van een lange reis teruggekeerd, een
vriend opzoeken, die predikant was bij
de Engelsche Staatskerk. Al spoedig
vertelde deze hom, dat hij nu een hulp
prediker lia-d., zoo uitstekend en zoo aan
genaam in den omgang, als hij maar
kon wenschen. Bij het middagmaal zou
hij kennis maken. I)it geschiedde dan
ook. De „curate" kwam binnen en werd
aan den gast voorgesteld doch beiden
stonden verstomd tegenover elkander.
Aan tafel werd er weinig gesproken en
nadat de „curate" vertrokken was kon de
gastheer van zijnen gast de aangename
mcdedeeling liooren, dat hij denzelfden
man op een zijner reizen hl Jesuïeten-
costuum gezien en gesproken had. Den
volgenden morgen stuurde de predikant
naar de woning van den hulpprediker,
doch deze was, zonder adres na te laten,
vertrokken met al wat hij bezat. Een
dergelijke geschiedenis vindt men in „De
Vaderlander" van 9 April van dat jaar,
waar men liet volgende leest
Een nieuw staaltje van Jesuïetisme.
Naar „Der Lutheraner", liette St. Louis
uitgegeven Amerikaaascli Luthersch or
gaan naar aanleiding van liet bericht
in Engelsche bladen vermeld, heeft te-
Hattfield, de verblijfplaats van Bnge-
lands eersten minister Salisbury, het
volgende plaats gehad.
Een dame van hooge geboorte wensch
te tot den premier te worden toege
laten. Toen de huishofmeester ver
scheen, om haar bij zijn meester aan te
dienen, verschrok zij dermate, dat ze
den man een oogënblik sprakeloos bleef
aanstaren. Daarop, tot den minister toe
gelaten, deelde zij nog onder den indruk
dei- ontzetting mede, dat de huishof
meester, dien zij een oogenblik to voren
voor zich zag, niemand anders was clan
een verkapt roomscli geestelijke, die
haar een vorig jaar in het vaticaaa
tor bezichtiging had rondgeleid. Geen
wonder dat de minister een en al verba
zing was, en maatregelen wilde nemen
om die zaak te onderzoeken, en na be
vind van zaken zijn huishofmeester congé
te geven. Dit behoefde echter niet meer,
want dc staatkundige spion, in den per
soon van den verkleecten en tijdelijk voor
huishofmeester spelenden pater, had
reeds zijn biezen gepakt, echter niet zon
der enkele belangrijke staatsstukken re
hebben medegenomen. Een bewijs alzoo,
dat, de spion telkens bij een niet gecon
troleerd bezoek, gebracht aan de stu
deerkamer zijns meesters, zijne oogen
uitermate goed den kost had gegeven.
(Nog- een woord van protestantse!! ver
weer. II. van Apeldoorn39.)
En wilt gij weten lioe Newman's geloof
is, lees dan eens wat hij zegt op bl. 282
„Niemand eisclit, dat wij iets belijden,
maar dat wij ons onderwerpen en zwij
gen."
(Nog een woord van protestautsch ver
weer. H. van Apeldoorn 27.)
31. liet was op eten 3en Augustus van
liet jaar 1873, dat Pius de Negende een
briei schreef aan Wilhelm den Eersten,
keizer van het D u i t s c li e Kijk,
en dezen daarin zoclit tc beduiden, clat
iéder, die den doop ontvangen heeft, don
paus toebehoort. Iiij heeft dan recht
om met gedoopt-en, die hem niet als
opperhoofd der kerk ontvangen, te han
delen als een rechtvaardig krijgsover
ste met rebellen. (Marnix 11:337.)
32. 15 Maart. „Das Neue Jahrhundert"
deelt mede dat de kweekelingen van liet
priesterseminarie van Rottenburg, wien
't in het vorig jaar was toegestaan den
modernisteneed af te leggen onder voor
behoud, dien nu moeten afleggen „zooals
hem de H. Vaclcr wilde opgevat hebben
of i li cle to e k omst misschien
zal uitleggen." Alzoo een eed op
iets onbekends. (Marnix XIV: 137.)
33. De bedevaart naar Lourdes wordt
door het clericale weekblaadje Patriote
Lorrain aldus aanbevolen: „De wijn is
in Lourdes goecl eii een pijp fransche
tabak smaakt uitstekendbij 't lielnels'c'h
gewin komt dit alles nog als aardsche
vreugde." En domheer Gollen schreef:
„De reis kost dit jaar wel 6 Mark meer
maar ik wed dat drie vierden er niets
minder oni zullen drinken." (Marnix
XIV: 138.
