
gemeente bchoorend stuk grond, gelegen aan den
Aerdenhoutsduiniveghoek Eikenlaan, met hem
te verruilen voor een even groot stuk grond, hem
toehehoorende, en gelegen in de onmiddellijke
nabijheid, nl. aan den Bentveldsduinweg hoek
Doodweg.
De heer Van Nederhasselt zegt in zijn adres,
van meening te zijn, dat beide partijen door
dezen ruil gebaat zouden worden, daar het door
de gemeente te verkrijgen stuk grond door zijn
vorm zoowel als door zijn ligging, aan een vijf
sprong van wegen en bij de halte der electrisehe
tram. de voorkeur verdient boven het haar nu
toehehoorende.
Op voorstel van B. en W. werd dit verzoek
in hun handen gesteld om advies.
De heer Tl'. P. J. T. van Linden Tol, te Heemstede
verzoekt om hem het recht te verlceuen om voor
liet volgend jaar hem een terrein in Klein Bent
veld in huur af te staan voor jachtterrein, tegen
een jaarlijksche huurwaarde van tien gulden.
Ook dit verzoek ging op voorstel van B. en
VV. denzelfden weg op als het vorige.
Door hel hoofdbestuur van de Ncdcrianusehc
vereeniging lot afschaffing van alcoholhoudende
dranken was, ingevolge een besluit eener alg--
meene-vergadering dezer vereeniging, gehouden op
29 Juli 11. een verzoek tot den raad gericht,
waarin werd aangedrongen een besluit te nemen
om voortaan in de door de gemeente op te maken
bestekken van aanbestedingen de bepaling op te
nemen, dat hel ten strengste verboden is, op die
merken alcoholhoudende dranken te gebruiken.
Door den voorzitter werd medegedeeld, dat be
doelde bepaling reeds in de bestekken voorkomt,
zoodat het adres voor kennisgeving wordt aah-
s genomen.
In zake de op 24 October jl. aangegane geld-
leening voor het leggen der waterleidingbuizen
Ie AerdenhoutBentveld, groot 230.000.-—. was
door ged. staten bezwaar gemaald, op grond dat
de aflossingen, dooreen genomen, voor de negen 111
de memorie van toelichting gespecificeerde doel
einden zich niet over een tijdvak van meer dan
dertig jaren uitstrekken, tenzij men een aflossing
bij dalende bedragen mocht verkiezen, in welk
geval de eerste twintig jaren toeli ten minste
1 /30 zou moeten worden gedelgd.
Door B. en W. werd voorgesteld aan dit be
zwaar tegemoet te komen, door jaarlijks minstens
8000,af te lossen, te beginnen in 1914, met
uitzondering van liet laatste jaar, waarin liet
overblijvende gedeelte, zijnde ten hoogste 0000,
zal worden afgelost.
Zonder beraadslaging keurde de raad dit goed.
In zake de watervoorziening, had de gezond
heidscommissie voor Bloemendaal het volgend
schrijven ingezonden:
Bij ons advies d.d. 10 Juli I). 578 werd door
onze commissie bekend gesteld dat den tijd toe
gemeten door het uitbrengen van het gevraagde
advies zeer kort was en onze commissie zich
voornam na volledig onderzoek een nader advies
ting van ons advies.
Zij adviseerde daarom aan uwen raad het
voorstel der raadscommissie neergelegd in haar
ontwerp-raadsbesluit aan te houden, in afwach
ting van ons nader advies
Uw raad heeft in afwijking daarvan in zijne
vergadering d.d. 11 Juli 1912 besloten grond
aan te koopen achter „Karmel" en tot dekking-
der kosten van de uitbreiding der waterleiding
volgens aan ons (zij 't ook onvolledig) om
advies gezonden plannen een geldleening aan te
gaan, groot 90.000,
Onze commissie meende door dat besluit niet
ontheven te zijn van de verplichting die zij
in haar bovengenoemd advies bad op zich geno
men en heeft zich daartoe krachtens de haal
bij artikel 27d der Gezondheidswet toegekende
bevoegdheid, gewend tot een autoriteit wier com
petentie wel geen twijfel zal overlaten, nl. de
staatscommissie voor drinkwatervoorziening.
ITet advies der commissie bieden wij uw raad
hierbij aan en meenen ons daaraan te mogen
refereeren, terwijl wij uw raad in overweging-
geven ten opzichte van de reeds in uitvoering
zijnde werken te handelen, zooals door het be
doelde advies aangewezen schijnt.
Aan dit schrijven was het volgend advies van
de staatscommissie toegevoegd
Uit uw hierboven aangehaald schrijven en uit
de besprekingen, welke haar wnd. secretaris met
u hoogedelgestrenge mocht hebben, is der staats
commissie voor drinkwatervoorziening gebleken,
dat u prijs steldet hare meening te kennen over
de in de bij uw hierboven aangehaald schrijven
gevoegde „rapporten betreffende de watervoor
ziening van de gemeente Bloemendaal", aan die
gemeente te dier zake aanbevolen maatregelen.
