Bloetncndaal, Kaarlet», Keemstede en omliggende plaatsen.
ALGEMEEN WEEKBLAD
INGEZETENEN.
VOOR
KANTOREN:
Bloemendaalscheweg 49. Tel. 1837. Bloemendaal. Gedempte Oude Gracht 63. Tel. 141. Haarlem.
Hebt ge U allen reeds opgegeven
op de Kiezerslijst te worden
geplaatst
Hebt ge f 50.op de spaarbank
hebt ge eene woning van minstens
f 50.per jaar in huur; hebt ge
een examen afgelegdverdient ge in
>enig bedrijf als loontrekkende min-
iens f350.— per jaar; of wilt ge
'Jwe voor voldaan geteekende belas
tingbiljetten overleggen; het is alles
eed, maar wat ge doet, doet dit tijdig.
Hedenavond houdt het Propaganda-
lité van de vrijzinnige partijen van
tot 9 uur weder zitting in het Ver
kooplokaal Bloemendaalsche weg 17,
waar het dan gaarne alle inlichtingen
geeft, in verband met de plaatsing
op de Kiezerslijst.
Eerelaan op de Gentsche tentoonstelling.
Paleis der Schoone Kunsten op de Gentsche tentoonstelling.
7e jaargang.
ZATERDAG FEBRUARI 1913.
No. 6.
Het Bloemendaalseh UeekHoi
Prijs per
halfjaar f 1.25
bij vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer fü.10
Ailvertentiën
10 cents per
regel
bij herhaalde
plaatsing
korting.
Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden.
Wereldtentoonstelling
t e G e n t.
Dit Feest van den Vrede, van den Arbeid
en der Kunst, zooals liet door de ont-
w erpers zeiven genoemd wordt, moet
op 26 April geheel zijn ingericht, zoodat
de ontehare gasten alles bij hun aankomst
in gereedheid vinden. En al weten wij
nu. dat tentoonstellingen, hoe zaakkun
dig opgevat en geleid, toch nooit op den
gestelden dag gereed zijn, en al gelooven
wij, dat zulks ook met die te Gent niet
onmogelijk is, de aanblik der werken
maakt in den staat, waarin zij thans
reeds zijn, zulk een ontzagwekkenden
indruk, dat het denkbeeld, dat hier alle
niet op tijd gereed zou zijn, ons volko
men onaannemelijk lijkt.
Op de reusachtige terreinen, die een
oppervlakte van ruim 100 hectaren be
slaan, dus nog veel grooter dan die der
laatste tentoonstelling te Brussel zijn,
heerscht een werkelijk grootsche b.drij
vigheid. Menig der gebouwen is naar lie.
uiterlijk zoo goed als voltooid, en waar
men verder rondkijkt, ziet men in de
ontzaglijke steigers alom de werklieden
wriemelen als arbeidend bijen in huil
korven.
lot de bijzonderste gebouwen van deze
tentoonstelling behoort het Tuinbouw-
en Feestpaleis, dat niet zal worden af
gebroken, en later dienen zal voor de
groote tuinbouwtentoonstellingen, wel
ke gehouden worden te Gent, dat een
zoo al niet het middenpunt van .den
Europeeschen tuinbouw is. Om de vijf
jaren richt de „Société Royale d'agricul-
'ture et de botanicjue de Gand", inter
nationale Tentoonstelling-en van tuinbouw
FEUILLETON.
DE PLEIZIERREIS.
door
J. STEYNEN.
3)
Hen wachtte tot de man het gevraagde brengen
zou, en intusselien schonk Suzanna voor hen een
kopje thee in. Cesar, die voortdurend op het tafel
kleed strak den blik gevestigd hield, alsof hij bezig
was de figuurtjes van het patroon te tellen, be
speurde dat een persoon zich op den ledigen stoel
naast hem had gezet, en dat deze persoon een vrij
sterke lucht van chemicaliën, drogerijen en verf
waren van zich gaf; het was schier wellustig zoo
als hij deze aroma's opsnoof, terwijl in zijn geest
het beeld van zijn eigen dierbare affaire opdook,
en het duurde niet zoo heel lang, of alle schuchter
heid had Cesar afgelegd voor de bekoring dezer
ontmoeting met een collega; hij kuchte eens, zei
daarna „Pardon", verschoof zijn stoel op een in
het oog vallende manier, en vroeg eindelijk met
een bevende stem aan zijn buurman, hoe laat het
was. Deze, een goedmoedig Duitscher, ging er wer
kelijk op in, begon een gesprek, en bleek, zooals
Cesar het later uitdrukte, „een aangenaam
causeur". Ook Suzanna was spoedig in de conver
satie betrokken, en gedurende het ontbijt, dat in-
tusschen opgediend was, bleven zij drieën in een
prettig gesprek, meest over poeders en zalven in
den aanvang, maar al gauw kwam er een wending
>n, en liep het over Keulen en den Rijn en kregen
de Kevers menige praetische aanwijzing, waarvan
zij later op hun tocht veel voordeel trokken.