34. W at leerde her concilie van Con-
stanz (1 1418)?
Dit: ..Lik rechtmatig saamgeroepen,
de kerk vertegenwoordigend concilie
heeft zijn gezag onmiddellijk van Chris
tus, en in zaken des geloofs, in
het bijleggen van verdeeldheid, in de
hervorming der kerk in hoofd en leden
is ieder, van welken stand en waardig
heid ook, pok al is hij bekleed met de
pauselijke waardigheid, daaraan (aan
het concilie) onderworpen.
En hoe luidt het 19° eeuwsch vati-
caansch decreet, omtrent de zg. „on-
feilaafheid van den paus?"
„Met goedkeuring- van het heilige
concilie leeren en verkondigen wij als
van Godswege geopenbaard dogma,: dat
do roomsche bisschop,- als hij van zijn
leerstoel (ex cathedra,) spreekt, clat is,
wanneer hij in de uitoefening' van zijn
ambt als herder en leeraar aller christe
nen. krachtens zijné hoogste apostoli
sche macht, een leer over geloof
e n z e d e n vaststelt, (waaraan de ge
boete kerk vérplicht is zich te houden),
uit kracht van den hem in den zaligen
Petrus beloofden goddelijke» bijstand,
met die onfeilbaarheid beveelt, met
welke de goddelijke verlosser zijne kerk
bij de vaststelling eener leer over geloof
en zeden toegerust wilde weten; en clat
dus dergelijke léerbepalingen uit zich
zelf, niet echter do o r de goe d-
keuring cler kerk onverbeterlijk
zijn. Wanneer echter, hetgeen God ver
hoede. iemand wagen mocht deze onze
leerbepaling tegen te spreken, die zij
vervloekt." (Marnix IV: 1(17.)
35. „En toen onlangs", zoo schreef in
„De Staatsschool en cle roomsche Kérk*'
Mr. A. E. Savornin Lobman, op. blz. 13,
„een cler beste, scherpzinnigste en recht
vaardigste woordvoerders der roomsche
partij hier te lande, de heer Van der
Does cle Willebois plechtig in de Tweede
Kamer verklaarde, „dat zijne geloofs-
„genooten zich noch verplicht, noch ge-
„rechtigd achtten naar eenig ideaal te
„streven, al hadden zij er het vermogen,
„de macht en den invloed toe, dat dwang
„zou opleggen aan onze landgenooten
„of dat onbestaanbaar zou zijn met
„hunne grondwettige vrijheden," werd
deze verklaring cloor de Tijd „vervolle
digd" of „juister aangegeven" o.a. door
het volgende„De feitelijke redenen!,
„waardoor cle toepassing- van sommige
„der door den paus verworpen moderne
„beginselen in grondwetten als ander-
„ziiis noodzakelijk geworden is, betreu-
„rend en waardeerend, achten wij ons
„door de bestaande wetten gebonden,
„zoo dat wij nergens, tegen het be
staande in en met geweld, die wetten
„zullen omverwerpen of schenden. Van
„de andere zijde achten wij ons, zoowel
„teg( nover den staat als tegenover de
„kerk, ten strengste verplicht, overal
„en altijd rlc willekeurige toepassing en
„uitbreiding van de toepassing dier be
ginselen tegen te gaan, door niets te
„bevorderen en nimmer te erkennen. Het
„spreekt toch van zelf, dat liet erkennen
„van een noodzakelijkheid niet de vol
strekte goedkeuring van het door die
„noodzakelijkheid gevorderde insluit,
„En van cle andere zij cle is liet
„duidelijk, dat zonder noodza-
„ke 1 ij kh cicl de toepassing yau
„onware*) .beginselen onwet-
„t i g zou z ij n."
36. De aflevering van Marnix van 1
Febr. 1905 blz. 23, geeft een afbeeldsel
van de viereenheid, muurschildering
van F. Podesti in cle zaal der onbevlekte
ontvangenis in liet vaticaan. (Maria in
het midden, de Vader links, de Zoon
rechts, de Heilige Geest daarboven). En
wat te denken' van een godsdienst', die
de volgende Godslasterlijke priesterver-
goding toelaat, ja aanbeveelt„Eerbie
digt den priester; zonder hem zoudt gij
Jezus Christus niet hebben. Wie heeft
Hem daar gebracht in het Heiligdom?
De priester. W'ie heeft uw ziel aan
genomen, bdj haar intrede in dit leven?
De ^priester. - Wie voedt haar, om lia,ar
krachten voor liaar pelgrimstocht te
geven? De priester. Wric zal haar
bereiden, öm voor God te verschijnen?
