KERK-AGENDA.
Haarlem.
Ramoristrantsch-Gereformeerden.
v.m. 10 ure, Ds. HaentjeDS.
Luthersche Kerk.
v.m. 10 ure, Ds. De Meijere.
Kerk der Vereen. Doopsgezinden,
v.m. 10 ure, Ds. Hylkema.
Blo.jmendaal.
Ned. Herv. Gemeente,
v.m. 10 ure, Ds. Roozemeijer,
Directeur v. li. Diaconessenkuis te Amsterdam.
Heemstede.
Ned llerv. Gemeente.
v.m. 10 ure, Ds. Wolters.
Houtrijk en Polanen.
Ned. Ilerv. Gemeente,
v.m 10 ure, Ds. Baljou.
Santpoort.
Ned. llerv. Gemeente,
v.m. 10 ure, Ds. Bax.
Spaarndam.
Ned. llerv. Gemeente,
v.m. 10 ure, Ds. Baljon.
Wijk aan Zee en Duin.
Ned, Herv. Gemeente,
v.m. 10 ure, Ds. Berkelbach v. d. Sprenkel,
limuiden.
Ned. Herv. Gemeente.
v.m. 10 ure, Ds. Creutzberg
n m. 2V2 ure> Ds. Creutzberg.
Doopsgez. Gem. en Ned. Prot. Bond.
v.m. 10l/o ure, Ds. Gorter,
Doopsgez. Pred. te Twisk.
Zandvoort-
Ned. Herv. Gemeente,
v.m. 10 ure, Ds. Posthumus Meijjes.
AGENDA.
BLOEMENDAAL.
Eiken Zondag, 's morgens 10 uur. Wekelijksehe schiet
oefeningen door „Bloemendaal-Commando".
HAARLEM.
Bureau van Consultatie tot verleenen van rechts
bijstand aan onvermogenden. lederen Vrij
dag houdt het bureau des namiddags te half
2 zitting in het gerechtsgebouw aan de Jans
straat.
Koloniaal Museum (Paviljoen.) Dagelijks ge
opend van 104 ure.
Museum van Kunstnijverheid. (Paviljoen.)
Dagelijks geopend van 104 ure.
Gemeentelijk Museum. Dagelijks geopend van
10—4 ure. Entrée f 0.25 p.p. Ie Woensdag
van de maand vrij. Zondags van 10—3 vrij.
Bisschoppelijk Museum. (Jansstraat 79.) Ge
opend behalve Zondags en R.-K. feestdagen
van 105 ure. Toegang 25 cents.
Stads-Bibliotheek. (Prinsenhof.) Dagelijks ge
opend (behalve Zondags) van 104 uur.
Groote Kerk. Dinsdags van 12 ure, en
Donderdags van 2—3 ure. Orgelbespeling.
Teyler's Stichting. (Spaarne.) Geopend (be
halve Zaterdags en Zondags) van 11—3 ure.
De bibliotheek alle werkdagen van 14 ure.
Schouwburg Jansweg.
Zondag 8 Juni en volgende dagen, Bioscope Expl.
Herm. Smits Co., Zaza.
Dagelijks Bioscoopvoorstellingen, Apollo-Theater,
Bartelj orisstraat.
De ENTOS.
Donderdagmiddag 2 uur.
Het goede weer was in onweer verkeerd. -Boven
de-witte gebouwen der tentoonstelling waren de-
grauwe wolken opgehoopt; een zware regen, dik
als een mist, kwam omlaag gestort; door dien
nevel schoot de bliksem telkenmale; de donder
rommelde gestadig.
De vlaggen en wimpels op de steiger van de
Entos, nabij liet Centraal-station hingen amechtig
uit te druipen langs de stokken.
Tegen kwart voor twee kwam een fleurige boot
het grijze water oversteken, en haalde prins Hen
drik, 'de ministers en nog een aantal gasten af.