Dat de staatscommissie niet eerder van hare
meening blijk heeft kunnen geven, vloeit voort
uit de omstandigheid, dat zij eerst dezer dagen,
na herhaald verzoek, kennis heeft kunnen nemen
en van de teekening, aangevende het boorpro-
fiel van de proefboring in het park Duin en
Daal te Bloemendaal en van (1e gegevens om
trent het daarbij verkregen water.
Nu die waarnemingen haar bekend geworden
zijn, moet zij tot haar leedwezen doen opmer
ken, dat eene waterwinning, als die welke in
het. advies aan het slot van gemeld rapport
wordt aanbevolen, naar hare meening, geen
voldoende waarborgen oplevert voor eene ook
in de toekomst deugdelijk blijvende watervoor
ziening dier gemeente.
Klaarblijkelijk ligt het daarbij in het voor
nemen het water te onttrekken aan de vrij
grove diluviale zandlaag, waarin ook volgens
de teekening, het definitieve bronnenfilter, na
melijk van 106116 M. N. A. P. is geplaatst.
Uit dezelfde teekening blijkt echter tevens, dat
zich op nog geen 30 M. daarbeneden water be
vindt van een zeer boog zoutgehalte. Van niet
of zelfs maar weinig doorlaatbare lagen van
eenige beteekenis is geen sprake. Integendeel
treft men niet anders dan zand aan en is dit
in liet meeréndeel der lagen, hoewel iets fijner,
dan in de voor wateronttrekking bestemde laag,
grof genoeg om daarin vrij gemakkelijk water
beweging toe te laten.
Ook boven de voor wateronttrekking bestemde
laag, bevindt zich, zij het dan ook in eene, onder
normale omstandigheden, weinig waterbeweging
gedoogende formatie, water van zeer hoog
chloorgehalte.
Onder die omstandigheden komt de staats
commissie, de door de gezondheidscommissie in
haar advies tot uitdrukking gebrachte vrees voor
verzouting van het te onttrekken water, alles
zins gegrond voor.
Bij eenigszins beteekenende afzuiging bestaat
immers alle kans, dat door de doorlaatbare
formaties beneden het filter, een beweging van
brak water kegelvormig omhoog zal plaats heb
ben, welk water langs den onderkant van liet
filter daarin binnentreden zal. Ook van boven
dreigt het intreden van zout water uit de leem-
lioudende zanden, welke water van hoog chloor
gehalte bezitten.
Dat de „Commissie voor de waterleiding uit
den gemeenteraad" aan deze mogelijkheid niet
voldoende aandacht heeft gewijd, is merkwaar
dig, omdat de reeds bij 5 van (1e 6 bestaande
bronnen der Duin-en-Daalsche waterleiding ge
constateerde verhooging van het chloorgehalte,
die uit het staatje aan den voet van blz. 31 in
het rapport blijkt, op een geheel analoog ver
schijnsel duidt, en haar deskundige adviseur zich
met de op groud daarvan door den heer Van
der Sleen uitgesproken verwachting, dat bij
voortgezet pomrpen op die bronnen, het chloor
gehalte voortdurend zal stijgen", verklaart zich
volkomen te kunnen vereenigen, evenals trou
wens de staatscommissie dit doet. Ook onder
deze bronnen bevindt zich, indien men ten
minste mag aannemen, wat zeer waarschijnlijk
is, dat de met water van hoog chloorgehalte
doortrokken formatie op ongeveer gelijke diepte
ook onder deze bronnen aanwezig is, op onge
veer 30 M. diepte zout water, waarvan liet zout
gehalte bij lange na echter niet (lat van zee
water bereikt, hetwelk onder de diepe zoct-
waterzöne is te verwachten. De laag brak-water
op ongeveer 70 M. diepte, is echter van de bron
nen gescheiden door leemhowdende zandlagen,
die voor waterbeweging veel minder geschikt
zijn, dan de op grooter diepte voorkomende gro
vere zandlagen.
Duidelijk blijkt uit het bovenbedoelde staatje,
boe zelfs bij veel geringere onttrekking dan
voor de op grooter diepte te maken bronnen
noodig zal zijn, toch ook hier zich het water
met een hooger chloorgehalte omhoog heeft ge
werkt
Het gevaar voor verzouting der nieuwe bron
nen zou misschien kunnen worden tegengegaan,
door bij de wateronttrekking slechts eene onbe-
teekenende afzuiging van den bronwaterspiegel
toe te passen. Vermoedelijk zou dan echter de
capaciteit der bronnen zeer veel kleiner blijken,
dan waarop thans wordt gerekend en zou men
dus over moeten gaan tot het plaatsen van een
grooter aantal bronbuizen. Slechts dan, indien
zich in do laag, waaraan het water zou moeten
worden onttrokken, een ondergrondsche zoetwa-
terstroom bewoog van zoodanig vermogen.