De priester, altijd weer de priester.
En als ideze uwe ziel komt 'te sterven,
wie zal haar opwekken?Nogmaals
de priester. Gij kunt u geen enkele wel
daad Gods herinneren, zonder tevens het
beeld van den priester te aanschouwen...
Do priester heeft de sleutels der hemel-
sche schatkamer; hij opent er de deur
vanhij is cle huisbezorger van den
goeclen God, cle rentmeester van Zijn
goederen. Gaat maar eens biechten bij
cle Heilige Maagd of bij een engel: zul
len zij u absolutie geven? Neen. Zullen
zij u liet lichaam en liet bloed ouzes
Heeren geven Neen. De Heilige Maagd
kan haar Zoon niet in de hostie doen
nederdalen. Al haclt gij twee lionclerd
engelen daar voor u, zij zouden u geen
absolutie kunnen geven. En ziet, clat
kan de eenvoudigste priester, Hij heeft
cle macht, tot u te zeggenGaat in vrede!,
ik vergeef u. „O; wa,t is de priester
groot." (Liyre do piété de la jeune fille,
1899. 129= edition, p. 469, bénéd. autogr.
de Pie IX).
(„In deze uwe kracht". Een bevel Gods
door F. J. Krop16.)
37. D-e Chretien Franpais" van 3
Maart '06 schrijft:
„Ten dienste van- hen, die maar niet
willen gelooven aan het clericale feti-
cliisme en die denken dat, niettegen
staande alles, de roomschen onzer dagen
niet zoo diep zijn gezonken, geven wij
de volgende uittreksels uit populaire
tractate», die tc Parijs uitgedeeld zijn
bij de deuren cler kerken
Voor w e r p e n, wier bezit
waardevol is.
Gij allen, die den h. Antonius bemint
en tot hem bidt, stelt u onder zijne be
scherming door het dragen van zijn
bééld, gedrukt op stof, hetwelk wij u
op aanvraag toezonden. Wonderbaarlijke
zegen van tien h. Franciscus van Assisi,
gedrukt op stof, met portret, 't Is aan
bevelenswaardig dezen bij zich te dragen
en té geven aan kranken, voornamelijk
aan moeders. Deze zullen een voor
spoedige bevalling hierdoor hebben. Deze
voorwerpen worden verkocht ten voor
dode van een goed werk en met dank
baarheid zullen wij bestellingen van een
Hieronder is voor roomselie opvatting te
verstaan „onroomsche" (Red. lil. W.)
of meer exemplaren dezer voorwerpen,
franco te zenden, ontvangen.
Platen, van het h. hart.
De kapelaans der basiliek van Mont-
niartre wensclien dc verspreiding dezer
platen zooveel mogelijk tc bevorderen.
Zij zouden deze, welke bestemd zijn de
zegeningen des hemels overal waar zij
zijn geplaatst, deelachting t'e maken,
geplaatst willen zien op al de deuren
der huizen, op dc muren onzer eigen
dommen, als een verzekeringsplaat, hetzij
dan binnen of buiten, naar men wilzij
zijn een wacht ter bescherming onzer
belangen. Deze platen zijn onder het
allerheiligst sacrament geplaatst ge
weest gedurende een nacht van aanbid
ding. Prijs der groote platen 1 franc,
der kleine 50 centimes.
Scapulier van het h. li a r t.
Men verzoekt ons de verspreiding te
bevorderen van het scapulier van het
h. hart. van Pèllevoisin,waar de h.
maagd in 1876 verscheen, zelf het model
van dat scapulier gevende. Dit is door
haar, die dit zag, zelf aan den li.
vader aangeboden en 't is op zijn bevel
goedgekeurd door de li. congregatie der
Riten, bij besluit van 4 April 1900. Prijs
met verklaring 25 centimes.
Allen die het beeld dragen zul
len bescherming ontvangen.
Beeld op rood laken, wonderdoend, be
vattend de relikwieën van de zalige
Maria Margaretha,, welke vele geestelijke
en tijdelijke zegeningen verwerven, in
gevaren bewaren en in ziekte zeer waar
devol zijn. Prijs 1 franc. Aanvragen aan
madame Sommier bij de franciscaansche
zusters, Romoranten Loir-et-Cher.
Van de wonderdoende medaille zijn
van 18361879 te Parijs en Lyon afge
leverd 380 millioen -stuks. Aldus la
Semaine religieuse van Kanierijk.
(Marnix VIII: 247.)
38. Onder het opschrift: Een boer
tje aan de hemelspoort, schrijft
11. Kampfer in cle Nieuwe Limburger
Koerier (een goed roomsch blad)
Een arm, vroom boertje was gestor
ven en kwam aan de poort des Hemels.