T11 het restaurant-paviljoen van de gemeente
Amsterdam, werden de gasten door het bestuur
ontvangen. Een groot aantal dames en heeren,
waren daar reeds vanaf 12 uur en vroeger bijeen,
en, ondanks het waarlijk somber natuur-tafereel
buiten, was de stemming der gasten uiterst ge-
noegelijk.
Jonge meisjes en in marine-pakjes gedoste jon
gens kinderen van leden van het uitvoerend
comité gingen rond en boden den dames-
genoodigden bloemen aan. Het praten en grapjes
maken met deze kinderen bevorderde met de ge
wone gesprekken, zeer de gezelligheid.
Toen trad de prins het paviljoen binnen, en
onder de muziek van een geestdriftig gespeeld
..Wilhelmus" wandelde hij naar zijn plaats op het
podium. Naast den prins zat aan den eenen kant
minister Heemskerk, en aan den anderen kant de
voorzitter van het uitvoerend comité der Entos,
mr. Smeenge. Nadat de prins door de aanwezigen
begroet was, nam de heer mr. Smeenge het woord,
en hield een belangwekkende openingsrede.
Spreker begon met den prins voor zijn tegen
woordigheid te danken waarna hij de wordings
geschiedenis der Eerste Nederlandsche tentoonstel
ling op scheepvaartgebied naging; de verdiensten
Het was helder weer, maar de aanwezigheid
eener' parapluie in zijn hand verried een pessi
mistisch voorgevoel van verandering. Zijn normale
lichaam was normaal omkleed, het abnormale
hoofd was in 'den cylinderhoed gedompeld, en, of
schoon het hiëroglyphiscli gelaat geen enkele ge
waarwording verried, wees iets aan hem op een
zekere blijmoedigheid. Zijn tred was eenigermate
elastisch, wat, naar 't oordeel der ingewijden, echter
niet zoozeer aan blijmoedigheid was toe te schrij
ven als wel aan de elastieken zijner frequentatief
gedragen bott i nes.
Er waren zeer weinig honden op straat, en ahs
Godfried dit feit voor zich zeiven vaststelde, ver
heugde het hem geenszins, zag zijn kranke geest
in dezen ongewonen toestand eerder iets, wat op
naderend onheil duidde. Dan week de blijmoedig
heid van 'hem. De enkele honden, welke hij ont
moette, leken hem niet te bemerken; slechts een
maal moest hij voor een aanrennenden dog een
openstaand pakhuis invluchten, waar hij, wél rooi
de duizendste keer gedurende zijn bedreigd, be-'
staan, zich zijn uithuizigheid verweet. „Waar
toe beweeg ik mij eiken dag langs de straten?"
klaagde hij. „Waartoe waag ik dagelijks mijn
leven In mijn woning ben ik volkomen veilig',
en ik, dwaas, verlaat haar lichtzinnig, en wandel
in de straten, waar ik, vroeg of laat, nog een
prooi dezer jammerlijke dieren worden zal."
I11 een staat van ongemeene neerslachtigheid
verliet hij 11a ruim een kwartier het gastvrije
pakhuis, en bleef, gevoelend hoe de schrikwek
kende ontmoeting hem voor dien ganschen dag uit
het evenwicht geworpen liad, een wijle besluiteloos
staan. Plotseling ging hij weder voort, zeer haastig
van alle medewerkenden werd passend gehuldigd;
leedwezen werd uitgesproken over de houding dei-
stad Rotterdam, die geen behoefte gevoelde met
de hoofdstad des Rijks mede te Werken.
Ziehier eenige cijfers uit de rede van den voor
zitter.
Volgens de plannen van het voorloopig comité,
dat in eene vergadering van Febr. 1912 was be
noemd, zouden de terreinen der tentoonstelling,
die geheel op het oude Tolhuisterrein was ontwor
pen, eene totale oppervlakte hebben gekregen van
31.500 M2, de overdekte hallen namen toen een
gezamenlijke oppervlakte van 7650 M2 in.