Na liet ontbijt geleidde de vriendelijke collega
hen gedurende een paar uur in de stad rond; zij
zagen den Dom van binnen, het stadhuis van bui
ten, benevens vele kleinere bezienswaardigheden
als de Hoehstrasse, de verschillende marktpleinen,
een volksbad, het Kaiser-café. het Nederlandsch
Consulaat, de voorgevels van musea, vele prent
briefkaarten in de uitstalkast van een boekwin
kel, enzoovoort. Daarna bracht hij hen naar de
afvaart der boot aan de Rijnkade, waar het dank
bare echtpaar na hartelijk afscheid en ontroerende
betuigingen van dankbaarheid, zich inscheepte
voor Königswinter.
Het was buitengewoon mooi weer, „een mirakel
van een weertje", zooals Suzanna het uitdrukte.
De rivier had met zijn glanzend groot vlak, waar
de schepen fleurig op afteekenden, met de vroolijke
oevers, waar huizen en boomen blonken in de zon,
een feestelijk aanzien. De lieldergeschilderde boot
lag genoegelijk te deinen op het water, dat door
een weinig wind bewogen werd, en op het "dek
krioelde een mensckenmenigte in witte en lichte
zomercostuums, waar de bonte parasols boven
uitstonden. Het was Cesar heerlijk te moede; zijn
geest weerspiegelde de algemeene vroolijkheid als
een klaar en vredig' meer, en gedurende eenige
oogenblikken had hij een visioen eener andere,
sckoonere wereld dan de bestaande, eene, waarin
heel geen narigheden voorkwamen, niets, niets
onpleizierigs van welken aard ook, een wereld van
louter schoone rivieren, waarop de menschheid
maar voortdurend in lichte zomerkleeren boot
tochten maakte, en zich om niets dan om publieke
vermakelijkheden bekommerde: een heelal van de
allerdierbaarste, lolletjes, en. anders niet.
in, welker weerga, niet gevonden wordt,
en die reeds lang een Europeesche ver
maardheid hebben.
Dit Feest- en Hofbouw-paleis, door
bovengenoemde maatschappij in veree-
nïging met liet tentoonstellings-comité
ongericht, beslaat een oppervlakte van
30.1)00 M-'. Het bevat bijna uitsluitend
Idealen, voor den tuinbouw bestemd
zoo is diaar de groote bloemendal, die
1,4000 M-' oppervlakte heeft, en er
is- daar ook. een. verwarmde kaa. van
6000 M2.
De belangstelling voor deze afdeeling
der tentoonstelling is, naar wij verne
men, in Nederland zeer groot, zoodat wij
daar o,ok menige inzending zullen aan
treffen uit ons land, dat op het gebied
van den tuinbouw, toch ook een zeer bij
zondere en roemvolle plaats inneemt.
Ook voor de andere afcteelingen belooft
Nederland eene belangrijke deelname.
Door den monunientalen hoofdingang
bereikt men de Eere-laan, welke aan
beide zijden door de gebouwen der bel-
giscbe en buitenlandsche nijverheid
wordt omgeven, en aan welker uiteinde
het paleis der schoone kunsten zich ver
heft. in dit gebouw is de internationale
tentoonstelling van schilder- en beeld
houwkunst gehuisvest. Niet ver van
daar, aan de Volkerenlaan is het neder-
landsche-paviljoen gelegen; dit is een
zeer gunstige plaats, en in de machine
hal is eveneens een groote ruimte voor
de inzendingen vanuit Holland aangewe
zen. Er zal verder een Belgisch Koloni
aal-paleis zijn. Dan een merkwaardige
verzameling van alles wa,t den Vlaam-
schen landbouw betreft, waar men de
nieuwste wetenschappelijke vindingen zal
zien toegepast, en welke verzameling het
karakter van een „hedendaagsch dorp"
krijgt.
Ook liet Oud-Vlaanderen zal op deze
Ik kan niet zwemmen, beste, zoo wekte de
zachte stem zijner echtgenoote hem uit ziju ijdeïe
utopie, ik kan niet zwemmen, en het is een
heel breed water.
Wat een inval! deed Cesar luchtig, terwijl
hij op een vouwstoeltje nabij den boeg zitten ging.
en een ander voor zijn huisvrouw aanschoof,
wat een zwaarmoedigheid bij zulk een weer, bij
zulk een pleiziervaart! Zóo gauw gebeurt er niet
iets, lieve. Zijn wij niet gegaan indertijd naar en
van Londen zonder het minste letsel
Ja, ja, het is ook zoo, mijn bangheid is al
weer over, zeide Suzanna, reeds opgeruimder,
het was alleen maar het vreemde gevoel van weer
op het water te zijn na zooveel jaren.
Cesar had een tooneelkijker en De Praetische
Gids te voorschijn gebracht, en noemde de namen
der dorpen, welke ze voorbijvoeren; hij deed dit,
als was het een ernstige taak die hij zichzelven had
opgelegd, en wilde zich door niets laten afleiden.