Even, voor hem kwam ook een rijke, def
tige heer en hoopte ook binnen gela
ten te worden, daar hij steeds recht
schapen en godvruchtig geweest was
en veel aan de armen had gegeven.
Daarop kwam de H. Petrus met den
sleutel, opende de poort en liet den
voornamen heer binnen. Het scheen,
dat hij liet boertje niet eens bemerkt
had, want liij liet hem staan en sloot de
poort weer dicht. Toen hoorde het
'boertje duidelijk, hoe binnen gezongen
en gejubeld werd door een koor van
engelen.
Nadat eindelijk alles stil was gewor
den. klopte het boertje. D:e II. Petrus
kwam, opende de poort en liet hem
gaarne binnen. Nu dacht het boertje,
dat er ook gezongen en gejubeld zou
worden in den Hemel. Maar bittere
teleurstelling. Alles bleef stil. Wel
werd hij met liefde ontvangen, en de
engelen kwamen liem met vreugde tege
moet, maar gezongen werd er niet.
Daarop vroeg het boertje den II. Petrus,
waarom men voor hem niet zong en
jubelde als bij den rijken heer. „Het
schijnt", sprak hij, „in den Hemel gaat
't al even partijdig als op aarde."
„Neen", waarachtig niet" zei de II.
Petrus. „Ge zult in den Hemel alle
geneugten Smaken, evenals die rijke heer
en nog eerder meer dan minder, omda.t
gij op aarcle arm waart en nood hebt
geleden. Maar zie, van zoo'n arm boertje
als gij, komen er iederen dag in den
Hemel, van zoo'n rijke heeren komt er
slechts ieder jubeljaar één binnen.
Daarom is er uitbundige vreugde, wan
neer weer zoo iemand zijn ziel gered
heeft."
Het is wel overbodig hieraan toe te
voegen, clat dé rijke heer in kwestie
geen lezer was van de Nieuwe Rotter-
damsche Courant. Wie zulk een kate-
cliismus volgt, kan moeilijk bij den H.
Petrus in aanmerking komen. („N. R. C.
Ochtend A. 15 Apr. 1913.)
39. Do „Kircliliclie Korrespondenz fiir
die cleutsche Tagespresse" van 14 Mei
11. (z.g. „Zeitungsausgabe") zegt dat de
„Echo des grottes cle St. Antoine de
Padoue" den volgenden brief van een
monnik openbaar gemaakt
„Ik had bij mijn afreis een deel van
mijn brevier verloren en kon het, toen
ik in het klooster teruggekeerd was, niet
wedervinden, niettegenstaande mijn ijve
rig zoeken. Ik riep daarop den h. Anto
nius aan en liet hem ook door andere
vrome zielen stneeken; hij bleef echter
voor al dit aanroepen doof. In mijne ver
twijfeling kwam ik op de gedachte den
goeden heilige op mijne wijze te be
straffen. Een klein beeld van den heilige
op mijn schrijftafel werd naar den wand
omgedraaid ende reden dezer boete-
oefening op den heilige wercl verteld aan
ieder, die het wilde hooren. Zoo kon
ik tenminste cle hoop koesteren, dat cle
vrees, van zijn welbekenden roep als
terug vinder van verloren voorwerpen in
te boeten, op den wonclerdadigen heilige
eenc diepe uitwerking zou hebben. Maar
ook dlaarin bedroog ik mjinieuwe weken
gingen voorbij zonder dat ik antwoord
kreèg. Tegen 27 December stelde ik den
heilige een ultimatum cn bedreigde hem
dat ik, indien hij mij niet uiter' i l
Jan nan s avonds bericht verschaf
mijn brevier, in uw blad een fo.-i
ontkenning zou plaatsen aangaande 1,
onwrikbaar vertrouwen, clat ik t t
toe mei alle geloovigen had gesteld
de macht van den li. Antonius
was nu de gefopte? Uw onderdo ni
dienaar, en wel op een ganse -e
bazende wijze. Op den avond va
IJanrari, dus vlak voor het einde v
het ultimatum, kreeg ik van een rntj
collega's, die sinds de bestraffing,
ik den heilige had opgelegd, dlkvvj
bij mij was geweest, een kort bezoek
over familiezaken te spreken. Ik i
liem dringend aan, zich om boe
noemde redenen niet tot den h.
mus te wenden. Nauwelijks had ik
aanklacht geëindigd, of de college r
uit: „Wat? Zoekt gij een brevier:
ligt er in de kast in de bovenzaal, w
nooit iemand komt." Ik liet mi
plaats beschrijven en kon de geö-
niet van mij zetten, dat ik wegens
wantrouwen zoo bestraft moest wor
zooals de heiligen plegen te straf
nl. door het wedervinden van het 1
gezoclite brevier. Mijn collega ging
naar boven om het te halen, het
werkelijk hetzelfde, da.t ik zoo lang
mist hadHet ultimatum had
werking gehad; de H. Antonius tr
eene overwinning meer en ik hers'
hem terstond op zijn eereplaats.''