Thans is de ruimte, die voor de tentoonstel-
lig te land
200.000 M2.
Was de eerste begrooting voor deze tentoon
stelling opgemaakt tot liet bescheiden cijfer van
200.000,aan uitgaven, op de laatste vergade
ring vroeg de penningmeester machtiging tot een
bedrag van ongeveer 400.000,
Het waarborgfonds voor de eerste uitvoering
gesteld, was spoedig volteekend, terwijl een vloed
van aanvragen 0111 plaatsen van overal inkwam.
Wel een bewijs dat deze tentoonstelling zich al
spoedig in een groote belangstelling verheugen
mocht. Met een opwekking de tentoonstelling te
bezoeken, méérmalen te bezoeken, besloot de spre
ker zijn openingsrede.
Een ander maal vertellen wij u eens wat er al
zoo te zien is, daar op de uitgebreide terreinen
aan den overkant van het Y.
De Esperanto-club te Haarlem, zendt 011s een
in liet Esperanto geschreven Gids voor Haarlem.'
Tiet boekje bevat zeer fraaie kieken van de stad
en omstreken, benevens een plattegrond.
Het is een aardig uitgevoerd werkje, en zal
ongetwijfeld aan de Esperanto-verstaande bezoe
kers van Haarlem een groot gemak geven.
Lichtbeelden-avond ter bevordering van de
candidatuur van mr. Roodenbnrg.
Wij vernemen dat de tooverlantaarn-vertoonin-
gen een aanvang hebben genomen. Het grootste
deel der plaatjes is gewijd aan de voorgestelde
tariefwetten. Verder zijn in de serie nog opgeno
men enkele politieke spotprenten, welke echter
met zorg zijn gekozen, waardoor ze geen aanstoot
kunnen verwekken bij de tegenpartij.
Op 31 Mei zijn de plaatjes het eerst vertoond. -
De zaal was geheel gevuld met kiezers en hun
vrouwen, De toepassing van dit geheel nieuwe,
propagandamiddel voor die kiezers, voor wie een
beeld meer spreekt dan een weidoorwrochte rede
voering. mag als proef uitstekend geslaagd liceten.
Met de meeste warmte bevelen we deze kijk-
avonden in de aandacht der kiezers aan. Reeds zijn
een twaalftal avonden besproken. Do duur der
voorstelling is pl.m. 1 y2 uur.
Museum van kunstnijverheid.
Plet museum van kunstnijverheid werd gedu
rende de maand Mei bezocht door 718 belang-
stellenden; uit de aan het museum verbonden
boekerij werden 170 boek- en plaatwerken naar
verschillende plaatsen van ons land gezonden. De
aan het museum verbonden school voor kunst
nijverheid werd bezocht door 145 vrouwelijke en >j.
mannelijke leerlingen.
De tentoonstellingen, die thans in het museum
van kunstnijverheid geopend zijn, als de geschil
derde ramen van Thorn Prikker, de beeldhouw
werken van Rien Hack en de meubelen. on1
RoerYan Tier STeur, Vervaardigd- op cte werk- 1
plaats van Joh. Nederkoorn, zullen Zondag a.s.
voor liet laatst tentoongesteld zijn. Eene nieuwe
tentoonstelling is in voorbereiding, en zal in de
tweede helft van Juni geopend worden.
Zondag is-liet museum geopend van 104 uur.
OP REIS.
Ostseebad Brunsltaupten in Mecklenburg.
4 Juni 1913.
Sedert ongeveer 14 dagen zijn wij nu hier en
dus wordt het tijd dat ik eens iets meedeel van
dit bekoorlijk oord, dat zooveel aantrekkelijks
heeft, doordat het niet alleen de zee maar ook
bosschen heeft. De Oostzee is veel kalmer (soms
zelfs spiegelglad) dan de Noordzee; eb en vloed
is hier niet, alleen bij storm of springvloed komt
het water tot de duinen, waarvan stukken afge
slagen zijn, zoodat de duinen er uitzien als rotsen.