De namen liet liij van een reeks bizonderheden ver
gezeld gaan, en nauwelijks had hij de verklaring
van een plaats afgelezen, of zij passeerden reeds
een volgende, zoodat hij gedurig aan het woord
was. De boot voer vrij langzaam, maar de bizon
derheden bij elk dorp waren zoo uitvoerig door
De Praetische Gids vermeld, dat Cesar, hoe snel
ook aflezend, het niet meer bij kon houden, en
achterop raakte. Hij hoopte, dat de boot hier of
daar een geruime poos zou aanleggen, opdat hij,
intusselien verder lezend, wederom gelijk zou ko
men. Hij las zoo luid, dat het de lieden welke bij
hen in de nabijheid zaten, hevig verveelde, wat
men hem ook voldoende blijken liet, doch zander
eenig resultaat; een had hem hardop verwenscht,
tentoonstelling niet ontbreken. Een ker
mis, vele wedstrijden, a,ls roeien,
zwemmen, schermen, rennen, enzoo-
voorts, en een groot aantal congres
sen zullen de „wereldlandsche foor" op
luisteren. Ter gelegenheid van hot con
gres voor geschiedenis- en oudheidkunde
zal het gedenkteeken voor Hubert van
Eyck wordt onthuld.
Zoo zal het verleden geëerd worden
naast hef heden en de toekomst. En
wij zouden geen stad ter wereld kun
nen aanwijzen, die meer geëigend was
tot het tooneel voor zulk een veree-
niging van schijnbare tegenstellingen.
Geen stad vertoont zulk een merkwaar
dig aanzicht van het Oude en van het
Nieuwe, zoo dicht nevens en door elkaar.
Want dit Gent, welks stichting uit de
achtste eeuw dagteekent, kan ons een
verzameling der uitgelezens ie oude en
schoone gedenkteekens aanwijzen. De ze
stad gelijkt een weidsch museum. Daar
is het ontzaglijke gravenkasteel, als een
grimmige nerinnmi„g aan 1 ,ng ,oo.b„.
tijden, middenin een arukk., UojVcxe-
stadsbuurt gelegen tusschen mdenda g
sebe. doeltreffende leei^ktieneuwin
kels, fabrieksgebouwen on woonhuizen,
die te Gent ook al niet fraaier zjn dan
overal elders. Daar gieren ue elecuiis„ne
trams langs het bejaarde, sombero Bel
fort, de grijze lakenhalle, de ernstige
begijnenhoven. Daar liggen de stem
mingsvolle oude grachten verscholen om
den hoek eener straat, in welke een
ononderbroken geraas van het verkeer
gelijk een smidse davert. Daar rijst een
stoet van oude kathedralen, ais aoiitar-
gebleven vorsten uit een vervlogen tijd
perk, en z oo dichtbije enen, als z ochten zjj
in benauwdheid om deze vijandige nieuwe
tijden heul bij elkander: de Sint-Baaf, de
Sint-Michiel, de Sint-Nicolaas.. En daar
is een nijverheid ontbloeid, zoo onvang-
een liem eens op den schouder geklopt, maar alles
vruchteloos: hij bemerkte niets, en Suzanna was,
zonder naar haren echtgenoot, die wel een naarstige
vischafslager leek, te luisteren, zoo in den aanblik
van het water en de schoone oevers verzonken, dat
ze evenmin iets bespeurde van de ergernis rond
om. Gaandeweg vertrokken dan ook alle men-
schen uit hunne nabijheid, en toen zij Bonn bereikt
hadden, en Cesar, in de hoop, nu de achterstallige
bladzijden in te halen, sneller en sneller lezen
ging, want men zou hier aanleggen, bespeurde
Suzanna, door de zijwaartsche beweging der boot
als uit haren wonderlijken droom tot bewustheid
gerakend, dat het geheele voordek rondom hen
verlaten was gelijk een woestijn, en het eenige
teeken van leven, dat daar vernomen werd, de
naarstige Cesar was, die nu als een bezetene las,
en zijne lezing reeds met zulk een hijgende adem
haling doorspekte, dat zij vreesde, hem in het
volgende oogenblik volkomen uitgeput als een
overledene voor hare voeten te zien rollen.
Toen de boot na een tamelijk oponthoud weder
afvoer, riep Cesar met een wanhopig gebaar der
handen, waarih de tooneelkijker en De Praetische
Gids prijkten, op droevigen toon„Ik moet smok
kelen. Er is geen bijhouden aan." Suzanna
troostte hem, zeggend dat het ook niet zoo precies
hoefde, en hij best eens een paar bladzijden mocht
overslaan; hij zou zich anders veel te veel ver
moeien, waarop Cesar besloot haar raad te vol
gen, en op het verdere deel der reis kalmer te
werk ging; hij maakte een matiger gebruik van
De Praetische Gids, en had meer aandacht voor
de vele schoonheden, welke zich opdeden voor zijn,
meestentijds gewapend, oog.