Geen wonder, dat men in Sicilië
beeld van Petrus een zouten sardis
den mond legt in cle hoop, dat P(
daardoor dorst zal krijgen en rege-
zenden, en clat men er de heiligen
den in tijd van droogte met vuile
deren omhangt en een koord aan
nek doet, om hen te straffen. (Mar,
111:116.)
40. „The Converted Catholic"
Ai'l. 1: Miss Elder, bekend door he1
het congres te Chicago cloor haar vo
gelezen stuk van haren (toen ziek
oom, den bisschop van Cincinnati, wa;
in deze erkende, da,t de roomsche ki
in Amerika in een eeuw 20 millioen
len had verloren, zegt, dat New Orlc
hare woonplaats, de meest rooms. 1
maar tévens cle ruwste stad is,
Amerika. Do red. is van oordeel,
dit de overal voorkomende vrucht v
cle roomsche kerk is.
(Marnix 111:118.)
41. In Keenan's, door 4 bisschoj
goedge keurden, katecliismus tot be
ring van protestanten (Edinburgh 1
staat op bl. 102: „Moeten de kath-
ken niet gelooven, oat de paus in x
zeiven (als paus) onfeilbaar is?"
antwoord luidt: „Dit is een prol
tantsch verzinsel; het is geen katholi
geloofsartikelgeen beslissing van
is verplichtend onder straffe van k
terij, tenzij deze is ontvangen enbekr
tigd door het onderwijzend lich;
dat is cloor de bisschoppen der kei-;:
Sinds 1870 is dit weggelaten.1) (Mi
nix 111:122.)
42. 5 Jan. 1901. Pater Ollivier li
opi 21 December 1.1. in een kapel
Malakoff gezegd: „Ik geef evenveel c
de wetten van mijn land als om
ouden schoen." (Marnix 111:128.)
43. Nu is het wel waar, dat
Maria-communie ook in de roomse -•
kerk zelfs als eene al te duidelijke
niet te weerspreken vergoding wercl
brandmerkt, en clat zelfs meerdere ge.
telijken het weerzinwekkende daar;
inzagen en er tegen gekant waren, cl
dit doet niets af aan de bewering, c
de leer van Rome, in hare consèqe
ties gevolgd, zulk een afgodische vci-
eering van Maria toelaat.
Een bewijs te meer voor deze be
ring vonden wij nog onlangs in de c<
ranten, waar wij onder het hoofd:
bare heiligenbeeldjes" o. m. het
gentle uit „de Ostdeutsche RundscJ.
zagen overgenomen. Daar werd u
aandacht gevestigd op de ongeloofe'
ste dingen, waaraan sommige pools,
bisschoppen o.a, Lucas Jolecki
Przemyol, en paters jezuieten, hr:
officieele goedkeuring schenken.
Jezuïeten, verspreiden o.a. zoogenaa-1
eetbare heiligenbeeldjes, met doo.
bisschoppen goedgekeurde gebruiks;-
wijzing. Een van die gebruiksaanwij
gen bevat na een lange reeks
de ongeloofelijkste wonderverhalen,
slotte Ideze opmerkingen: „De mi
tuurbeelcljes van de Moeder Gods
Campo Clevallo, die men dagelijks
gebed moet innemen, hebben blijk
vele ons geworden berichten zulk
uitwerking, dat aan werkelijk gelooi
lieden daardoor verschillende genade
wijzen ten deel vallen.'' (Marnix III :4
Keenan durft het verhaal van Hand
aldus weergeven: „En toen Petrus geëindigd
met spreken, hield de gansche menigte stil,
zelfs Jacobus, die bisschop was van Jeruza
waar de apostelen vergaderd waren, stond al
op om te herhalen wat St. Petrus beslist ha<
om er in te berusten, Hand. XV". De veree
van heiligen en engelen verdedigt hij met Op
22:8, maar vs. 9 laat die bedrieger weg.
N. B. De vorm van dit bijblad is bli
staan. Onze lezers kunnen, tot onbeperkt aai
afzonderlijke nummers hiervan tegen den
tenden prijs van ons verkrijgen.