Het strand is niet heel breed ongeveer zooals
bij Scheveningen men vindt er vele steensoor
ten in verschillende grootten en ook eenige soor
ten schelpen. Vooraan in de zee liggen groote
basaltsteenenniet'zeewind spatten de schuimende
golven daar mooi tegenop of overheen; het water
is meestal heel helder, zoodat men duidelijk kan
zien hoe op den bodem der zee de golvende zand
vormen ontstaan; bij elke terugtrekkende bewe
ging van het water ziet men liet zand in wolkjes
opstijgen en daarna weer neerzinken. De diepe en
ondiepe gedeelten zijn door de blauwe en zand
kleurige strepen aan de oppervlakte duidelijk te
onderscheiden. Er wordt hier veel geroeid en ge
zeild in kleine pas geschilderde bootjes en ook
wordt er veel gevisclit met hengels en met netten.
zelfs; in zijn kleine hoofd was een groot plan tot
rijpheid gekomen; hij zou trachten den dierentuin
met de tram te bereiken. Wanneer hij aan de halte
stond, en het reddende voertuig reeds nabij was,
kwam een klein, zwart hondje van een ouuitwijs-
baar ras een huis uit, en schoot al blaffend recht
op Godfried aan. Deze verbleekte, en zijn toch
reeds zoo raadselachtig profiel werd onuitspreke
lijk; het voorhoofd met den daarover hangenden
hoed week nog verder naar achter, de nauwelijks
waarneembare kin verdween geheel, mateloos ver
lengde zich de neus. Recht voor den doodelijk
verschrikten man hield het hondje zijn vaart in,
en bleef hem eens aanzien. „Ik moet op de tram.
Zie, daar is hij juist," stamelde de onbeschrijfelijk
verwarde Godfried. De hond stortte zich dan op
hem, en beet als ware hij razend. Met een afgrij
selijken gil zonk het slachtoffer ter aarde, en
werd onmiddellijk door een aantal liefdevolle
evennaasten een apotheek ingedragen. Daar liet
men hem de geteisterde plaats onthullen, en zocht
naar het kwetsuur. Wanneer men echter geen
wond ontdekte, en de apotheker dit, onder het
snijdend hoongelach der liefdevollen, aan den
zwaarbeproefde mededeelde, kende diens schaamte
geen grenzen meer. „Van louter schrik neergeze
gen!" aldus ging het door zijn abnormale
hoofd, „ik ben niet eens getroffen, slechts mijn
broek. O, ware ik thans gekwetst! God, laat de
eerste de beste hond mij nu verslinden. O, hoe vind
ik mijzelf thans terug in een onaangenaam rie
kende apotheek, van kleederen beroofd, mijn steeds
zoo 'zorgvol bedekte leden schaamteloos ontbloot
voor liet oog van vele lachende lieden." Hij keek
rond zich heen; een heer, welken hij terstond
Oezicht op de „Bader" van Brunshaupten.
Het is een aardig en tevens mooi gezicht 's avonds
11a zonsondergang die kleine bootjes te zien in den
rossigen nagloed van de zon op het water; een
vlaggetje wijst dan later alleen de plaats aan,
waar elk net, met een zwaren steen er in, op den
bodem der zee ligt, meestal wordt er veel gevan
gen, want de Oostzee is rijk aan visch. Een van
de drukste punten is de „Landungsbrücke", waar
de salonbooten eenige keeren per dag aankomen
en vertrekken, daarmee kan men verschillende
tochten en tochtjes maken, al naar men lust heeft.
Op bijgaande foto van de „Bader", 11.1. heeren-,
dames- en familiebad, waar 't haast altijd vol is (mij
wel eens te vol), is ook duidelijk zichtbaar dat de
dennenbosschen tot vlak bij de zee zijn. De strand
stoelen zijn hier bizonder practisch ingericht en
niet alleen practisch, doch ook gezellig, want zij
zijn voor twee personen, heel solide gevoerd met
dik linnen, verder zijn de zittingen opgevuld en
die kan men opklappen en onderin kussens, plaids,
enz., veilig wegsluiten, want het kan met een
hangslot afgesloten worden; verder zijn er aan
bevestigd gordijnen, die als een marquise open- en
dicht gaan, wat heerlijk is tegen liet schelle licht
en ook beschut als 't regent; dan zijn er aan eiken
stoel planken voor de voeten en op zij plankjes die
heel geschikt open en dicht gaan als klaptafeltjes.
Bij vele stoelen kan men nog het onderste deel
uittrekken om de beenen op uit te strekken of het
bovendeel gedeeltelijk achterover doen hellen, zoo
dat men zoo gemakkelijk ligt als in een bed. Velen
is het aan te zien dat zij hier echt vegeteeren en
lui zijn, door die stoelen komt men er ook wel
toe; wij vinden die van de eerste soort echter vol
doende en hebben daarin menig uur heerlijk be
schut voor kouden wind en regen, toch van de
versterkende lucht genoten. Het is een heel ver
makelijk gezicht om zelfs oude menschen te zien
werken aan hun „Burg" om hun stoel; er worden
zelfs wedstrijden gehouden, - en welke de mooiste
is. wordt gefotografeerd! Op die burgen wappe
ren ook vele vlaggetjes en met steentjes en den
nenappels worden er de mooiste namen en op
schriften in het zand geschreven! Een onschuldig
-gen>pege-3a--en- vooi- Ti oog heuscli wel vroolijk„Je-
des Tiei'chen hat sein Pl'aisirchen" denk ik dan
maar. Eén van de mooiste oogenblikken van den
dag vind ik den zonsondergang, die is van de
Landungsbrücke of van den bovenweg af bizon
der goed te zien. Het is aan alles te merken dat
de „Kurverwaltung" goed zorgt voor degenen, die
hier als zwakken of herstellenden komen; cr zijn
massa's banken met leuningen de lieele promenade
boven-, over- en onderlangs en ook in 't bosch; en
netjes kan het ook overal zijn en blijven, want er
zijn zeer vele papiermanden, waar men ook vruch-
tenschillen, enz. in kan werpen, wat zelfs hier
niet altijd geschiedt, vooral als er van die ben
den schoolkinderen uit den omtrek geweest zijn, is
dat zeer merkbaar aan de resten. (Tout, comme
ekez nous, niet waar?) Een ander maal over een
ander deel van Brunshaupten, want het is veel
zijdig, nu was 't alleen de zeezijde.
ZONDER VERANTWOORDELIJKHEID VAN
DE REDACTIE.
Een krachtig Berr i-b er ri b e s t r ij d e r.
In deze verkiezingsdagen willen de kiezers wat
meer weten, omtrent onze candidaten. Velen vra
gen zich af: „Heeft de candidaat een juisten prac-
tisclien kijk op nieuwe toestanden en feiten?" Zeer
leerzaam is het volgende:
T11 de laatste kwarteeuw werd Indië zwaar ge
teisterd door de berri-berriziekte, die voorname
lijk zijn slachtoffers had onder Chineezen en in
landers. Verschillende bekwame geneesheoren
zochten ernstig naar de oorzaak der gevreesde
ziekte. Den armen patiënten die nauwelijks kon
den loopen, tengevolge van slapte en verlamming
in de beenen, èn aan slechte hartwerking leden.
herkende, drukte hem de hand, vroeg naar zijn
gezondheid, elocli glimlachte tegelijkertijd afschu
welijk. Godfried's beschaming wies, zoo mogelijk,
nog. „Dit is de heer, met welken ik emis een
gesprek had in een café, en dien ik daarna steeds
zoo hoogachtte," kreunde hij onverstaanbaar, -r-
„God beproeft mij zwaar door juist dezen heer
getuige van mijn smaad en naaktheid te doen
zijn"
Langzaam herstelde hij zich, ordende zijn klee
deren, en plaatste den hoed op het hoofd, waar
deze, doordat de couranten-inlagen waren zoek
geraakt, tot op de schouders gezonken zoude zijn,
indien de neus dit niet belet had. De heer, dien
hij hoogachtte, wilde hem naar huis geleiden, doch
dankend wees hij dit aanbod af. „Ik wil alleen
zijn," sprak hij in zichzelven, en zette zich in een
ledigen tramwagen, welke juist aan de halteplaats
stond. Onderweg kwamen er vele menschen bin
nen. „Het deert mij niet meer," troostte hij
zich dan over dit omvangrijk gezelschap, liet met
fletse, vochtige oogen monsterend, terwijl zijn
profiel een steeds onbepaalder expressie verkreeg,
welke het meest die van een door verlegenheid
weerhouden minachting nabijkwam, „het deert
mij niet. Laat lien. Betaalden zij niet evenzeer
hun rit als ik
De tram stopte voor den dierentuin, en God
fried, die zulks heel niet had vermoed, stapte
daar nu af, en ging het hek binnen, waar de minza
me portier, die hem zeer goed kende, hem met hoog-
hartigen knik verwelkomde. Langs de papegaaien
en apen wandelde hij onverschillig voort, de beren
en olifanten achtte hij nauwelijks een vluclitigen
blik waardig, de arenden, condors en gieren zag
werden: „katjang idjoetoegediend met variatie
in toespijzen, zonder merkbaar resultaat, en
meestal eindigende met evacuatie naar een beig-
klimaat of den dood.
Onder de contractkoelies der N. V. „Zeehaven
en kolenstation Sabang", lieerschte die ziekte
reeds in 1905, verminderde in 1906, maar trad
intens hevig op in de jaren 1907, 1908 en 1909.
I11 Maart 1909 o. a. werden 35 nieuwe gevallen
geconstateerd. Mannen met practischen blik en
juiste opmerkingsgave, meenden de oorzaak dier
ziekte te moeten zoeken, in de als koofdvoed-
sel verstrekte rijst zonder zilver vlies.
Jhr. G. C. Quarles van Ufford, directeur van
„Sabang" gaf daarom in 1910 den pertineuten
last, aan de koelies, de op het oog minder mooie
rijst,nog voorzien van zilvervlies te verstrek
ken. ondanks den tegenstand der koelies èn van
den arbeidsinspecteur, met het opvallend en schit
terend resultaat, dat sedert dien tijd geen enkel
geval van berri-berri meer is waargenomen.
DAt getuigt van een helder inzicht, en groot
verantwoordelijksgevoel, hetwelk door het schoon
ste succes werd bekroond.
Men kan veilig aan heeren bacteriologen over
laten, op wetenschappelijke gronden en proeven
aan te toonen, dat liet natuurlijk zilver- of bin
nenvlies belet, dat de berri-berri veroorzakende
bacteriën, de rijstkorrels infecteeren. Doch hulde
aan onzen bekwamen candidaat voor de Provin
ciale Staten, die zóóveel hart betoonde voor zijn
werkvolk.
Van zulk een candidaat mag veel goeds worden
verwacht. In het groote belang van ons kiesdis
trict, brenge ieder kiezer op 13 Juni 1913
zijn stem uit op:
Jhr. G. C. Quarles van Ufford.
I). W. A. Q. GRAICHEN.
Pa arden tram-Veteranen.
Iedereen toch zoowel in Haarlem als daar
buiten in omstreken heeft kunnen lezen, dat
door mej. Mary I. Fleischmann het initiatief is
genomen oiji gen comité te vormen voor de oude
paardentram-veteranen, die 9 Mei j.l. toen de
Haarlemsche paardentram ophield te rijden
werden afgedankt. Zonder eenig verder middel van
bestaan, dat wil zeggen, zonder pensioen! Treurig
is hun verder lot en al helpt men hier en daar
hen aan een tijdelijk baantje, 't is en blijft een
donkere toekomst voor de afgedankten. De
mannen zijn te oud 0111 hier en daar geplaatst fje
worden en 't gaat met lien evenals hun paarden,
die ook maar niet in leus, uit macht der ge
woonte buiten hun rails kunnen gaan loopen.
Onder die afgedankte mannen zijn er, waarvan
de medicus verklaart, dat hun gezondheidstoestand
niet van dien aard is, dat zij alle „baantjes" kun
nen aannemen en zelfs één onder hen, (hoe
goed en vriendelijk ook door den heer Pothoven
bedoeld om enkelen tijdelijk bij de E.N.E.T. te
plaatsen), het toch heeft moeten opgeven, omdat
hij niet in staat was, door zijn ernstige hart
zwakte, het vol te houden. Veel geld komt er in
hij de leden van het Comité-Paardentram en het
moet voor haar, die het initiatief nam, een groote
voldoening zijn, dat aan den oproep gevolg wordt
gegeven, en werkelijk zouden toch zoovelen nog
kunnen bijdragen, zoo zij wilden, en spoedig
aan het „willen" dat er bij velen wel bestaat ge
volg geven* Het voorbeeld van de Belltelefoon-
dames0111 onder elkaar 6,75 in te zamelen en
dat aan mej. Mary I. Fleiscliman voor de
mannen af te staan, waarom zou dat geen
navolging kunnen vinden bij andere vrouwen en
mannen of jongelui. Onderling, ook bij personen
der verschillende vereenigingen, kantoren of scho
len! Bij dr. v. Linden van den Heuvel! is ook
ingekomen, zooals men in couranten kon lezen,
28,50, gecollecteerd door de dames op de meisjes
school ,,'t Kopje", te Bloemendaal, waarom dus
hij niet, en kameelen, giraffen, nijlpaarden en
dromedarissen bleven door hem onopgemerkt. 11 ij
dwaalde naar het hok van den leeuw. „De
smaad. De smaad," mompelde hij herhaaldelijk
onder het verder gaan, terwijl zijn profiel nog im
mer spitser scheen te worden.
Eindelijk geraakte hij voor de kooi van den
leeuw. „Daar is hij. De wilde hond," zei hij
langzaam in zichzelven, „het dier bij uitne
mendheid. De koning der dieren". En hij ging
hem aan staan kijken. De leeuw roerde niet. Dan
ineens zag liij Godfried aan met de diepe, gele
oogen, waarachter als wellen zijn van licht, en
onder het geweld van dezen olik ving de rente
nier eensklaps aan te beven, hij sloeg de oogen
neder, waarbij de cylinderhoed mede omlaag ging,
en de uitdrukking van zijn vcelzij Bg ge/.icht werd
dan geheel onoplosbaar; de oogleden hieven zkIi
een weinig in den hoedrand, de neus rondde zir*h
lichtelijk. Langzaam, als werden ze opeengezogen,
sloten zich de lippen, en dan, terwijl het profiel
zoozeer gerekt werd dat het onwillekeurig de ge
dachte aan de elastieken der bottines evoqueerde,
spoog de mond, en trof den leeuw midden in het
koninklijk gelaat.
Wanneer Godfried deze grootsche daad volvoet d
had, wendde hij zich zeer gejaagd 0111, en vluchtte
ijlings naar den uitgang, waar hij in een staat
van volledige bezwijming arriveerde, en zoo over
vloedig van angstzweet overgoten, dat hij in
vochtigheid eenen drenkeling evenaarde.
STEYNEN.